Vanaf 1 januari 2011 moeten alle zorgverleners voldoen aan de Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens. Zij moeten dan een protocol hebben én toepassen waarin zij samen met hun medezorgverleners hebben beschreven hoe zij zorgen dat er altijd een actueel medicatieoverzicht aanwezig is bij elke patiënt. De Inspectie voor de Gezondheidszorg zal hierop in 2011 gaan toetsen.
In 2010 verscheen de LESA ‘Actueel medicatieoverzicht in de eerste lijn’, waarin het kader wordt gegeven waarbinnen lokaal werkafspraken kunnen worden gemaakt om de beschikbaarheid van een actueel medicatieoverzicht te bevorderen.
Jill Pluijmaekers van ProPharma – een onafhankelijk adviesbureau op het gebied van eerstelijns gezondheidszorg – geeft uitleg over de totstandkoming, de kern/basis, het doel en de urgentie van de richtlijn.
Met elkaar gaan we kijken waar de verantwoordelijkheden liggen en hoe we de richtlijn in Noord-Limburg, oa. via de FTO’s, zouden kunnen implementeren. Voorbeelden uit andere regio’s spelen hierbij een belangrijk rol.
Vanaf 1 januari 2011 moeten alle zorgverleners voldoen aan de Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens. Zij moeten dan een protocol hebben én toepassen waarin zij samen met hun medezorgverleners hebben beschreven hoe zij zorgen dat er altijd een actueel medicatieoverzicht aanwezig is bij elke patiënt. De Inspectie voor de Gezondheidszorg zal hierop in 2011 gaan toetsen.
In 2010 verscheen de LESA ‘Actueel medicatieoverzicht in de eerste lijn’, waarin het kader wordt gegeven waarbinnen lokaal werkafspraken kunnen worden gemaakt om de beschikbaarheid van een actueel medicatieoverzicht te bevorderen.
Jill Pluijmaekers van ProPharma – een onafhankelijk adviesbureau op het gebied van eerstelijns gezondheidszorg – geeft uitleg over de totstandkoming, de kern/basis, het doel en de urgentie van de richtlijn.
Met elkaar gaan we kijken waar de verantwoordelijkheden liggen en hoe we de richtlijn in Noord-Limburg, oa. via de FTO’s, zouden kunnen implementeren. Voorbeelden uit andere regio’s spelen hierbij een belangrijk rol.
This document discusses techniques for photographing retinoblastoma in children using various camera types. It notes that while newer digital cameras and smartphones aim to produce beautiful photos, their features like flash reduction can interfere with detecting leukocoria. The "Granny Test" is described as the standard approach using an analog camera with flash in a dim room from different angles. However, cell phone cameras are not always successful due to their LED flashes. The document emphasizes that any detected leukocoria requires examination, and that fundoscopy remains the gold standard.
This document summarizes research on foveal sparing in patients with Stargardt disease. It finds that 13 of 149 Stargardt patients showed foveal sparing. Most had late onset of symptoms after age 50 and initial vision loss. Genetic analysis found various mutations in the ABCA4 gene in these patients. Imaging like autofluorescence and OCT scans revealed atrophy surrounding the spared fovea. Possible causes of foveal sparing discussed are milder mutations, influence of modifier genes, anatomical differences in the fovea, and roles of Muller cells and photoreceptor distribution. The findings provide insight into pathogenic pathways in foveal sparing Stargardt disease.
This document discusses techniques for photographing retinoblastoma in children using various camera types. It notes that while newer digital cameras and smartphones aim to produce beautiful photos, their features like flash reduction can interfere with detecting leukocoria. The "Granny Test" is described as the standard approach using an analog camera with flash in a dim room from different angles. However, cell phone cameras are not always successful due to their LED flashes. The document emphasizes that any detected leukocoria requires examination, and that fundoscopy remains the gold standard.
This document summarizes research on foveal sparing in patients with Stargardt disease. It finds that 13 of 149 Stargardt patients showed foveal sparing. Most had late onset of symptoms after age 50 and initial vision loss. Genetic analysis found various mutations in the ABCA4 gene in these patients. Imaging like autofluorescence and OCT scans revealed atrophy surrounding the spared fovea. Possible causes of foveal sparing discussed are milder mutations, influence of modifier genes, anatomical differences in the fovea, and roles of Muller cells and photoreceptor distribution. The findings provide insight into pathogenic pathways in foveal sparing Stargardt disease.
Eggink oog zog 2012 creatief met cornea samenvatting eggink
Voorjaar 2011 verpleegkundig vizier klaartje de kanter
1. 27-5-2011
Overzicht
• Inleiding over pijnstillers bij ouderen
Farmacologische interventies bij • Verschillende groepen pijnstillers
ouderen met pijn • Hoe werken ze?
8e Verpleegkundig Vizier • Bijwerkingen
24 mei 2011 • Hoe geven bij ouderen?
• Waar kunnen jullie op letten?
Klaartje de Kanter
Ziekenhuisapotheker / Klinisch Farmacoloog i.o. • Conclusie
Pijnstillers bij ouderen
• Pijn bij ouderen komt veel voor
• Niet-farmacologische interventies
• Farmacologische interventies: pijnstillers
• Mogelijke problemen met pijnstillers bij (kwetsbare) ouderen
• Veranderde farmacokinetiek
• Veranderde farmacodynamiek
• Deze populatie vaak uitgesloten in onderzoeken
• Polyfarmacie
• Bijwerkingen
Pharmaceutisch Weekblad, 2007
Pijnladder WHO Paracetamol
• 1 keus middel bij pijn, blijft doorgegeven als andere
e
middelen worden toegevoegd
• Werkingsmechanisme: is nog (steeds) onduidelijk
• Bijwerkingen: m.n. bij hogere doseringen kan lever
overbelast raken
• Dosering max 4 dd 1000mg
• Farmacokinetiek bij ouderen lijkt onveranderd
• Bij langdurig gebruik in ouderen max 3 dd 1000mg
• Controle leverenzymen
• Let op: combinatiepreparaten of ‘zelfzorg’medicatie
1
2. 27-5-2011
NSAID’s (Non Steroidal Anti Inflammatory Drugs) NSAID’s (2)
• Diclofenac, Naproxen, Ibuprofen • Bijwerkingen:
• Werkingsmechanisme: • Prostaglandines hebben beschermende functie op
• remmen het enzym Cyclo-Oxygenase (COX) maag-darmslijmvlies en nieren
• COX speelt belangrijke rol bij aanmaak van • Bij remming van COX en dus minder prostaglandines:
prostaglandines • Maagdarmklachten (vage maagklachten en dyspepsie
• Prostaglandines hebben belangrijke functie bij t/m gastroduodenale ulceraties en bloedingen)
opvang en geleiding van pijninformatie • Niertoxiciteit (voorkomen dehydratie en combinatie
met ACE-remmers en diuretica vermijden)
• NSAID’s remmen dus vorming van prostaglandines • Cardiovasculaire bijwerkingen (verergeren hartfalen)
en daardoor vermindering van pijn
• NSAID’s ook ontstekingsremmend
CBO-richtlijn Preventie van maagschade bij NSAID gebruik
• Toevoegen protonpompremmer (pantoprazol of
omeprazol)
• Ook bij rectaal toedienen van NSAID
Selectieve COX-remmers NSAID s (3)
• celecoxib (Celebrex ) en etoricoxib (Arcoxia )
® ®
• Bij ouderen erg voorzichtig met NSAID’s
• 2 varianten van COX enzym (COX-1 en COX-2) • Wel wanneer pijn door ontsteking komt (bijv. reumatoïde
• COX-1 artritis)
• in constante hoeveelheden aanwezig
• zorgt voor productie van prostaglandines met normale • Lage dosis en zo kort mogelijk behandelen
huishoudfunctie (zoals gastroprotectie en nierperfusie) • Geven maagbescherming
• COX-2 • Regelmatig monitoren en evalueren
• Onder normale omstandigheden slecht beperkt aanwezig
• Bij onstekingsprocessen stijgt concentratie met 10-80%
2
3. 27-5-2011
Opiaten Bijwerkingen van opiaten
• Endorfines zijn lichaamseigen stoffen die op de ‘opiaat’- • Ontwikkeling van tolerantie voor:
receptoren aangrijpen • Misselijkheid (evt. anti-emeticum)
• Aanmaak tijdens bevalling en duursporten enz. zodat je pijn • Sedatie
kunt verdragen op het moment dat je het nodig hebt • Droge mond
• Morfine, oxycodon, fentanyl etc. • Blijvende bijwerkingen:
• Werking: • Obstipatie (mobiliseren, voldoende drinken en laxantia!)
• Binden aan mu- en kappa-receptoren • Cognitieve stoornissen (verlagen dosering of
• Zowel centraal als perifeer opiaatrotatie)
• Blokkeren de transmissie van pijnprikkels • Ademhalingsdepressie (lage startdosering en langzaam
• Start low, go slow opbouwen)
• Starten met lage dosis en langzaam opbouwen • Urineretentie (mobiliseren of tamsulosine)
• Titratie op basis van respons van patiënt • Jeuk (opiaatrotatie)
Langwerkende en kortwerkende preparaten
Vooroordelen over opiaten
• Langwerkende
preparaten als • ‘Laatste redmiddel voor terminale patiënten’
•
onderhoudsdosering
Kortwerkende erbij als
• ‘Binnen enkele maanden treedt verslaving op’
‘escape’ bij • ‘Je wordt er verschrikkelijk duf van; een soort kasplantje’
doorbraakpijn
• ‘Communicatie met je partner en andere familie wordt
• > 3 keer kortwerkend onmogelijk’
opiaat nodig, afvragen
of onderhoudsdosering • Je zou je darmen uit je lijf spugen
te laag is • Je kunt er dood aan gaan
Vooroordelen over opiaten (2) Tramadol
• Niets geven kan nog wel erger zijn • Zwakke µ-receptor-agonist
• Zelfde bijwerkingen als andere opiaten, maar minder
• Slaperigheid, misselijkheid en braken: als deze al optreden ernstig
gaan ze binnen enkele dagen over • Obstipatie en ademhalingsdepressie zijn zeldzaam
• Obstipatie: laxans is altijd geïndiceerd • Meest voorkomend zijn misselijkheid en duizeligheid
• Ademhalingsdepressie: treedt niet op bij normaal gebruik • Uitgebreid bestudeerd in ouderen
• Gewenning: lichamelijk afhankelijkheid, afbouwen en • Effectief en goed verdragen
stoppen kan altijd. Indien effectieve dosering is bereikt, zijn • Geen veranderde farmacokinetiek
meeste patiënten langdurig op stabiele dosering ingesteld • Bruikbaar middel voor ouderen
• Maximale dosering: is er niet, bij bijwerkingen en • Na paracetamol
•
onvoldoende pijnstilling, opiaatrotatie
Verslaving: is er niet bij patiënten met pijn
• Indien meer potente opiaten niet worden verdragen
3
4. 27-5-2011
Fentanyl Wanneer overleg verpleegkundige / arts?
• Sterk werkzaam opiaat • Pijnscores vervolgen
• Pleister, zuigtablet en neusspray
• Pleister voor onderhoudsbehandeling • Indien patiënt onacceptabele pijn heeft
• Niet doorknippen! • Indien medicatie volgens medicatie-opdracht niet het
• Niet blootstellen aan warmtebronnen gewenste effect heeft
• Werking pleister: begint na 6 - 12 uur
• Zuigtablet / Neusspray voor doorbraakpijn • Ernstige bijwerkingen van pijnmedicatie optreden
• Werking neusspray en zuigtablet: binnen enkele
minuten
Conclusie
• Verschillende groepen pijnstillers
• Paracetamol
• NSAID s
• Maagbescherming?
• Monitoren van nierfunctie Vragen?
• Nog steeds nodig?
• Opiaten
• Vooroordelen
• Laxans?
• Hoeveelheid escape-medicatie?
4