Zorg Dichtbij: antwoord op sterk oplopende uitgaven, ineffectiviteit en hervo...BMC
Dit whitepaper beschrijft de visie van BMC op het onderwerp Zorg Dichtbij en biedt opdrachtgevers in de lokale overheid handvatten bij de uitvoering van hun groeiend takenpakket en hun hernieuwde rol in de organisatie en sturing van zorg en ondersteuning. We bundelen actuele informatie met onze praktijkervaring en presenteren oplossingsrichtingen, in de overtuiging dat er forse besparingen mogelijk zijn als we tot herontwerp van bestaande processen bereid zijn en investeren in de versterking van de eerste- en anderhalvelijnszorg.
BMC ondersteunt op meer dan 250 plekken in Nederland bij zowel de transitie (invoering van wettelijke taken per decentralisatie) als de transformatie (vernieuwende en samenhangende aanpak voor de ombouw) van het sociale domein en het zorgdomein.
Wilt u meer informatie, neem dan contact op met Jan Roose, directeur Zorg en programmamanager ‘Zorg Dichtbij’ en Transitie Sociaal Domein, via e-mail: janroose@bmc.nl.
Klaas Meersma - advocaat-partner bij AKD - gaf deze presentatie tijdens de Gemeente dag 2012. In zijn presentatie ging Klaas in op de Wijzigingen in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de beëindiging langdurige subsidierelaties en de decentralisatie van Jeugdzorg.
Op 10 november kwamen beleidsmedewerkers en maatschappelijke organisaties uit de gemeenten Heemskerk, Beverwijk, Velsen, Uitgeest, Castricum en Bergen bij elkaar om van gedachten te wisselen over samenwerking tussen zorg en welzijn én tussen formele en informele verbanden. Zo’n 50 deelnemers lieten zich inspireren door voorbeelden van elders maar brachten ook hun eigen kennis en ervaring in. Deze bijeenkomst was een initiatief van gemeente Heemskerk, Socius en Welschap ondersteund door het Kenniscentrum Wmo en Wonen. Wethouder Cees Beentjes van Heemskerk opende de bijeenkomst. Ard Sprinkhuizen (associate lector maatschappelijk Werk, lectoraat maatschappelijk Werk Hogeschool INholland/ senior onderzoeker Movisie) verzorgde aansluitend een presentatie over de noodzaak van samenwerking in de frontlijn van het sociaal werk.
Presentatie over de Proeftuinregio GoedLeven door Jeroen Koppert (Gemeente Sluijs) op het congres (Gezondheids)werk in uitvoering’ op 15 november 2017.
Zorg Dichtbij: antwoord op sterk oplopende uitgaven, ineffectiviteit en hervo...BMC
Dit whitepaper beschrijft de visie van BMC op het onderwerp Zorg Dichtbij en biedt opdrachtgevers in de lokale overheid handvatten bij de uitvoering van hun groeiend takenpakket en hun hernieuwde rol in de organisatie en sturing van zorg en ondersteuning. We bundelen actuele informatie met onze praktijkervaring en presenteren oplossingsrichtingen, in de overtuiging dat er forse besparingen mogelijk zijn als we tot herontwerp van bestaande processen bereid zijn en investeren in de versterking van de eerste- en anderhalvelijnszorg.
BMC ondersteunt op meer dan 250 plekken in Nederland bij zowel de transitie (invoering van wettelijke taken per decentralisatie) als de transformatie (vernieuwende en samenhangende aanpak voor de ombouw) van het sociale domein en het zorgdomein.
Wilt u meer informatie, neem dan contact op met Jan Roose, directeur Zorg en programmamanager ‘Zorg Dichtbij’ en Transitie Sociaal Domein, via e-mail: janroose@bmc.nl.
Klaas Meersma - advocaat-partner bij AKD - gaf deze presentatie tijdens de Gemeente dag 2012. In zijn presentatie ging Klaas in op de Wijzigingen in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de beëindiging langdurige subsidierelaties en de decentralisatie van Jeugdzorg.
Op 10 november kwamen beleidsmedewerkers en maatschappelijke organisaties uit de gemeenten Heemskerk, Beverwijk, Velsen, Uitgeest, Castricum en Bergen bij elkaar om van gedachten te wisselen over samenwerking tussen zorg en welzijn én tussen formele en informele verbanden. Zo’n 50 deelnemers lieten zich inspireren door voorbeelden van elders maar brachten ook hun eigen kennis en ervaring in. Deze bijeenkomst was een initiatief van gemeente Heemskerk, Socius en Welschap ondersteund door het Kenniscentrum Wmo en Wonen. Wethouder Cees Beentjes van Heemskerk opende de bijeenkomst. Ard Sprinkhuizen (associate lector maatschappelijk Werk, lectoraat maatschappelijk Werk Hogeschool INholland/ senior onderzoeker Movisie) verzorgde aansluitend een presentatie over de noodzaak van samenwerking in de frontlijn van het sociaal werk.
Presentatie over de Proeftuinregio GoedLeven door Jeroen Koppert (Gemeente Sluijs) op het congres (Gezondheids)werk in uitvoering’ op 15 november 2017.
Met dit project wil SCS de professionele schuldhulpverlening en de vrijwilligers (van kerken) met elkaar in contact te brengen, zodat zij beter gaan samenwerken. Dat is nodig om mensen met financiële problemen beter te kunnen helpen. Nog belangrijker is het om te voorkomen dat steeds meer mensen zich bij de gemeenten moeten melden met schuldproblemen.
Handreiking Ketensamenwerking in de Wmo. Maatschappelijke ondersteuning in sa...Daanheineke
2005. Daan Heineke e.a. in opdracht van VWS.
In de handreiking Wmo en ketensamenwerking (en het bijbehorende memo wijzigingen Wmo en ketensamenwerking) vindt u niet zozeer een blauwdruk voor ketensamenwerking, als wel informatie die u inzicht geeft in de gevolgen van bepaalde keuzes. Er worden zeven klantprofielen beschreven met hun respectievelijke ondersteuningsbehoeften. Van daaruit volgt een schets van de benodigde zorg- en welzijnsdiensten en de mogelijkheden tot samenwerking daartussen. De handreiking beschrijft de stappen voor ketenregie op beleidsniveau en biedt tot slot per klantprofiel een praktijkvoorbeeld van ketensamenwerking.
Presentatie van Guy Schulpen (Zorg In Ontwikkeling, ZIO) over een integrale wijkaanpak in twee achterstandswijken in Maastricht. Gehouden op het congres ‘(Gezondheids)werk in uitvoering’ op 15 november 2017.
VNG-projectleider Suzanne Konijnendijk vertelt over de landelijke ontwikkelingen met het project de Kanteling in relatie tot de de Wmo en decentralisatie van de Awbz.
Op de website www.wmowonen-nh.nl vindt u actuele informatie.
Fit for Work Maatschappelijke ontwikkelingen rond werk en gezondheid. Er zijn ontwikkelingen op het gebied van maatschappelijke wet- en regelgeving die effect hebben
op het aan het werk kunnen zijn of blijven met een spier- of gewrichtsaandoening:
Een basispresentatie over de samenwerking tussen huisartsen en eerstelijns. Tijdens een bijeenkomst met huisartsen bij ELO in Naaldwijk vertelde ik over de regionale uitwerking van de landelijke kaders. De presentatie gebruik ik als leidraad bij de dialoog met huisartsen over de samenwerking gemeenten - huisartsen
Een doorkijkje naar de mogelijkheden van informatievoorziening binnen gemeenten om de kansen van de decentralisaties optimaal te benutten. Deel 1 van een serie van meerdere artikelen over dit onderwerp.
Toekomstvisie: vijf uitdagingen
Creëer nieuwe vormen thuisondersteuning
Stimuleer samenwerking tussen het sociaal domein en (curatieve) eerstelijnszorg
Ontwikkel perspectief voor werknemers en werkzoekenden
Verbeter de betaalbaarheid en de kansen voor reguliere banen
Versterk de organisatie
Met dit project wil SCS de professionele schuldhulpverlening en de vrijwilligers (van kerken) met elkaar in contact te brengen, zodat zij beter gaan samenwerken. Dat is nodig om mensen met financiële problemen beter te kunnen helpen. Nog belangrijker is het om te voorkomen dat steeds meer mensen zich bij de gemeenten moeten melden met schuldproblemen.
Handreiking Ketensamenwerking in de Wmo. Maatschappelijke ondersteuning in sa...Daanheineke
2005. Daan Heineke e.a. in opdracht van VWS.
In de handreiking Wmo en ketensamenwerking (en het bijbehorende memo wijzigingen Wmo en ketensamenwerking) vindt u niet zozeer een blauwdruk voor ketensamenwerking, als wel informatie die u inzicht geeft in de gevolgen van bepaalde keuzes. Er worden zeven klantprofielen beschreven met hun respectievelijke ondersteuningsbehoeften. Van daaruit volgt een schets van de benodigde zorg- en welzijnsdiensten en de mogelijkheden tot samenwerking daartussen. De handreiking beschrijft de stappen voor ketenregie op beleidsniveau en biedt tot slot per klantprofiel een praktijkvoorbeeld van ketensamenwerking.
Presentatie van Guy Schulpen (Zorg In Ontwikkeling, ZIO) over een integrale wijkaanpak in twee achterstandswijken in Maastricht. Gehouden op het congres ‘(Gezondheids)werk in uitvoering’ op 15 november 2017.
VNG-projectleider Suzanne Konijnendijk vertelt over de landelijke ontwikkelingen met het project de Kanteling in relatie tot de de Wmo en decentralisatie van de Awbz.
Op de website www.wmowonen-nh.nl vindt u actuele informatie.
Fit for Work Maatschappelijke ontwikkelingen rond werk en gezondheid. Er zijn ontwikkelingen op het gebied van maatschappelijke wet- en regelgeving die effect hebben
op het aan het werk kunnen zijn of blijven met een spier- of gewrichtsaandoening:
Een basispresentatie over de samenwerking tussen huisartsen en eerstelijns. Tijdens een bijeenkomst met huisartsen bij ELO in Naaldwijk vertelde ik over de regionale uitwerking van de landelijke kaders. De presentatie gebruik ik als leidraad bij de dialoog met huisartsen over de samenwerking gemeenten - huisartsen
Een doorkijkje naar de mogelijkheden van informatievoorziening binnen gemeenten om de kansen van de decentralisaties optimaal te benutten. Deel 1 van een serie van meerdere artikelen over dit onderwerp.
Toekomstvisie: vijf uitdagingen
Creëer nieuwe vormen thuisondersteuning
Stimuleer samenwerking tussen het sociaal domein en (curatieve) eerstelijnszorg
Ontwikkel perspectief voor werknemers en werkzoekenden
Verbeter de betaalbaarheid en de kansen voor reguliere banen
Versterk de organisatie
Alle gemeenten staan voor de opgave om een nieuwe (gekantelde) Wmo-verordening en een nieuw, meerjarig Wmo-beleidskader te ontwikkelen. Dit dwingt de lokale overheid na te denken over hun rol en de verwachtingen voor de maatschappelijke organisatie en burgers. Op 6 oktober kwamen wethouders en beleidsambtenaren van de gemeenten in de regio Noord-Kennemerland bij elkaar om inhoudelijke en strategische vraagstukken te verkennen.
Van beschermd wonen naar inclusief wonenSignificant
In november 2015 heeft de Commissie Toekomst Beschermd Wonen haar advies ‘Van beschermd wonen naar een beschermd thuis’ opgeleverd. Bottomline van het stuk is dat cliënten hun zelfstandigheid vaker behouden als passende ondersteuning in de thuissituatie sneller beschikbaar is. In ons beknopte model schetsen wij welke stappen u hierin als gemeente dient te zetten en en waar wij u bij kunnen ondersteunen!
Regional health agenda: what is needed in the region East-South of Limburg (the Netherlands) to improve health of the population esp. vulnerable elderly people?
Handleiding Qsuite | Wat is een indicatie, hoe stel ik die op en hoe leg ik d...Evelien Verkade
In deze handleiding staat de grote lijn vermeld: hoe ongeveer?. Onderaan vind je verwijzingen naar meer gedetailleerde instructies waarin we uitleggen hoe je precies rapporteert in de Qsuite. De handleidingen en instructies vind je in de Qsuite zelf, of in onze e-learning omgeving. Zo leer je snel werken met de Qsuite en heb je altijd de benodigde naslagwerken onder de knop.
Stappenplan Stedelijk Kompas. Intensivering van de aanpak van dakloosheidDaanheineke
2007. D. Heineke e.a. i.o.v. VNG Het Stedelijk Kompas is een plan van aanpak dat zich richt op het verminderen van het aantal daklozen, de doorstroming naar een zo zelfstandig mogelijk bestaan, verbetering van de kwaliteit van leven van de hele doelgroep en het verminderen van de overlast. Het Ministerie van VWS heeft voor de centrumgemeenten 1 april 2008 als sluitingsdatum gesteld voor het indienen van het Stedelijk Kompas: het plan voor de aanpak van dakloosheid. Het kompas is gebaseerd op het Plan van Aanpak G4 voor de vier grote steden, dat deze in 2006 samen met de overheid opstelden. De handreiking biedt een stappenplan, gebaseerd op de doelstelling en systematiek van het Plan van Aanpak G4.
Similar to Stedelijk Kompas - Focus op .. febr 2007 (20)
Stappenplan Stedelijk Kompas. Intensivering van de aanpak van dakloosheid
Stedelijk Kompas - Focus op .. febr 2007
1. Focus op Stedelijk Kompas februari ’07
UIT DE PLANNEN VAN DE G4
Het beleid van de centrumgemeenten richt zich, evenals het landelijke Plan, op de groep van de sociaal
kwetsbaren. Deze groep kenmerkt zich doordat de leden:
te maken hebben met zogenaamde multi-problematiek, gelijktijdige problematiek op
-
verschillende leefgebieden, (psychiatrie, verslavingszorg, inkomen, schulden, werken,
wonen);
niet in staat zijn efficiënt gebruik te maken van de bestaande infrastructuur en niet in staat
-
zijn zelfstandig hun problemen op te lossen;
door hun gedrag in hun omgeving vaak overlast en (gevoelens van) onveiligheid
-
veroorzaken;
calculerend gedrag vertonen.
-
De doelgroep van de sociaal kwetsbaren is in drie groepen te verdelen:
- Circa 1/3 feitelijk dak- en thuislozen: dit zijn mensen die geen dak boven hun hoofd hebben,
inclusief de groep ex-delinquenten die, vanwege multipele problematiek niet zonder meer
kunnen terugstromen in de samenleving;
- Circa 1/10 residentieel daklozen: de leden van de doelgroep die meer langdurig binnen een
instelling verblijven;
- Circa 2/3 zogenaamd langdurig zorg-afhankelijken: mensen die wel zelfstandig wonen, maar die
door hun voorgeschiedenis en/of huidige situatie een groter risico lopen op problemen in
verschillende leefgebieden (psychiatrie en/of verslaving, inkomen en schulden, sociaal netwerk,
werken, huisuitzetting door overlast) en daardoor op terugval en uitval in de richting van
dakloosheid.
De prestatieafspraken in het Stedelijk kompas moeten dus (gefaseerd) naar deze doelgroepen worden
geformuleerd.
Doelgroep Welke voorziening is nodig Op welke wijze georganiseerd
feitelijk daklozen - informatie en advies - outreachend werk en case-
- intake en trajectplan management
- indicatiestelling - meldpunt zorg en overlast
- wonen - een loket SZW/OCW
- inkomen - centraal coördinatiepunt
- schuldhulpverlening
- zorgverlening
residentieel daklozen - eventueel: ander verblijf - centraal coördinatiepunt (regie)
- inkomen - screeningsteams
- schuldhulpverlening - casemanagement
- indicatiestelling
- zorgverlening
- sociale activering en
- reïntegratie
- dagbesteding, werk
LZA-clienten - schuldhulpverlening - centraal coördinatiepunt (regie)
- zorgverlening - maatschappelijke steunsystemen
- welzijn
- sociale activering en
- reïntegratie
- dagbesteding en werk
1
2. Focus op Stedelijk Kompas februari ’07
Op operationeel niveau kan je twee kerndoelstellingen formuleren voor het Stedelijk kompas:
• Alle kwetsbare burgers zijn op persoonsniveau bekend bij de gemeente en krijgen onder regie
van de gemeente een op de persoon gericht en integraal traject aangeboden dat gevolgd wordt
in de tijd.
• Er zijn voldoende voorzieningen op de verschillende levensterreinen om die trajecten mee te
vullen.
In het Stedelijk kompas is kort gezegd het streven dat alle sociaal kwetsbaren in 2013 een dak boven
het hoofd hebben. Dat moet gaan via investeren op preventie van dakloosheid en investeren in herstel
via een maatwerk aan woonvormen en dagbesteding. Een doelstelling is dat de huidige gebruikers
uitstromen uit de maatschappelijke opvang, waarna deze voorziening idealiter zou moeten kunnen
worden beëindigd. Onderkend wordt dat dit laatste waarschijnlijk niet haalbaar is en dat er altijd een
restgroep blijft.
Preventie, opvang en herstel zijn de pijlers waar het Stedelijk kompas op rust.
Via preventie moeten we er voor zorgen dat mensen niet verder afglijden en dak- en thuisloos worden.
Op het moment dat mensen in de opvang komen is het zaak om zo snel mogelijk een traject van
stabilisatie en resocialisatie te starten dat moet leiden tot optimale vormen van wonen en dagbesteding.
(herstel) Het uiteindelijke doel is dat er niemand meer in de opvang verblijft maar dat iedereen via
preventie- en herstelactiviteiten zijn plaats heeft gevonden.
Kenmerkend voor dit model is dat het uitgaat van het perspectief van de klant, van het traject dat hij
doormaakt. Het is een kanteling naar vraaggericht werken.
De Sociaal Medische Zorg (1ste lijnszorg) vormt de basis voor het model, omdat het sociaal functioneren
pas op gang komt als in de (biologische) basisbehoeften is voorzien.
Er is een duidelijke beweging richting vraaggericht werken tot stand gebracht. Maar het is nog niet af.
De valkuil is dat men zich te veel laat leiden door brandvragen vanuit de doelgroep en de lange
termijnfocus uit het oog verliest.
Het verbeteren van zorgplannen en prestatieafspraken via de zorgcontractering kunnen hier mogelijk op
van invloed zijn.
1
3. Focus op Stedelijk Kompas februari ’07
De afgelopen en komende tijd vindt voor de doelgroep een enorme inhaalslag plaats en zijn en worden
via convenanten stappen gezet naar de toekomst. Daarnaast speelt de komst van de Wmo een
belangrijke rol. Het is nu zaak om alle gerealiseerde zaken en de op de toekomst gerichte convenanten
en activiteiten een plaats te geven in de doelstellingen van het plan. Anders gezegd wordt het Stedelijk
kompas de paraplu waaronder alle activiteiten worden geïntegreerd of gebundeld.
De opzet van deze notitie is om een aanzet te geven voor een discussie met het doel om een horizon
voor 2009/2013 te bepalen. Waar willen we dan staan, met welke structuren en met welke
voorzieningen?
De VNG rapporteert naar VWS steeds op een vergelijkbare wijze over de tussenstand. De 0-meting
heeft al plaatsgevonden. Het gaat tot nu toe met name om:
. Go/No Go op bestuurlijk niveau
. aanpak van de instrumenten (indicatoren)
. inrichting van de (administratieve) organisatie
Activiteiten Stedelijk kompas
1. Informatie, planning en capaciteit
Hoofddoel voor wat betreft de financiering is het opzetten van een Stedelijk kompas, waarin de
gemeente over de komende jaren afspraken kunnen maken met de zorgkantoren over de productie
t.b.v. het Stedelijk kompas.
Het lijkt wenselijk samen met de zorgkantoren te komen tot één loket waar de instellingen hun offertes
(zowel voor AWBZ als subsidies) in kunnen dienen. Het stedelijk kompas bepaalt gezamenlijk de
productie die nodig is om het plan te realiseren. Met de instellingen wordt een convenant afgesloten om
de benodigde innovaties en allianties te borgen.
Er is dus een raming nodig van voorzieningen en diensten die er extra nodig zijn om het plan uit te
voeren. Die raming zal vaak grof zijn en niet heel nauwkeurig. Op sommige onderdelen zal de
nauwkeurigheid groter zijn dan op andere. Sommige zaken kunnen ook PM worden opgenomen. Dat
geldt bijvoorbeeld voor de inkomens/arbeidstoeleiding. Nader onderzoek zal richtinggevend moeten zijn
voor gezamenlijke afspraken tussen zorgverzekeraar, gemeente en instellingen over de aard en de
omvang van de ggz- en aanpalende voorzieningen in de komende jaren.
Contracten met zorgkantoor en woningcorporaties
Uitgangspunt is dat door de gemeente contracten worden afgesloten met zorgkantoor en
woningcorporaties. Deze beide partijen zijn, samen met de gemeente, verantwoordelijk voor
(financiering van) de voorzieningen binnen de keten. Met het zorgkantoor zal een meerjarig contract
worden afgesloten over de samenwerking met de gemeente. Hierin zullen afspraken worden vastgelegd
op de volgende terreinen (…). Hieraan ligt een convenant ten grondslag dat wordt afgesloten tussen
gemeente, zorgkantoor en instellingen, waarin afspraken worden opgenomen over gewenste functies en
de verantwoordelijkheidsverdeling in de stad.
Jaarlijks worden door het zorgkantoor, binnen de kaders van dit contract, productieafspraken gemaakt
met de AWBZ-zorginstellingen.
Met de woningcorporaties zullen in een contract meerjarige prestatieafspraken worden vastgelegd over
levering en bouw van aantallen woningen en andere locaties ten behoeve van de doelgroep.
De dekking
2/3 (= .. miljoen) uit de AWBZ/Zorg (psychiatrische ambulante zorg, klinische voorzieningen,
voorzieningen voor dubbele diagnose cliënten en beschermde woonvoorzieningen)
1/3 (= .. miljoen) gemeente (laagdrempelige voorzieningen voor maatschappelijke opvang, begeleid
wonen, dagbesteding, schuldhulpverlening, collectieve verzekering, etc).
De AWBZ-middelen worden gedekt uit de landelijke groeiruimte van de AWBZ in de komende jaren. Met
deze afspraak garandeert het Rijk dat er voldoende middelen beschikbaar zullen zijn om AWBZ-
gefinancierde zorgvoorzieningen voor daklozen en verslaafden te realiseren. De middelen die hiermee
gemoeid zijn, gaan niet ten koste van de regionale AWBZ-budgetten, maar komen uit de landelijke
groeiruimte. Voorwaarde van het Rijk voor ophoging van het AWBZ-budget is dat de gemeenten hun
huidige bijdrage aan de maatschappelijke opvang (rijksmiddelen en gemeentelijke middelen) niet zullen
verminderen.
1
4. Focus op Stedelijk Kompas februari ’07
Voor eenderde liggen de investeringen, benodigd voor realisatie van de gemaakte prestatieafspraken,
op het terrein van gemeentelijke voorzieningen
Het rijk heeft een aantal mogelijkheden genoemd voor de dekking van de gemeentelijke bijdrage:
a) overdracht OGGZ-middelen uit de AWBZ naar gemeenten m.i.v.1 januari 2007;
b) herverdeling van de verdeelsleutel doeluitkering Maatschappelijke Opvang (ten gunste of
ongunste);
c) herinzet van gemeentelijke middelen als gevolg van vervangende AWBZ-financiering;
d) extra budget uit gemeentebegroting
Voor bestuurlijk overleg tussen rijk en G4 en/of G39 moet duidelijk zijn of bovenstaande
dekkingsmogelijkheden voldoende zijn voor de benodigde gemeentelijke inzet voor de realisering van de
in het plan opgenomen prestatieafspraken. Met de G4 lijken aanvullende financiële afspraken twv 10
miljoen te zijn gemaakt.
Om de realisatie van het plan te kunnen monitoren, moet een informatiemodel aanwezig zijn dat zoveel
mogelijk aansluit bij al aanwezige systemen en processen.
Wie: projectorganisatie MO, zorgkantoren, zorgverzekeraars en instellingen
2. Organisatie van de ketens
Voor een effectieve persoonsgerichte zorg moeten de huidige MO/GGZ keten en de ondersteunende
producten beter op elkaar aansluiten, eventuele ontbrekende schakels ingevuld worden en de cliënten
gevolgd worden door de keten(s) heen. De gebruikte methodiek wordt uitgebouwd tot een gemeentelijke
trajectregie voor de hele populatie dak- en thuislozen. Daarvoor is uitbreiding van capaciteit gepland
(trajectregisseurs en cliëntmanagers bij de instellingen). De taken van de cliëntmanagers moeten
worden gespecificeerd. Met het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) worden afspraken gemaakt over de
wijze van indicatiestelling, noodzakelijk voor het aanwenden van AWBZ-middelen.
Een ketenscan (i.s.m. de instellingen) met een inventarisatie van ontbrekende schakels, kwaliteit van de
aansluiting tussen schakels en verbeterpunten ligt aan de grondslag van een goede organisatie van de
ketens. Op basis hiervan wordt vervolgens de innovatie gepland en meegenomen in de
productieafspraken van het stedelijk kompas. Op hoofdlijnen zullen de meeste verbeteringen te boeken
zijn op de differentiatie van verblijfsvoorzieningen (duurzaam verblijf, woon-zorg-werk voorziening,
groepswonen), het activeren van in-, door- en uitstroom en het adequaat koppelen van ondersteunende
producten aan cliënten.
Om mogelijke (landelijke) obstakels in wet- en regelgeving weg te nemen worden (conform de lijnen van
middels het schema ingestelde structuur) en op basis van hetgeen ontwikkeld is i.s.m. de ministeries de
ontwikkelde instrumenten gebruikt van het PvA MO (zoals preventie huisuitzettingen, nazorg na
detentie, toepassing BOPZ etc.). Mochten er nieuwe obstakels zijn, dan worden er nieuwe producten
ontwikkeld. Lokale of regionale knelpunten worden lokaal of regionaal aangepakt evt. op basis van de
good practice van andere Voortgangsgroepen.
Wie: projectorganisatie MO, (lokale/regionale) themagroepen, trajectregie (GGD en SoZaWe), CIZ,
instellingen
3. Realisatie voldoende infrastructuur
Een zeer belangrijke activiteit voor het Stedelijk kompas is de realisatie van voldoende woonruimte voor
de cliënten. Daarvoor maakt de gemeente jaarlijks capaciteitsafspraken met woningcorporaties. In het
stedelijk kompas worden deze afspraken uitgelijnd met de productieafspraken met de zorginstellingen
en de te verrichten innovaties. Een cruciale factor hierbij is het draagvlak bij de burgers en de
regiogemeenten. Een gedegen communicatie is hierbij randvoorwaarde, waarin ook aandacht moet zijn
voor de strategische rol van het stadsbestuur.
Het gaat niet alleen om individuele woonruimte, maar ook om panden en locaties voor grotere
voorzieningen. Aspecten als overlast en spreiding vragen hierbij om een integrale benadering van de
belanghebbenden. Voor het realiseren van voorzieningen is een plan mogelijk waarbij spreiding van
deze voorzieningen over de regiogemeenten - waarvoor de centrumgemeente i.h.k.v. de specifieke
uitkering MO/VB verantwoordelijk is - het uitgangspunt is.
1
5. Focus op Stedelijk Kompas februari ’07
Wie: projectorganisatie MO, woningcorporaties, centrumgemeente, instellingen
Uit welke programma’s en thema’s bestaan de Plannen van de G4 onder meer:
1. Preventie uithuiszettingen
a) Er op Af-methodiek uitvoeren en bewaken.
b) Huisvesting souterrain woningmarkt
c) Voorkomen dakloosheid na detentie
d) Voorkomen dakloosheid na opname.
2. Persoonsgerichte aanpak.
a) Centrale toegang tot MO en GGZ organiseren, gekoppeld aan trajecten in MO.
b) De ISD- instroom en uitstroom organiseren
c)) Veldregie definiëren/reorganiseren/uitbreiden.
3. Uitbreiding van voorzieningen.
a) Uitbreiding maatschappelijke opvang voorzieningen.
b) Uitbreiden AWBZ-gefinancierde opname/woon/verblijfsvoorzieningen.
4. Wijkgericht ambulant aanbod voor langdurig zorgafhankelijke cliënten organiseren.
a) Wijkgerichte GGZ/VZ zorg (doen) organiseren.
b) Basispakket aan welzijnsvoorzieningen aanbieden in stadsdelen.
5. Inkomen en arbeid bieden.
a) Uitkeringverstrekking.
b) Schuldhulpverlening.
c) Inkomensbeheer.
d) Dagbesteding.
e) Sociale activering
Thema 1 Overeenkomsten ketenpartners
- Afsluiten MO/OGGZ-convenant met ketenpartners
- Afsluiten meerjarig contract Zorgkantoor/Zorgverzekeraars
- Afsluiten meerjarig contract met woningbouwcorporaties inclusief prestatieafspraken
Thema 2 Inrichting regie/versterking CTMO tot Centraal Coördinatiepunt MO/OGGZ
- Inrichting gemeentelijke regie
- Inrichting gezamenlijk loket SZW/CTMO
- Inrichting meldpunt zorg en overlast
- Registratie, monitoring en verantwoording
Thema 3 Uitbreiding zorg- en opvangvoorzieningen
- Realisering AWBZ MO-voorzieningen
- Uitbreiding laagdrempelige opvangvoorzieningen
- Reorganisatie/versterking persoonsgebonden aanpak/cliëntmanagement
- Onderzoek realisering duurzaam beschermd verblijf voor chronische harddrugverslaafden
- Versterking wijkgerichte en persoonsgebonden ambulant aanbod voor Langdurig
zorgafhankelijken.
Thema 4 Uitbreiding woonvoorzieningen
- Uitbreiding woonvormen w.o. groepswonen en zelfstandig begeleid wonen
- Preventie huisuitzettingen
Thema 5 Versterking voorzieningen inkomen en arbeid
- Versterking schuldhulpverlening
- Versterking aanbod sociale activering en dagbesteding
- Aanpak onverzekerdheid en budgetbeheer
1
6. Focus op Stedelijk Kompas februari ’07
Thema 6 Vermindering overlast
- Versterking benutting Bopz en IBS
- Opvang en begeleiding ex-gedetineerden
Bij de hierboven genoemde programma’s en thema’s gaat het erom om dat ze in samenhang worden
uitgevoerd. Samenhang betekent dan:
• Ambtelijk en bestuurlijk bestaat overeenstemming over de doelstellingen, de fasering, de
resultaten.
• Er is duidelijkheid wie wat doet. Die duidelijkheid geldt intern (binnen de gemeente) en extern.
• De programma’s sluiten op elkaar aan en versterken elkaar.
• We volgen de voortgang van de programma’s op basis van eenvoudige rapportages die voor
onszelf en voor externen duidelijk zijn en stellen zo nodig bij.
• Bij verschil van mening bestaat een structuur om problemen voor te leggen/op te lossen.
Per programma wordt beschreven welke (operationele) doelstellingen er afgesproken worden, welke
termijnen er gelden en wie de trekker is van een programma.
Er wordt een intergemeentelijke stuurgroep in het leven geroepen van de vier verantwoordelijke
diensten, en het bestuur zal worden voorgesteld één coördinerende wethouder te benoemen.
Nadat gemeente en zorgverzekeraar het eens zijn geworden over de programma’s, zal een bespreking
met de instellingen volgen.
Éénheid van beleid binnen de gemeente is een onmisbare voorwaarde om regie te kunnen voeren en
om als goede gesprekspartner voor de zorgverzekeraar en de instellingen op te treden. Zodra we
binnen de gemeente e.e.a. goed hebben afgesproken en we de beide genoemde onderzoeken in
actiepunten hebben vertaald, sluiten we (na overleg met de instellingen) een convenant met het
zorgkantoor.
1