M/Powerbook 'Jong talent; nieuw realisme op de arbeidsmarkt'
White Paper Hoogopgeleiden En Flexibel Werken maart 2010
1. Adecco White Paper –Maart 2010
Hoogopgeleiden en
flexibel werken in het
nieuwe decennium
2. Hoogopgeleiden en flexibel werken in het nieuwe decennium
Inhoud
Inleiding
1. Nederland steeds hoger opgeleid …
2. … en pluriformer …
3. … en (iets) flexibeler (maar vooral zelfstandiger)
- Hoogopgeleiden en tijdelijke contracten
- Hoogopgeleiden en uitzenden & detacheren
- Hoogopgeleiden en zelfstandig ondernemerschap
4. Hoogopgeleiden nog steeds in de driver’s seat?
5. Van zoeken naar gevonden worden
6. Let there be flexibility – toch?
7. Op naar de jaren ’10 van de 21e eeuw
Bronnen
3
3. Hoogopgeleiden en flexibel werken in het nieuwe decennium Hoogopgeleiden en flexibel werken in het nieuwe decennium
Introductie Inleiding
Hun positie op de arbeidsmarkt leek onwankelbaar, voor de recessie. De Grote Recessie zet veel op z’n kop, voor werkgevers, werknemers
De vraag naar hoger opgeleide medewerkers was bij veel organisaties en werkzoekenden. In deze paper gaan we op zoek naar de gevolgen
zo nijpend, dat de keus voor een vast arbeidscontract vanzelfsprekend voor arbeidsproposities en arbeidsrelaties – vast, flexibel en autonoom.
leek. Dan nog was het een hele kunst om ze binnenboord te houden.
Het verloop onder met name jongere hoger opgeleiden (hbo en hoger) Daarbij leggen we de focus op hoogopgeleiden en de organisaties
was enorm, tijdens de ‘goede jaren’. Vaak zagen werkgevers hun nieuw die zich wellicht afvragen of de War for Talent in een staakt het vuren
aangetrokken talenten in minder dan twee jaar weer vrolijk vertrekken. terecht komt, is gewonnen dan wel verloren, of in een hele nieuwe fase
Richting concurrent … terecht zal komen.
Eerst wordt beschreven dat de Nederlandse beroepsbevolking en de
Sinds de recessie is het klimaat radicaal omgeslagen. Wat zijn hier- Nederlandse personeelsbestanden steeds hoger opgeleid, steeds
van de gevolgen? Hoe gaat ‘vast’ zich verhouden tot ‘flex’ in de hogere pluriformer en steeds flexibeler raken. Die flexibiliteit kent verschillende
arbeidsmarktsegmenten? Wat wordt de rol van de groeiende groep vormen en daartussen treden enorme, veelzeggende verschuivingen op.
specialisten die kiest voor een zelfstandige werkpraktijk en hoe doen Vervolgens wordt de vraag beantwoord of de sterke positie van hoog-
we ons voordeel met hun inbreng? Intrigerende vragen aan de voor- opgeleiden ondanks de Grote Recessie zal blijven bestaan, waarna
avond van een nieuwe fase, het ‘decennium van na de recessie’. wordt ingezoomd op het sterk veranderende gedrag van hoogopge-
En het is hoog tijd voor onderbouwde antwoorden, want het bedrijfs- leiden voor wat betreft hun oriëntatie op de arbeidsmarkt en werk en
leven maakt zich op voor een nieuwe ronde, waarbij de inbreng van de strategische, tactische en operationele consequenties daarvan voor
hoger opgeleide specialisten opnieuw onmisbaar zal zijn. En ook organisaties.
‘straks’ wordt het niet eenvoudig om ze te ‘vinden en te binden’.
Hier alvast één tipje van de sluier: het wordt voor níemand makkelij-
Adecco is in toenemende mate met succes voor haar opdrachtgevers ker, maar wél heel anders. De organisaties en de werkenden en werk-
actief in het hogere arbeidsmarktsegment. De vraag naar Professional zoekenden die zich het beste aanpassen aan de andere omstandig-
Staffing Services, die wij aanbieden onder onze specialistische labels heden van de nu eindelijk beginnende 21e eeuw, zullen – geheel in lijn
DNC en MPS (Modis en Badenoch & Clark), zien wij sterk toenemen. met Charles Darwins stelling – overleven, nee, nog sterker: overwinnen.
Daarom hebben wij gemeend er goed aan te doen te laten onder-
zoeken hoe de positie van hoger opgeleiden zich sinds de recessie
ontwikkelt. Wij hebben Wim Davidse als onafhankelijk arbeidsmarkt- 1. Nederland steeds hoger opgeleid …
specialist bereid gevonden dit voor ons te analyseren. Davidse is
oprichter van Dzjeng en is lange tijd als marketingstrateeg op directie- Volgens het CBS waren er in het derde kwartaal van 2009 2,98 miljoen
niveau actief geweest bij diverse HR-dienstverleners. Hij weet signalen Nederlanders met een diploma op het niveau van hbo, wo, bachelor,
uit de arbeidsmarkt als geen ander te beoordelen op ‘duurzaamheid’ master of doctor. Dat was 27,2% van de beroepsbevolking. In 1996
en daar, vanuit zijn expertise, rake conclusies aan te verbinden. Als waren dat nog 1,95 miljoen Nederlanders, ofwel 18,5%.
futurist, econoom en strateeg, kijkt hij voor ons met open blik voorbij
de horizon.
Beroepsbevolking (15-65 jaar) naar opleidingsniveau
Wij willen zijn waarnemingen en bevindingen graag met u delen. 100% onbekend
Dat doen wij in de vorm van deze white paper, Hoogopgeleiden en 90% master, doctor
flexibel werken in het nieuwe decennium. Wij vertrouwen erop dat de 80%
informatie bijdraagt aan uw beeldvorming. ‘Het wordt voor niemand 70% hbo, wo bachelor
havo, vwo
makkelijker, maar het wordt wél heel anders’, aldus een samenvat- 60%
tende conclusie. ‘Alleen organisaties, werkenden en werkzoekenden 50%
mbo4
die zich het best aanpassen aan de nieuwe omstandigheden, zullen 40%
30% mbo2 en mbo3
overwinnen’.
20%
vmbo, mbo1,
10% avo onderbouw
Directie Adecco Group Nederland 0% bo
1996 1997 1998 1999 2000 2001 2003 2004 2005 2006 2007 2008 Q3
2009
Bron: Dzjeng, bewerking van CBS Statline
4 5
4. Hoogopgeleiden en flexibel werken in het nieuwe decennium Hoogopgeleiden en flexibel werken in het nieuwe decennium
In ruim 10 jaar tijd een miljoen hoogopgeleiden erbij! Dat is een hele Ook allochtonen spelen een steeds grotere rol. In de periode 1995-2007
fraaie ontwikkeling. Waar de Nederlandse beroepsbevolking in die peri- is het aantal allochtone studenten in het hoger onderwijs verdubbeld.
ode met 4,1% is gegroeid, is het aantal hoogopgeleide Nederlanders in Daarvan steeg vooral het aantal niet-westerse allochtone vrouwen in
de beroepsbevolking in diezelfde periode met maar liefst 53,4% gegroeid het hoger onderwijs. In 2007 was al 20% van de studenten in het hoger
(CBS Statline)! Het aandeel hoogopgeleiden zal nog zeker tot 35% stijgen onderwijs van allochtone afkomst.
in 2020. De ontgroening en de trend van vergrijzing zal uiteindelijk een
rem op die ontwikkeling van het aantal hoogopgeleiden zetten. Er bestaat een groot verschil in opleidingsniveau tussen de autochtone en
allochtone bevolking. Maar de laatste jaren is het aandeel hoogopgeleiden
Over de periode 2001-2007 was er in elke leeftijdsklasse een toename van onder een paar allochtone herkomstgroepen sterk gestegen. Onder Turken
het aandeel hoogopgeleiden te zien. De sterkste toename was er onder en Marokkanen (in Nederland gemiddeld het laagst opgeleid) steeg het
de 25-34-jarigen. Van deze leeftijdsklasse was in 2007 een derde hoog- aandeel hoogopgeleiden van 5% in 2001 naar 9% in 2007.
opgeleid. In 1950 volgde 4% van de 18-27-jarigen een hbo- of universitaire
opleiding ten opzichte van 29% in 2006 (RIVM, september 2009).
3. … en (iets) flexibeler (maar vooral zelfstandiger)
Jonge mensen blijven hoger opgeleid dan ouderen. In 2006 had 34%
van de mensen tussen 25 en 34 jaar een diploma op hbo- of universi- In 2007 was 21,2% van de werkenden níet in vaste dienst1 (CBS Statline
tair niveau. Binnen de groep personen van 55-64 jaar lag dit met 23% en CBS Sociaaleconomische trends). Dat was iets meer dan in 1997, het
beduidend lager. Hoewel het opleidingsniveau binnen beide groepen vorige niet-vaste hoogtepunt, toen dat 20,8% was. In 2002, na jaren
de afgelopen tien jaar is toegenomen, is het verschil in opleidingsni- van grote krapte op de arbeidsmarkt en aan het begin van de vorige
veau tussen jonge mensen en ouderen niet veranderd. Gemiddeld ligt laagconjunctuur, was het aandeel werkenden dat níet in vaste dienst
het aandeel hoogopgeleiden onder 25-34-jarigen ongeveer 10% hoger was, gedaald naar 18,8%, waarna het eerst voorzichtig en vanaf 2004
dan onder ouderen. weer snel groeide.
De meeste hoogopgeleiden zijn in de Noordelijke Randstad te vinden. De werkenden die niet in vaste dienst zijn, de flexschil, kunnen worden
opgesplitst in 3 groepen:
• Ten opzichte van het landelijk gemiddelde (25% in 2006) waren er
12 (van de 40) COROP-gebieden die op of boven dat niveau scoorden • Flexwerkers: mensen met een tijdelijk contract (waaronder vaak ook
(tot maximaal 35%): gedetacheerden), uitzendkrachten en oproep- en invalkrachten;
Groot-Amsterdam, Het Gooi en Vechtstreek, Utrecht, Agglomeratie • Zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers);
Haarlem, Agglomeratie Leiden en Bollenstreek, Agglomeratie • Zelfstandigen met personeel (zmp’ers).
‘s-Gravenhage, Overig Groningen, Delft en Westland, Alkmaar en
omgeving, Noord-Drenthe, Zuidwest-Overijssel en Arnhem/Nijmegen. Hoewel hun gezamenlijke aandeel dus gedurende de net afgelopen
• Er waren 10 COROP-gebieden met een relatief laag aandeel hoog- conjunctuurcyclus hooguit licht is gestegen, is de verschuiving tussen
opgeleiden (tussen 14 en 20%): de 3 groepen zeer opmerkelijk:
Oost-Groningen, Delfzijl en omgeving, Noord-Friesland, Zuidwest-
Drenthe, Kop van Noord-Holland, Zaanstreek, Overig Zeeland, • Flexwerkers: het totale aandeel van deze groep is tussen 1997 en
Zuidoost-Zuid-Holland, Zuidwest-Gelderland en Noord-Limburg. 2007, de twee flex-topjaren, gedaald van 9,0% naar 7,9%. Bovendien
is het aandeel uitzendkrachten en gedetacheerden hierbinnen sterk
gestegen; de flexpenetratie steeg van 3¼% in 1997 naar iets meer
2. … en pluriformer … dan 4% in 2007 (om in 2008 op 4¼% uit te komen).
• Het aandeel zzp’ers steeg van 6,5% in 1997 naar 8,4% in 2007 (en
Vrouwen en allochtonen worden de kenniswerkers van de toekomst. lag in 2008 zelfs op 8,7%).
Het afgelopen decennium trad er een sterke toename op van het aan- • Het aandeel zmp’ers daalde van 5,3% in 1997 naar 4,9% in 2007.
deel vrouwen met een hbo- of wo-diploma. Over één generatie tijd is
het aandeel hoogopgeleide vrouwen verdubbeld, terwijl bij de mannen
een veel lichtere stijging optrad ten opzichte van de vorige generatie.
In de leeftijdsgroep van 25-34 jaar zijn de vrouwen inmiddels hoger
opgeleid dan de mannen (RIVM, september 2009)! Dat belooft nog wat
voor de feminisering van de aanstormende Generaties Y en Z …
1 Het gaat hier enerzijds om flexibele arbeidsrelaties (het totaal van contracten voor bepaalde
tijd, uitzendkrachten / gedetacheerden en oproepkrachten / invalkrachten) en anderzijds om
zelfstandigen zonder en met personeel (zzp’ers resp. zmp’ers).
6 7
5. Hoogopgeleiden en flexibel werken in het nieuwe decennium Hoogopgeleiden en flexibel werken in het nieuwe decennium
Cumulatief Omvang van de flexibele schil in 2004 en 2007
100% en wens voor 2015 (naar bedrijfsgrootte)
40
95%
35
90% 31
30
25
85% 25 24 24
23
20 20 20 20
80% 17
15
75% 10
70% 5
1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 0
% Vast % Flex. arb.relatie % zzp’ers % zmp’ers 10-100 wns 100-200 wns >200 wns
2004 2007 2015
Cumulatief
20% Bron: TNO / ABU
18%
16% Wellicht dat de ervaringen van de huidige zware recessie een motor
14%
achter de realisatie van deze flex-intentie kan zijn.
12%
Ook is het niet ondenkbaar dat de opkomst van de netwerkeconomie
10%
mede zal leiden tot een groeiende interne en externe flexschil bij bedrijven.
8%
6%
4% Hbo-gediplomeerden hadden in 2008 overigens het vaakst een vast
2% dienstverband (ROA, november 2009):
0%
1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 • hbo-gediplomeerden: 81% had in 2008 een vast dienstverband;
% Flex. arb.relatie % zzp’ers • mbo-gediplomeerden: 80%;
• wo-gediplomeerden: 78%;
Bron: Dzjeng, bewerking van CBS Statline • vmbo-gediplomeerden: 77%;
• bo afgerond: 76%;
Procentueel is de flexschil de afgelopen 10-15 jaren dus niet veel • havo/vwo-gediplomeerden: 71%.
gegroeid. Maar binnen de flexschil lijken de uitzendkrachten, gedeta-
cheerden en vooral de zzp’ers de flex-winnaars te zijn. De externe flex- Hoe zit het nu met de flexibele dienstverbanden en de zelfstandigheid
schil is dus gegroeid, vooral ten koste van de interne flexschil. van hoogopgeleiden?
Hoewel in het tijdsbeslag van één conjunctuurcyclus het aandeel van Hoogopgeleiden en tijdelijke contracten
vaste werknemers in de personeelsbestanden dus maar een beetje is Tijdelijke contracten spelen vooral voor starters op de arbeidsmarkt
afgenomen, verwachtten werkgevers in alle grootteklassen in 2007 dat een grote rol. Onder schoolverlaters met een wo-diploma zitten relatief
hun flexschil de komende jaren sterk zal groeien, zie de figuur (TNO, veel mensen met een tijdelijk contract, zo blijkt uit ROA-onderzoek
november 2007). (november 2009). Van de startende wo-gediplomeerden had een vrij
stabiele 45% tussen 1996 en 2008 een tijdelijk contract. Bij startende hbo-
gediplomeerden lag dat niveau lager en fluctueerde met de conjunctuur:
25-35%. Gemiddeld had 30-45% van alle schoolverlaters een tijdelijk
contract, afhankelijk van de conjunctuur.
Dit kan er volgens ROA op wijzen dat de tijdelijke contracten voor
schoolverlaters die geen universitaire opleiding hebben vaak bedoeld
zijn als ‘flexibele schil en buffer’ in het personeelsbestand, terwijl de
flexibele contracten voor universitair opgeleiden vaak bedoeld zijn voor
screening en opleiding. De keuze voor een flexibele arbeidsrelatie in de
vorm van opleidingsplaatsen (in ziekenhuizen), traineeships (bij banken
en verzekeraars) en promotieplaatsen (aan universiteiten) is daardoor
8 9
6. Hoogopgeleiden en flexibel werken in het nieuwe decennium Hoogopgeleiden en flexibel werken in het nieuwe decennium
voor universitair opgeleiden minder gevoelig voor de conjunctuur dan Hoogopgeleiden en uitzenden & detacheren
bij de schoolverlaters van vmbo, mbo en hbo. Van alle in 2008 gewerkte uren, waren uitzenden plus detacheren goed
voor 4¼%. In 1996 bedroeg de flexpenetratie nog 2,9%.
Bij werkenden gelden heel andere percentages. Het aandeel tijdelijke
contracten neemt af als het opleidingsniveau toeneemt. Dit wijst erop, Bij de schoolverlaters met een wo-diploma ging in 2008 3% aan de
zo constateert ROA, dat werkenden die enkele jaren ervaring hebben slag als uitzendkracht, bij de hbo-gediplomeerden was dat 5%.
opgedaan op de arbeidsmarkt of beter zijn opgeleid, meestal een ster- Onder de werkenden met een wo-diploma bedroeg dat nog 2%, bij
kere arbeidsmarktpositie hebben. hbo-geschoolden nog 3%.
Van de werkenden met een hbo-diploma had in 2008 maar 2% een tij- Volgens Ecorys (juni 2009) is het aandeel van hoogopgeleiden onder
delijk contract en bij degenen met een wo-diploma lag dat op hetzelfde instromers op de uitzendmarkt na een jarenlange stijging tot 23% in
niveau. 2006, in 2008 overigens gedaald naar 19%.
Voor het totaal aantal werkenden daalde het aandeel van mensen met Uit onderzoek van Intelligence Group (november 2009) komt een soort-
tijdelijke contracten na 1998 (± 6%), tot het dieptepunt was bereikt in gelijk beeld naar voren. In de afgelopen 5 jaar hebben steeds minder
2003 (± 3%), waarna het aandeel weer toenam tot ± 4% in 2007. mensen een baan gezocht en gevonden via een uitzendbureau. De
oorzaak hiervoor ligt ten dele bij het imago van uitzendbureaus. Bijna
Voor de verschillende opleidingsniveaus is de timing van stijgingen en de helft van de beroepsbevolking denkt dat er voor hen geen geschikte
dalingen van het aandeel flexwerk enigszins anders. De fluctuaties van banen te vinden zijn via uitzendbureaus.
het aandeel flexwerkers zijn voor de totale groep werkenden aanzien-
lijk kleiner dan voor schoolverlaters, wat erop wijst dat vooral de instroom Tot slot moet hier nog worden vastgesteld dat, ondanks de kanttekenin-
van schoolverlaters op de arbeidsmarkt van belang is om schomme- gen in de voorgaande alinea’s, de flexmarkt (de markt voor uitzenden
lingen in de vraag naar arbeid ten gevolge van de conjunctuurcyclus op plus detacheren) de afgelopen 10 jaar zo’n 40% is gegroeid, gemeten
te vangen (ROA, november 2009). in uren, en, gemeten in euro’s zo ongeveer is verdubbeld. Die groei is in
belangrijke mate een gevolg van de sterk gegroeide bemiddeling van
Schoolverlaters hoogopgeleiden.
100% 3% 2% 2%
2% 3%
7% 7%
90% 8% 7%
21%
5%
3%
Het paradoxale karakter van de hiervoor beschreven ontwikkelingen
17%
80%
34%
kan wellicht worden weggenomen door op deze plaats nog even de
30% 45%
70%
sterke groei van het aantal hoger opgeleiden in herinnering te roepen.
60% 53% 39%
50%
Hoogopgeleiden en zelfstandig ondernemerschap
40%
30%
Het aantal zelfstandigen en hun aandeel in het aantal werkenden is
20% 37% 38% 57% 76% 58% 49%
sinds 1996 sterk toegenomen. Het totale percentage zelfstandigen
10% bedroeg 11,8% in 1996 en 13,3% in 2008.
0%
vmbo havo/vwo bol bbl hbo wo Deze ontwikkeling is volledig het gevolg van de stijging van het aan-
tal zzp’ers. Van alle werkenden (werknemers en zelfstandigen) was in
Werkenden 2008 8,7% zzp’er. In 1996 was dat nog 6,4%. Eind 2008 waren er vol-
100% gens het CBS 610.000 zzp’ers, dit jaar staat vanwege de zware crisis
90%
11% 12% 12% 13% 14% 18%
het aantal zzp’ers voor het eerst sinds 10 jaar onder druk (CBS, Sociaal-
8% 3% 4%
80%
6%
8%
10%
3% 2%
3%
2%
2% economische trends).
8%
70%
60%
50%
76% 77% 71% 80% 81% 78%
40%
30%
20%
10%
0%
vmbo havo/vwo bol bbl hbo wo
Zelfstandige, freelancer, meewerkende partner of familie Tijdelijk in loondienst
Uitzend-, oproep-, of invalkracht Vast in loondienst
Bron: ROA
10 11
7. Hoogopgeleiden en flexibel werken in het nieuwe decennium Hoogopgeleiden en flexibel werken in het nieuwe decennium
Zelfstandigen (excl. meewerkenden)1 zzp’ers op de 1e plek. De eerste hogere beroepen komen we tegen op
1000 x 1.000 de 9e en de 10e plaats: computerprogrammeur / systeemanalist (2,0%)
Totaal
zelfstandigen resp. bedrijfsorganisatiedeskundige / consultant (1,8%) (CBS, Sociaal-
800 economische trends).
Zelfstandigen
600 zonder personeel Studierichtingen met veel zelfstandigen zijn (ROA):
400
Zelfstandigen 1. wo tandheelkunde (77% van de werkenden in deze beroepsgroep)
200
met personeel 2. hbo (fysio)therapie (31%)
3. wo bouwkunde (31%)
0 4. wo (dier)geneeskunde (31%)
1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 5. wo accountancy en belastingen (21%)
1 De overgang van 2000 naar 2001 bevat een trendbreuk als gevolg van 6. wo rechten en bestuurskunde (21%)
een nieuwe weegmethode binnen de EBB. 7. hbo lerarenopleiding expressie (20%)
8. hbo bouwkunde (20%)
Zelfstandigen zonder personeel naar meest voorkomende bedrijfstakken 9. hbo commerciële economie (20%)
600
Van de starters op de arbeidsmarkt begint 3% van de wo-gediplomeerden
500
als zelfstandige, van de hbo-gediplomeerden is dat 7%. Van de werken-
400 den met wo-gediplomeerden is 18% zelfstandig, bij hbo-gediplomeerden
is dat 14%.
300
200
100
4. Hoogopgeleiden nog steeds in de driver’s seat?
0 De positie van hoogopgeleiden op de arbeidsmarkt was tot het begin
1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 van de Grote Recessie ijzersterk. Eind 2008 bedroeg het werkloosheids-
Financiële en zakelijke dienstverlening Gezondheids- en welzijnszorg percentage in Nederland een zeer lage 3,9%; bij laagopgeleiden was
Cultuur en overige dienstverlening Handel dat 6,3%, bij middelbaar opgeleiden 3,6% en bij hoogopgeleiden maar
Bouwnijverheid Landbouw en visserij 2,7% (CBS Statline).
Bron: CBS, Sociaaleconomische trends In de dagen van de hoogconjunctuur gedurende de jaren 2006-2008
leek het verloop onder jonge hoogopgeleiden monsterlijke vormen aan
Zzp’ers tref je aan in alle sectoren, waarbij de financiële en zakelijke te nemen. Volgens sommigen bedroeg het verlooppercentage maar
dienstverlening inmiddels het grootste aantal herbergt. liefst 90% in 2 jaar (Carp, 2 september 2008).
En lag ook de mobiliteit van alle hoogopgeleiden met bijna 14% per
Zzp’en is vooralsnog een vrij masculiene bezigheid: in 2008 was 65% jaar hoger dan die van andere opleidingsniveaus (ongeveer 13%; ROA,
van de zzp’ers man. Maar ook hier is de feminisering aan de gang, 2009).
want in 1996 was dat nog 70%.
In dat verband hier ook even aandacht voor de arbeidsemigratie van
In 2008 was een zelfstandige zonder personeel gemiddeld 44 jaar oud, hoogopgeleiden. Volgens de OECD (2008) is de concurrentie tussen
terwijl een gemiddelde werkende 40 jaar was. De 35-plussers zijn in ontwikkelde economieën om hoogopgeleiden aan te trekken en te
verhouding tot de totale werkende bevolking oververtegenwoordigd, behouden groot.
de jongeren ondervertegenwoordigd.
Nederland is sinds de jaren zestig van de 20e eeuw een immigratie-
Zzp’ers zijn over het algemeen hoger opgeleid dan de totale werkzame land: het aantal immigranten is hoger dan het aantal emigranten.
beroepsbevolking. Dit verschil is de afgelopen jaren zelfs toegenomen. Na de millenniumwisseling ontstond echter enige opschudding,
In 1996 was 28% van de zzp’ers hoogopgeleid. In 2008 was dit al 38%. want Nederland bleek vanaf 2003 plotseling een emigratieland te zijn!
Voor deze omkering waren zowel economische als politieke en sociaal-
In de Beroepentop 10 van zzp’ers, totaal goed voor 29,2% van alle maatschappelijke redenen aanwijsbaar.
zzp’ers, staat bedrijfshoofd kleine (pluim)veehouderij met 5,9% van alle
12 13
8. Hoogopgeleiden en flexibel werken in het nieuwe decennium Hoogopgeleiden en flexibel werken in het nieuwe decennium
Vanaf 2008 is Nederland ‘gelukkig weer gewoon een immigratieland’ – 5. Van zoeken naar gevonden worden
het aantal immigranten is groter dan het aantal emigranten en zo hoort
dat bij een ontwikkeld land. Voor de komende jaren en decennia ver- Uit onderzoek van Intelligence Group (november 2009) blijkt dat het
wacht het CBS blijvend hoge migratiestromen: gemiddeld 127.000 arbeidsmarktoriëntatiegedrag sterk aan het veranderen is. De Neder-
immigranten en 113.000 emigranten. landse beroepsbevolking gebruikt en is van plan om steeds minder
kanalen te gebruiken bij het zoeken naar een (nieuwe) baan. Anno
Begin september kwam Doekle Terpstra, voorzitter van de hbo-raad, 2009 verwacht iemand die een (nieuwe) baan zoekt op de Nederlandse
tijdens de opening van het hogeschooljaar op de Hanzehogeschool arbeidsmarkt gemiddeld 4,1 verschillende bronnen te gebruiken om
Groningen echter met een opzienbarende waarschuwing. Volgens hem zich te oriënteren. Ten opzichte van 2007 is dat gemiddeld ruim een
verdwijnt van alle hoogopgeleiden in Nederland 10% naar het buiten- bron minder, een daling van ruim 20%.
land. 4% komt uit het buitenland naar hier. Een simpel rekensommetje
leert dan dat er een braindrain van 6% optreedt. Terpstra wijt dat onder Werving van goed personeel wordt er de komende jaren al met al zeker
meer aan het ondoorzichtige hogeronderwijsstelsel (Carp.nl, 3 september niet makkelijker op. De gezochte doelgroepen bereiken en bewegen
2009). moet daarom volgens Intelligence Group efficiënter en effectiever
worden. Een goede online aanpak wordt daarbij steeds belangrijker
Schokkende cijfers, die erop duiden dat per saldo zo’n 180.000 hoog- (Intelligence Group, november 2009):
opgeleiden ons land zullen verlaten om zich elders te vestigen.
Niet helemaal duidelijk is, over welke periode dat aantal hoogopgeleiden • Vacaturesites zijn en blijven het belangrijkste oriëntatiekanaal. Maar
ons land zal gaan verlaten. Misschien moeten we constateren dat alle het belang van nichesites neemt toe. Steeds meer mensen maken
nadruk op het ontwikkelen van competenties in het hoger onderwijs gebruik van specifieke vaksites en vacaturebanken om een baan te
zelfs bij de voorzitter van de hbo-raad tot rekenproblemen heeft geleid … zoeken. Vooralsnog doet men dit aanvullend op de grote jobboards,
maar op termijn zullen nichesites ook tot vervanging gaan leiden.
Volgens NiDi (2005, 2008) blijken hoogopgeleiden overigens inderdaad • Social networks worden belangrijker in het oriëntatiegedrag van de
een grotere kans te hebben om te emigreren. Hun emigratie-intentie is beroepsbevolking. Inmiddels gebruikt 11% online social networks
volgens NiDi in ieder geval hoger dan bij laagopgeleiden. Ongeveer actief om een baan te zoeken. Onder hoogopgeleiden is dat 15%.
36% van alle in het buitenland wonende Nederlanders is hoogopgeleid, De rol van social networks zal echter veranderen: van tool om mensen
ongeveer 35% is middelbaar opgeleid en ongeveer 28% is laagopgeleid. te vinden naar een platform waar bedrijven zich presenteren. Hiermee
Desondanks acht NiDi het verband tussen emigratie en opleidingsniveau zullen social networks steeds vaker een aanvulling zijn op recruitment-
niet bijzonder sterk. Volgens NiDi zijn er geen aanwijzingen voor een sites, in plaats van een plek om cv’s te vinden.
massaal vertrek van het meest gekwalificeerde deel van de samenle- • Het belang van zoekgemak neemt toe. Search engines worden een
ving (hoewel niet duidelijk vastgesteld kon worden of dat voor specifieke voorwaarde om succesvol te kunnen werven. Media zonder zoek-
beroepsgroepen wél geldt). gemak verliezen aan belang, met name onder actieve baanzoekers.
Werkzoekenden hebben geen zin meer om te bladeren.
Nu de eerste rookwolken van deze ongewoon zware crisis optrekken,
komt ROA (nov. 2009) tot de vaststelling dat voor 40% van alle school- Te midden van deze ontwikkelingen is het duidelijk dat employer
verlaters een goed tot zeer goed arbeidsmarktperspectief heeft tot 2014 branding cruciaal wordt. In de krappe arbeidsmarkt van 2007 oriën-
(ROA 2009, hoofdstuk 1). Ook al zal de werkgelegenheid de komende teerde 34% van de actief werkzoekenden zich op recruitmentsites van
jaren niet of nauwelijks groeien (of zelfs krimpen), vanwege de op gang bepaalde voorkeurswerkgevers, zo constateerde Intelligence Group.
komende uitstroom van ouderen blijft er veel vraag naar werknemers. Begin 2009 was dat nog maar 24%. Vooral hoogopgeleiden gaan zich
Terwijl de uitbreidingsvraag de komende jaren grotendeels uitblijft, gerichter oriënteren op bepaalde werkgevers. In zijn algemeenheid
komt er dus een sterke vervangingsvraag op gang. doen werkgevers er verstandig aan om nu al serieus te gaan werken
aan het eigen werkmerk.
Alleen schoolverlaters met een opleiding op het niveau van basisonder-
wijs (vooral drop-outs) hebben zeer slechte perspectieven tot en met
2014; voor 0% van hen gelden goede of zeer goede perspectieven. 6. Let there be flexibility – toch?
Vooral de schoolverlaters op hbo-niveau profiteren de komende jaren.
Hun perspectieven zijn volgens ROA relatief goed; voor 56% van hen Werkgevers menen veelal om bedrijfseconomische redenen baat te
geldt een goed tot zeer goed perspectief. De perspectieven van school- hebben bij flexibele en tijdelijke arbeidsrelaties. De externe flexschil is
verlaters op wo-niveau zijn redelijk; voor 15% van hen geldt een goed de afgelopen jaren dan ook behoorlijk gegroeid. In de recente geschie-
tot zeer goed perspectief. denis hebben we evenwel inmiddels twee keer ervaren dat onder druk
van een krappe arbeidsmarkt het aandeel van vaste contracten weer
14 15
9. Hoogopgeleiden en flexibel werken in het nieuwe decennium Hoogopgeleiden en flexibel werken in het nieuwe decennium
toeneemt; met het oog op de continuïteit krijgt het binden van werkne- worden gelegd op de juridische aard van het contract, maar op het
mers dan hoge prioriteit. Daar horen blijkbaar vaste contracten bij. psychologische contract. Organisaties moeten vooral inhoudelijk-
Ook mensen met een lagere opleiding hebben baat bij flexibele en emotionele binding – betrokkenheid – bij werkenden creëren, en zich
tijdelijke arbeidsrelaties. Het geeft hun de mogelijkheid hun entree op niet blind staren op juridische binding en de specifieke invulling daar-
de arbeidsmarkt te maken, of om daarop actief te blijven. van. De keuzes voor een vast contract of flexibiliteit en de invulling van
de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden moeten binnen het kader
Voor zowel wo-schoolverlaters als hun werkgevers zijn tijdelijke con- van dat psychologische contract worden gemaakt.
tracten een interessante mogelijkheid voor wederzijdse screening.
Voor alle andere schoolverlaters zijn tijdelijke contracten vooral gemak- Hier liggen voor werkgevers en bemiddelaars grote, nog maar mond-
kelijk voor de (tijdelijke?) werkgever. Uitzenden en detacheren, sterk jesmaat ontgonnen mogelijkheden. Of bedreigingen, als ze de boot
gegroeid gedurende de afgelopen 10-15 jaren, vervullen overwegend missen…
soortgelijke functies.
Nog belangwekkender is de sterke groei van het zzp-schap. Dit is de 7. Op naar de jaren ’10 van de 21e eeuw
enige vorm van niet-vaste arbeidsrelaties die populairder wordt naar-
mate de leeftijd, werkervaring en het opleidingsniveau stijgen. De flexibele schil van personeelsbestanden in Nederland groeide
de afgelopen 15 jaar licht. Maar de verwachting dat de flexschil de
Deze opmerkelijke zzp-kenmerken kunnen waarschijnlijk vooral wor- komende jaren meer dan ooit zal groeien wordt realistischer. Enerzijds
den teruggevoerd op de grote behoefte aan autonomie, consideratie omdat werkgevers daarop uit lijken te zijn, anderzijds omdat werken-
met de persoonlijke omstandigheden en privé-wensen, uitdaging, den dat in steeds meer gevallen lijken te prefereren boven een vaste
participatie (ook financieel), groei, zingeving, dynamiek – eigenschappen baan. De intentie van beide zijden is dezelfde, maar de redenen zijn
van werk, rechtstreeks afkomstig uit het vijfde niveau van de Maslow- heel verschillend!
piramide.
Het aantal hoogopgeleiden is sterk gestegen, en zal dat voorlopig blij-
En geldt dat niet ook voor het hoge verloop onder hoogopgeleiden, ven doen. Het aandeel hoogopgeleiden in de flexschil is toegeno-
vooral onder jonge hoogopgeleiden? De genoemde behoeften en men. Maar wat vooral opvallend is, is de verschuiving binnen die flex-
eigenschappen zijn de inmiddels veel bestudeerde, beschreven en schil naar meer uitzenden en detacheren en – vooral – naar veel meer
hoogopgeleide Generatie Y van jongs af aan meegegeven. En het kan zzp-schap. Het aantal hoogopgeleiden onder de zzp’ers stijgt, het
bijna niet anders, of de Generatie Z - die in het nieuwe decennium zijn zzp-schap lijkt voor veel hoogopgeleiden aan aantrekkelijkheid te win-
eerste stappen op de arbeidsmarkt zal zetten – vormt hiervan de over- nen. Tegelijk is het verloop hoog en de employee engagement laag.
treffende trap. De belangrijkste redenen voor het toenemende aandeel van hoogop-
geleiden in de flexschil lijken dus de behoeften aan meer ruimte en
Desondanks lijken teveel werkgevers en bemiddelaars de (hoogop- mogelijkheden voor dynamiek, persoonlijke groei, autonomie en meer
geleide) werkenden en werkzoekenden geen Maslow5-condities te Maslow5-behoeften.
kunnen of willen bieden, of ze negeren die behoeften eenvoudigweg,
al dan niet onbewust. Bovenop de gegevens over het verloop en de Ook gegeven de kenmerken van de Generaties Y en Z, maar ook van
zzp-groei zijn dit ook zeer veelzeggende cijfers: nog geen 40% van de de zich ontplooiende netwerkeconomie, is hiermee een aantal qua
Nederlandse werknemers voelt zich in of door z’n werk (sterk) gemoti- belang en impact moeilijk te overschatten aandachtspunten voor werk-
veerd (Hay Group, oktober 2008; Towers Perrin, oktober 2007). Dat gaat gevers en bemiddelaars benoemd. Het gaat om de paradoxale mix
ten koste van de resultaten, want er bestaat een steeds duidelijker wor- ‘meer flexibiliteit, meer betrokkenheid’. Zij zullen zich bovendien seg-
dende relatie tussen motivatie (engagement, betrokkenheid) en presta- mentspecifiek, duidelijk, relevant en onderscheidend moeten positio-
ties (Hay Group, september 2009; Great Place to Work; ISR, juni 2006). neren – aan hun werkmerk moeten werken - en daarnaast actief en
gericht op zoek moeten gaan naar kandidaten. Daarbij moeten, naast
Vinden, verleiden en vasthouden van hoogopgeleiden was de afgelo- de vele on-site mogelijkheden (naar de kandidaat in diens omgeving
pen jaren voor veel werkgevers en intermediairs dan ook een zware toe gaan), alle moderne online-mogelijkheden gericht worden ingezet.
dobber, om zowel kwantitatieve als kwalitatieve redenen. Ondanks de
heel andere economische context van de komende jaren, zal dat niet Gemakkelijker zal het dus niet worden, maar wél heel anders, die con-
heel veel eenvoudiger worden. clusie lijkt gerechtvaardigd. De meeste organisaties en bemiddelaars
hebben nog heel wat te doen!
Wat is nu de remedie? Meer vaste contracten aanbieden, of juist
meer externe flexibiliteit? Volgens ons moet de primaire focus niet
16 17
10. Hoogopgeleiden en flexibel werken in het nieuwe decennium Hoogopgeleiden en flexibel werken in het nieuwe decennium
Hieronder, tot slot, een indicatieve schets van de aandachtspunten en Bronnen
de mogelijkheden.
• Carp (3 september 2008), ‘Helemaal klaar na een jaar’.
• Carp.nl (3 september 2009), ‘Doekle Terpstra: braindrain bedreigt
Jonge hoogopgeleiden Ervaren hoogopgeleiden Nederland’.
Uitdagingen voor Steeds grotere aantallen, blijvend sterke Druk op het employee engagement, vrij hoog • CBS Statline op CBS.nl.
organisaties positie op de arbeidsmarkt, sterke diversiteit verloop, veel en stijgend zzp-schap, hoge • CBS (2 september 2009), ‘Sociaaleconomische trends, 3e kwartaal
(werkgevers en bemiddelaars) (feminisering, allochtonen), zeer hoog verloop, emigratie-intentie, … 2009’, m.n. het artikel ‘Sterke groei zelfstandigen zonder personeel’.
‘gewend’ aan tijdelijke contracten, groeiende • Ecorys / ABU (juni 2009), Instroom uitzendkrachten 2008’.
externe flexschil, emigratie-intentie, … • Great Place to Work,
op http://www.greatplacetowork.ie/great/graphs.php
Oplossingsrichtingen: Sterke, gerichte (specifieke) proposities, Meer regelruimte, autonomie, blijven • Hay Group (25 september 2008), ‘Werkklimaat helpt Nederland verder’.
veel toegevoegde waarde met aandacht voor sector- en opleiden, persoonlijke groei, ervaring en • Hay Group (oktober 2008), ‘Lessen in leiderschap’.
organisatiespecifieke introductie- kennis kunnen delen (b.v. mentoring van • Hay Group (29 september 2009), ‘Inkomsten bedrijven substantieel
opleidingen en -trainingen, zelf-oriëntatie, jonge hoogopgeleiden), consideratie voor de hoger door werknemersbetrokkenheid’.
organisatiecultuur-oriëntatie, inhoudelijke privé-omstandigheden, zingeving, coaching • Intelligence-group.nl (2 november 2009), ‘Recessie maakt geen eind
uitdagingen, projecten, betrokken coaching bij carrière-contemplatie en -reincarnatie, aan schaarste’.
op ‘het organisatieleven’ en op het start-assistentie en afnamegarantie, … • Intelligence-group.nl (6 november 2009), ‘Arbeidsmarktoriëntatie
persoonlijke leven, zingeving, … Middelbaar opgeleiden opleiden naar het verandert fundamenteel’.
Middelbaar opgeleiden opleiden naar het niveau van hoogopgeleiden. • ISR (press release 27 June 2006), ‘Engaged Employees Help Boost the
niveau van hoogopgeleiden. Bottom Line’.
• NiDi (april 2005), in Demos: ‘Emigratie van Nederlanders; geprikkeld
door bevolkingsdruk’.
• NiDi (januari 2008), ‘Weg uit Nederland’.
• Nuzakelijk.nl (2 september 2009), ‘Groei zelfstandigen zonder
personeel gestopt’.
• OECD (2008), ‘Vooruitzichten internationale migratie: SOPEMI Editie
2008’
• Parool.nl (2 september 2009), ‘Doekle Terpstra luidt noodklok over
braindrain’.
• RIVM.nl (september 2009), Nationaal Kompas Volksgezondheid /
Bevolking.
• ROA (november 2009), ‘De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep
tot 2014’.
• TNO / ABU (november 2007), ‘De toekomst van flexibele arbeid’.
• Towers Perrin (October 2007), ‘2007 Global Workforce Study.
Phase I Core Analytics – The Netherlands’.
Wij heten u welkom in de 21e eeuw!
18 19