Boekje energievoorziening van_nederland_-_a4_versie Dutch version of booklet ...Patrick VanSchijndel
This is a booklet that describes the energy situation in The Netherlands. Being a small but highly developed country with a large number of people means that large scale renewable energy systems have to be smart.
Boekje energievoorziening van_nederland_-_a4_versie Dutch version of booklet ...Patrick VanSchijndel
This is a booklet that describes the energy situation in The Netherlands. Being a small but highly developed country with a large number of people means that large scale renewable energy systems have to be smart.
De kosten van het energieakkoord (2019) - Stichting MWBWouter de Heij
see also : www.food4innovations.blog
and
https://food4innovations.blog/2018/07/21/over-grote-getallen-en-de-nog-grotere-getallen-in-het-energie-en-klimaatdebat-en-vooral-over-energie-balans-versus-de-energie-consumptie-in-nederland/
and
https://food4innovations.blog/2018/08/19/ik-ben-niet-tegen-maar-ook-niet-voor-kernenergie-maar-laten-we-samen-eerst-eens-gaan-rekenen-waarschijnlijk-deel-1/
and more
Energietechnologieën Scenario’s tot 2050GreenFacts
Het toenemende energiegebruik dat aan de huidige economische groei gekoppeld is, legt onhoudbare druk op de natuurlijke hulpbronnen en op het milieu.
Welke opties hebben we om over te schakelen naar een schonere en efficiëntere energietoekomst? Hoeveel zullen deze kosten? En met welke beleidsmaatregelen zouden we dat kunnen verwezenlijken?
De ware kosten en baten van conventionele en hernieuwbare energieEneco Belgium
Studie van WWF België en Eneco België die de overheidssteun aan conventionele (fossiel en nucleair) en hernieuwbare energie over de periode van één eeuw (1950-2050) onder de loep neemt. Dit is een primeur voor België. Uit de resultaten blijkt dat conventionele energie vandaag nog steeds meer dan 2/3e van de overheidssteun geniet ten nadele van hernieuwbare energie en energiebesparing. We stellen ook vast dat hernieuwbare energie niet meer kost. De verschuiving van subsidies van conventionele naar hernieuwbare energie is een belangrijke sleutel in het realiseren van de broodnodige energietransitie.
Bruggen bouwen voor energiebesparing in de gebouwde omgeving (Ecofys)MVO Nederland
Bruggen bouwen voor energiebesparing in de gebouwde omgeving, een programma van MVO Nederland en het ministerie van I&M
Presentatie door Joop Oude Lohuis (Ecofys): het landschap van bestaande initiatieven rondom energiebesparing in de gebouwde omgeving. Hij bespreekt met name de uitkomsten van het Energie-akkoord
5 november 2013, MVO Nederland, Nieuwekade 9, Utrecht
meer informatie: http://www.mvonederland.nl/agenda/2013-11-05/bruggen-bouwen-voor-energiebesparing-in-gebouwde-omgeving
Bijgaand een verslag van een onderzoek dat we bij SEIN hebben mogen doen. Het gaat over het zoeken naar kansen op energiegebied voor instellingsterreinen.
Kansen van offshore wind voor Regio RotterdamChris Westra
Deze verkenning is in 2016 uitgevoerd door Chris Westra om de potentie van de offshore wind voor regio Rotterdam in beeld te brengen.
De verkenning is onderdeel van het project Versnellen Economische Transitie (VET),
een initiatief van gemeente Rotterdam om samen met haar partners Havenbedrijf
Rotterdam, InnovationQuarter, Deltalinqs, Rotterdam Partners, iTanks en Clean Tech
Delta initiatieven van bedrijven en ondernemers te versnellen.
Rotterdam Offshore Wind Coalition
Op 14 juni 2016 hebben de CEO’s van vijftien ‘frontrunners in offshore wind’ de ambitie uitgesproken om een leidende rol in de offshore windindustrie te willen spelen.
De bedrijven Van Oord, Boskalis, Mammoet, SIF Group, Ampelmann, Falck, STC-Group, Keppel Verolme, Eneco, Marsh, Rabobank, Jules Dock, Havenbedrijf Rotterdam, gemeente Rotterdam en Rotterdam Partners, ondertekenden een manifest voor de samenwerking die Rotterdam Offshore Wind Coalition is gaan heten.
Ook al staan er veel windmolens op het haventerrein van Rotterdam, als het ging om windmolens op de Noordzee was het havenbedrijf Rotterdam daar allerminst gelukkig mee. Het havenbedrijf heeft vele jaren intensief overleg gevoerd met overheid en de windenergiesector om de veiligheid en belangen van de Rotterdamse haven veilig te stellen. Inmiddels zijn scheepsroutes op de Noordzee verlegd en is er een duidelijkheid overheidsbeleid. Offshore windenergie gaat een belangrijke rol gaan spelen in onze duurzame energievoorziening tot ver in deze eeuw. Men ziet de vele bedrijven in de regio die actief zijn in de wind en kan niet meer om windenergie op zee heen.
Veel Nederlandse bedrijven en kennisinstituten die betrokken zijn bij deze ontwikkelingen zijn te vinden in de regio Rotterdam. Niet alleen de bouw maar ook de exploitatie en onderhoud van windturbineparken brengen nieuwe economische activiteiten met zich mee.
In de regio Rotterdam zijn bedrijven als van Oord, Royal IHC, Gusto MSC, Heerema, Jumbo, Seaway Heavy Lifting, Vuyk Rotterdam, Keppel Verolme ,Volker Stevin International (VBMS), Ampelmann en kennis-organisaties zoals Deltares, TNO, TU Delft, al actief betrokken bij de ontwikkelingen van windenergie op zee. Een ontwikkeling die een positieve uitwerking heeft op de werkgelegenheid in de regio, en daarmee op de regionale economie. Rotterdam heeft de kans zich te ontwikkelen als de “offshore wind delta” van de wereld en een belangrijke rol te spelen op de internationale markt van offshore windenergie.
De kosten van het energieakkoord (2019) - Stichting MWBWouter de Heij
see also : www.food4innovations.blog
and
https://food4innovations.blog/2018/07/21/over-grote-getallen-en-de-nog-grotere-getallen-in-het-energie-en-klimaatdebat-en-vooral-over-energie-balans-versus-de-energie-consumptie-in-nederland/
and
https://food4innovations.blog/2018/08/19/ik-ben-niet-tegen-maar-ook-niet-voor-kernenergie-maar-laten-we-samen-eerst-eens-gaan-rekenen-waarschijnlijk-deel-1/
and more
Energietechnologieën Scenario’s tot 2050GreenFacts
Het toenemende energiegebruik dat aan de huidige economische groei gekoppeld is, legt onhoudbare druk op de natuurlijke hulpbronnen en op het milieu.
Welke opties hebben we om over te schakelen naar een schonere en efficiëntere energietoekomst? Hoeveel zullen deze kosten? En met welke beleidsmaatregelen zouden we dat kunnen verwezenlijken?
De ware kosten en baten van conventionele en hernieuwbare energieEneco Belgium
Studie van WWF België en Eneco België die de overheidssteun aan conventionele (fossiel en nucleair) en hernieuwbare energie over de periode van één eeuw (1950-2050) onder de loep neemt. Dit is een primeur voor België. Uit de resultaten blijkt dat conventionele energie vandaag nog steeds meer dan 2/3e van de overheidssteun geniet ten nadele van hernieuwbare energie en energiebesparing. We stellen ook vast dat hernieuwbare energie niet meer kost. De verschuiving van subsidies van conventionele naar hernieuwbare energie is een belangrijke sleutel in het realiseren van de broodnodige energietransitie.
Bruggen bouwen voor energiebesparing in de gebouwde omgeving (Ecofys)MVO Nederland
Bruggen bouwen voor energiebesparing in de gebouwde omgeving, een programma van MVO Nederland en het ministerie van I&M
Presentatie door Joop Oude Lohuis (Ecofys): het landschap van bestaande initiatieven rondom energiebesparing in de gebouwde omgeving. Hij bespreekt met name de uitkomsten van het Energie-akkoord
5 november 2013, MVO Nederland, Nieuwekade 9, Utrecht
meer informatie: http://www.mvonederland.nl/agenda/2013-11-05/bruggen-bouwen-voor-energiebesparing-in-gebouwde-omgeving
Bijgaand een verslag van een onderzoek dat we bij SEIN hebben mogen doen. Het gaat over het zoeken naar kansen op energiegebied voor instellingsterreinen.
Kansen van offshore wind voor Regio RotterdamChris Westra
Deze verkenning is in 2016 uitgevoerd door Chris Westra om de potentie van de offshore wind voor regio Rotterdam in beeld te brengen.
De verkenning is onderdeel van het project Versnellen Economische Transitie (VET),
een initiatief van gemeente Rotterdam om samen met haar partners Havenbedrijf
Rotterdam, InnovationQuarter, Deltalinqs, Rotterdam Partners, iTanks en Clean Tech
Delta initiatieven van bedrijven en ondernemers te versnellen.
Rotterdam Offshore Wind Coalition
Op 14 juni 2016 hebben de CEO’s van vijftien ‘frontrunners in offshore wind’ de ambitie uitgesproken om een leidende rol in de offshore windindustrie te willen spelen.
De bedrijven Van Oord, Boskalis, Mammoet, SIF Group, Ampelmann, Falck, STC-Group, Keppel Verolme, Eneco, Marsh, Rabobank, Jules Dock, Havenbedrijf Rotterdam, gemeente Rotterdam en Rotterdam Partners, ondertekenden een manifest voor de samenwerking die Rotterdam Offshore Wind Coalition is gaan heten.
Ook al staan er veel windmolens op het haventerrein van Rotterdam, als het ging om windmolens op de Noordzee was het havenbedrijf Rotterdam daar allerminst gelukkig mee. Het havenbedrijf heeft vele jaren intensief overleg gevoerd met overheid en de windenergiesector om de veiligheid en belangen van de Rotterdamse haven veilig te stellen. Inmiddels zijn scheepsroutes op de Noordzee verlegd en is er een duidelijkheid overheidsbeleid. Offshore windenergie gaat een belangrijke rol gaan spelen in onze duurzame energievoorziening tot ver in deze eeuw. Men ziet de vele bedrijven in de regio die actief zijn in de wind en kan niet meer om windenergie op zee heen.
Veel Nederlandse bedrijven en kennisinstituten die betrokken zijn bij deze ontwikkelingen zijn te vinden in de regio Rotterdam. Niet alleen de bouw maar ook de exploitatie en onderhoud van windturbineparken brengen nieuwe economische activiteiten met zich mee.
In de regio Rotterdam zijn bedrijven als van Oord, Royal IHC, Gusto MSC, Heerema, Jumbo, Seaway Heavy Lifting, Vuyk Rotterdam, Keppel Verolme ,Volker Stevin International (VBMS), Ampelmann en kennis-organisaties zoals Deltares, TNO, TU Delft, al actief betrokken bij de ontwikkelingen van windenergie op zee. Een ontwikkeling die een positieve uitwerking heeft op de werkgelegenheid in de regio, en daarmee op de regionale economie. Rotterdam heeft de kans zich te ontwikkelen als de “offshore wind delta” van de wereld en een belangrijke rol te spelen op de internationale markt van offshore windenergie.
brochure windenergie op zee: Vandaag bouwen aan energie van morgen (2007).pdfChris Westra
Deze brochure werd geschreven voor ambtenaren, beleidsmakers en politici om hen te informeren en inspireren over de mogelijkheden van offshore windenergie. De brochure laat zien waar we in 2007 stonden, waar we naar toe wilden en wat we dachten dat daar voor nodig was. Dat was niet alleen geld, maar ook een vastberaden doelgericht stabiel overheidsbeleid en natuurlijk veel kennis en kunde. De toekomst wordt in beeld gebracht met beelden en cijfers en de aspecten die een cruciale rol spelen bij de realisatie.
De markt was volop in beweging, talloze bedrijven investeerden in windenergie op zee of waren bereid dat te doen. Nederland was niet het enige land met plannen voor windturbineparken op de Noordzee maar ook Denemarken, Groot Brittannië, België en Duitsland hadden grootse plannen. Alles bij elkaar opgeteld zou er over 30 jaar zo’n 80.000 MW op de Noordzee staan. Dat zijn tachtig windelektriciteitcentrales die 100% schone elektriciteit leveren.
De groei van windenergie op land in Nederland 2009 .pdfChris Westra
Deze brochure gaat over de plaatsing van windturbines op land en het overheidsbeleid in 2009.
Het kabinet heeft dan voor 2020 een doelstelling voor 6000 MW op land en 6000 MW op de Noordzee.
Het huidige vermogen van 2000 MW moet dan zo snel mogelijk verdubbeld zijn en daarna doorgroeien naar 6000 MW. Voor de doorgroei van windenergie is ruimte nodig, die gezocht moet worden in vorm van een ruimtelijk perspectief.
Over deze ontwikkelingen gaat deze brochure. Over acties in deze kabinetsperiode, tot en met 2011, en voor de periode daarna (tot 2020). Over het proces, de afspraken en de spelers. Een spoorboekje met wat er allemaal speelt en in gang is gezet. Interviews met betrokken partijen, hun bijdrage aan het proces, hun twijfels en zekerheden.
Onder de titel Landelijk Uitwerking Windenergie (LUW), werken Natuur- en milieuorganisaties, NWEA, ODE, IPO, VNG, de ministeries van EZ, LNV, Defensie en VROM samen aan het realiseren van windenergie op land. Eind 2011 moet de verdubbelingdoelstelling (2000 MW er bij), op een verantwoorde manier zijn vergund of gerealiseerd. Centraal staat het oplossen van ruimtelijke knelpunten op de korte termijn. Voor de langere termijn gaat het er om een visie te formuleren, zodat windenergie ook na deze kabinetsperiode verder door kan groeien. Omdat de belangen van betrokken partijen niet gelijk zijn vergt het de nodige inzet om met elkaar de ambitie te realiseren.
In dit werkplan spreken bovengenoemde organisaties samen de wens en de intentie uit om te werken aan windenergie op land.
In dit eerste van drie webinars over decarbonisering van de industrie kijken we vanuit het Asset Management perspectief naar de ontwikkelingen die de energietransitie en circulaire economie met zich meebrengen. Bram Hes en Jack Doomernik, consultants bij Stork Asset Management Technology, schetsen de noodzaak en urgentie en hoe hiermee kan worden omgegaan.
De aanpassingen aan uw installaties zijn veelal ingrijpend. Een goed inzicht in de urgentie is noodzakelijk om draagvlak te creëren in uw organisatie en alle initiatieven vanuit verschillende afdelingen op één lijn kunnen te krijgen.
Frisse Zeewind, brochure over de visie van de Natuur- en milieuorganisaties op de ontwikkeling van windenergie op zee. Gepleit wordt voor een gefaseerde aanpak. Urgentie van klimaatmaatregelen was nog niet doorgedrongen.
MADRID HOLDINGS, BP De energie-uitdagingMcbrianne23
MADRID HOLDINGS, BP - Met de bevolking en de inkomsten naar verwachting stijgen, is de mondiale energie-uitdaging te beheren en te voldoen aan de vraag betaalbaar, duurzaam en veilig
Voor de opvolging van de onderhoudsplicht en de verduurzaming van de verwarming van de gebouwen ontwikkelt de Vlaamse overheid een databank met informatie over de gebruikte hoofdverwarming per gebouw.
Stikstof beleid in NL v1 - Food4Innovations.pdfWouter de Heij
Voorstel:
- Ga terug naar emissie beperking.
- Stop met gebruik Aerius in wetgeving/vergunning aanvragen.
- Deel Nederland op in regios.
- Ontkoppel NOx met Ammoniak
- Kom met duidelijke concrete maatregelen.
Almost 80 years old, and therefore long retired. My father - Harrie de Heij - is one of the designers of southern Flevoland and Almere. It was 'his project' all his life. Recently also a short interview: https://youtu.be/lDK53MunI-I
I became an entrepreneur. The agreement? Making something from nothing. Draw stripes on a blank sheet of paper and then get to work. That binds us.
Also see: https://food4innovations.blog
De duivel in ons politieke systeem - Wouter de Heij over modellen (Foodlog)Wouter de Heij
See full discussion:
https://www.foodlog.nl/artikel/modellen-zijn-de-duivel-in-ons-politieke-systeem/
and future articles on:
https://food4innovations.blog
10 vragen en antwoorden over Methaan, een kort levend broeikasgas (WUR).Wouter de Heij
Meer over herkauwers en methaan:
https://food4innovations.blog/2022/08/08/de-methaan-emissie-van-koeien-is-onderdeel-van-de-korte-c-cyclus-en-dus-niet-te-vergelijken-met-de-verbranding-van-aardgas-steenkolen-of-aardolie-dat-in-de-lange-cyclus-zit-an-inconvenient-truth/
Methaan balans:
https://food4innovations.blog/2017/07/04/de-vergroening-van-ons-energiesysteem-nodig-absoluut-maar-wat-is-nu-wijsheid-1x-de-methaan-balans/
En recente literatuur:
https://aleph-2020.blogspot.com/2019/06/greenhouse-gas-emissions.html
More fuel for the food-feed debate (FAO , 2022)Wouter de Heij
See also:
https://www.foodlog.nl/artikel//twee-gebieden-en-twee-gedachten-over-eiwitproductie-voor-mensen/allcomments/#comment-323767
And
https://www.food4innovations.blog
See also:
https://www.foodlog.nl/artikel//twee-gebieden-en-twee-gedachten-over-eiwitproductie-voor-mensen/allcomments/#comment-323727
and www.food4innovations.blog
COVID Risico's : basis achtergrond en over besmet en besmettelijkWouter de Heij
Achtergrondslides over corona, uitleg over hoe je een risico-analyse uitvoert en toelichting op besmet zijn, en besmettelijkheid en antwoord op de vraag waarom antigeen testen wel zinvol zijn.
zie ook blog-post:
zie ook:
www.food4innovations.blog
www.top-bv.nl
www.boxnb.nl
The Future of Food in het aankomende post-covid tijdperk (December 2020)Wouter de Heij
Live luisteren en vragen stellen op:
https://www.youtube.com/watch?v=gqi7unhcUOs&fbclid=IwAR11ejphFvR2dLpqbizwX0_erHfK-g82IkYsix-ve0gOPCh3QUvy0yBvzfI
Zie ook de drie afzonderlijke delen van deze keynote op YouTube:
Part1: https://youtu.be/XbPxPChzLQc
Part2: https://youtu.be/rx5tNFcC1Qw
Part3: https://youtu.be/adUvFNycHc0
Meer weten?
www.top-bv.nl
www.boxnv.nl
www.food4innovations.blog
of stuur een mail naar info@top-bv.nl
See also:
https://food4innovations.blog/2020/03/16/live-blog-over-de-corona-crisis-covid-19-dagelijkse-beschouwingen-van-wouter-de-heij-food4innovations/
and
https://food4innovations.blog/2020/03/22/corona-covid-19-en-andere-virussen-kanaal-op-youtube-food4innovations/
See also:
https://food4innovations.blog/2020/03/16/live-blog-over-de-corona-crisis-covid-19-dagelijkse-beschouwingen-van-wouter-de-heij-food4innovations/
and
https://food4innovations.blog/2020/03/22/corona-covid-19-en-andere-virussen-kanaal-op-youtube-food4innovations/
Dynamics and Control of Infectious Diseases (2007) - Alexander Glaser Wouter de Heij
See also:
- https://food4innovations.blog/2020/03/26/montecarlo-simulaties-tonen-aan-wat-de-onzekerheid-is-en-dat-we-minimaal-1600-maar-misschien-wel-2000-2500-ic-plaatsen-nodig-hebben/
See also:
https://food4innovations.blog/2020/03/16/live-blog-over-de-corona-crisis-covid-19-dagelijkse-beschouwingen-van-wouter-de-heij-food4innovations/
and
https://food4innovations.blog/2020/03/22/corona-covid-19-en-andere-virussen-kanaal-op-youtube-food4innovations/
Demographic science aids in understanding the spread and fatality rates of CO...Wouter de Heij
See also:
https://osf.io/fd4rh/?view_only=c2f00dfe3677493faa421fc2ea38e295
and live-blog:
https://food4innovations.blog/2020/03/16/live-blog-over-de-corona-crisis-covid-19-dagelijkse-beschouwingen-van-wouter-de-heij-food4innovations/
Infectious disease modelling - the math behind CoronaWouter de Heij
See. also live blog at:
https://food4innovations.blog/2020/03/16/live-blog-over-de-corona-crisis-covid-19-dagelijkse-beschouwingen-van-wouter-de-heij-food4innovations/
Infectious disease modelling - the math behind Corona
Kamerbrief routekaart windenergie op zee 2030
1. > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Datum 27 maart 2018
Betreft Routekaart windenergie op zee 2030
Pagina 1 van 16
Directoraat-generaal
Energie, Telecom &
Mededinging
Projectdirectie Energie
uitdagingen 2020
Bezoekadres
Bezuidenhoutseweg 73
2594 AC Den Haag
Postadres
Postbus 20401
2500 EK Den Haag
Overheidsidentificatienr
00000001003214369000
T 070 379 8911 (algemeen)
www.rijksoverheid.nl/ez
Ons kenmerk
DGETM-E2020 / 17177527
Geachte Voorzitter,
De Nederlandse Noordzee kan een grote rol spelen in het realiseren van de
nationale bijdrage aan de doelen van het klimaatakkoord van Parijs en de
daarvoor benodigde verduurzaming van onze energievoorziening richting 2050.
Hiervoor zijn eerste belangrijke stappen gezet met het Energieakkoord uit 20131
.
Met het Energierapport2
, de daaropvolgende Energiedialoog3
en de
Energieagenda4
is een basis gelegd voor het energiebeleid voor de langere
termijn. Het kabinet bouwt met het regeerakkoord hierop voort en gaat
voortvarend aan de slag met de uitvoering ervan.
Met de huidige realisatie van windenergie op zee onder het Energieakkoord zijn en
worden tot 2023 belangrijke stappen gezet in de verduurzaming van de
Nederlandse energievoorziening. Het uitzicht op vijf tenders heeft de
marktpartijen vertrouwen gegeven om te investeren en de risicoperceptie ervan
veranderd. Dat heeft geleid tot een grote kostenreductie. Het kabinet wil dit
vertrouwen van de markt en het huidige momentum vasthouden en zal de
komende twee jaar de overige tenders van het Energieakkoord uitschrijven ter
afronding van de routekaart windenergie op zee tot en met 20235
.
Tegelijkertijd wil het kabinet een volgende stap zetten in de verdere realisatie van
windenergie op zee voor de periode 2024 tot en met 2030, en nu een start maken
met de voorbereiding daarvan. Deze brief bevat daartoe de hoofdlijnen voor een
routekaart windenergie op zee voor de periode vanaf 2024 tot 2030. Daarmee doe
ik mijn toezegging gestand, die ik aan uw Kamer deed tijdens het Algemeen
Overleg Energie van 18 januari jongstleden6
.
De ontwikkeling van windenergie op zee vindt plaats binnen de context van de
bredere transitie naar een duurzame energievoorziening in 2050 en de functie van
de Noordzee daarin, maar ook naast andere bestaande functies en waarden
1
Energieakkoord voor duurzame groei, kamerstuk 30196, nr. 202.
2
Energierapport “Transitie naar duurzaam”, kamerstuk 31510, nr. 50.
3
Kamerstuk 30196, nr. 484.
4
Energieagenda “Naar een CO2-arme energievoorziening”, kamerstuk 31510, nr. 64.
5
Kamerstuk 33561, nr. A/11.
6
Kamerstuk 29023, nr. 229.
2. Pagina 2 van 16
Directoraat-generaal
Energie, Telecom &
Mededinging
Projectdirectie Energie
uitdagingen 2020
Ons kenmerk
DGETM-E2020 / 17177527waarop de realisatie van windenergie op zee invloed zal hebben, zoals natuur en
biodiversiteit, visserij en aquacultuur. De Noordzee wordt namelijk intensief
gebruikt en is een van de drukst bevaren zeeën ter wereld. Om dit alles in goede
banen te leiden is een bredere visie op de Noordzee nodig, die momenteel wordt
ontwikkeld in de vorm van een Noordzeestrategie 2030. Hierin staan robuust
natuurherstel, toekomstbestendige voedselvoorziening en duurzame
energievoorziening centraal. Deze routekaart windenergie op zee 2030 zal
daarvoor een uitgangspunt zijn.
Vooruitlopend op die bredere visie biedt deze brief al inzicht in de
randvoorwaarden die nodig zijn vanuit de optiek van de Noordzee als (duurzame)
energiebron en de daarbij passende verdere groei van windenergie op zee na
2030 richting het jaar 2050. De belangrijkste randvoorwaarden liggen op het
gebied van ecologie, de raakvlakken met andere belangen op de Noordzee, de
inpassing op land van de verbindingen met het hoogspanningsnet en de
afstemming op de energievraag. Het is onze uitdaging om hiervoor duurzame
oplossingen te vinden in samenhang met voedselproductie (visserij en
aquacultuur) en het behoud en herstel van natuur en biodiversiteit. De
bewindslieden van Infrastructuur en Waterstaat, Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en ikzelf werken hier in
gezamenlijkheid aan. Deze brief stuur ik uw Kamer dan ook mede namens mijn
ambtsgenoten.
In het Klimaatakkoord zal windenergie op zee naar verwachting ook aan de orde
komen. Voor zover de afspraken verder gaan dan in deze brief uiteengezet geldt
vanzelfsprekend dat hierbij dan ook een passende oplossing moet worden
gevonden binnen de hiervoor genoemde randvoorwaarden.
I. De veranderende functie van de Noordzee als energiebron
De Nederlandse Noordzee is ruim anderhalf keer zo groot als het oppervlak van
ons land en heeft op dit moment al een belangrijke functie als energie- en
voedselbron en als natuurgebied. De huidige benutting van de Noordzee als
energiebron zal veranderen. De productie van gas en olie zal in de komende
decennia geleidelijk afnemen. Een groot aantal velden zal worden afgesloten en
infrastructuur zal worden ontmanteld. Dit biedt ruimte voor andere
bestemmingen, maar vraagt ook om planning en coördinatie.
De Nederlandse Noordzee biedt kansen voor de energietransitie door zijn relatief
geringe waterdiepte, gunstige windklimaat en de nabijheid van goede havens en
(industriële) energieverbruikers. Duurzame energie uit water (golven en getijden)
en aquatische biomassa (algen en zeewier) zijn niet zover ontwikkeld als
windenergie en vergen nog nader onderzoek voor een verdere ontwikkeling ervan.
Hoeveel windenergie op zee er op lange termijn nodig zal zijn, is mede afhankelijk
van het gestelde klimaatreductiedoel en de invulling daarvan. De scenario’s van
het Planbureau voor de Leefomgeving voor Nederland variëren van 12 tot wel 60
3. Pagina 3 van 16
Directoraat-generaal
Energie, Telecom &
Mededinging
Projectdirectie Energie
uitdagingen 2020
Ons kenmerk
DGETM-E2020 / 17177527of 75 gigawatt in 20507,8
. Met de ambitie uit het regeerakkoord -die resulteert in
circa 11,5 gigawatt geïnstalleerd vermogen in 2030, zie deel II van deze brief-
vaart het kabinet een koers die past bij de meer ambitieuze PBL-scenario’s. Een
dergelijke omvang heeft alleen zin als de windparken niet alleen worden ingezet
om aan de elektriciteitsvraag voor kracht en licht te voldoen, maar ook voor de
vervanging van olie en gas als fossiele brand- en grondstoffen in het transport,
verwarming of de industrie. Ik kom hier in deel III van deze brief op terug.
Vanuit de EU wordt met de Energie-Unie gewerkt aan het nader integreren van de
energiemarkt en verduurzaming van de energieproductie. Ook werkt ons land
samen met negen buurlanden rondom de Noordzee in de North Seas Energy
Cooperation om van elkaar te leren, plannen beter op elkaar af te stemmen en
gezamenlijke projecten mogelijk te maken. Kortom, het feit dat de Noordzee
gedeeld wordt met meerdere buurlanden biedt extra kansen voor synergie met
elkaars windenergie-activiteiten gedurende de uitvoering van de routekaart. De
uitvoering van de routerkaart hoeft echter niet te wachten tot de momenten
waarop deze zaken hun definitieve beslag krijgen.
II. Routekaart voor de aanleg van extra windparken op zee tot 2030
Opgave voor windenergie op zee in 2030
Het regeerakkoord bevat de opgave om in 2030 door middel van windenergie op
zee een extra reductie van de CO2-uitstoot te realiseren van 4 megaton ten
opzichte van het basis-pad uit de Nationale Energieverkenning 2016. Deze opgave
vertaalt zich in een totale omvang van de windparken op zee van circa 11,5
gigawatt (GW) in 20309
. Rekening houdend met de al bestaande windparken
(circa 1 GW) en de te realiseren windparken uit de huidige routekaart windenergie
op zee tot en met 2023 (circa 3,5 GW), betekent dit dat er tussen 2024 en 2030
windparken bij moeten komen met een gezamenlijk vermogen van circa 7 GW. Dit
is in lijn met de Energieagenda uit 2016, waarin voor deze periode uit werd
gegaan van een uitrol van circa 1 GW per jaar. Daarnaast worden vanuit deze
agenda de volgende uitgangspunten meegeven:
• Voortzetting van de bouw van windparken naar gebieden verder op zee in de
al aangewezen windenergiegebieden;
• Regie door het Rijk bij de ruimtelijke besluiten en voorbereidende
onderzoeken; TenneT sluit de windparken aan;
• Verdere kostprijsverlaging en stimuleren van innovatie en concurrentie;
• Verzilveren van verdienkansen en uitbreiden van de werkgelegenheid;
• Meervoudig en multifunctioneel ruimtegebruik waar mogelijk, voor zover dit
de kosten van windenergie op zee verder reduceert of de maatschappelijke
kosten van de energietransitie beperkt;
7
Verkenning van klimaatdoelen; Van lange termijn beelden naar korte termijn actie. Policy Brief. PBL/ECN, 9
oktober 2017.
8
De toekomst van de Noordzee; De Noordzee in 2030 en 2050. PBL, 2018.
9
Voor windenergie op zee gaat het Planbureau voor de Leefomgeving uit van 9,4 GW in 2030 (NEV 2016-scenario
vastgesteld en voorgenomen beleid). Een uitstootreductie van 4,0 megaton CO2 is equivalent aan 2,1 GW extra
windenergie op zee daar bovenop. Zie “Nationale kosten Energietransitie in 2030”, Planbureau voor de
Leefomgeving, 3 april 2017.
4. Pagina 4 van 16
Directoraat-generaal
Energie, Telecom &
Mededinging
Projectdirectie Energie
uitdagingen 2020
Ons kenmerk
DGETM-E2020 / 17177527• Voorbereiding op grootschalige multinationale windparken en op
internationale verbindingen op zee.
De reden om nu een routekaart windenergie op zee 2030 op te stellen is
tweeledig:
1. Allereerst is continuïteit in de realisatie van windenergie op zee belangrijk
voor het tijdig halen van de bovengenoemde opgave. Om in 2024 of 2025 het
eerste windpark in gebruik te kunnen nemen, is het noodzakelijk om in 2020
dan wel 2021 voor de betreffende kavel(s) een tender uit te schrijven. De
ervaring leert dat er circa vier jaar zit tussen het moment waarop de
vergunning van het windpark wordt afgegeven en het moment waarop het
windpark in gebruik wordt genomen. Voordat de tender kan worden
opengesteld dient er een kavelbesluit te zijn genomen dat de exacte locatie en
randvoorwaarden voor het windpark regelt. De doorlooptijd van deze
procedure is circa twee jaar. Samen met de benodigde voorbereidings- en
bouwtijd van het windpark (circa vier jaar), betekent dit dat hiermee in 2018
moet worden begonnen. Ditzelfde geldt ook voor de inpassingsplannen voor
de noodzakelijke verbindingen van het net op zee om de windparken aan te
sluiten op het hoogspanningsnet op land.
Doordat in het Nationaal Waterplan al windenergiegebieden op de Noordzee
zijn aangewezen die nog niet benut worden (zie hiervoor de onderstaande
kaart) is het mogelijk om die noodzakelijke snelle start te kunnen maken. Het
aanwijzen van geheel nieuwe windenergiegebieden in het Nationaal Waterplan
via een rijksstructuurvisieprocedure of deze laten meelopen in de Nationale
Omgevingsvisie vergt al snel twee tot drie jaar extra.
2. Daarnaast is vroegtijdige duidelijkheid over realisatie van windparken op zee
noodzakelijk voor het bieden van marktperspectief en het vasthouden van het
vertrouwen van windparkontwikkelaars. Dit leidt tot kostenverlaging en
investeringsbereidheid.
Voor de windparken die tussen 2024 en 2030 zijn voorzien ten behoeve van de
opgave van het regeerakkoord bieden de in het Nationaal Waterplan al
aangewezen windenergiegebieden voldoende ruimte. Wel komen er belangrijke
beperkingen voort uit de instandhoudingsdoelstelling voor zeevogels en de
beschikbare capaciteit om de elektriciteit uit de windparken op zee in te voeden
en te transporteren op het hoogspanningsnet op land. Hierop ga ik verderop in
deze brief in bij de vormgeving van de eigenlijke routekaart. Allereerst sta ik stil
bij de afweging van de belangen van andere gebruikers van de Nederlandse
Noordzee.
Belangenafweging bij de routekaart 2030
Zoals eerder aangegeven kent het Nederlandse deel van de Noordzee een
veelheid aan waarden en belangen en bijbehorende gebruiksfuncties. Bij de
aanwijzing van de windenergiegebieden in het Nationaal Waterplan in 2009 (de
windenergiegebieden Borssele en IJmuiden Ver) en 2014 (de gebieden Hollandse
Kust en ten Noorden van de Waddeneilanden) is destijds een afweging gemaakt
tussen de belangen van windenergie en die van andere gebruiksfuncties op zee.
5. Pagina 5 van 16
Directoraat-generaal
Energie, Telecom &
Mededinging
Projectdirectie Energie
uitdagingen 2020
Ons kenmerk
DGETM-E2020 / 17177527Daarmee heeft het kabinet besloten dat windenergie op zee in die gebieden
prioriteit heeft boven andere activiteiten.
Dat laat onverlet dat het kabinet ernaar streeft om bij de invulling van de
routekaart zoveel mogelijk rekening te houden met andere activiteiten, belangen
en waarden, en waar dat zinvol is een multifunctioneel gebruik van de ruimte op
zee mogelijk te maken. Daarvoor is tijdens de voorbereiding van de routekaart
2030 in meerdere trajecten met belanghebbenden gesproken. Hiervoor zijn in
april en juni 2017 grote bijeenkomsten gehouden waar belanghebbenden op zee
(waaronder de visserijsector, natuur- en milieuorganisaties, de scheepvaartsector,
olie- en gasbedrijven, recreatiesector, kustgemeenten en windenergiesector) hun
zorgen en suggesties konden inbrengen. Tijdens de Noordzeedagen in oktober
2017 is hierop verder voortgebouwd met bovenstaande partijen en
kennisinstituten, en is een update gegeven over de mogelijkheden die voor deze
routekaart zijn onderzocht. Tussendoor is veelal in bilaterale sessies en
bijeenkomsten over de afzonderlijke belangen gesproken. Bij de nadere
uitwerking (o.a. de verkaveling) van de windenergiegebieden worden de
belanghebbenden opnieuw betrokken.
De bouw van windparken op zee voor de routekaart 2030 beperkt de
mogelijkheden voor de sleepnetvisserij, indien de windparken gesloten blijven
voor deze vorm van visserij. De belangrijkste knelpunten ontstaan in de zuidelijke
Noordzee, waar de aangewezen windenergiegebieden zich bevinden. Het kabinet
heeft hier oog voor en zal samen met de visserijsector en de windenergiesector de
komende tijd overleg voeren om tot afspraken te komen. Daarnaast komt het
kabinet de visserij in de routekaart windenergie op zee 2030 nu al tegemoet door
niet alle al aangewezen windenergiegebieden (geheel) te benutten, waardoor er
meer vrije ruimte overblijft om te vissen.
Ook bij de nadere uitwerking van de routekaart 2030, zoals bij het bepalen van de
mogelijkheden voor medegebruik van de windparken, zal het kabinet de visserij
betrekken. Er ontstaan door de komst van windparken ook kansen voor andere
vormen van visserij, zoals die met passieve vistuigen (manden, korven, staand
want) en aquacultuur (bijvoorbeeld mosselteelt) binnen windparken.
Voor behoud en herstel van natuur en biodiversiteit van de Noordzee biedt de
komst van windparken kansen. Bij uitsluiting van bodemberoering kunnen
toekomstige windparklocaties in principe goed worden gecombineerd met locaties
met beschermde of beschermenswaardige zeebodemnatuur. Dit laatste vergt een
zorgvuldige afstemming tussen de belangen van de sleepnetvisserij en natuur.
Ook door het natuur-inclusief bouwen van windparken kan worden bijgedragen
aan natuurherstel en daarnaast aan waterbouwkundige innovaties.
De scheepvaart op de Nederlandse Noordzee zal ook worden beïnvloed door de
komst van nieuwe windparken. De reeds aangewezen windenergiegebieden zijn
qua ruimtelijke inpassing en ligging ten opzichte van de scheepvaartroutes al goed
6. Pagina 6 van 16
Directoraat-generaal
Energie, Telecom &
Mededinging
Projectdirectie Energie
uitdagingen 2020
Ons kenmerk
DGETM-E2020 / 17177527afgewogen met behulp van het afwegingskader “Veilige afstanden tussen
scheepvaartroutes en windparken op zee”10
. Voordat de windparken getenderd
worden dienen er heldere afspraken te komen over de mogelijkheid voor
doorvaart van windparken. Het kabinet betrekt daarbij de monitorings- en
evaluatieresultaten over een periode van twee jaar van de openstelling van de
bestaande windparken vanaf 2018. Afhankelijk van het besluit over doorvaart
kunnen er aanvullende voorzieningen, zoals nautische radars, nodig blijken om
het scheepvaartverkeer veilig te laten plaatsvinden en ten behoeve van
handhaving en toezicht. De uitwerking daarvan vindt plaats in het kader van de
uitvoeringsagenda bij deze routekaart. Ik ga in deel III van deze brief hierop in.
Ten slotte zal er bij de verkaveling van de windenergiegebieden Hollandse Kust
(west) en IJmuiden Ver rekening worden gehouden met het inpassen van een
scheepvaartcorridor voor grotere schepen, zoals het ferryverkeer tussen het
Verenigd Koninkrijk en ons land. Het niet benutten van het windenergiegebied ten
noorden van de scheepvaartkruising North Hinder (voor de monding van de
Nieuwe Waterweg) maakt dat de scheepvaart daar niet beperkt wordt in de
manoeuvreerruimte en dit de bereikbaarheid van de Rotterdamse haven niet
nadelig beïnvloedt.
Naar verwachting neemt de olie- en gaswinning in en nabij de aangewezen
windenergiegebieden in de komende jaren af doordat velden leeg raken. Het
kabinet streeft ernaar om de resterende olie- en gaswinning zoveel mogelijk te
kunnen laten samengaan met windparken op zee. Aandachtspunt hierbij is het
ruimtebeslag dat gemoeid is met het helikopterverkeer van en naar de olie- en
gasplatforms. Hiervoor is samen met stakeholders onderzoek gedaan naar de
bereikbaarheids- en veiligheidsaspecten. Op basis daarvan zullen met de
mijnbouwondernemingen afspraken worden gemaakt, net als over het
ontmantelen en opruimen van olie- en gasinfrastructuur die niet meer voor de
olie- en gaswinning wordt gebruikt en die ook niet ingezet kan worden in het
kader van duurzame energievoorzieningen. Daarbij zal ook bekeken worden of en
hoe gasinfrastructuur (her)gebruikt kan worden voor de opslag van CO2 (CCS).
Ook onderzoekt het kabinet momenteel samen met de betrokken
mijnbouwondernemingen of een aantal platforms, dat nog langer op de Noordzee
aanwezig zal blijven, de benodigde energie voor de op die platforms aanwezige
installaties kan betrekken van de windparken op zee. Op die manier kan er een
aanvullende besparing van de CO2-uitstoot bereikt worden. Gezien de voorziene
afstanden tussen de windenergiegebieden en de meeste mijnbouwplatformen, de
benodigde extra investeringen en de naar verwachting korte tijdspanne waarin
zowel de windparken er staan als de mijnbouwplatforms nog in gebruik zijn, is de
kans reëel dat elektrificeren van olie- en gasplatforms in de meeste gevallen
uiteindelijk niet economisch zinvol blijkt. Bij de aangekondigde herziening en
samenvoeging van de Elektriciteitswet 1998 en Gaswet in een nieuwe
Energiewet11
, moet het aansluiten van mijnbouwplatforms op het net op zee
mogelijk gemaakt worden.
10
Kamerstuk 33561, nr. 11, blg-384771.
11
Kamerstuk 30 196, nr. 566.
7. Pagina 7 van 16
Directoraat-generaal
Energie, Telecom &
Mededinging
Projectdirectie Energie
uitdagingen 2020
Ons kenmerk
DGETM-E2020 / 17177527
Vanuit het perspectief van de overige belangen en waarden op de Noordzee, te
weten die van defensie, (telecom)kabels, luchtvaart, zand- en schelpenwinning,
recreatie en cultuurhistorische waarden zijn er geen randvoorwaarden die sturend
zijn voor de keuze van (de volgorde van) benutting van de al aangewezen
windenergiegebieden voor deze routekaart 2030. Bij de verkaveling van deze
gebieden worden de betreffende partijen uiteraard wel opnieuw betrokken.
Routekaart 2030
De routekaart 2030 voorziet in windparken met een gezamenlijke omvang van
circa 6,1 GW. Deze 6,1 GW benut maximaal de beschikbare ecologische
gebruiksruimte op zee en de beschikbaarheid van transportcapaciteit op het
hoogspanningsnet op land:
• Op basis van de huidige beschikbare gegevens en omgang met de
instandhoudingsdoelstellingen voor vogel- en zoogdiersoorten die voortvloeien
uit de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn, vormt de
instandhoudingsdoelstelling voor zeevogels de beperkende factor. Daarbij is
de grootste extra capaciteit te realiseren (te weten 6,1 GW aan extra
windparken op zee) indien de windparken geplaatst worden in de gebieden
Hollandse Kust (west), Ten noorden van de Waddeneilanden en IJmuiden Ver.
Een voorwaarde om het aantal slachtoffers onder zeevogels te beperken is de
toepassing van windturbines met een vermogen van ten minste 10 MW.
Dergelijke grote turbines staan op dit moment aan de vooravond van
marktintroductie.
• De toevoer van elektriciteit van windparken op zee en de invoeding daarvan
op het hoogspanningsnet op land leidt in toenemende mate tot congestie. Een
omvang van 2,1 GW aan windparken, die nabij de kust worden aangesloten
via het huidige wisselstroomconcept, kan worden ingepast voordat
substantiële congestie optreedt. Aanvullend kan dan 4 GW worden
aangesloten op land voorbij de congestiegevoelige delen van het
hoogspanningsnet. Andere opties met minder lange hoogspanningstracés op
land voor deze 4 GW worden onderzocht.
Over het resterende 0,9 GW, om tot de benodigde 7 GW te komen, zal het kabinet
op een later tijdstip een besluit nemen (zie verderop). De routekaart gaat uit van
het realiseren van windparken in de onderstaande achtereenvolgende gebieden:
• 1,4 GW in het gebied Hollandse Kust (west). Dit gebied is met een potentie
van 1,4 GW het grootste al aangewezen gebied na IJmuiden Ver. Dit
schaalvoordeel kan worden benut door dit gebied in één keer te tenderen. Dit
kan een verdere kostendaling ondersteunen. De tender zou in 2021 kunnen
plaatsvinden. Een aanvullend argument om met dit gebied te beginnen ligt in
de mogelijkheid om het tracé van de netaansluiting gedeeltelijk te kunnen
8. Pagina 8 van 16
Directoraat-generaal
Energie, Telecom &
Mededinging
Projectdirectie Energie
uitdagingen 2020
Ons kenmerk
DGETM-E2020 / 17177527
Kaart met bestaande windparken (in rood), windenergiegebieden van de
routekaart 2023 (in blauw), windenergiegebieden van de routekaart 2030 (in
groen) en overige al aangewezenwindenergiegebieden (in geel). *NH:
Windenergiegebied ten noorden van de scheepvaartkruising North Hinder.
9. Pagina 9 van 16
Directoraat-generaal
Energie, Telecom &
Mededinging
Projectdirectie Energie
uitdagingen 2020
Ons kenmerk
DGETM-E2020 / 17177527combineren met die van het windpark in Hollandse Kust (noord) uit de
huidige routekaart tot en met 2023. Dit biedt mogelijkheden voor duurzaam
en beperkt ruimtegebruik van de infrastructuur voor beide windparken op
zowel zee als land. Ook kan daarmee tijdwinst geboekt worden in de
vergunningprocedures voor Hollandse Kust (west) en wordt de omgeving zo
min mogelijk belast met de aanlegwerkzaamheden.
• 0,7 GW in het gebied Ten noorden van de Waddeneilanden. Dit gebied ligt
circa 60 kilometer ten noorden van Vlieland, naast en ten dele tussen de
bestaande Gemini-windparken Buitengaats en Zee-energie. Met de benutting
van dit gebied komt het kabinet ook tegemoet aan de ambitie van de
provincie Groningen om een grote bijdrage te leveren aan de verduurzaming
van de Nederlandse energievoorziening. Hierop kom ik verderop in deze brief
terug. De netaansluiting van de toekomstige windparken in dit gebied vereist
een zorgvuldige tracékeuze en inpassing, aangezien deze door de Waddenzee
moet worden aangelegd. Gezien de kwetsbaarheid van de ecologische
draagkracht van de Waddenzee is het aantal kabels dat in dit gebied kan
worden aangelegd beperkt.
• Circa 4 GW in het gebied IJmuiden Ver. Dit is het grootste aaneengesloten
gebied dat al is aangewezen voor windenergie op zee. Wel zal een deel aan de
zuidzijde ervan niet voor windparken kunnen worden benut vanwege de
(eventuele) aanwijzing van het deels overlappende gebied “Bruine Bank” als
Natura-2000 gebied. De tenders worden voorzien voor 2023 en later, de
ingebruikname van de windparken vindt plaats vanaf 2027. De tenderomvang
zal ik nader bepalen. Er kunnen bijvoorbeeld 2 tenders gehouden worden van
elk 2 GW (in 2023 en 2025), maar ook 4 tenders van 1 GW in 2023 tot en met
2026. Bij de keuze voor de optimale tenderomvang zal de optimale capaciteit
van dit deel van het net op zee naar het hoogspanningsnet op land een rol
spelen, evenals door de windenergiesector geuite optimale schaalgrootte voor
de windparken van 1 à 1,5 GW, en de wens voor zeer grote tenders bij
sommige partijen en consortia.
Zowel de windparken in Hollandse Kust (west) als in het gebied Ten noorden van
de Waddeneilanden worden zoveel mogelijk via het huidige aansluitconcept
(wisselstroom, gestandaardiseerde platforms met een capaciteit van 0,7 GW) op
stations nabij de kust aangesloten op het hoogspanningsnet op land. Dit betekent
dat bestaande transformatorstations moeten worden uitgebreid en/of dat er
locaties voor nieuwe stations moeten worden gevonden.
Gezien de grote omvang van het gebied IJmuiden Ver en de relatief grote afstand
tot aansluitlocaties op het landelijk hoogspanningsnet is hiervoor een nieuw
aansluitconcept nodig. Het huidige wisselstroomconcept zou namelijk tot teveel
stroomverliezen leiden.
In 2018 zal voor de netaansluitingen een apart afwegings- en selectieproces
plaatsvinden om te komen tot (varianten voor) aansluitlocaties, ook rekening
houdend met de tracés om daar vanaf zee te komen. Voor IJmuiden Ver worden
daarnaast meerdere oplossingen beschouwd voor het transport van de opgewekte
elektriciteit, waaronder gelijkstroomverbindingen (HVDC) met aansluiting op het
10. Pagina 10 van 16
Directoraat-generaal
Energie, Telecom &
Mededinging
Projectdirectie Energie
uitdagingen 2020
Ons kenmerk
DGETM-E2020 / 17177527hoogspanningsnet verder landinwaarts, maar ook niet-elektrische opties (zoals
omzetting en transport in de vorm waterstofgas). Het kabinet wil deze afweging
integraal en met vroegtijdige betrokkenheid van belanghebbenden en regionale
overheden maken. Gezien de tender in 2023 en de benodigde zekerheid over
afname van de geproduceerde elektriciteit (met 4 GW in IJmuiden Ver wordt
straks circa 13% van het elektriciteitsverbruik in Nederland geproduceerd), is de
kans groot dat de niet-elektrische optie dan nog te weinig massa heeft om als
alternatief te dienen.
In samenhang hiermee zal ik nader onderzoek laten verrichten naar de in
opdracht van TenneT verkende mogelijkheid om in IJmuiden Ver een relatief klein
eiland aan te leggen waarop gelijkstroomomvormers en transformatoren geplaatst
kunnen worden, als alternatief voor grote en relatief dure HVDC-platforms op zee.
Daarbij zal ook worden gekeken naar de mogelijke rol van een dergelijk eiland
voor andere functies en belangen op de Noordzee en de mogelijke toekomstige
internationale samenwerking met de windparken van het Verenigd Koninkrijk.
Dit eiland-concept dient niet te worden verward met een idee van een aantal
partijen (waaronder TenneT, GasUnie en het Havenbedrijf Rotterdam) voor een
(groot) internationaal energie-eiland ver op zee bij de Doggersbank. Een dergelijk
idee zou mogelijk bij een verdere doorgroei van windenergie op zee na 2030 in
beeld kunnen komen, maar speelt bij de routekaart windenergie op zee 2030 geen
rol. Een eiland bij IJmuiden Ver kan wel belangrijke ervaring opleveren voor een
eventueel toekomstig energie-eiland ver op zee.
In het najaar van 2018 zal worden besloten over het al of niet in gang zetten van
de vergunningprocedure voor een eiland bij IJmuiden Ver. Dan zal ook de
vormgeving van het net op zee voor de routekaart worden vastgelegd in het
ontwikkelkader windenergie op zee, welke de minister van Economische Zaken en
Klimaat vaststelt op grond van de Elektriciteitswet 1998. Vooruitlopend daarop
vraag ik aan TenneT om voor de aansluiting van IJmuiden Ver zowel de optie met
HVDC-platforms alsook de aanleg van een eiland verder uit te werken.
De verdere doorgroei van 6,1 GW naar 7 GW (opgave regeerakkoord) is mogelijk
bij het beschikbaar komen van aanvullende ecologische ruimte. Om dit te
bespoedigen, en met het oog op een eventuele toekomstige verdere groei van
windenergie op zee, zal ik samen met mijn collega van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit daaraan in het lopende windenergie op zee ecologisch
programma (Wozep) aandacht besteden.
Voor het laatste deel van de opgave tot 7 GW, die in samenhang met een
eventuele verdere doorgroei van windenergie op zee moet worden bezien, bestaan
volgens de huidige inzichten de volgende opties:
• 0,7 GW in het windenergiegebied Hollandse Kust (zuidwest). Dit gebied is
echter relatief waardevol voor de visserij en de gasvelden in de omgeving van
dit gebied komen naar verwachting het eerst in beeld voor opslag van CO2.
• Een tender voor nog een of meer windparken in het dan nog niet benutte deel
van IJmuiden Ver, omdat dit gebied met in achtneming van de Bruine Bank
minimaal circa 4,8 GW kan herbergen, en een eventuele uitbreiding van dit
11. Pagina 11 van 16
Directoraat-generaal
Energie, Telecom &
Mededinging
Projectdirectie Energie
uitdagingen 2020
Ons kenmerk
DGETM-E2020 / 17177527windenergiegebied ook tot de mogelijkheden behoort, in tegenstelling tot
Hollandse Kust (zuidwest) dat door scheepvaartroutes omringd wordt.
• Een te zijner tijd geheel nieuw aan te wijzen windenergiegebied elders.
De keuze voor één van deze opties zal het kabinet te zijner tijd maken in
samenhang met een eventuele verdere doorgroei van windenergie na 2030 en in
afstemming met belanghebbenden en de internationale samenwerking met
buurlanden. Daarbij speelt ook de nog nader te bepalen optimale tenderomvang
voor het gebied IJmuiden Ver een rol. Dit alles resulteert in het navolgende
schema van de routekaart 2030.
Schema routekaart 2030
Omvang
(GW)
Windenergie-
gebied
Kortste afstand
uit de kust
Start
procedure
kavelbesluit
Tender Ingebruik-
name
1,4 Hollandse Kust
(west)
51 km vanaf
Petten
2018 2020/2021 2024 t/m
2025
0,7 Ten noorden
van de
Wadden-
eilanden
56 km vanaf
Schiermonnikoog
2019 2022 2026
circa 4,0 IJmuiden Ver 53 km vanaf Den
Helder; 80 km
vanaf IJmuiden
2020 2023 t/m
2026
2027 t/m
2030
circa 0,9 nader te bepalen
NB: De planning gaat er van uit dat de ontwikkelingen passen binnen de
ecologische kaders en dat de vergunningenprocedures voor de afvoer en
invoeding van de elektriciteit in het hoogspanningsnet tijdig zijn doorlopen.
Het windenergiegebied Hollandse Kust (noordwest) wordt voor de routekaart
windenergie op zee 2030 (vooralsnog) niet benut, omdat dit een (te) groot deel
van de totale beschikbare ecologische gebruiksruimte zou opsouperen. Ook is dit
een relatief druk bevist gebied. Het windenergiegebied ten noorden van de
scheepvaartkruising North Hinder, voor de monding van Rotterdam, is te klein
(circa 30 km2
) voor een doelmatig gebruik voor windenergie op zee. Daarom is
het kabinet voornemens de aanwijzing van dit gebied voor windenergie op te
heffen. Dit zal te zijner tijd in het Nationaal Waterplan of de Nationale
Omgevingsvisie gebeuren.
Met het oog op een eventuele doorgroei van windenergie op zee na 2030, wil het
kabinet uiterlijk in 2021 starten met de noodzakelijke verkenningen hiervoor.
Door later te beginnen kan beter worden ingespeeld op de actuele stand van de
eisen aan nieuwe windenergiegebieden, zowel vanuit het belang van windenergie
als vanuit de andere belangen op de Noordzee. Ecologie en inpassing in het
energiesysteem zijn daarbij de grootste uitdagingen, maar ook de ruimtelijke
inpassing en interacties met andere gebruiksfuncties, activiteiten en waarden op
de Noordzee (vooral visserij en natuur) vragen om een gedegen
12. Pagina 12 van 16
Directoraat-generaal
Energie, Telecom &
Mededinging
Projectdirectie Energie
uitdagingen 2020
Ons kenmerk
DGETM-E2020 / 17177527belangenafweging bij de zoektocht naar en aanwijzing van nieuwe
windenergiegebieden. Deze nieuwe belangenafweging zal samen met de
betrokken partijen plaatsvinden.
Bij deze zoektocht betrekt het kabinet de wens van de provincie Groningen om op
grote schaal windenergie op zee te ontwikkelen ten noorden van de
Waddeneilanden. In het regeerakkoord heeft het kabinet aangegeven samen met
de provincie te willen werken aan economisch perspectief voor de regio. Het
kabinet wil samen met de provincie en belanghebbenden onderzoeken hoe
windenergie op zee daaraan kan bijdragen.
De aanwijzing (en daarbij behorende afweging) van nieuwe windenergiegebieden
zal uiteindelijk in een wijziging van het Nationaal Waterplan of in het kader van de
Nationale Omgevingsvisie zijn beslag krijgen.
Economische kansen, innovatie en benodigde middelen voor de routekaart 2030
Met de uitvoering van de routekaart 2030 liggen er kansen in het verschiet voor
het Nederlandse bedrijfsleven en de economie:
• Bij voortgaande kostendalingen kan windenergie op zee een
concurrentievoordeel opleveren voor de industrie door de beschikbaarheid van
een grote hoeveelheid goedkope, duurzame energie.
• De verdere grootschalige realisatie van windenergie op zee kan een langdurig
positief effect hebben op het verdienvermogen van de Nederlandse economie.
De Nederlandse maritieme sector heeft een marktaandeel van circa 25 procent
van de totale Europese markt voor windenergie op zee en kan deze sterke
positie verder uitbouwen. Met de groei van windenergie op zee elders in
Europa, maar ook in Azië en Amerika zijn er ook exportkansen.
• De directe werkgelegenheid van windenergie op zee in Nederland neemt
verder toe. Naar schatting gaat het om 15 tot 20 miljard aan investeringen en
10.000 banen gedurende 2024-2030. Met (kust)gemeenten, havens en
provincies wordt reeds samengewerkt om de (vestigings)mogelijkheden
zichtbaar te maken en zodoende te profiteren van de economische kansen.
• De routekaart 2030 kan ook een impuls geven aan gerelateerde technieken
zoals transport, opslag en toepassing van de opgewekte elektriciteit, de
integratie ervan in het energiesysteem en de omzetting naar andere
energiedragers zoals waterstofgas. Nederland heeft hierbij als “gasland” een
unieke positie.
Tegelijk is er ook innovatie nodig om dit mogelijk te maken. De focus van het
innovatiebeleid voor windenergie op zee zal daarbij vooral moeten liggen op het
vraagstuk over de integratie van de opgewekte elektriciteit in het energiesysteem
en de inpassing in de omgeving, waaronder ecologie.
Het kabinet streeft er echter naar dat windparken op zee zo snel mogelijk
subsidievrij gerealiseerd kunnen worden. Met de recente tender van de kavels
Hollandse Kust I en II lijkt de goede weg ingeslagen. In dat kader stuur ik uw
Kamer zo mogelijk voor de zomer een voorstel voor wijziging van de Wet
13. Pagina 13 van 16
Directoraat-generaal
Energie, Telecom &
Mededinging
Projectdirectie Energie
uitdagingen 2020
Ons kenmerk
DGETM-E2020 / 17177527windenergie op zee, zoals aangekondigd in mijn brief over de wetgevingsagenda
energietransitie12
. Bij de aangekondigde herziening en samenvoeging van de
Elektriciteitswet 1998 en Gaswet in een nieuwe Energiewet, wil ik onderzoeken op
welke wijze de bekostiging van het net op zee wordt voortgezet.
III. Perspectief op ontwikkeling van de Noordzee als duurzame
energiebron
Met een productiecapaciteit van circa 11,5 GW windenergie op zee zal in 2030 op
momenten het aanbod van elektriciteit uit windenergie op zee en op land samen
naar verwachting groter zijn dan de vraag. Windenergie en het doorgroeien van
de bijdrage van zonnestroom leiden tot een sterke groei van het aandeel
hernieuwbare elektriciteit in de nationale elektriciteitsproductie. In 2025 zal dit
aandeel zijn gestegen tot ongeveer de helft, in 2030 tot ongeveer twee derde.
Realisatie van additionele windparken op zee is dan alleen zinvol indien
overaanbod van elektriciteit kan worden voorkomen, aangezien een overaanbod
de elektriciteitsprijzen –en daarmee de rentabiliteit van de windparken– zal
ondermijnen en energieopslag ook extra kosten met zich meebrengt.
Om de gehele energievoorziening van Nederland CO2-neutraal te maken, is ook
een verduurzaming van de niet-elektrische energievraag nodig. Momenteel maakt
elektriciteit ongeveer 20% van de energiemix van Nederland uit, tegenover 80%
energie in vloeibare of gasvorm die gebruikt wordt voor het maken van
verwarming op lage- en hoge temperatuurwarmte en voor mobiliteit. De
Nederlandse Noordzee kan een belangrijke rol vervullen als duurzame energiebron
als de energie uit wind ook kan worden ingezet voor deze energiefuncties.
Dit kan door elektrificatie van industriële productieprocessen, verwarming van
gebouwen en de mobiliteit, maar ook door het maken van andere energiedragers
uit elektriciteit van windenergie op zee. Deze andere energiedragers kunnen ook
worden gebruikt voor de verwarming van gebouwen maar ook als brandstoffen of
zelfs grondstoffen in industriële processen. Voorbeelden hiervan zijn waterstof en
ammoniak die uit elektriciteit van windenergie op zee worden geproduceerd. De
Noordzee kan een grote rol spelen bij de grootschalige productie van deze “groene
moleculen”. Een bijkomend voordeel daarbij is dat moleculen in vergelijking met
elektronen eenvoudiger en goedkoper opgeslagen en getransporteerd kunnen
worden. Daarbij bestaat de mogelijkheid om de moleculen al op zee te produceren
en vervolgens in gasvorm naar land te transporteren.
Bij het sturen op het aanbod van duurzaam geproduceerde energie op zee moet
nadrukkelijk worden uitgegaan van de gewenste wisselwerking met het gehele
energiesysteem. Vooral waterstof lijkt voor de verduurzaming van gasvormige
brandstoffen en grondstoffen een gepaste energiedrager te zijn. Het TKI Gas heeft
recentelijk een in mijn opdracht opgestelde routekaart waterstof gepubliceerd om
het potentieel in kaart te brengen en om aan te geven welke acties er op korte
termijn moeten worden ondernomen om deze potentie te realiseren.
12
Kamerstuk 30196, nr. 566
14. Pagina 14 van 16
Directoraat-generaal
Energie, Telecom &
Mededinging
Projectdirectie Energie
uitdagingen 2020
Ons kenmerk
DGETM-E2020 / 17177527
Recentelijk hebben diverse havenbedrijven aangegeven de ambitie te hebben om
de daar aanwezige industrie te verduurzamen met behulp van elektrificatie van
processen en de toepassing van waterstof en ammoniak, die door middel van
elektriciteit uit hernieuwbare bronnen wordt gemaakt. Daarbij hebben deze
partijen nadrukkelijk aangegeven geïnteresseerd te zijn om op deze manier grote
hoeveelheden elektriciteit uit windparken op zee af te nemen. Indien een
dergelijke aanvullende vraag naar duurzame elektriciteit inderdaad ontstaat, biedt
dit een perspectief voor een zinvolle verdere doorgroei van windparken op zee na
2030. Het kabinet wil samen met de genoemde partijen en soortgelijke industriële
clusters bezien op welke wijze en termijn deze transitie naar een duurzame
industrie gestalte kan worden gegeven. Daarom nodigt het kabinet de betreffende
partijen uit om hierover onderling in het Klimaatakkoord afspraken te maken.
De ontwikkeling van de Noordzee als duurzame energiebron heeft gevolgen voor
de ruimtelijke ordening. In de eerste plaats op zee, waar energieproductie invloed
kan hebben op andere gebruiksfuncties en waarden, en waarvoor de
Noordzeestrategie 2030 een visie ontwikkelt. Daarnaast heeft een sterke toename
van duurzame energieproductie op zee ook ruimtelijke gevolgen op land. De op
zee geproduceerde energie moet immers aan land worden gebracht, waarvoor
tracés voor kabels en/of leidingen nodig zijn en er plaats moet zijn voor de
uitbreiding of nieuwbouw van transformatorstations. Om dit in goede banen te
leiden is afstemming met de provinciale en lokale overheden noodzakelijk.
Ook voor de bestaande energie-infrastructuur heeft een ontwikkeling van de
Noordzee als duurzame energiebron gevolgen. Voor het hoogspanningsnet op land
kan de invoeding van grote hoeveelheden duurzame elektriciteit leiden tot
congestie. Naast het aansluiten op het hoogspanningsnet verder landinwaarts
voorbij de congestiepunten, zou op langere termijn het hoogspanningsnet moeten
worden uitgebreid. Dergelijke uitbreidingen vergen grote investeringen en kennen
lange doorlooptijden. Ook hebben ze ruimtelijke gevolgen. Een alternatief dat
congestie kan beperken is om de op zee opgewekte elektriciteit niet op het
hoogspanningsnet in te voeden. In plaats daarvan kan de elektriciteit op zee of
aan de kust omgezet worden in andere energiedragers, opgeslagen worden of
gebruikt worden nabij de locatie waar deze aan land komt. Ten slotte kan een
stabielere prijs voor de opgewekte windenergie worden verkregen door het verder
integreren en afstemmen van de elektriciteitsnetten en -markten van buurlanden
en daarvoor meer internationale elektriciteitsverbindingen (interconnectie) aan te
leggen. Nederland zet zich in bilaterale contacten met buurlanden, binnen de
Europese Unie en de Noordzee-energiesamenwerking hiervoor in.
Gezien de omvang en complexiteit van de uitdagingen van de energietransitie in
het algemeen en de rol van de Nederlandse Noordzee daarin, vraagt dit om een
uitvoeringsagenda bij de routekaar 2030, waarin de eerste noodzakelijke stappen
worden gezet en kennis wordt vergaard voor na 2030.
15. Pagina 15 van 16
Directoraat-generaal
Energie, Telecom &
Mededinging
Projectdirectie Energie
uitdagingen 2020
Ons kenmerk
DGETM-E2020 / 17177527IV Uitvoeringsagenda
Met de in deze brief geschetste hoofdlijnen voor de routekaart windenergie op
zee 2030 begint het kabinet nu met de werkzaamheden voor de verdere
uitwerking, voorbereiding en uitvoering ervan. De belangrijkste eerste activiteiten
daarin betreffen:
• de verkaveling van de windenergiegebieden, inclusief opstarten van de
voorbereidende onderzoeken naar de (geo)fysieke omstandigheden en
cultuurhistorische waarden op zee;
• de nadere vormgeving van het net op zee door TenneT en eventuele
alternatieven daarvoor, inclusief de eventuele toepassing van een eiland;
• de verkenning van de aansluitpunten met bijbehorende tracés voor de netten
op zee naar en over land;
• een actualisatie van het Kader Ecologie en Cumulatie voor de windparken op
zee, waarin ook de routekaart 2030 wordt opgenomen.
Na het vastleggen van de conclusies in onder andere het ontwikkelkader
windenergie op zee kan worden begonnen met de vergunningprocedures voor de
windparken en bijbehorende onderdelen van het net op zee. Daarna volgt de
uitgifte van kavels in de windenergiegebieden middels tenders.
Parallel start het kabinet in afstemming met de belanghebbenden op zee met
nadere beleidsvoorbereiding in relatie tot de windenergiegebieden van de
routekaart 2030. Daaronder valt onder meer:
• Onderzoek naar en definiëren van richtlijnen voor doorvaart van windparken
en de noodzakelijke maatregelen en voorzieningen voor veilig
scheepvaartverkeer, Search and Rescue en toezicht en handhaving. Hierbij
betrekt het kabinet de eerste ervaringen met doorvaart in de bestaande
parken in 2018 en 2019.
• Het opstellen van een afwegingskader voor vergunningplichtig medegebruik in
windparken (visserij, aquacultuur, andere vormen van energieopwekking,
etc.) in relatie tot doorvaart van en natuurontwikkeling in windparken.
• Afspraken met mijnbouwondernemingen over de bereikbaarheid,
mogelijkheden voor elektrificatie en ontmanteling van olie- en gasplatforms.
Daarbij zal ook gekeken worden naar (her)gebruik van infrastructuur voor de
opslag van CO2 (CCS). Het kabinet zal te zijner tijd komen met een CCS-
routekaart, die in nauwe samenwerking met de markt wordt ontwikkeld.
• Onderzoek naar de noodzaak van het aanpassen van wet- en regelgeving
rondom het net op zee met het oog op eventuele directe aansluitingen daarop
van industriële afnemers, conversie-installaties (bijv. power2gas), olie- en
gasplatforms (elektrificatie) en CCS-installaties. Een en ander vorm te geven
in het kader van de onlangs aan uw Kamer gestuurde wetgevingsagenda.
Bij de hiervoor genoemde verdere uitwerking, voorbereiding en uitvoering werk ik
in samenwerking met de meest betrokken bewindslieden ook een financiële
paragraaf uit. Deze financiële doorvertaling van de routekaart borgt ook de
verdere implementatie van de voorgestelde uitrol van windparken.
16. Pagina 16 van 16
Directoraat-generaal
Energie, Telecom &
Mededinging
Projectdirectie Energie
uitdagingen 2020
Ons kenmerk
DGETM-E2020 / 17177527Met het oog op een verwachte verdere doorgroei na 2030 zullen de inspanningen
van het kabinet in belangrijke mate gericht zijn op de integratie van windenergie
in de energiehuishouding en het sturen van de vraagzijde, zodat fossiele brand-
en grondstoffen kunnen worden vervangen door alternatieven die met behulp van
de elektriciteit uit de windparken op zee kunnen worden vervaardigd. Dit zal naar
verwachting ook een onderdeel vormen van het nationaal Klimaatakkoord. Verder
zal het kabinet in het kader van de Noordzeestrategie 2030 onderzoeken wat de
meest geschikte gebieden zijn voor een verdere doorgroei van windenergie op zee
in het licht van de andere belangen en waarden op de Noordzee, in het bijzonder
visserij en natuurontwikkeling en –herstel.
Het kabinet wil verder de internationale en regionale samenwerking rondom
duurzame energie op de Noordzee intensiveren, onder andere in de vorm van een
verkenning met de naburige Noordzeelanden om windparkaansluiting en
interconnectie op zee te combineren.
Met de routekaart windenergie op zee 2030 maakt Nederland een volgende stap
naar een waardevolle en verantwoorde benutting van de Noordzee voor natuur,
voedselvoorziening en de transitie naar een CO2-arme energievoorziening in 2050.
Eric Wiebes
Minister van Economische Zaken en Klimaat