Samen werken en samen leren: een literatuurstudie naar de begeleiding op leer...Redactie Werkplekleren
Sinds 2008 participeert de regio Rijnmond met Zadkine, Hogeschool Rotterdam en drie zorginstellingen (verpleeghuis Hannie Dekhuyzen, verpleeghuis de Plantage, en de psychiatrische instelling Parnassia Bavogroep, locatie Berkel) in het landelijke ‘doorbraakproject Werkplekleren’. Hierop aansluitend zijn ook de opleidingen voor onderwijsassistenten en voor managementassistenten in het project betrokken.
Het landelijke project bestaat uit onderzoek en ontwikkelwerk naar en voor de verschillende vormen van werkplekleren. Het Rijnmondse deelproject spitst dit toe op werkplekleren op leerafdelingen. Bij leerafdelingen in de zorg houdt dit in dat ongeveer tien mbo-deel- nemers helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen en hbo-studenten verpleegkunde op één zorgafdeling samen werken en leren. De deelnemers en studenten zijn boventallig op deze afdeling.Deze deelnemers en studenten (verder samen aangeduid als studenten) verrichten alle voorkomende verplegende en verzorgende activiteiten op de leerafdeling. Daarmee werken en leren zij in een authentieke omgeving, namelijk de werkelijke beroeps- situatie waar zij ook na het behalen van het diploma in werkzaam zullen zijn. Zij worden daarbij begeleid door zorgprofessionals, meestal werkbegeleiders en docenten.
In 2010 is in het kader van dit project literatuuronderzoek gedaan naar het samen werken en samen leren op de leerafdeling. Met name naar de begeleiding van het leerproces.
In deze derde publicatie in de reeks ‘Doorbraakproject Werkplekleren Regio Rijnmond’ wordt verslag gedaan van dit literatuuronderzoek.
Deze publicatie is de derde in de reeks ‘Doorbraakproject Werkplekleren Regio Rijnmond’. In de reeks zullen de resultaten van de verschillende onderzoeksactiviteiten verschijnen. Het project loopt tot en met 31 augustus 2011. In de komende twee jaar zullen dan ook nog verschillende publicaties volgen. Met deze publicaties stellen wij de resultaten voor een breder publiek dan alleen de directe participanten in het onderzoek beschikbaar. Wij hopen dat de resultaten van het project bruikbaar zullen zijn om het leren op leerafdelingen en mogelijk ook in andere vormen van werkplekleren verder te ontwikkelen.
Rotterdam, november 2010
Drs A.J.C.M. de Jongh
Projectleider Doorbraakproject Werkplekleren Regio Rijnmond
Sinds 2008 participeert Zadkine samen met de Hogeschool Rotterdam en drie zorginstellin- gen (verpleeghuis Hannie Dekhuyzen, verpleeghuis de Plantage, en de psychiatrische instelling Parnassia Bavogroep, locatie Berkel) in het ‘doorbraakproject Werkplekleren’. In dit project wordt onderzoek gedaan naar de verschillende vormen van werkplekleren. Leereffecten en leerwinsten worden onderzocht.
Er is vanaf 2008 onderzoek gedaan op de leerafdelingen van de hierboven genoemde zorginstellingen. De leerafdeling is een specifieke vorm van werkplekleren, waar ongeveer 10 mbo-deelnemers helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen en hbo-studenten verpleegkunde op één zorgafdeling werken en leren. Deze deelnemers en studenten verrichten alle voorkomende verplegende en verzorgende activiteiten op de leerafdeling. Daarmee leren zij in een authentieke omgeving, namelijk de werkelijke beroepssituatie waar zij ook na het behalen van het diploma in werkzaam zullen zijn.
In 2009 is in het kader van dit project een literatuuronderzoek gedaan naar werkplekleren in het algemeen en werkplekleren op de leerafdeling in het bijzonder.
Dit literatuuronderzoek is gedaan door Dr. Jan Streumer, die als onderzoeker verbonden is aan het ‘doorbraakproject Werkplekleren regio Rijnmond’.
In deze publicatie treft u het verslag aan van het literatuuronderzoek.
Deze publicatie is de eerste in de reeks ‘Doorbraakproject Werkplekleren Regio Rijnmond’. In de reeks zullen de resultaten van de verschillende onderzoeksactiviteiten verschijnen. Het project loopt tot en met 31 augustus 2011. In de komende twee jaar zullen dan ook nog verschillende publicaties volgen.
Met deze publicaties hopen wij de resultaten voor een breder publiek dan alleen de partici- panten in het onderzoek beschikbaar te stellen. Wij hopen dat de resultaten van het onder- zoek bruikbaar zullen zijn om het leren op de leerafdeling verder te ontwikkelen, ook in andere leerafdelingen dan de leerafdelingen in de zorginstellingen die bij dit project betrokken zijn.
Rotterdam, januari 2010
Drs A.J.C.M. de Jongh,
Projectleider ‘Doorbraakproject Werkplekleren Regio Rijnmond’
Sinds 2008 participeert de regio Rijnmond met Zadkine, Hogeschool Rotterdam en drie zorginstellingen (verpleeghuis Hannie Dekhuyzen, verpleeghuis de Plantage, en de psychi- atrische instelling Parnassia Bavogroep, locatie Berkel) in het landelijke ‘doorbraakproject Werkplekleren’. Hierop aansluitend zijn ook de opleidingen voor onderwijsassistenten en voor managementassistenten in het project betrokken.
Het landelijke project bestaat uit onderzoek en ontwikkelwerk naar en voor de verschillende vormen van werkplekleren. Het Rijnmondse deelproject spitst dit toe op werkplekleren op leerafdelingen. Bij leerafdelingen in de zorg houdt dit in dat ongeveer tien mbo-deel- nemers helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen en hbo-studenten verpleegkunde op één zorgafdeling samen werken en leren. De deelnemers en studenten zijn boventallig op deze afdeling.Deze deelnemers en studenten (verder samen aangeduid als studenten) verrichten alle voorkomende verplegende en verzorgende activiteiten op de leerafdeling. Daarmee werken en leren zij in een authentieke omgeving, namelijk de werkelijke beroeps- situatie waar zij ook na het behalen van het diploma in werkzaam zullen zijn. Zij worden daarbij begeleid door zorgprofessionals, meestal werkbegeleiders en docenten.
In 2009 is in het kader van dit project onderzoek gedaan naar de leerafdelingen in de drie genoemde zorginstellingen. Er zijn interviews gehouden met de leidinggevende van de leerafdeling, de docenten uit mbo en hbo die op de leerafdeling participeren, de werkbege- leiders en de studenten. Een doel van al deze interviews was om een eerste zicht te krijgen op de vormgeving en effecten van de leerafdelingen. Hoe wordt er gewerkt en geleerd, niet alleen door de studenten die er stage lopen, maar ook door de docenten en de praktijk- en werkbegeleiders? En wat zijn de verschillen met individuele stages?
In deze tweede publicatie in de reeks ‘Doorbraakproject Werkplekleren Regio Rijnmond’ wordt verslag gedaan van dit onderzoek in 2009. De publicatie start met een hoofdstuk over de achtergronden en aanpak van het doorbraakproject. Ook wordt kort beschreven hoe de in 2009 gevonden resultaten worden gebruikt in het vervolg van het project in 2010, waarin verbeteringen worden doorgevoerd en verder onderzoek wordt gedaan. Het tweede hoofdstuk beschrijft per leerafdeling de resultaten van het onderzoek. In het derde hoofdstuk worden die leerafdelingen met elkaar vergeleken, waarbij gezocht is naar overeenkomsten en verschillen. In het vierde en laatste hoofdstuk staan de conclusies en een eerste reflectie.

Deze publicatie is de tweede in de reeks ‘Doorbraakproject Werkplekleren Regio Rijnmond’.
Rotterdam, mei 2010 Drs A.J.C.M. de Jongh
Projectleider Doorbraakproject Werkplekleren Regio Rijnmond
Samenwerken op de leerafdeling: matching bij plaatsing en samenwerkingsrelat...Redactie Werkplekleren
Sinds 2008 participeert de Regio Rijnmond met Zadkine, Hogeschool Rotterdam en drie zorginstellingen (verpleeghuis Hannie Dekhuyzen, verpleeghuis de Plantage en de psychia- trische instelling Parnassia Bavo-Europoort, locatie Berkel) in het ‘Doorbraakproject Werkplekleren’.
De Regio Rijnmond participeert met de leerafdelingen als bijzondere vorm van werkplekle- ren in het doorbraakproject.
In het kader van het Regionale project wordt onderzoek gedaan naar de vormgeving van de leerafdeling in de genoemde drie zorginstellingen, naar de begeleiding van het leerpro- ces op de verschillende leerafdeling, naar de professionalisering van de opleiders die betrokken zijn bij het project.
De resultaten van het Doorbraakproject Werkplekleren worden in brochures neergelegd. Voor u ligt de vierde brochure.
Het thema van deze brochure is de matching van de studenten met de leerafdelingen. Er is onderzoek gedaan naar de wijze waarop de matching van de studenten met de leerafdelin- gen plaatsvindt.
De resultaten van dat onderzoek treft u in deze brochure aan.
Opvallend is dat er vooral sprake is van kwantitatieve aspecten die de matching bepalen. Kwalitatieve aspecten komen op de tweede plaats.
De brochure eindigt met enkele aanbevelingen die de onderzoekers op basis van het onder- zoek hebben geformuleerd.
Rotterdam, juni 2011 Drs A.J.C.M. de Jongh
Projectleider Doorbraakproject Werkplekleren Regio Rijnmond
Samen werken en samen leren: een literatuurstudie naar de begeleiding op leer...Redactie Werkplekleren
Sinds 2008 participeert de regio Rijnmond met Zadkine, Hogeschool Rotterdam en drie zorginstellingen (verpleeghuis Hannie Dekhuyzen, verpleeghuis de Plantage, en de psychiatrische instelling Parnassia Bavogroep, locatie Berkel) in het landelijke ‘doorbraakproject Werkplekleren’. Hierop aansluitend zijn ook de opleidingen voor onderwijsassistenten en voor managementassistenten in het project betrokken.
Het landelijke project bestaat uit onderzoek en ontwikkelwerk naar en voor de verschillende vormen van werkplekleren. Het Rijnmondse deelproject spitst dit toe op werkplekleren op leerafdelingen. Bij leerafdelingen in de zorg houdt dit in dat ongeveer tien mbo-deel- nemers helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen en hbo-studenten verpleegkunde op één zorgafdeling samen werken en leren. De deelnemers en studenten zijn boventallig op deze afdeling.Deze deelnemers en studenten (verder samen aangeduid als studenten) verrichten alle voorkomende verplegende en verzorgende activiteiten op de leerafdeling. Daarmee werken en leren zij in een authentieke omgeving, namelijk de werkelijke beroeps- situatie waar zij ook na het behalen van het diploma in werkzaam zullen zijn. Zij worden daarbij begeleid door zorgprofessionals, meestal werkbegeleiders en docenten.
In 2010 is in het kader van dit project literatuuronderzoek gedaan naar het samen werken en samen leren op de leerafdeling. Met name naar de begeleiding van het leerproces.
In deze derde publicatie in de reeks ‘Doorbraakproject Werkplekleren Regio Rijnmond’ wordt verslag gedaan van dit literatuuronderzoek.
Deze publicatie is de derde in de reeks ‘Doorbraakproject Werkplekleren Regio Rijnmond’. In de reeks zullen de resultaten van de verschillende onderzoeksactiviteiten verschijnen. Het project loopt tot en met 31 augustus 2011. In de komende twee jaar zullen dan ook nog verschillende publicaties volgen. Met deze publicaties stellen wij de resultaten voor een breder publiek dan alleen de directe participanten in het onderzoek beschikbaar. Wij hopen dat de resultaten van het project bruikbaar zullen zijn om het leren op leerafdelingen en mogelijk ook in andere vormen van werkplekleren verder te ontwikkelen.
Rotterdam, november 2010
Drs A.J.C.M. de Jongh
Projectleider Doorbraakproject Werkplekleren Regio Rijnmond
Sinds 2008 participeert Zadkine samen met de Hogeschool Rotterdam en drie zorginstellin- gen (verpleeghuis Hannie Dekhuyzen, verpleeghuis de Plantage, en de psychiatrische instelling Parnassia Bavogroep, locatie Berkel) in het ‘doorbraakproject Werkplekleren’. In dit project wordt onderzoek gedaan naar de verschillende vormen van werkplekleren. Leereffecten en leerwinsten worden onderzocht.
Er is vanaf 2008 onderzoek gedaan op de leerafdelingen van de hierboven genoemde zorginstellingen. De leerafdeling is een specifieke vorm van werkplekleren, waar ongeveer 10 mbo-deelnemers helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen en hbo-studenten verpleegkunde op één zorgafdeling werken en leren. Deze deelnemers en studenten verrichten alle voorkomende verplegende en verzorgende activiteiten op de leerafdeling. Daarmee leren zij in een authentieke omgeving, namelijk de werkelijke beroepssituatie waar zij ook na het behalen van het diploma in werkzaam zullen zijn.
In 2009 is in het kader van dit project een literatuuronderzoek gedaan naar werkplekleren in het algemeen en werkplekleren op de leerafdeling in het bijzonder.
Dit literatuuronderzoek is gedaan door Dr. Jan Streumer, die als onderzoeker verbonden is aan het ‘doorbraakproject Werkplekleren regio Rijnmond’.
In deze publicatie treft u het verslag aan van het literatuuronderzoek.
Deze publicatie is de eerste in de reeks ‘Doorbraakproject Werkplekleren Regio Rijnmond’. In de reeks zullen de resultaten van de verschillende onderzoeksactiviteiten verschijnen. Het project loopt tot en met 31 augustus 2011. In de komende twee jaar zullen dan ook nog verschillende publicaties volgen.
Met deze publicaties hopen wij de resultaten voor een breder publiek dan alleen de partici- panten in het onderzoek beschikbaar te stellen. Wij hopen dat de resultaten van het onder- zoek bruikbaar zullen zijn om het leren op de leerafdeling verder te ontwikkelen, ook in andere leerafdelingen dan de leerafdelingen in de zorginstellingen die bij dit project betrokken zijn.
Rotterdam, januari 2010
Drs A.J.C.M. de Jongh,
Projectleider ‘Doorbraakproject Werkplekleren Regio Rijnmond’
Sinds 2008 participeert de regio Rijnmond met Zadkine, Hogeschool Rotterdam en drie zorginstellingen (verpleeghuis Hannie Dekhuyzen, verpleeghuis de Plantage, en de psychi- atrische instelling Parnassia Bavogroep, locatie Berkel) in het landelijke ‘doorbraakproject Werkplekleren’. Hierop aansluitend zijn ook de opleidingen voor onderwijsassistenten en voor managementassistenten in het project betrokken.
Het landelijke project bestaat uit onderzoek en ontwikkelwerk naar en voor de verschillende vormen van werkplekleren. Het Rijnmondse deelproject spitst dit toe op werkplekleren op leerafdelingen. Bij leerafdelingen in de zorg houdt dit in dat ongeveer tien mbo-deel- nemers helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen en hbo-studenten verpleegkunde op één zorgafdeling samen werken en leren. De deelnemers en studenten zijn boventallig op deze afdeling.Deze deelnemers en studenten (verder samen aangeduid als studenten) verrichten alle voorkomende verplegende en verzorgende activiteiten op de leerafdeling. Daarmee werken en leren zij in een authentieke omgeving, namelijk de werkelijke beroeps- situatie waar zij ook na het behalen van het diploma in werkzaam zullen zijn. Zij worden daarbij begeleid door zorgprofessionals, meestal werkbegeleiders en docenten.
In 2009 is in het kader van dit project onderzoek gedaan naar de leerafdelingen in de drie genoemde zorginstellingen. Er zijn interviews gehouden met de leidinggevende van de leerafdeling, de docenten uit mbo en hbo die op de leerafdeling participeren, de werkbege- leiders en de studenten. Een doel van al deze interviews was om een eerste zicht te krijgen op de vormgeving en effecten van de leerafdelingen. Hoe wordt er gewerkt en geleerd, niet alleen door de studenten die er stage lopen, maar ook door de docenten en de praktijk- en werkbegeleiders? En wat zijn de verschillen met individuele stages?
In deze tweede publicatie in de reeks ‘Doorbraakproject Werkplekleren Regio Rijnmond’ wordt verslag gedaan van dit onderzoek in 2009. De publicatie start met een hoofdstuk over de achtergronden en aanpak van het doorbraakproject. Ook wordt kort beschreven hoe de in 2009 gevonden resultaten worden gebruikt in het vervolg van het project in 2010, waarin verbeteringen worden doorgevoerd en verder onderzoek wordt gedaan. Het tweede hoofdstuk beschrijft per leerafdeling de resultaten van het onderzoek. In het derde hoofdstuk worden die leerafdelingen met elkaar vergeleken, waarbij gezocht is naar overeenkomsten en verschillen. In het vierde en laatste hoofdstuk staan de conclusies en een eerste reflectie.

Deze publicatie is de tweede in de reeks ‘Doorbraakproject Werkplekleren Regio Rijnmond’.
Rotterdam, mei 2010 Drs A.J.C.M. de Jongh
Projectleider Doorbraakproject Werkplekleren Regio Rijnmond
Samenwerken op de leerafdeling: matching bij plaatsing en samenwerkingsrelat...Redactie Werkplekleren
Sinds 2008 participeert de Regio Rijnmond met Zadkine, Hogeschool Rotterdam en drie zorginstellingen (verpleeghuis Hannie Dekhuyzen, verpleeghuis de Plantage en de psychia- trische instelling Parnassia Bavo-Europoort, locatie Berkel) in het ‘Doorbraakproject Werkplekleren’.
De Regio Rijnmond participeert met de leerafdelingen als bijzondere vorm van werkplekle- ren in het doorbraakproject.
In het kader van het Regionale project wordt onderzoek gedaan naar de vormgeving van de leerafdeling in de genoemde drie zorginstellingen, naar de begeleiding van het leerpro- ces op de verschillende leerafdeling, naar de professionalisering van de opleiders die betrokken zijn bij het project.
De resultaten van het Doorbraakproject Werkplekleren worden in brochures neergelegd. Voor u ligt de vierde brochure.
Het thema van deze brochure is de matching van de studenten met de leerafdelingen. Er is onderzoek gedaan naar de wijze waarop de matching van de studenten met de leerafdelin- gen plaatsvindt.
De resultaten van dat onderzoek treft u in deze brochure aan.
Opvallend is dat er vooral sprake is van kwantitatieve aspecten die de matching bepalen. Kwalitatieve aspecten komen op de tweede plaats.
De brochure eindigt met enkele aanbevelingen die de onderzoekers op basis van het onder- zoek hebben geformuleerd.
Rotterdam, juni 2011 Drs A.J.C.M. de Jongh
Projectleider Doorbraakproject Werkplekleren Regio Rijnmond
Leren van betekenis Over ‘betekenisvolle leersituaties’ van studenten en ople...Redactie Werkplekleren
Sinds 2008 participeert Zadkine samen met de Hogeschool Rotterdam en drie zorginstellingen (verpleeghuis Hannie Dekhuijsen, verpleeghuis de Plantage en de psychiatrische instelling Parnassia Bavogroep, locatie Berkel) in het ‘Doorbraakproject Werkplekleren’.
In dit project wordt onderzoek gedaan op de leerafdelingen van de hiervoor genoemde zorginstellingen. Op basis van het onderzoek worden onder andere voorstellen gedaan voor interventies in het begeleiden van het leerproces op de leerafdeling.
Vanaf medio 2010 is er onderzoek gedaan naar betekenisvol leren op de leerafdelingen. Studenten en opleiders zijn gevraagd om gedurende een bepaalde periode een aantal situaties te beschrijven waarvan zij vinden dat zij in die situatie geleerd hebben, of waaruit duidelijk blijkt dat er zeker niet geleerd is. In deze brochure wordt verslag gedaan van het onderzoek en de resultaten daarvan. Meer dan 50 situaties zijn beschreven en geanaly- seerd. Uit de analyse blijkt dat er zowel formeel als informeel geleerd is in de situaties. Maar ook is duidelijk geworden, dat leren gepland plaatsvond en ook niet gepland. Kortom diverse vormen van leren zijn uit het onderzoek naar voren gekomen. Specifiek is in de analyse gekeken naar het samen leren of het individueel leren. De veronderstelling luidt namelijk dat het specifieke van leren op de leerafdeling samenleren is. Als dat al plaats- vindt dan is het samenleren dat plaatsvindt tussen studenten onderling of tussen studenten en opleiders, met name werkbegeleiders.
Op basis van deze onderzoeksresultaten is met een groep werkbegeleiders uit één van de zorginstellingen een kort professionaliseringstraject gestart met als doel werkbegeleiders meer ‘tools’ te geven om het begeleiden van het leerproces op de leerafdeling (nog) meer systematisch, planmatig te laten plaatsvinden, danwel alledaagse situaties te benutten als leersituatie.
Deze publicatie ‘Leren van betekenis’ is de vijfde publicatie in de reeks ‘Doorbraakproject Werkplekleren Regio Rijnmond’.
Met deze publicatie hopen wij resultaten uit het doorbraakproject beschikbaar te stellen voor een breder publiek dan alleen de participanten in het onderzoek. Wij hopen dat ook deze resultaten de vele opleiders die werkzaam zijn op leerafdelingen in zorginstellingen zullen inspireren tot het verder ontwikkelen van het concept leerafdeling en het nog professioneler begeleiden van het leerproces dat op de leerafdeling plaatsvindt.
Rotterdam, augustus 2011 Drs A.J.C.M. de Jongh,
projectleider ‘Doorbraakproject Werkplekleren Rregio Rijnmond’
Workshop I Stimuleringsplan Loopbaanorientatie En BegeleidingVO-raad
(N)iets nieuws onder de zon
In de Kwaliteitsagenda van het ministerie van OCW en de sectoragenda van de VO-raad is één van de beleidsprioriteiten voor de
komende jaren gericht op het beter benutten van talenten van leerlingen en het voorkomen van voortijdig schoolverlaten. Eén van de manieren om dat te bereiken, is te zorgen dat leerlingen zich goed kunnen voorbereiden op hun vervolg schoolloopbaan. Veel scholen bieden in dat kader loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) aan. Toch zijn er veel leerlingen die geen of een verkeerde keuze maken of die niet weten hoe ze moeten
kiezen. Om te stimuleren dat scholen zich bezinnen op welke wijze zij hun leerlingen laten nadenken over hun loopbaan,
werkt de VO-raad aan een Stimuleringsplan LOB.
Deze workshop neemt u mee naar dit Stimuleringsplan. Daarin laten we u zien hoe loopbaanleren de leerling centraal
stelt. Ook komt aan de orde het ervaren van de beroepspraktijk, het zien van loopbaanleren als proces en het inbedden in de schoolpraktijk.
De workshop wordt geleid door mensen uit zowel de praktijk als de beleidsmatige kant. Hans de Wit, Peter Lucas en Guido
Beckers gaan in op de ervaringen vanuit de schoolpraktijk en de inhoud van het stimuleringsplan.
Leren van betekenis Over ‘betekenisvolle leersituaties’ van studenten en ople...Redactie Werkplekleren
Sinds 2008 participeert Zadkine samen met de Hogeschool Rotterdam en drie zorginstellingen (verpleeghuis Hannie Dekhuijsen, verpleeghuis de Plantage en de psychiatrische instelling Parnassia Bavogroep, locatie Berkel) in het ‘Doorbraakproject Werkplekleren’.
In dit project wordt onderzoek gedaan op de leerafdelingen van de hiervoor genoemde zorginstellingen. Op basis van het onderzoek worden onder andere voorstellen gedaan voor interventies in het begeleiden van het leerproces op de leerafdeling.
Vanaf medio 2010 is er onderzoek gedaan naar betekenisvol leren op de leerafdelingen. Studenten en opleiders zijn gevraagd om gedurende een bepaalde periode een aantal situaties te beschrijven waarvan zij vinden dat zij in die situatie geleerd hebben, of waaruit duidelijk blijkt dat er zeker niet geleerd is. In deze brochure wordt verslag gedaan van het onderzoek en de resultaten daarvan. Meer dan 50 situaties zijn beschreven en geanaly- seerd. Uit de analyse blijkt dat er zowel formeel als informeel geleerd is in de situaties. Maar ook is duidelijk geworden, dat leren gepland plaatsvond en ook niet gepland. Kortom diverse vormen van leren zijn uit het onderzoek naar voren gekomen. Specifiek is in de analyse gekeken naar het samen leren of het individueel leren. De veronderstelling luidt namelijk dat het specifieke van leren op de leerafdeling samenleren is. Als dat al plaats- vindt dan is het samenleren dat plaatsvindt tussen studenten onderling of tussen studenten en opleiders, met name werkbegeleiders.
Op basis van deze onderzoeksresultaten is met een groep werkbegeleiders uit één van de zorginstellingen een kort professionaliseringstraject gestart met als doel werkbegeleiders meer ‘tools’ te geven om het begeleiden van het leerproces op de leerafdeling (nog) meer systematisch, planmatig te laten plaatsvinden, danwel alledaagse situaties te benutten als leersituatie.
Deze publicatie ‘Leren van betekenis’ is de vijfde publicatie in de reeks ‘Doorbraakproject Werkplekleren Regio Rijnmond’.
Met deze publicatie hopen wij resultaten uit het doorbraakproject beschikbaar te stellen voor een breder publiek dan alleen de participanten in het onderzoek. Wij hopen dat ook deze resultaten de vele opleiders die werkzaam zijn op leerafdelingen in zorginstellingen zullen inspireren tot het verder ontwikkelen van het concept leerafdeling en het nog professioneler begeleiden van het leerproces dat op de leerafdeling plaatsvindt.
Rotterdam, augustus 2011 Drs A.J.C.M. de Jongh,
projectleider ‘Doorbraakproject Werkplekleren Rregio Rijnmond’
Workshop I Stimuleringsplan Loopbaanorientatie En BegeleidingVO-raad
(N)iets nieuws onder de zon
In de Kwaliteitsagenda van het ministerie van OCW en de sectoragenda van de VO-raad is één van de beleidsprioriteiten voor de
komende jaren gericht op het beter benutten van talenten van leerlingen en het voorkomen van voortijdig schoolverlaten. Eén van de manieren om dat te bereiken, is te zorgen dat leerlingen zich goed kunnen voorbereiden op hun vervolg schoolloopbaan. Veel scholen bieden in dat kader loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) aan. Toch zijn er veel leerlingen die geen of een verkeerde keuze maken of die niet weten hoe ze moeten
kiezen. Om te stimuleren dat scholen zich bezinnen op welke wijze zij hun leerlingen laten nadenken over hun loopbaan,
werkt de VO-raad aan een Stimuleringsplan LOB.
Deze workshop neemt u mee naar dit Stimuleringsplan. Daarin laten we u zien hoe loopbaanleren de leerling centraal
stelt. Ook komt aan de orde het ervaren van de beroepspraktijk, het zien van loopbaanleren als proces en het inbedden in de schoolpraktijk.
De workshop wordt geleid door mensen uit zowel de praktijk als de beleidsmatige kant. Hans de Wit, Peter Lucas en Guido
Beckers gaan in op de ervaringen vanuit de schoolpraktijk en de inhoud van het stimuleringsplan.
1. Curriculumontwikkeling: 39 jaar
uitdaging
Jan Nedermeijer
Afscheidssymposium Jan Nedermeijer:
29 juni 2012
Studiesucces, gewoon doen
ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
2. Curriculumontwikkeling: 39 jaar uitdaging
Wat heeft gemaakt dat ik mij van chemicus
omschoolde naar onderwijskundige en dat bijna 39 jaar
volhield?
2 ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
3. Leidraad presentatie:
Uitgaan van de resultaten van curriculum-
ontwikkeling:
o Wat heb ik, achteraf bekeken, gedaan?
o Wat werkte, wat was belangrijk, wat was
minder belangrijk?
o Kan de aanpak niet effectiever, sneller en
consequenter, en dus beter?
3 ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
4. Proyek Tata Guna Air
o Mijn eerst grote curriculum-project:
Water Users Training project in
Indonesië. (start in 1984, 3 jaar aan
gewerkt)
o Scholing gericht op het goed runnen
van een technisch irrigatiesysteem.
o Voor key farmers en ambtenaren
Irrigatiedienst.
o Opzetten van een modulair
curriculum.
o 115 modules voor zo’n 2000 uur
onderwijs in het Engels en
Indonesisch plus de scholing van
docenten.
4 ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
5. Uiteindelijk resultaat
Pilot uigevoerd in drie provincies, daarna
uitgebreid naar 11 provincies en naar India.
Project was dus een succes .
5 ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
6. Constateringen
Verschil in opvattingen
tussen de ingenieurs Ruimte nemen voor de
en onderwijskundigen. moderne didactiek.
Belang van vaardigheden Belang analyse beroepspraktijk:
en het oefenen ervan. gebruik van taakanalyse, issue-
.
analyse
Helder kader maken voor
individuele modules.
Kwaliteiten van de docenten
cruciaal voor succes.
6 ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
7. Hoe ga ik een curriculumproject in het hoger
onderwijs in Nederland aanpakken?
Kan het niet effectiever? In kortere tijd?
Radbouduniversiteit
Via projecten voor het HBO
stap voor stap toegegroeid
naar een slimmere aanpak.
Boekhandel en uitgeverij
Alle Agrarische Hbo-Opleidingen Verpleegkunde
SHAO (landelijke organisatie) (Hogeschool Alkmaar)
Ruimtelijke ordening en planologie Master Land – en watermanagement
(Hogeschool Larenstein)
7 ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
8. Waarom is het ontwerpen van een curriculum
zo lastig?
7. Afsluiting
Nominaal studeren
8. Voortgangsregulatie
9. Motiveren Studieonderdelen jaar 3
10. Persoonlijke ontwikkeling
11. Sociale interactie
12. Opbouw en accumulatie
Studieonderdelen jaar 2
2. Consistent
1. Aansluiting en 3. Relevant
matching 4. Effectiviteit
5. Praktische uitvoerbaarheid
6. Transparant
Studieonderdelen jaar 1
Bachelorprogramma 3 jaar
Kwaliteitscriteria voor een HO-curriculum
8 ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
9. Designprincipes
Designprincipes helpen je bij het bedenken hoe je aan de slag kan
gaan om een curriculum te ontwerpen.
Ze geven je echter geen garantie op succes.
9 ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
10. Definitie designprincipe (naar van den Akker)
Twee typen designprincipes
Beschrijven van de essentiële kenmerken van het designproduct
(of: hoe ziet het eruit?) in een specifieke situatie. (= een curriculum,
beroepsbeeld, een didactisch concept, een curriculumblauwdruk, een
onderwijsleerstrategie e.d)
of
Beschrijven van de essentiële kenmerken van de manier waarop
het designproduct is gemaakt in een specifieke situatie.
Dit alles onderbouwd vanuit empirisch onderzoek en
praktijkervaringen.
10 ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
11. Context HBO “de koninklijke weg van
curriculumontwikkeling”
1. Het opstellen van een beroepsprofiel
2. Opstellen opleidingsconcept
3. Schetsen van de grote lijnen
van de opleiding (de blauwdruk)
4. Concreet uitwerken van
de studieonderdelen
5. Evaluatie
11 ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
12. Procedurele designprincipes Essentiële kenmerken
1. Het opstellen van een Inventariseren en beschrijven van:
beroepsprofiel •Rollen, (kern)taken en deeltaken
•Beroepssituaties en vraagstukken
•Producten en diensten van de beroepsgroep
•Trends en ontwikkelingen (issues)
•Beroepshoudingen (attitudes)
2. Opstellen opleidingsconcept Uitwerken van de:
•Korte karakterisering van het beroep
•Competenties en beroepshoudingen
•Vakinhoud en vakgerichte vaardigheden
•Curriculumorganisatie en rooster
•Didactisch model inclusief de keuze van
onderwijsvormen en uitwerking
3. Schetsen van de grote Aangeven van:
lijnen •Plaats competenties in het curriculum
van de opleiding (de •Een overzicht van de modules
blauwdruk) •De onderwijsvormen
•De toetsing en het OER
•Inzet docenten
•Studiegidsbeschrijvingen
•……..
12 ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
13. Master Fysiotherapie Semester 1
Thema Definiëring
Het expliciet maken van wat men impliciet al weet en doet en vervolgens
nagaan hoe het eigen handelen verbeterd kan worden.
Rollen Specialist
Beroepssituaties Klinisch redeneren bij chronisch zieken; ketenzorg; preventie en
voorlichting; richtlijnen; case management; voorlichting en educatie;
Vraagstukken Verhelderen zorgvraag (‘patiënt values’); onderbouwen diagnostisch
methodisch handelen
Diensten en Werkplan ‘case report’; Voordrachten; Overdracht; RPS-formulier;
producten Voorlichtingsplan en verslag; Samenvatting artikel klinisch redeneren;
Competenties 1, 3,5, 6, 8, 11, 12
Vakinhoud Modellen / richtlijn verslaglegging; Modellen zorgvraag
Gedragsverandering; Pathologie; Voorlichtingskunde leermodellen;
Ketenzorg en de rol van FT.
Wetenschapslijn Methoden & technieken; Wetenschapsfilosofie; epidemiologie;
Kennis modellen; Zoeken, interpreteren literatuur;
Klinimetrie; Interpreteren basisliteratuur;
Portfolio Invoeren tekst in portfolio.
Voortgangsgesprekken
13 ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
14. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42
3w 4w Gedrag in
Vrouw, relatie tot 2w to to 4w Verlos-
et 3w et
verloskun 5w Bouw en 5w Metabole gezondheid Leer 5w Circulatie en 5w Hersenen en 4w Optimale kundige
Jaar 1 si Homeost si
de en bewegen systemen en maat- onde n volumeregulatie zintuigen zorg n beroepsorien
ase
maatsch schappij rzoek g g terede stage
appij ontwikkeling
Doorlopende verloskundige stage
2w t
3w 4w
3w Verlos o
3w Sekse en 2w Capita
Genont- kundi 5w Arbeid, e
Ontwikke 5w Start van een 5w Van baby tot Toets- seksuali- Leer- 8w Veel voorkomende pathologie selecta
Jaar 2 wikkeling ge leefstijl en t
ling en mensenleven jong volwassene prak-
ing teit en onde (alle domeinen) Of
en om- gezondheid si
ziekteleer tijk relaties rzoek kennis-
geving n
stage ikring
g
to 2w KTC,
et MOET/ 7w Verloskunde praktijk
6w Psychisch 6w Stage Monitoring 4w Kinderge- 5w Public health 5w 6w Wetenschappelijk
Jaar 3 si POET
functioneren foetus en neonaat neeskunde n Project Keuzeonderwijs stage focusonderwijs
g
10w Masterstage 1 Verloskunde in 8w Msterstage 2 in de 8w Masterstage 3 in de
Jaar 4 de klinische setting verloskundige praktijk Verloskunde klinische setting 7w Keuzestage Master 9w Wetenschappelijke stage
Wekelijkse stageterugkomdagen
5w
Jaar 4,5
Wetenschappelijk 16w Verloskundige Eindstage
e stage (vervolg)
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42
Plus een korte schets van de opleiding per semester
14 ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
15. Nieuwe designprincipes in de koninklijke weg van
curriculumontwikkeling
o Vakkennis en toetsing krijgen (in het hbo) weer expliciet aandacht na de
hype van de competenties.
o Concrete uitvoering curriculumontwikkeling verschilt per project.
o Voorbereidend werk in een curriculumcommissie. Bespreken resultaten.
o Gebruik maken van ervaring docenten.
o De blauwdruk breekt door. Cruciaal voor de beeldvorming: men ziet de
opleiding eindelijk concreet voor zich!
15 ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
16. Tussenconclusies
o Steeds beter greep gekregen op
curriculumontwikkeling.
o Nog niet goed opgelost: het aangeven van
niveaus in de ontwikkeling van de competenties.
o Lastig punt: Wat zijn nu eigenlijk competenties
(toen nog KBV’s) en wat zijn beroepshoudingen.
o Lastig maar cruciaal: Realiseren passende
organisatie van het curriculumproject.
16 ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
17. De aanpak van curriculumontwikkeling
kristalliseerde steeds verder uit
o Uitwerken competenties in niveaus is
gerealiseerd.
o Het idee Leerlijnen is o.a. concreet
uitgewerkt in de opleiding
Geneeskunde (LUMC).
o Didactisch concept is scherper en
bruikbaarder geworden.
Dit zijn inmiddels onmisbare
designprincipes geworden.
17 ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
18. Vereenvoudigd voorbeeld van een leerlijn
1. Opzetten en • Het opzetten en • Onder begeleiding • Zelfstandig
uitvoeren van uitvoeren van een opzetten en uitvoeren opzetten en
technisch eenvoudig onderzoek van een kwalitatief of uitvoeren
natuurkundig naar een praktisch kwantitatief onder- onderzoek vanuit
experimenteel probleem. zoek waarbij alle de wetenschap of
onderzoek • …. onderzoeksfasen aan vanuit de praktijk.
bod komen. • ……
• …...
18 ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
19. Kunnen de designprincipes uit de
Koninklijke weg niet ook in andere
contexten gebruikt worden?
Twee voorbeelden
19 ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
20. Voorbeeld 1 “Zelfstudies en aanvragen
nieuwe opleidingen (NVAO)”
o Zelfstudies en aanvragen nieuwe
opleiding: werkelijke kwaliteit
opleiding komt niet altijd tot zijn recht.
o Meegewerkt aan zelfstudies en
aanvragen nieuwe opleiding:
Geneeskunde, Master Fysiotherapie, Bachelor en
Master Verloskunde, Bachelor Stedenbouwkunde
en Bachelor Watermanagement.
o Toepassen designprincipes uit de
Koninklijke weg bleken de documenten
aanzienlijk te versterken.
Eindkwalificaties, didactisch concept,
blauwdruk, studiegidsteksten.
20 ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
21. Voorbeeld 2 “Formuleren voorstellen voor
verbeteren studiesucces van een bestaande
universitaire opleiding”.
Projecten bij Technische Natuurkunde (TUDelft), Informatica (VU) en
Huisartsgeneeskunde (LUMC)
Designprincipes uit de Koninklijke weg van curriculumontwikkeling
bleken ook in deze context goede hulpmiddelen, met name:
1. Issue-analyse, eindkwalificaties, didactisch concept, blauwdruk,
studiegidsbeschrijvingen.
2. Gebruik maken van ervaring docenten.
3. Bespreken resultaten in curriculumcommissie en met de docenten.
21 ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
22. Samenvattend
Ik heb u een schets gegeven van hoe
mijn aanpak van curriculumontwerpen
zich in de loop der jaren stap voor stap
heeft ontwikkeld.
Al doende leren, kijken hoe anderen het
doen, bedenken van een vernieuwde
aanpak, heeft mij geholpen om mijzelf
steeds verder te professionaliseren en het
werk effectiever uit te voeren.
De aanpak is in verschillende contexten
effectief gebleken. Hier geldt de
opmerking Studiesucces, gewoon doen.
Het is typisch werk dat door een
onderwijskundige gedaan wordt (samen
met docenten, management en
beleidsmedewerkers).
22 ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
23. Maar vragen blijven er ….
Bijvoorbeeld:
Waarom is er niet meer onderzoek naar de designprincipes
bij curriculumontwikkeling in het HO?
(Educational design research, van den Akker cs)
Hoe kun je een diepere verwerking van de leerstof
realiseren?
Hoe kun je ervoor zorgen dat je op een efficiënte manier het
behalen van de leerdoelen toetst? (zie bijvoorbeeld van Vleuten)
Het verder uitwerken van leerlijnen in concrete
leeractiviteiten. En hoe kan ICTO daarbij helpen?
Kunnen ook hiervoor designprincipes geformuleerd worden?
23 ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
24. Plannen voor de toekomst:
Doorgaan met de website Studiesuccesho.
Mijn ervaringen met curriculumontwikkeling
verder uitwerken in een artikel, in een tweede
boek of ‘iets’ op het internet.
24 ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
Editor's Notes
0kt 1973 – 1 juli 2012, 38 jaar en 9 maanden, na een studie van 8 jaar (hoofdvak anorganische chemie en uitgebreid bijvak toegepaste onderwijskunde).
Dames en heren Ik voel mij duidelijk vereerd dat u met zoveel bent gekomen. Dat maakt het des te leuker voor mij om in te gaan op vraag die ik in nn presentatie wil proberen te beantwoorden. Wat heeft gemaakt dat …….. Ik wil dit graag proberen uit te leggen aan de hand van één aspect in mijn werk: het ontwerpen en uitwerken van een curriculum. Maar eerst: waarom gekozen voor het werken als onderwijskundige. In de begin 70-jaren veel discussie tussen studenten en docenten. De communicatie met de docenten was in die tijd niet geweldig. O3 gaf de mogelijkheid om een bijvak TO te volgen. de suggestie van O3: Maak dan maar zelf beter onderwijs was Wat diverse scheikunde studenten aansprak. Albert, pierre, ikzelf. Maar waarom ben ik het gebleven?
Landelijk project met laboratoriumonderwijs. Nodige ervaring opgedaan.
Refereren aan lab.onderwijs Er lag en concept van een syllabus over de werking van de technische kunstwerken, beleid van het ministerie, e.d. Een goede leerbehoefte-inventarisatie ontbrak. Case study was nieuw: boeginese boeren zeer gemotiveerd . Docenten praten liever met een microfoon praten in een kleine zaal voor 35 mensen.!
BU modulair SHAO: 12 opleidingen: kbv en opleidingsconcept bespreken in teams! In die periode meegewerkt aan de masteropleiding Larenstein: opzoeken Bij ruimtelijke ordening en planologie kwamen een aantal ideeen over curriculumontwikkeling samen.
Waarom is het ontwerpen en ontwikkelen zo lastig? Veel punten waar je op moet letten, deze stellen alle 12 weer andere eisen. Uit IVLOS Utrecht en Nieveen (SLO)
Op basis van de ervaringen waarover ik verteld heb: voortschrijdend inzicht resulteerde in de KoWe van CuOn. Achteraf noem ik het designprincipes: designprincipes is een concept uit de educational design research ontwikkeld en onderzocht is.
Educational design research hbo-, wo-, discipline-, master- of bacheloronderwijs)
Benadrukken belang van veranderprocessen: verschilt per context, kan behoorlijk wat tijd vragen of een nieuwe ontwikkelingen blokkeren (al dan niet terecht) Het ziet er complex uit, een paar activiteiten wilde ik kort toelichten. De andere zijn echter net zo belangrijk. Geen harde voorschriften, hoe je het moet uitvoeren hangt af van de context Maar als je je niet aan een designregel hodt loop je een riosico (gewoon goed in de gaten houden). Competenties niet in detail of nog verder uitwerken. Toetsen wordt er niet makkelijker door. 1,2 en 3 zijn de hoe punten, te toelichting zijn de wat punten. Maar bij de wat-punten kan ook weer aangeven hoe die wat-punten eruit moeten gaan zien.
Geel leerlijn onderzoek, bruin toetsweken. Samen met een korte schets per semester. Dit bleek voorlopig voldoende
Eerste signalen vanuit het hbo dat de kennis verwaarloosd wordt in projectonderwijs. Vandaar stevig aangezet in het opleidingsconcept. Het blijkt dat een analyse van ontwikkelingen in het beroep en het onderwijs allerlei zaken naar boven haalt die docenten zouden willen veranderen. En geeft hiermee een stevige basis om bepaalde zaken aan te pakken. Hetzelfde geldt voor als je eerst een probleemanalyse moet maken.
Conclusie 4: hele andere orde. Veranderkunde is de andere kant van de curriculumontwikkeling medaille. Competenties vaak op basis assessment: klantvirnelijk, doorzetten, e.d. Ik beschouw de als beroepshoudingen. Competenties wat mij betreft: complexe vaardigheden die kenmerkend zijn voor de discipline. In de praktijk zijn deze vaardigheden gekoppeld aan beroepshoudingen, andere vaardigheden en (vak)kennis. Andere woorden ervoor zijn: eindtermen, kwalificaties (deze zijn weer helemaal in). Je hebt ze nodig om duidelijk te maken aan derden wat je wilt bereiken met je opleiding en je moet ze kunnen gebruiken bij het uitwerken van het onderwijsprogramma
Met dank aan de lerarenoplediing en de HLO Hog. Leiden. In verschillende projecten
TN, resultaat van veel discussie, literatuuronderzoek en van het promotieonderzoek binnen de afdeling Aandacht aan de beroepshouding, niet alleen instrumenteel leren van onderzoeksvaardigheden, maar ook nieuwsgierigheid, e.d. Je moet als student werken aan een dergelijke houding.
Dus heel veel werk, in die tijd zou je toch een meer overtuigende zelfstudie kunnen schrijven
Maar ook voor “Research intensief onderwijs, blended learning, veranderingen in de discipline of het beroep”
Nu veel werk, in die tijd kan je verder komen. Deep learning, threshold concepts. Hoe in tijden van verhoging studiesucces toch goed onderwijs houden. 3. Toetsing: niet zo zeer meer meerkeuzetoetsen e.d. maar combineren van toetsen om tot een betere uitspraak te komen of iemand voldoet aan de eisen. 4. Het inzetten van experts, geen lange gedetailleerde lijsten met toetscriteria. Zorgen dat je de beheersing van de leerdoelen ook werkelijk meet.