Toerisme Vlaanderen wil minder toeristen in Vlaanderen
1. SCHRIFTELIJKE VRAAG
nr. 2
van ANNICK LAMBRECHT
datum: 11 oktober 2019
aan ZUHAL DEMIR
VLAAMS MINISTER VAN JUSTITIE EN HANDHAVING, OMGEVING, ENERGIE EN TOERISME
Massatoerisme in steden - Aanpak
Amsterdam en Dubrovnik treden op tegen het massatoerisme. Ook in Vlaanderen komen
er de laatste jaren steeds meer signalen uit verschillende steden. Volgens Peter De Wilde
(Toerisme Vlaanderen) is het stilaan tijd voor maatregelen tegen deze 'overload’.
1. Heel wat steden in Vlaanderen klagen de laatste maanden over een overload aan
toeristen.
Wat is de reactie/mening van de minister? Zal zij hiermee in de toekomst rekening
houden? Zo ja, op welke manier?
2. Overweegt de minister in overleg te gaan met de verschillende steden/
provinciebesturen om samen te kijken hoe dit ‘probleem’ moet worden aangepakt?
3. Op welke manier worden de lokale besturen en provincies op heden betrokken in het
toerismebeleid van de minister?
2. ZUHAL DEMIR
VLAAMS MINISTER VAN JUSTITIE EN HANDHAVING, OMGEVING, ENERGIE EN TOERISME
ANTWOORD
op vraag nr. 2 van 11 oktober 2019
van ANNICK LAMBRECHT
1. Zoals in vele steden wereldwijd is ook in de Vlaamse steden toerisme in opmars.
Hiervoor zijn meerdere oorzaken: de groeiende wereldbevolking, stijgende koopkracht,
maar ook en vooral de goede bereikbaarheid,- en de aantrekkelijkheid van onze steden
dankzij kunst, erfgoed en andere troeven.
Die bezoekers in onze bestemming brengen vele positieve effecten met zich mee. Niet
alleen economisch (tewerkstelling, toeristenbelasting…) maar ook sociaal/cultureel.
Anderzijds willen we dat onze steden gezellige en leuke plekken blijven om in te wonen,
werken, leven en ontspannen. Te veel bezoekers, of bezoekers met storend gedrag
kunnen overlast veroorzaken. Daarom houden we de vinger aan de pols en
organiseerde Toerisme Vlaanderen in 2017 een eerste grootschalige “bewonersstudie
toerisme”. 5.500 inwoners in de kunststeden werden hierbij bevraagd. Uit deze
bevraging kunnen zeer interessante conclusies getrokken worden. Een grote
meerderheid van inwoners steunt toerisme, en de overlast werd over het algemeen als
beperkt ervaren. Over deze beperkte vormen van overlast kwamen we ook meer te
weten, zodat lokale besturen ze kunnen aanpakken.
Daarnaast is er een breed gedragen nieuwe visie uitgewerkt door Toerisme Vlaanderen
en de toeristische sector: ‘Reizen naar morgen’. Deze wil een positief antwoord bieden
op de toeristische uitdagingen van morgen. In het toekomstige beleid willen we
Vlaanderen verder ontwikkelen met grote aandacht voor de leefbaarheid en voor
positieve impactvolle toeristische belevingen.
2. Ik ben altijd voorstander van overleg. Het managen van (toerisme in) onze steden en
gemeenten is immers een gedeelde verantwoordelijkheid. Daarom ben ik blij u te
kunnen melden dat er al een goede samenwerking is op dit vlak tussen de verschillende
beleidsniveaus. Zo wordt er vanuit het Vlaamse niveau samengewerkt met de steden
rond onderzoeken die de nodige inzichten geven voor het managen van toerisme.
Ook inhoudelijk wordt er samengewerkt en inspiratie uitgewisseld. Zo heeft de Stad
Brugge een nieuwe ‘Visienota toerisme’ (https://www.brugge.be/visienota-toerisme-
met-klavertje-vier-als-gelukssymbool) gealigneerd met de principes van ‘Reizen naar
morgen’.
We onderzoeken continu hoe we vanuit het Vlaams toerismebeleid lokale besturen en
lokale actoren het best kunnen ondersteunen om een positieve toekomst voor toerisme
en voor de leefbaarheid van de bewoners te vrijwaren.
3. In mijn beleidsnota heb ik de krachtlijnen van mijn toerismebeleid neergeschreven. Ik
zal deze met plezier volgende week voorstellen en uw vragen daaromtrent
beantwoorden.
Ondertussen kan ik u echter verzekeren dat ik niet zal nalaten het nodige overleg te
plegen met de verschillende actoren om deze krachtlijnen optimaal te vertalen naar
concrete beleidsmaatregelen.