Het is hoofdstuk 1 van het thema 'Wat maakt de mens?' (ce-thema vwo)
Let er aub op: het is onder voortdurende aandacht en finetuning; beslist nog niet af
Het is hoofdstuk 1 van het thema 'Wat maakt de mens?' (ce-thema vwo)
Let er aub op: het is onder voortdurende aandacht en finetuning; beslist nog niet af
Dit is deel III in een serie van 3 inleidingen in het academisch denken. Hierbij gaat het om der verhouding van de wetenschapsgebieden, die door het object van de particuliere wetenschap worden bepaald. In twee gevallen zal worden getoond dat grensoverschrijding niet ten goede komt van een inhoudelijke discussie. Het gaat daarbij om evolutie, een wetenschappelijk model binnen de biologie, en het begrip huwelijk in de juridische vaktaal.
Het biologisch Brein creëert een mentale Geest.
Ons collectief denken raakt zo gefascineerd door het Brein als bron is van ons intellect, dat alle wetenschappen een — neuro-versie in hun disciplines invoeren. De maatschappij verhoogt de globale brein power met technologie.
De belangrijkste ontdekking is wellicht filosofisch. We leren hoe het Brein bewustzijn schept en hoe het tijd genereert.
Ontdek hoe dat op ieder ogenblik, ons lichaam het volledige programma van de biologische en mentale Evolutie doorloopt.
Het leven is een ritmisch ritueel.
Wat we van het Brein kennen is fantasie van de Geest.
Deze presentatie wil gestalttherapeuten (in opleiding) en alle andere geinteresseerden laten reflecteren over hun concept van het begrip veld, zoals dat door Kurt Lewin in de gestalttheorie geintroduceerd is. De presentatie is opgebouwd aan de hand van een artikel van F. Steammler.
De vraag: "Geloof je in de evolutietheorie of het scheppingsverhaal", is een vraag waarmee taalspelen door elkaar worden gegooid. De evolutietheorie en het scheppingsverhaal botsen niet met elkaar, maar kunnen naast elkaar bestaan zolang je maar weet binnen welk taalspel je spreekt. Geloof je dat mijn vrouw mijn konijntje is en kan zijn of geloof je alleen dat het letterlijke beest 'konijn' bestaansrecht heeft en met de waarheid te maken heeft?
Dit is deel III in een serie van 3 inleidingen in het academisch denken. Hierbij gaat het om der verhouding van de wetenschapsgebieden, die door het object van de particuliere wetenschap worden bepaald. In twee gevallen zal worden getoond dat grensoverschrijding niet ten goede komt van een inhoudelijke discussie. Het gaat daarbij om evolutie, een wetenschappelijk model binnen de biologie, en het begrip huwelijk in de juridische vaktaal.
Het biologisch Brein creëert een mentale Geest.
Ons collectief denken raakt zo gefascineerd door het Brein als bron is van ons intellect, dat alle wetenschappen een — neuro-versie in hun disciplines invoeren. De maatschappij verhoogt de globale brein power met technologie.
De belangrijkste ontdekking is wellicht filosofisch. We leren hoe het Brein bewustzijn schept en hoe het tijd genereert.
Ontdek hoe dat op ieder ogenblik, ons lichaam het volledige programma van de biologische en mentale Evolutie doorloopt.
Het leven is een ritmisch ritueel.
Wat we van het Brein kennen is fantasie van de Geest.
Deze presentatie wil gestalttherapeuten (in opleiding) en alle andere geinteresseerden laten reflecteren over hun concept van het begrip veld, zoals dat door Kurt Lewin in de gestalttheorie geintroduceerd is. De presentatie is opgebouwd aan de hand van een artikel van F. Steammler.
De vraag: "Geloof je in de evolutietheorie of het scheppingsverhaal", is een vraag waarmee taalspelen door elkaar worden gegooid. De evolutietheorie en het scheppingsverhaal botsen niet met elkaar, maar kunnen naast elkaar bestaan zolang je maar weet binnen welk taalspel je spreekt. Geloof je dat mijn vrouw mijn konijntje is en kan zijn of geloof je alleen dat het letterlijke beest 'konijn' bestaansrecht heeft en met de waarheid te maken heeft?
4. Vroegere invloeden
Hermann Ebbinghaus(1850-1909):
een van de eerste pioniers van de
psychologie
“Van het oudste onderwerp zullen wij de nieuwste
wetenschap maken”
Filosofen Socrates, Plato, Aristoteles
waren bezig met aspecten van de
psychologie
5. Copernicus
“Onze plaats in het universum”
Copernicus beweerde dat de aarde
niet in het centrum van het universum
bevond, maar (samen met andere
planeten) rond de zon draaide
6. Descartes
Dualisme:
Mensen bestaat uit 2 elementen; een
lichaam en een geest (of ziel)
Geest heeft een vrije wil en kan niet
worden beschreven
Descartes herzag dualisme
en had geloof in interactie
tussen lichaam en geest
“Lichaam is geen slaaf van de geest”
7. De empiristen
Thomas Hobbes: inhoud van de geest
komt tot stand via sensorische
ervaring
Sensorische ervaring is primaire bron
van kennis
John Locke: geest is kenmerkend
voor associaties van ideeën
9. Vroege scholen in de psychologie
tussen 1880 en 1930
Structuralisme
Functionalisme
Behaviorisme
Gestaltpsychologie
Psychoanalyse
10. Structuralisme
Wilhelm Wundt grondlegger en eerste
psychologische laboratorium
Verkennen structuur bewuste ervaring
3 hoofdcomponenten:
Sensaties, beelden en gevoelens
Trokken complexe ervaringen uiteen
in reek van elementaire componenten
(sensaties, beelden en gevoelens)
analytische introspectie
12. Behaviorisme
Studie van het gedrag
Gedrag beschrijven, verklaren,
voorspellen en controleren
Logisch positivisme: filosofische
beweging,
alle kennis moet uitgedrukt worden in
uitspraken die empirisch te
controleren zijn