Deze presentatie behandelt de seksuele ontwikkeling en de seksuele opvoeding en vorming van kinderen volgens de visie van Sensoa. Deze visie beantwoordt aan de standaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie. Deze presentatie werd gegeven in 2014 aan CLB-medewerkers van het Gemeenschapsonderwijs van Vlaanderen.
матеріали для роботи з педагогами для проведення тренінгу ........................................................................................................................................................................................................................................................................
Deze presentatie behandelt de seksuele ontwikkeling en de seksuele opvoeding en vorming van kinderen volgens de visie van Sensoa. Deze visie beantwoordt aan de standaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie. Deze presentatie werd gegeven in 2014 aan CLB-medewerkers van het Gemeenschapsonderwijs van Vlaanderen.
матеріали для роботи з педагогами для проведення тренінгу ........................................................................................................................................................................................................................................................................
Waar liggen kinderen & jongeren in Vlaanderen wakker van? Deze zomer interviewden jongeren van de Vlaamse Jeugdraad - de 'Touristen' - maar liefst 800 andere kinderen en jongeren en kwamen zo tot tien thema's. Wat kunnen we op lokaal niveau leren van de gebruikte methodiek en van de input van al die kinderen en jongeren?
Het jeugdhuiswerk van de toekomst? Formaat identificeerde vier speerpunten voor een eigentijds en relevant jeugdhuislandschap. Welke invloeden hebben ze op de rol en opdracht van beroepskrachten in het jeugdhuis? Samen met jou concretiseren ze deze rol en opdracht. Speciale aandacht gaat naar een goede samenwerking tussen de jeugdhuiswerker en de jeugdambtenaar. Hoe kunnen ze complementair aan elkaar werken aan een sterk lokaal jeugdbeleid?
Wat zijn in jouw gemeente de bepalende factoren voor de aanleg en aanpak van speelterreinen? Worden alle risico's gebannen? Of vormen berekende risico's een noodzakelijk deel van spelen en de speelse omgeving? Peter Dekeyser van Kind & Samenleving toont je hoe een goede risicoanalyse je helpt het enge 'norm'-denken te doorbreken.
Het kampcharter is een engagementsverklaring voor een optimaal kampklimaat tussen drie betrokken partijen: jeugdgroepen, gemeenten en uitbaters. Benieuwd? Check www.opkamp.be/kampcharter. We gaan aan de slag met de actiepunten en zoeken manieren om het samenleven tussen de drie partijen in jouw gemeente verder op punt te stellen.
Een kwaliteitsvol jeugdruimtebeleid vertrekt van een goede analyse van de bestaande situatie. Welke jeugdruimtes hebben we al in onze gemeente? Hoe zit het met de spreiding, variatie en bereikbaarheid ervan? Met behulp van jeugdmaps.be brengen we onze jeugdruimte in kaart, en samen met de Ambrassade maken we een aantal eenvoudige GIS-analyses (GIS = geografisch informatie systeem).
Kinderen en jongeren hebben steeds minder ruimte om te spelen of hun vrije tijd te beleven. Door onderbenutte of tijdelijk ongebruikte ruimtes open te stellen, creëren we meer ruimte voor kinderen, jongeren en hun organisatie. De Ambrassade stalt haar 'handleiding ruimte delen' voor, met heel wat tips.
Labo vzw staat voor leren, ageren, bewegen en organiseren. Ze ijveren voor sociale verandering. Je krijgt uitgelegd hoe je bottom-up thema's verpakt en ombuigt tot straffe campagnes. Heel wat good practices komen aan bod zodat jij zelf aan de slag kan.
Je droomt over natuurlijk speelruimteontwerp, hebt een beperkt budget maar denkt groots. Jo Ampe van SpeelsR geeft je voorbeelden hoe je jouw ideeën kan omzetten in de praktijk. Hoe jan je de norm gebruiken om zelf spelaanleidingen te bouwen op een eenvoudige manier? Kerndoel van zijn verhaal: speelwaarde integreren in het verdichte stedelijk weefsel van vandaag.
Je droomt over natuurlijk speelruimteontwerp, hebt een beperkt budget maar denkt groots. Jo Ampe van SpeelsR geeft je voorbeelden hoe je jouw ideeën kan omzetten in de praktijk. Hoe jan je de norm gebruiken om zelf spelaanleidingen te bouwen op een eenvoudige manier? Kerndoel van zijn verhaal: speelwaarde integreren in het verdichte stedelijk weefsel van vandaag.
Stel: je bent een enthousiaste jeugdambtenaar en je werkgever is heel tevreden over je werk. Je krijgt steeds meer taken, maar... op een dag gaat het licht uit. Het verdict is hard: burn-out. Hermen Six (oud-jeugdconsulent in Torhout en evenementencoördinator in Roeselare) maakte het zelf mee en leerde waardevolle lessen. Hij komt dit graag met jullie delen. Met een aantal oefeningen neem je jezelf onder de loep.
Neem een kijkje in de wondere wereld van de hedendaagse jongerencultuur: die van de helden van het internet. Met Mediaraven verken je de diverse vormen en gevolgen van dit online heldendom en gaan we in op de motivaties van deze social influencers. Een waaier aan voorbeelden passeert de revue. Zet je schrap en maak kennis met deze nieuwe jongerenidolen.
Op 23 februari 2018 stelt Vlaams minister van jeugd Sven Gatz zijn masterplan diversiteit in/en het jeugdwerk voor. Het masterplan bundelt bestaande initiatieven en stelt ambities voor
vernieuwende acties. VVJ onderschreef dit plan en wil met jou uitwisselen en discussiëren over wat het masterplan voor jou als jeugdambtenaar kan betekenen.
De Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties vormen een mooie basis om lokaal beleid op te stoelen. Herlinde Baeyens is al meer dan een jaar VN-jongerenvertegenwoordiger voor duurzame ontwikkeling van de Vlaamse Jeugdraad en leert je vanuit haar ervaring hoe
je aan de slag kan met deze ontegensprekelijk belangrijke doelen.
Chris Peeters van VVSG en Ann Vandenbussche van het departement CJM duiken samen met jullie in de wondere wereld van een aantal nieuwe decreten die in de pijplijn zitten. Het decreet lokaal bestuur, bovenlokaal jeugdwerk, bovenlokaal cultuurbeleid, decreet opvang en vrijetijd passeren de revue. Je krijgt zicht op de kansen en bedreigingen en wat de impact wordt voor jouw gemeente.
Chris Peeters van VVSG en Ann Vandenbussche van het departement CJM duiken samen met jullie in de wondere wereld van een aantal nieuwe decreten die in de pijplijn zitten. Het decreet lokaal bestuur, bovenlokaal jeugdwerk, bovenlokaal cultuurbeleid, decreet opvang en vrijetijd passeren de revue. Je krijgt zicht op de kansen en bedreigingen en wat de impact wordt voor jouw gemeente.
Blikopener, een project van Graffiti vzw, bekijkt samen met je hoe je op een andere, creatieve manier kan communiceren met jongeren en hoe je hen kan aanzetten om mee te werken aan of in een organisatie. Je krijgt uitleg over de opzet en de resultaten van hun onderzoek. Daarna focussen we op de doelgroep
jongeren en geven we je graag nog tips mee over hoe netwerken creëren. Als kers op de taart analyseren we de kracht van een aantal good practices.
Het gemeentelijk subsidielandschap kent een vorm die meer en meer aan succes wint: de projectsubsidie. Om losse ideeën van individuele jongeren mee te ondersteunen, of verenigingen die voor dat ene zotte project willen gaan een boost te geven. Maar hoe steek je zo’n projectsubsidie in elkaar? Waar hou je rekening mee? Hoe werk je met een adviescommissie? Welke soort projecten wil je ondersteunen? Wat met de randgevallen? Heb je een projectsubsidie of wil je er eentje in het leven
roepen? Stel je vragen en kom uitwisselen met je collega’s!
Na het succes op Plan & Play bouwen Ine (jeugddienst Herk-de-Stad) en Marijke (jeugddienst Lanaken) opnieuw een echte escape room. Kom ‘m testen! Daarna krijg je van hen een heleboel tips & tricks om zelf aan de slag te gaan om je eigen Escape Room jeugddienststijl te ontwikkelen.
Na het succes op Plan & Play bouwen Ine (jeugddienst Herk-de-Stad) en Marijke (jeugddienst Lanaken) opnieuw een echte escape room. Kom ‘m testen! Daarna krijg je van hen een heleboel tips & tricks om zelf aan de slag te gaan om je eigen
Escape Room jeugddienststijl te ontwikkelen.
2. ontwikkelingspsychologie
menselijk gedragontwikkelen van de wetenschap die het bestudeert
kinderen en mensen komen in
verschillende fasen terecht:
ongeboren kind – zuigeling – peuter – kleuter – schoolkind – puber –
adolescent – volwassene – oudere mens
4. persoonsontwikkeling
peuterperiode = ‘peuterpuberteit’ omwille van gedrag in deze fase
ontwikkeling van eigen persoonlijkheid (identiteit)
sterk wisselende emoties: van dwars en koppig naar
ontzettend veel plezier hebben of onzekerheid
originele kijk op de wereld
verrassend, spontaan reageren
wijzen op details ( + / -- )
op ontdekking
compromis tussen ontdekking en veiligheid
nog geen kennis van gevaar
grenzen uitproberen
grenzen ontdekken, met ondeugend en uitdagend gedrag
grenzen duidelijk stellen = veiligheid bieden
5. Persoonsontwikkeling, vervolg
zelfstandigheid
grote drang om zelfstandig te zijn: “ikke doen”
ook nog…
ongeduldig
verlegen
nood aan complimentjes
ongeduldig, de dingen gaan niet zoals het zou moeten
vanaf 3 jaar: “eerst zelf proberen” = klusjes opknappen
egocentrisch
driftbuien
6.
7. motorische (lichamelijke) ontwikkeling
groei
de snelle ontwikkelingen zijn achter de rug
motoriek
steeds evenwichtiger en gecoördineerder: lopen, rennen,
klimmen ! In de gaten houden !
steeds meer verfijning: kralen rijgen, bladzijden omslaan,
gaatjes vullen met de juiste vorm, prikken, knippen, plakken
belangrijkste mijlpaal = zindelijk worden
steeds beter met een potlood overweg kunnen
8.
9. taal- en cognitieve ontwikkeling
tussen 2 en 4 steeds rijker en ingewikkelder taalgebruik
meerwoordstadium
tweewoordzinnetjes
vanaf 2,5 zinnetjes van 3 tot 5 woorden
taalregels
begrijpen en toepassen
grammatica
inzicht !
meervoud, enkelvoud, werkwoorden vervoegen,
experimenteren met verleden tijd: “Ik heb opge-eet”
krijgt nieuwe woorden en taalinformatie terug
creatieve aspect van taal: versjes, rijmen, nieuwe woorden
bedenken: “bloemenwaterzeef voor gieter” = logica
iemand anders kunnen onderscheiden van hemzelf
10. taal- en cognitieve ontwikkeling, vervolg
spraakmotoriek
uitspraak wordt beter maar fouten zijn er nog
sommige woorden zijn nog te moeilijk: soepstengel =
stoepstengel, yamaha = hamahama
verhalen begrijpen
steeds moeilijkere “boekjes lezen”
‘r’ (wordt ‘l’ of ‘w’) en ‘s’ zijn nog moeilijke klanken
bezoek aan de bib
11.
12. KLEUTER
4 jaar – 6 jaar
persoonsontwikkeling
motorische ontwikkeling
taalontwikkeling
cognitieve ontwikkeling
13. persoonsontwikkeling
sociaal – emotionele ontwikkeling
de echte wereld: zichtbaar, hoorbaar & voelbaar
de fantasiewereld: fantasiespel, rollen vervullen, eigen
regels hebben
echte en fantasiewereld bestaan naast elkaar
twee werelden
angsten
omwille van die fantasie
wel kennis van gevaar: bang voor onveiligheid (wespen,
honden, vallen, water, …
vrienden
belangrijk om bij een groep te horen die buiten het gezin
staat (sterke sociale vaardigheden)
bang voor het onbekende: verhuizen, de tandarts, kamp, …
spel, waarden, normen, rituelen … greep op de wereld !
14. Persoonsontwikkeling, vervolg
actie - reactie
driftbuien blijven hangen
conflicten oplossen
morele ontwikkeling
nadenken over = eerst denken, dan doen
15.
16. motorische (lichamelijke) ontwikkeling
groei
bijna voltooid
motoriek
steeds complexer: nieuwe bewegingspatronen kunnen
aangeleerd worden (zwemlessen volgen, een sport
beoefenen, …)
nog meer verfijning: tekenen, schrijven, …
gaat er volwassener uitzien (slanker)
lateralisatie: links- of rechtshandigheid
17.
18. taalontwikkeling
hand in hand met zijn cognitieve en sociale ontwikkeling
de taal…
steeds langere zinnen, met juiste woordvolgorde
grammatica
steeds vlekkelozer, fouten kunnen en mogen: zwembatten,
ik keekte, …
niet vloeiend spreken
zo veel te vertellen, gevolg = de juiste woorden niet vinden
haperen, woorden herhalen, pauzes inlassen, …
woordsoorten breiden uit: de, het, maar, en, omdat,…
vraagzinnen met ‘waarom’, ‘hoe’ en ‘wanneer’, …
stotteren enthousiasme
19. Taalontwikkeling, vervolg
verhalen
begrijpt steeds moeilijkere verhalen, voorlezen is heel
belangrijk
vertel verhalen waarin kleuters zelf ingrediënten
aandragen: hoofdpersonen, plek waar het verhaal zich
afspeelt
creatief vertellen: tekenend, in het bos, muzikale verhalen,
bewegingsverhalen, …
20.
21. taal- & cognitieve ontwikkeling
hand in hand met sociale ontwikkeling
cognitieve ontwikkeling
de wereld steeds beter begrijpen (realistisch)
stelt “waarom”- vragen en vraagt door
het grote plaatje
het echte ‘grote plaatje’ is er nog niet: klokkijken,
plattegronden tekenen, lezen, schrijven, …
geïnteresseerd in oorzaak en gevolg
antwoorden stimuleren om verder na te denken
volgende fase = schoolkind
22.
23. Mogelijkheden van het
kind
Tijd
Kind 1
Kind 2
De ontwikkelingsvolgorde is in grote lijnen voor alle kinderen gelijk, maar de
ontwikkelingssnelheid verschilt…
STAGNATIE
IN ELKE ONTWIKKELINGSFASE ZOEKT HET KIND EVENWICHT TUSSEN
UITDAGING EN VAARDIGHEDEN
VOORUITGANG
24. ontwikkelen van het samenspelen
parallelspel
= het samenspelen met hetzelfde soort materiaal, waarbij ieder kind met
een eigen individuele spelactiviteit bezig is (peuters)
samenspel
= het samenspelen met waarbij spelers op elkaar reageren en op elkaar
gaan inspelen (kleuters)
25. spelontwikkeling wordt beïnvloed …
… enerzijds door belemmerende factoren en anderzijds door stimulerende
factoren
een positieve omgeving
1. Sociale omgeving = de zone van de naaste ontwikkeling
De cognitieve handelingen die een kind nog net niet alleen, maar wel met
behulp van volwassenen kan uitvoeren = STIMULEREN !
spel = iets waaraan kinderen zelf vormgeven = initiatief
spelbegeleiding = basishouding bestaande uit actief kijken, luisteren,
aanvoelen, uitnodigen tot initiatief, wachten op initiatief, verder uitlokken,
inspelen op wat kinderen aangeven,…
spelbegeleiding
26. spelbegeleider:
meespelen met de kinderen
een voorbeeldfunctie stellen, model staan
toeschouwer van het spel
overzicht houden over het gehele spel
reageren op situaties die zich voordoen
bevestigen en belonen
tonen van betrokkenheid en meeleven = voorwaarde
alert zijn voor de positieve aspecten van het samenspel
helpen
het spel over een (dreigende) frustratie heen helpen
assistentie verlenen waardoor het spel op gang blijft
27. Spelbegeleider, vervolg:
verwoorden
spelgebeurtenissen verduidelijken, ordenen,
intensiveren
een beeld vormen
het ‘van te voren’ samen opbouwen van ideeën over het
spelonderwerp
vragen stellen, zelf informatie geven, prenten of boeken
bekijken over het onderwerp
stimuleren
uitbouwen van de spelinhoud
het spel boeiender maken en spelmogelijkheden uitbreiden
structureren
vaststellen van regels en bieden van houvast
voorbereiden op het speleinde
31. 2. Fysieke omgeving = ruimte (binnen & buiten) en speelgoed
De omgeving zo aanpassen dat deze stimulerend werkt voor de ontwikkeling
Zorg voor voldoende ruimte en bewegingsvrijheid
Richt speelzones in, dit zijn afgebakende stukken ruimte
waarin het bij elkaar horend speelgoed wordt bijeengezet
3. Speltypen
creatieve spel
de wereld om zich heen onderzoeken en ontdekken (zintuiglijk)
speelgoed of vertrouwd materiaal in een nieuwe of ongewone situatie
gebruiken
= scheppend bezig zijn
32.
33. coöperatief spel = samenwerking staat centraal
het doel ligt in de activiteit zelf
leren overleggen, naar elkaar luisteren, samen beslissingen nemen en
creatief denken
onderhandelen over taakverdeling, verantwoordelijkheid en eindresultaat
elkaars mogelijkheden en beperkingen aanvaarden, vertrouwen hebben
34.
35. 4. Spelletjes = activiteitenaanbod
ter bevordering van het samenwerken: De groepen worden groter en
kinderen moeten steeds meer en meer gaan samenwerken.
Jij tekent me
Steeds twee kinderen zitten tegenover elkaar met papier en potlood,
waarbij ze van elkaar een portret maken zonder op het papier te kijken
Doel: oogcontact maken, elkaars prestaties accepteren
Spiegeldans
Steeds twee kinderen zitten tegenover elkaar (1 meter) waarbij één
van beiden op zachte muziek kleine, langzame armbewegingen maakt.
De andere is het spiegelbeeld en maakt tegelijkertijd dezelfde
armbewegingen. In staande houding kan het hele lichaam gebruikt
worden
Doel: rekening houden met elkaar, leren omgaan met elkaars ideeën
36. Groepstekening / -schilderij
Kies samen met de kinderen een thema (vissen, bloemen,…). Als de
keuze gemaakts begint ieder voor zichzelf een tekening te maken over
het afgesproken thema. Nadien worden met alle tekeningen één geheel
gemaakt (bv. is het thema ‘vissen’, dan kan er een aquarium gemaakt
worden.
Doel: prestaties van anderen accepteren en omgaan met elkaars ideeën
Zeil omkeren
Leg een zeil (laken) op de grond en vraag alle kinderen erop te gaan
staan. Het hele zeil (laken) moet worden omgedraaid zonder dat er
iemand van het zeil afstapt.
Doel: communiceren en samen een doel bereiken
37. Samen op één stoel
Er staat één stoel minder in een kring als het aantal kinderen dat
meespeelt (cfr. stoelendans). Wanneer de muziek speelt stappen de
kinderen rond de stoelen. Als de muziek stopt, proberen zij allemaal
snel te gaan zitten. Wie overblijft gaat op iemands school zitten.
Telkens opnieuw wordt een stoel weggenomen en moeten steeds meer
kinderen op iemands schoot gaan zitten. Uiteindelijk blijft er één stoel
over en zitten alle kinderen op elkaar.
Doel: elkaar hulp bieden, vertrouwen en samen een doel bereiken
Gordiaanse knoop
De kinderen staan in een kring met gesloten ogen en de handen in de
lucht. Op een gegeven signaal wandelen de kinderen rustig naar elkaar
toe (naar het midden) en grijpen zij met elke hand een hand van iemand
anders. Da ogen mogen terug open om te trachten terug uit elkaar te
geraken zonder los te laten
Doel: elkaar hulp bieden, aanwijzingen geven en sameneen doel bereiken
38. Nog meer spelletjes en activiteiten zijn te vinden in:
Speelkriebels voor kleuters: een ontwikkelingsgerichte kijk op bewegingsspelen
Speelkriebels voor kleuters is een praktisch bewegingsspelenboek. Het bevat ruim 220
bewegingsspelen voor 2,5- tot 6-jarigen. De spelen werden in de praktijk getoetst en bijgestuurd op
basis van de speelreacties van kleuters. Bij elk spel wordt vermeld vanaf welke leeftijd de kleuters
het spel aankunnen. Speelkriebels richt zich naar begeleiders van jonge kinderen die een plezierig
en ontwikkelingsgericht bewegingsaanbod willen doen. De spelen zijn gegroepeerd vanuit
ontwikkelingskansen zoals omgaan met ruimte en tijd, lateraliteit aanvoelen, bewegingsproblemen
oplossen enz. Het theoretisch deel biedt de nodige inzichten om op een verantwoorde manier het
bewegingsplezier en de bewegingsontwikkeling van jonge kinderen te ondersteunen.
Auteurs: Veerle Florquin en Els Bertrands
ISBN: 9789033431043