3. Beleidsagenda 2020 Overheid, centrale werkgevers en vakcentrales gezamenlijk onterechte vooroordelen bestrijden. Geen discussie over ontslagrecht of WW Suggesties en tal van aanbevelingen aan decentraal niveau. Mobiliteitsbonus voor 55-plussers en werkgevers. IOW gehandhaafd.
4. Problemen AOW Vergrijzing en stijgende levensverwachting: steeds langer en ook relatief steeds meer mensen genieten AOW. Koppelen aan contractloon, terwijl totale pensioentoezegging gekoppeld is aan werkelijk verdiend loon. Dit holt op den duur aanvullende pensioenopbouw uit. AOW-ingangsdatum niet flexibel.
8. Pensioenakkoord AOW Ingangsdatum AOW corrigeren voor stijgende levensverwachting: 2020 naar 66 jaar en waarschijnlijk 2025 naar 67 jaar. Vervroegen en verlaten tegen -/+ 6,5% per jaar (levenslang) Indexatie koppelen aan verdiende lonen (gewone jaarlijkse indexering +0,6% tot 2028)
9. Financiering hogere AOW Tot 2020 afbouw tegemoetkoming AOW Na 2020: gedeeltelijke afbouw inkomensafhankelijke algemene ouderenkorting Na 2020: gedeeltelijke inzet middelen flankerend arbeidsmarktpakket NB: inkomensonafhankelijke alleenstaande ouderenkorting blijft intact !!!
10. Regeerakkoord AOW Ingangsdatum AOW corrigeren voor stijgende levensverwachting: in 2020 naar 66 jaar. Geen flexibilisering terug naar 65 jaar, alleen mogelijkheid later in laten gaan. Geen koppeling aan verdiende lonen.
12. Problemen huidig pensioencontract Stijgende levensverwachting: tot nog toe opgevangen via hogere premies en meevallers rendement, dus rekening ook neergelegd bij jongere generaties ! Meer ups en downs financiële markten, inclusief actuele marktrente. Nu: circa 30% premie-inleg en 70% rendement. Spanning met afgeven nominale garanties groot.
13. Bijkomende problemen Scherpere voorwaarden bij afgeven wettelijke garanties (DNB: 5% extra buffer aanhouden = €40 miljard). Bovendien discussie Europa: 99,5% i.p.v. 97,5% garanties. Regeerakkoord: niet alleen pensioenrekenleeftijd omhoog, maar ook pensioenopbouw omlaag: 11% minder toekomstige opbouw !
15. Pensioenakkoord Levensverwachting inbouwen via verhoging pensioenrekenleeftijd (voor toekomstige opbouw). Opgebouwde pensioenen aanpassen aan gestegen levensverwachting, voor zover nog niet gedaan. Met andere woorden: stijging levensverwachting niet meer opvangen via premieverhogingen.
16. Pensioenakkoord Zekerheid leggen we niet meer wettelijk vast (97,5% garantie), maar regelen we in pensioencontracten zelf: Buffers noemen we egalisatiereserve (om schokken op te vangen). We voorkomen dat we extra buffers moeten aanleggen. Zekerheidsmarge kan per fonds verschillen (combinatie beleggingsmix, indexatieambitie, hoogte egalisatiereserve) Dus: zekerheid wordt niet overboord gegooid. Vergt wel zorgvuldige keuzes decentrale partijen aansluitend op deelnemersbestand.
17. Afspraak premiestabilisatie Huidige premieniveau is het uitgangspunt (‘for better and for worse’) Er blijft altijd herschikking binnen arbeidsvoorwaarden mogelijk en ruimte voor andere afspraken bij grote schokken.
18. Hoe om te gaan met bestaande rechten ? Inzet: opgebouwde rechten moeten hun reële waarde zoveel mogelijk behouden. Oude en nieuwe rechten in één ongedeeld pensioensysteem, anders nauwelijks indexeren. Zorgvuldigheid: studie op welke wijze dit het beste kan gebeuren.
19. Gevolgen nieuw pensioencontract Eerder pensioenindexatie weer in beeld, omdat er geen extra buffers hoeven worden opgebouwd. Dus beter koopkrachtbehoud pensioenen (jong en oud !) Minder schommelingen dekkingsaldi (discontovoet stabieler en dus minder afhankelijk van dagkoersen) Ingangsdatum gemiddeld pensioen stijgt langzaam (geleidelijker dan bij de AOW). Kabinet zal wetsvoorstel beperking toekomstige pensioenopbouw terugnemen.
20. Voorbeelden eerder uittreden €10.000 aanvullend pensioen 2020: 65 jaar plus circa 5 maanden 2025: 65 jaar plus circa 9 maanden €20.000 aanvullend pensioen 2020: 65 jaar plus circa 4 maanden 2025: 65 jaar plus circa 7 maanden
21. Kritiek op akkoord Geen zekerheid (nu ook niet; regelen in pensioencontract zelf) Geen verantwoordelijk werkgevers (premiestabiliteit ‘for better and for worse’; decentrale afspraken in worst case scenario’s blijven mogelijk) Casinospel met pensioenen (nu al grotendeels rendementsafhankelijk; wel juiste decentrale keuzes maken) Jongeren de dupe (nu juist hét geval; wel zorgvuldige keuzes maken in pensioencontract, zoals opbouw egalisatiereserve)