27. 1 Jezus ging J 1 Jezus ging J eericho in en trokricho in en trok
door de stad.door de stad.
2 Er was daar een man die 2 Er was daar een man die
ZachZacheeüs heette, een rijke üs heette, een rijke
hoofdtollenaar.hoofdtollenaar.
28. 3 Hij wilde Jezus zien, om te weten te 3 Hij wilde Jezus zien, om te weten te
komen wat voor iemand het was,komen wat voor iemand het was,
maar dat lukte hem niet vanwege demaar dat lukte hem niet vanwege de
menigte, want hij was klein van stuk.menigte, want hij was klein van stuk.
4 Daarom liep hij snel vooruit en klom4 Daarom liep hij snel vooruit en klom
in een vijgenboom om Jezus te in een vijgenboom om Jezus te
kunnen zien wanneer hijkunnen zien wanneer hij
voorbijkwam.voorbijkwam.
29. 5 Toen Jezus daar langskwam, 5 Toen Jezus daar langskwam,
keek hij naar boven en zei:keek hij naar boven en zei:
‘Zach‘Zacheeüs, kom vlug naarüs, kom vlug naar
beneden, want vandaag moet ik inbeneden, want vandaag moet ik in
jouw huis verblijven.’jouw huis verblijven.’
6 Zach6 Zach eeüs kwam meteen naarüs kwam meteen naar
beneden en ontving Jezus vol beneden en ontving Jezus vol
vreugde bij zich thuis.vreugde bij zich thuis.
30. 7 Allen die dit zagen, zeiden morrend7 Allen die dit zagen, zeiden morrend
tegen elkaar: ‘Hij is het huis van eentegen elkaar: ‘Hij is het huis van een
zondig mens binnengegaan omzondig mens binnengegaan om
onderdak te vinden voor de nacht.’onderdak te vinden voor de nacht.’
8 Maar Zach8 Maar Zach eeüs was gaan staan enüs was gaan staan en
zei tegen de Heer: ‘Kijk, Heer, de zei tegen de Heer: ‘Kijk, Heer, de
helft van mijn bezittingen geef ik aanhelft van mijn bezittingen geef ik aan
de armen, en als ik iemand iets hebde armen, en als ik iemand iets heb
afgeperst vergoed ik het viervoudig.’afgeperst vergoed ik het viervoudig.’
31. 9 Jezus zei tegen hem: ‘Vandaag 9 Jezus zei tegen hem: ‘Vandaag
is dit huis redding ten deelis dit huis redding ten deel
gevallen, want ook hij is een zoongevallen, want ook hij is een zoon
van van AAbraham.braham.
10 De Mensenzoon is gekomen 10 De Mensenzoon is gekomen
om te zoeken en te redden watom te zoeken en te redden wat
verloren was.’verloren was.’