8. Psalm 126 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. L. Bourgeois 1551
9. Psalm 126 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. L. Bourgeois 1551
10. Psalm 126 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. L. Bourgeois 1551
11. Psalm 126 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. L. Bourgeois 1551
12. Stil gebed
Votum en groet
Ere zij de Vader en de Zoon
En de Heilige Geest,
Als in den beginne, nu en immer,
En van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Amen.
24. 7Het einde van alles is nabij. Kom
daarom tot bezinning en wees helder
van geest, zodat u kunt bidden. 8Heb
elkaar vóór alles innig lief, want liefde
bedekt tal van zonden. 9Wees gastvrij
voor elkaar, zonder te klagen. 10Laat
ieder van u de gave die hij van God
gekregen heeft, gebruiken om de
anderen daarmee te helpen,
25. zoals het goede beheerders van Gods
veelsoortige gaven betaamt. 11Voert u
het woord, laat dan Gods woorden
doorklinken in wat u zegt. Helpt u
anderen, doe dat dan vanuit de kracht
die God u geeft. Want zo doet u alles
tot eer van God,
dankzij Jezus Christus, aan wie alle eer
en macht toekomt, voor
eeuwig. Amen.
32. Lezen Lucas 19 : 1 t/m 10
191Jezus ging Jericho in en trok door
de stad. 2Er was daar een man
die Zacheüs heette, een
rijke hoofdtollenaar. 3Hij wilde Jezus
zien, om te weten te komen wat voor
iemand het was, maar dat lukte hem
niet vanwege de menigte, want hij
was klein van stuk.
33. 4Daarom liep hij snel vooruit en klom
in een vijgenboom om Jezus te kunnen
zien wanneer hij
voorbijkwam. 5Toen Jezus daar
langskwam, keek hij naar boven en
zei: ‘Zacheüs, kom vlug naar beneden,
want vandaag moet ik in jouw huis
verblijven.’ 6Zacheüs kwam meteen
naar beneden en ontving Jezus vol
vreugde bij zich thuis.
34. 7Allen die dit zagen, zeiden morrend
tegen elkaar: ‘Hij is het huis van een
zondig mens binnengegaan om
onderdak te vinden voor de
nacht.’ 8Maar Zacheüs was gaan staan
en zei tegen de Heer: ‘Kijk, Heer, de
helft van mijn bezittingen geef ik aan
de armen, en als ik iemand iets heb
afgeperst vergoed ik het viervoudig.’
35. 9Jezus zei tegen hem: ‘Vandaag is
dit huis redding ten deel gevallen,
want ook hij is een zoon
van Abraham. 10De Mensenzoon is
gekomen om te zoeken en te
redden wat verloren was.’