SlideShare a Scribd company logo
GEZONDHEIDS-
EMPOWERMENT
Het potentieel en de uitdaging van
de ‘Doe-Het-Zelf-Dokter’
INZICHTEN ROND DE MEEST ACTUELE DIGITALE ONTWIKKELINGEN - WWW.IMINDS.BE/INSIGHTS
WE MOETEN OP
ZOEK GAAN NAAR
ZORGMODELLEN
WAARBIJ MENSEN
NIET ZOMAAR NAAR
ZORGINSTELLINGEN
GESTUURD WORDEN.
WIJ ZORGEN ERVOOR
DAT MENSEN
MAKKELIJKER THUIS
KUNNEN BLIJVEN.
“
“
Geert Houben,
CEO Aristoco (Cubigo)
04SAMENVATTING
06HET POTENTIEEL EN
DE UITDAGING VAN DE
‘DOE-HET-ZELF-DOKTER’
18GEZONDHEIDS-
EMPOWERMENT
IN EEN KUBUS
Geert Houben,
Aristoco (Cubigo)
24VIRTUELE COACHING,
TASTBARE RESULTATEN
Claudia Put en Steven De Peuter,
BrandNewHealth
28EEN GEZONDHEIDS-APP
MET EEN HART
Karin Coninx en Eva Geurts,
iMinds - EDM - UHasselt
34SLIMME TOESTELLEN
OM PATIËNTEN BETER
TE KUNNEN OPVOLGEN
Pieter Vandervoort,
Ziekenhuis Oost-Limburg
INHOUDSOPGAVE
SAMENVATTING
GEZONDHEIDSEMPOWERMENT:
HET POTENTIEEL EN DE UITDAGING VAN DE
‘DOE-HET-ZELF-DOKTER’
HOE TECHNOLOGIEBEDRIJVEN
MENSEN KUNNEN HELPEN OM
BEWUSTER MET HUN GEZOND-
HEID OM TE GAAN
Mensen leven langer dan ooit
tevoren; chronische ziekten komen
steeds vaker voor; onze gezond-
heidszorg wordt steeds zwaar-
der op de proef gesteld. Om die
druk op onze gezondheidszorg
te verlichten, moeten we mensen
ertoe aanzetten gezonder te gaan
leven – in plaats van louter te inves-
teren in het behandelen van zieke
mensen. Het is daarvoor echter
wel noodzakelijk dat mensen beter
geïnformeerd worden (en meer
controle krijgen) over hun gezond-
heid - een proces dat we ‘empower-
ment’ noemen.
Digitale technologieën zullen in
dat proces een sleutelrol spelen.
Dankzij de inzet van digitale
technologieën kunnen mensen
immers makkelijker toegang krijgen
tot hun persoonlijke gezondheids-
informatie; en bovendien leggen
die nieuwe technologieën de basis
voor de oplossingen en inzich-
ten die mensen nodig hebben om
bewuster met hun gezondheid om
te gaan.
Om dat waar te maken, moeten er
echter nog een aantal fundamen-
tele vragen beantwoord worden;
vragen omtrent technologische
standaardisatie en integratie
bijvoorbeeld, en het inpassen van
deze nieuwe concepten in onze
overkoepelende gezondheidszorg
(en principes voor terugbetaling).
Maar ook vragen over hoe je gebrui-
kers (zowel artsen als patiënten)
aan boord kan krijgen én houden
door te focussen op aansprake-
lijkheids- en privacyvraagstukken,
gebruiksgemak en motivatietech-
nieken, enz. En tenslotte moeten
technologiebedrijven er op kunnen
vertrouwen dat hun oplossingen
voor gezondheidsempowerment
effectief ook inkomsten zullen
genereren.
INTEGRATIE EN GEBRUIK
De complexiteit van onze gezond-
heidszorg en het feit dat vele
gezondheidstechnologieën exclu-
sief door één bedrijf of organisa-
tie worden ontwikkeld, maken het
erg uitdagend om tot gestandaar-
diseerde oplossingen te komen
die onderling kunnen samenwer-
ken. Toch zijn interoperabiliteit en
standaardisering noodzakelijk om
ervoor te zorgen dat de oplos-
singen in kwestie ook effectief
gebruikt worden: interoperabiliteit
zorgt ervoor dat systemen kunnen
samenwerken – onafhankelijk van
de fabrikant, waar de data vandaan
komen, of waar ze naartoe gaan;
standaarden zijn in deze context
een set van technische specifica-
ties gebaseerd op een consensus
tussen de verschillende partijen,
die ervoor zorgen dat systemen
gekalibreerd kunnen worden,
zodat metingen equivalent zijn over
toepassingen en platformen heen.
iMinds werkt nauw samen met de
overheid om interoperabiliteit en
standaardisering te stimuleren. Het
technische testcentrum van iMinds
en het recent opgerichte iMinds
Health Lab focussen bijvoorbeeld
op kwesties rond interoperabiliteit
en bieden een omgeving voor het
testen van use cases en business
cases – gebaseerd op nationale
en internationale standaarden. Ze
organiseren ook testsessies voor
functionele en technische integra-
tie, controleren of toepassingen en
diensten de specificaties voor inter-
operabiliteit volgen, en ondersteu-
nen sessies voor co-creatie waarin
de feedback van de verschillende
betrokkenen centraal staat.
Maar interoperabiliteit is slechts
één vereiste om digitale oplossin-
gen in onze gezondheidszorg te
integreren; dokters overtuigen van
de waarde van zulke oplossingen
is een tweede vereiste. Dokters
04 | iMinds insights
schrikken er immers voor terug om
hun patiënten apps of elektronische
toestellen voor te schrijven, zonder
bewijs van hun voordelen, richtlijnen
voor het gebruik ervan, of de zeker-
heid dat er op een veilige manier
met de persoonlijke informatie van
de patiënt wordt omgegaan. verze-
keringsinstellingen en gezond-
heidsprogramma’s van werkgevers
zijn ook vragende partij voor een
duidelijk bewijs van die voordelen.
Door de grote verscheidenheid aan
belangengroepen in de gezond-
heidszorg moet het onderzoek dus
erg breed gaan om te bewijzen
dat de voorgestelde oplossingen
inderdaad tegemoetkomen aan de
noden van alle gebruikers.
GEBRUIKERS AAN BOORD
KRIJGEN (EN HOUDEN)
iMinds weet dat het cruciaal is om
de eindgebruikers bij het innova-
tieproces te betrekken — niet enkel
tijdens piloot- en bèta-testen, maar
zelfs al tijdens de conceptuele fase
om op die manier een beter zicht
te krijgen op de noden van de
gebruikers en de problemen die
opgelost moeten worden. Even
belangrijk is dat de technologieën
over ingebouwde mechanismen
beschikken die mensen moeten
stimuleren om niet op te geven en
hun levensstijl op langere termijn te
verbeteren.
Mensen zullen enkel meer controle
over hun gezondheid kunnen krijgen
als de beschikbare oplossingen
praktisch en makkelijk te gebruiken
zijn. Daarom is het belangrijk om ze
zorgvuldig te ontwerpen. Mensen
hebben bovendien hulp nodig bij
het interpreteren van hun persoon-
lijke gezondheidsinformatie; een
bepaalde vorm van (automatische)
vertaling zal dus noodzakelijk zijn.
Een andere fundamentele overwe-
ging is privacy. In een toekomst
waarin mensen meer grip krijgen
op hun gezondheid, zal de manier
waarop informatie gedeeld wordt
mogelijk leiden tot een nieuwe
definitie van ‘privacy’. Er zal daarbij
een nieuw evenwicht gezocht
en gevonden moeten worden
tussen persoonlijke gezondheid
en maatschappelijke voordelen
enerzijds, en de bescherming van
individuele data anderzijds. In
het licht daarvan herziet de EU
momenteel het juridische kader
rond gegevensbescherming, en
onderzoekers van iMinds zijn actief
betrokken bij het identificeren
en beantwoorden van relevante
vragen.
OPLOSSINGEN NAAR DE MARKT
BRENGEN
De complexiteit van onze gezond-
heidszorg vormt een hinderpaal
voor ondernemers die nieuwe
oplossingen in dit domein willen
introduceren en nuttige, op maat
gemaakte diensten willen aanbie-
den. iMinds helpt hen om succes-
volle technologieën te bouwen
en assisteert hen door middel
van businessanalyse, kosten- /
batenanalyse, strategisch advies en
een proeftuinaanpak die hen helpt
om hun technologische oplossin-
gen te verfijnen op basis van de
input van gebruikers.
WAT BRENGT DE TOEKOMST?
Uiteindelijk draait gezondheid-
sempowerment niet om technolo-
gie, hoewel technologie zeker een
drijvende kracht is. Het gaat erom
gezondheid op een nieuwe manier
te benaderen, met focus op het
individu, en waarbij de burgers
meer grip krijgen op hun gezond-
heid.
“
“
VOOR MEER INFORMATIE
over de samenwerking tussen de
gezondheidssector en iMinds,
contacteer :
Birgit Morlion
birgit.morlion@iminds.be
+32 9 331 48 08
Dr. Patrik Vankrunkelsven,
directeur Cebam
PATIËNTEN TOEGANG GEVEN TOT HUN PERSOONLIJKE GEZONDHEIDSDATA BIEDT EEN AANTAL
BELANGRIJKE VOORDELEN. PATIËNTEN DIE GOED GEÏNFORMEERD ZIJN, KUNNEN BETERE
GESPREKKEN VOEREN MET HUN DOKTER. WE DENKEN OOK DAT HET EENVOUDIGER IS VOOR EEN
HUISARTS OM TOT EEN CORRECTE DIAGNOSE EN THERAPEUTISCHE OPLOSSING TE KOMEN WANNEER
PATIËNTEN DUIDELIJKERE VERWACHTINGEN HEBBEN EN BETER GEÏNFORMEERD ZIJN.
iMinds insights | 05
HOE TECHNOLOGIEBEDRIJVEN MENSEN
KUNNEN HELPEN OM BEWUSTER MET HUN
GEZONDHEID OM TE GAAN
Mensen leven langer dan ooit
tevoren; chronische ziekten komen
steeds vaker voor; onze gezond-
heidszorg wordt steeds zwaar-
der op de proef gesteld. Om die
druk op onze gezondheidszorg
te verlichten, moeten we mensen
ertoe aanzetten gezonder te gaan
leven – in plaats van louter te inves-
teren in het behandelen van zieke
mensen. Het is daarvoor echter
wel noodzakelijk dat mensen
beter geïnformeerd worden (en
meer controle krijgen) over hun
gezondheid — een proces dat we
‘empowerment’ noemen.
De Wereldgezondheidsorganisatie
definieert ‘gezondheidsempower-
ment’ als een proces dat mensen
helpt om meer grip te krijgen
op hun gezondheid door ‘initia-
tief te nemen, problemen op te
lossen en beslissingen te nemen.’
Digitale technologieën spelen
daarin een sleutelrol. Dankzij de
inzet van digitale technologieën
kunnen mensen immers makkelijker
toegang krijgen tot hun persoonlijke
gezondheidsinformatie; en boven-
dien leggen die nieuwe technolo-
gieën de basis voor de oplossin-
gen en inzichten die mensen nodig
hebben om bewuster met hun
gezondheid om te gaan.
Volgens de voorstanders van
gezondheidsempowerment moet
die empowerment uitmonden in
een individueel gezondheidsdash-
board, gebaseerd op persoonlijke
data. Het is een visie die gelinkt
is aan het ‘quantified self’-feno-
meen, het meten en opslaan van
grote hoeveelheden lichamelijke
parameters (gaande van hartslag
tot gewicht), samen met contex-
tuele en sociale informatie zoals
luchtvochtigheid, luchtkwaliteit, of
zelfs Twittergebruik. Die kwanti-
tatieve aanpak wordt mogelijk
gemaakt door consumentenelek-
tronica en de slimme objecten die
deel uitmaken van het snelgroei-
ende Internet der dingen. Daardoor
kunnen mensen meer informatie
GEZONDHEIDSEMPOWERMENT:
HET POTENTIEEL EN DE UITDAGING
VAN DE ‘DOE-HET-ZELF-DOKTER’
NIEUWE
TECHNOLOGIE
LIGT AAN DE BASIS
OM BEWUST MET
GEZONDHEID OM
TE GAAN.
“
“
06 | iMinds insights
verzamelen en delen, en een beter
idee krijgen van de verschillende
factoren die hun (wel)zijn dag in
dag uit beïnvloeden.
Voor we zover zijn, moeten er
echter nog een aantal fundamen-
tele vragen beantwoord worden.
Niet alleen vragen rond de
integratie van de diverse techno-
logieën onderling, maar ook wat
de integratie met de overkoepe-
lende gezondheidszorg betreft.
Ook over validatie en adoptie is het
laatste woord nog niet gezegd, en
tenslotte moeten technologiebe-
drijven er zeker van zijn dat hun
oplossingen effectief door mensen
gebruikt zullen worden en geld
zullen opbrengen.
iMinds werkt samen met alle
betrokken actoren in Vlaande-
ren — waaronder ICT-bedrijven,
formele en informele zorgverle-
ners, verzekeringsmaatschappijen
en de overheid — om op die vragen
een antwoord te formuleren en
gezondheidsempowerment echt
te laten doorbreken.
>>
DE PATIËNT ZAL EEN BELANGRIJKERE
ROL SPELEN IN BESLISSINGEN
OMTRENT ZIJN GEZONDHEID
IN DE TOEKOMST
ROL VAN BETALER
EN ARTS IN EVENWICHT
NU
CENTRALE ROL VOOR DE ARTS
VROEGER
In het verleden besliste de arts tot
welke medische info een patiënt
toegang had, en welke behandeling
opgestart moest worden.
Betalers hebben vandaag de dag
de meeste invloed op de behandel-
ing van patiënten, en de evaluatie
ervan.
Dankzij de komst van het Internet is medische info
makkelijker toegankelijk; patiënten kunnen zich beter
informeren en zelf bewuste keuzes maken wat hun
gezondheid betreft.
iMinds insights | 07
DE TOON IS ALVAST GEZET
Gezondheidsempowerment —
waarbij we focussen op de gezond-
heid van mensen in plaats van louter
het genezen van zieken — vraagt
om de juiste tools en oplossingen.
En nieuwe digitale technologieën
liggen aan de basis ervan.
Als we het aantal gezondheids-apps
voor consumenten in de App Store
van Apple bekijken, kunnen we
daaruit alvast afleiden dat er een
brede interesse is voor die techno-
logieën. Uit een studie die in 2013
door het IMS Institute for Health-
care Informatics werd uitgevoerd,
bleek immers dat van de 23.682
apps in de Apple Store die specifiek
op gezondheidszorg gericht waren,
meer dan twee derde (16.275)
ontwikkeld waren voor consumen-
ten en patiënten. 1
Maar apps zijn uiteraard niet de
enige digitale tools die voor een
doorbraak van gezondheidsempo-
werment moeten zorgen. Databan-
ken, communicatietechnologieën,
sensoren, wearables, intelligente
algoritmen, enz. dragen daar
allemaal toe bij.
Een recent project van iMinds om
het risico op vallen te verkleinen
— wereldwijd de tweede belang-
rijkste toevallige doodsoorzaak
onder senioren — toonde bijvoor-
beeld aan hoe het combineren van
verschillende soorten sensoren
de nauwkeurigheid van oplossin-
gen voor valdetectie kan verho-
gen, en de kost ervan verlagen.
Terwijl conventionele systemen
complex en duur zijn, en regelma-
tig vals-positieven en vals-negatie-
ven genereren, werd er tijdens het
FallRisk-project gebruik gemaakt
van data afkomstig van verschil-
lende akoestische en visuele senso-
ren om op een kostenefficiënte
manier meer accurate en complete
informatie aan te leveren. Boven-
dien was FallRisk uniek omdat het
niet alleen detecteert wanneer
iemand is gevallen; FallRisk schat
ook het risico in dat iemand loopt
om überhaupt te vallen, en helpt zo
valincidenten en verwondingen te
vermijden. FallRisk maakt gebruik
van de cloud om data te verwer-
ken en gebruikt algoritmen om
alle inputs te analyseren; alarmen
worden op een dynamische manier
naar formele en informele zorgver-
leners gestuurd – zodat zij tijdig
tussenbeide kunnen komen.
GEZONDHEIDSEMPOWERMENT:
HET POTENTIEEL EN DE UITDAGING
VAN DE ‘DOE-HET-ZELF-DOKTER’
GEZONDHEIDS-APPS
VOOR CONSUMENTEN
EN PROFESSIONELE
ZORGVERLENERS
16.275Consumenten
7.407Professionele
zorgverleners
IMS analyse van alle apps in de
Apple Store tot juni 2013 toont dat
er in totaal 23.682 apps waren,
gerelateerd aan gezondheidszorg
Meer dan 2/3 van deze apps zijn
bedoeld voor consumenten
•
•
Bron: IMS Health analyse van beschikbare gezondheidszorg apps
1
IMS Institute for Healthcare Informatics. (2013). Patient apps for improved healthcare: From novelty to mainstream.08 | iMinds insights
Maar hoe nuttig zulke technolo-
gieën ook mogen zijn, ze hebben
weinig kans op slagen als ze
allemaal op een eilandje opere-
ren; als ze niet in staat zijn om
samen te werken en bij te dragen
tot de creatie van ons persoonlijk
gezondheidsdashboard.
WERK MAKEN VAN INTEROPERABILITEIT
EN STANDAARDISERING
De complexiteit van onze gezond-
heidszorg — met actoren zoals
de overheid, verzekeringsinstel-
lingen, zorginstellingen, dokters
en patiënten — maakt het creëren
van gestandaardiseerde oplos-
singen die kunnen samenwerken
erg uitdagend; zeker omdat al
die actoren hun eigen doelstellin-
gen en agenda’s hebben: dokters
focussen op de kwaliteit van de
zorg; verzekeraars willen kosten
verminderen. Het kan erg moeilijk
zijn om daarover een consensus te
bereiken.
En de inbreng van technologie-
bedrijven maakt de situatie nog
ingewikkelder, omdat zij zich
vaak specialiseren in de ontwik-
keling van één bepaald product-
type (displays, oplossingen voor
dataverwerking, enz.) – waardoor
gesloten, op zichzelf staande
technologieplatformen gecreëerd
worden. En laat dat nu net een
belangrijke hinderpaal zijn voor
een succesvolle implementatie
van gezondheidsempowerment –
niet enkel omwille van gebruiks-
vriendelijkheid, maar ook omdat
een gesloten systeem de vrijheid
van dokters beperkt om de meest
geschikte apps en tools te kiezen
voor hun patiënten. Vandaag wordt
hun keuze vaak gedicteerd door
het platform.
Een gebrekkige standaardisering
heeft zelfs gevolgen tot op het
niveau van de consument. Laat
ons het voorbeeld nemen van een
product zoals Fitbit, dat onder
meer stappen telt; verschillende
toestellen meten een ‘stap’ op
verschillende manieren, zodat hun
meetresultaten vaak niet overeen-
komen. Het is daarom erg belang-
rijk om een accurate baseline te
definiëren.
iMinds werkt nauw samen met de
overheid om interoperabiliteit en
standaardisering te stimuleren. Het
technische testcentrum van iMinds
en het recent opgerichte iMinds
Health Lab focussen bijvoorbeeld
op kwesties rond interoperabiliteit
en bieden een omgeving voor het
testen van use cases en business
cases gebaseerd op nationale en
internationale standaarden. Ze
organiseren ook testsessies voor
functionele en technische integra-
tie, controleren of toepassingen
en diensten de juiste specificaties
volgen, en ondersteunen co-crea-
tiesessies waarin de feedback van
de verschillende actoren centraal
staat.
GEBRUIKERS AAN BOORD KRIJGEN
(EN HOUDEN)
Om gezondheidsempowerment
echt te laten doorbreken, zijn niet >>
MOBIELE MONITORING VAN HET HART
Qompium, een startup gefinan-
cierd door iMinds, legt zich toe
op het ontwikkelen van gezond-
heids-apps voor de smart-
phone. Hun eerste product,
Fibricheck, kan een onregel-
matig hartritme detecteren
en zo hartfalen en hartaanval-
len voorkomen. Op basis van
krachtige algoritmen levert
de app snelle, gebruiksvrien-
delijke diagnoses die in real
time over mobiele netwerken
naar zorgverleners verstuurd
worden.
Interoperabiliteit betekent dat
systemen data kunnen uitwis-
selen en met elkaar kunnen
communiceren en samenwer-
ken — onafhankelijk van de
fabrikant, van waar de data
vandaan komen, of waar ze
naartoe gaan. Standaardise-
ring betekent in deze context
het ontwikkelen van een
set technische specificaties,
gebaseerd op een consensus
tussen alle betrokkenen, die
ervoor zorgen dat systemen
gekalibreerd kunnen worden
zodat hun metingen equiva-
lent zijn over toepassingen en
platformen heen.
iMinds insights | 09
alleen interoperabiliteit en standaar-
disering noodzakelijk. Mensen
moeten ook worden gestimuleerd
om actief de tools te gebruiken
die beschikbaar zijn. In sommige
landen, waaronder België, zal dat
een cultuuromslag vereisen. Waar
burgers (door de afwezigheid van
terugbetaling of stimulansen van
verzekeringsinstellingen) een lage
betalingsbereidheid hebben voor
preventie en producten of diensten
waarvan het effect pas na verloop
van tijd te zien is, zal het besef
moeten groeien dat ze waarschijn-
lijk zelf moeten instaan voor de
kosten van dergelijke diensten.
Door de explosieve toename van
het aantal gezondheids-apps,
diensten en producten, en de druk
op de beschikbare middelen, lijkt
het trouwens niet erg realistisch om
op die terugbetaling te rekenen.
Het is zelfs zo dat verzekeraars
vrij wantrouwig kunnen staan ten
opzichte van gezondheidsempo-
werment omwille van de mogelijke
gevolgen voor hun winstgevend-
heid.
Naast de vraag wie wat betaalt,
moeten de verschillende actoren
ook voor de aanvaarding van deze
tools en technologieën zorgen.
iMinds heeft in het verleden onder-
vonden dat het cruciaal is om de
eindgebruiker bij het innovatie-
proces te betrekken — niet enkel
tijdens piloot- en bèta-testen,
maar zelfs al tijdens de concep-
tuele fase – om beter te begrijpen
welke noden en problemen precies
moeten worden aangepakt.
Tijdens het FallRisk-project,
waar we eerder al naar verwe-
zen, werden bijvoorbeeld diverse
betrokkenen (ouderen, formele en
informele zorgverleners) geconsul-
teerd om een beter zicht te krijgen
op de noden van de gebruikers en
de context waarin de FallRisk-tech-
nologie gebruikt zal worden. Dat
leidde tot een aantal interes-
sante — en soms onverwachte
— vaststellingen. Zo stelden de
zorgverleners zich bijvoorbeeld
meer vragen over privacy dan de
ouderen. Een aantal senioren —
de doelgroep — vond dan weer
dat de voorgestelde oplossing
hun mogelijkheden onderschatte.
Dankzij zulke gebruikerstesten
kon de FallRisk-interface stap voor
stap verbeterd worden, en konden
die functionaliteiten worden
ingebouwd die idealiter zullen
bijdragen tot een vlotte commer-
ciële adoptie.
Oplossingen in het domein van
gezondheidsempowerment moeten
trouwens niet alleen voldoen aan
GEZONDHEIDSEMPOWERMENT:
HET POTENTIEEL EN DE UITDAGING
VAN DE ‘DOE-HET-ZELF-DOKTER’
IK MONITOR MEER DAN600
PATIËNTEN OP AFSTAND.
ALS IK EEN PATIËNT HEB
MET VIER TOESTELLEN,MOET
IK VIER VERSCHILLENDE
WEBSITES OPENEN EN
INFORMATIE VERWERKEN
DIE OVERAL ANDERS WORDT
WEERGEGEVEN.DAT IS
INGEWIKKELD,OMSLACHTIG EN
TIJDROVEND.WAAROM ZOU JE
AL DIE KLINISCHE DATA NIET IN
ÉÉN PLAATS SAMENBRENGEN?
Dr. Pieter Vandervoort
Medevoorzitter van de Mobile Health
Unit, Universiteit Hasselt;
Projectleider van het iMinds Neutral
Mobile Health Platform (NEMO)
“
“
10 | iMinds insights
de eisen van de gebruikers; ze
moeten ook een duidelijke toege-
voegde waarde hebben voor de
andere betrokken partijen (medisch
personeel, coaches, enz.). Enkel op
die manier kunnen ze een duide-
lijke ‘win-win’ creëren. Een goed
voorbeeld wat dat betreft, is het
NEMO-project (zie verder in deze
iMinds Insights), dat gezondheids-
professionals van één gestroom-
lijnde interface voorziet om de
gezondheidsgegevens van verschil-
lende patiënten te monitoren.
GEBRUIKERS MOTIVEREN
Natuurlijk staan niet alle mensen in
gelijke mate open voor empower-
ment, of het nemen van een
grotere verantwoordelijkheid voor
hun eigen gezondheid. Sommigen
zullen onmiddellijk mee zijn, terwijl
anderen wat meer aanmoediging
nodig hebben; en nog anderen
zullen misschien verkiezen om
helemaal geen gebruik te maken
van de voordelen van gezond-
heidsempowerment omdat ze er
gewoonweg geen voorstander
van zijn, slecht met technologie
overweg kunnen of geen toegang
hebben tot digitale tools.
Daarnaast is er ook de vraag van
volharding. Iedereen die ooit een
dieet heeft gevolgd, weet hoe
moeilijk het kan zijn om een nieuwe
routine aan te leren, en vooral ook
vol te houden.
Om al die redenen zijn onder-
zoekers actief op zoek naar
zogenaamde ‘persuasive techno-
logies’, technologieën die mensen
motiveren om hun levensstijl te
veranderen. In het specifieke geval
van gewichtsverlies hebben een
aantal partners zich achter het
iMinds ‘b-SLIM’-project geschaard.
b-SLIM onderzoekt de ontwikke-
ling van een digitale ‘Super Coach’
die gezond eten en lichaams-
beweging zal promoten door
complexe gedragspatronen op te
splitsen in kleinere componenten.
Op die manier worden gebruikers
geholpen om haalbare, incremen-
tele doelstellingen te definiëren.
b-SLIM ging in de lente van 2014
van start met co-creatiesessies,
interviews met de verschillende
actoren, en laboratoriumtests om
het initiële concept om te zetten in
een productontwerp. Echte testen
en validatieproeven zijn gepland
voor de herfst van 2015.
Ervoor zorgen dat mensen er een
gezonde levensstijl op nahouden,
is echter maar één uitdaging. Een
andere vraag die beantwoord
moet worden, is hoe informatie – >>
TECHNOLOGIE
KAN MENSEN
MOTIVEREN HUN
LEVENSSTIJL TE
VERANDEREN.“
“
iMinds insights | 11
EEN PERSOONLIJKE COACH,WAAR JE OOK BENT
Lieven Maesschalck, fysiotherapeut en oprichter van de revalida-
tiepraktijk Move to Cure, werkte samen met iMinds aan een draag-
baar therapeutisch coachingsysteem dat topatleten overal mee
naartoe kunnen nemen. Met behulp van geavanceerde cameratech-
nologie kunnen Maesschalck en zijn team vaststellen hoe bepaalde
bewegingspatronen lichamelijke problemen veroorzaken. Op basis
daarvan worden dan persoonlijke revalidatieoefeningen voorgesteld.
In plaats van een beroep te doen op een live coach, ontwikkelt
Maesschalck een avatar die de bewegingen van gebruikers vastlegt
en in real time correcties kan voorstellen. Vooruitgang wordt op
afstand opgevolgd door een echte therapeut. De therapie kan dus
zelfs worden verder gezet wanneer de cliënt en de therapeut zich
in verschillende werelddelen bevinden.
die tools eenvoudig, praktisch en
gebruiksvriendelijk zijn, en moeten
ze een duidelijke en onmiddel-
lijke meerwaarde bieden. Mensen
mogen er niet door gehinderd
worden, en hoeven evenmin
gediplomeerde specialisten te
worden om meer grip te krijgen
op hun gezondheid.
Die nadruk op gebruiksvrien-
delijkheid zit ingebakken in de
iMinds aanpak — gaande van het
betrekken van potentiële eindge-
bruikers bij elke stap in de innova-
tiecyclus, tot de ontwikkeling van
de kleinste technologische details.
Gebruiksvriendelijkheid speelde
bijvoorbeeld een cruciale rol toen
iMinds-onderzoekers een fiets-
app voor hartpatiënten ontwikkel-
den. Niet alleen de interface en de
functionaliteit van de app moesten
gebruiksvriendelijk zijn, er moest
bijvoorbeeld ook rekening gehou-
den worden met de bruikbaarheid
van het beeldscherm in de volle
zon.
GEZONDHEIDSINFORMATIE BETEKENISVOL
MAKEN
Omdat ze geen medische oplei-
ding hebben gehad, kunnen maar
weinig mensen hun persoonlijke
gezondheidsdata echt interpre-
teren. Een vorm van automati-
sche vertaling of interpretatie is
dus noodzakelijk; als burgers echt
empowered willen worden om voor
GEZONDHEIDSEMPOWERMENT:
HET POTENTIEEL EN DE UITDAGING
VAN DE ‘DOE-HET-ZELF-DOKTER’
op een continue basis, maar toch
op een vlotte manier – verzameld
kan worden.
Dankzij het gebruik van digitale
technologieën kan immers een
completer en accurater beeld
worden gegenereerd van de
gezondheid van een persoon. Als
gebruikers hun gegevens echter
manueel moeten ingeven, kan
hun motivatie en de accuraatheid
van die gegevens daar op langere
termijn onder gaan lijden — en
sommige gebruikers zullen het niet
eens willen doen. In plaats daarvan
moeten we bekijken hoe we aan
passieve, automatische gegevens-
verzameling kunnen doen, om
ervoor te zorgen dat dashboard-
metingen compleet, accuraat en
gedetailleerd zijn. Dat wordt onder
meer onderzocht in m-Resist, een
nieuw Europees project met iMinds
als partner waarin data gegene-
reerd worden door mobiele toestel-
len en wearables om patiënten met
schizofrenie te helpen om zelf hun
ziekte te managen. In deze klinische
studie zullen hartslaggegevens,
mobiliteitspatronen en andere data
patiënten op de hoogte houden
van hun toestand. Onderzoekers
van iMinds leiden zowel het gebrui-
kersonderzoek in het project als de
ontwikkeling van een prototype
voor de mobiele app.
GEBRUIKSVRIENDELIJKHEID IS EEN MUST
Als we ervoor willen zorgen dat
mensen digitale gezondheid-
stools blijven gebruiken, moeten
12 | iMinds insights
hun welzijn te zorgen, moeten de
gezondheids-apps met andere
woorden zelf een deel van die
kennis bevatten.
MyHealthData, een iMinds-project
dat werd gelanceerd in januari
2015, wil patiënten toegang geven
tot hun gezondheidsdata in een
formaat dat ze kunnen begrijpen.
Dat gaat verder dan het aanbie-
den van definities van technische
termen; het betekent dat de tool
patiënten helpt om de implicaties
van bepaalde data te begrijpen, en
wat de impact van een bepaalde
afwijking precies is. Dat begrip
ontbreekt vandaag bij mensen
die via Google op zoek gaan naar
medische informatie: ze zoeken
generieke symptomen op, vergelij-
ken die met hun eigen symptomen
en trekken vaak ondoordachte
conclusies.
MyHealthData gebruikt duizenden
elektronische dossiers om gezond-
heidsdata in het juiste perspectief
te plaatsen. Er moet immers een
‘professioneel oordeel’ ingebouwd
worden om ervoor te zorgen dat
gebruikers de relatieve betekenis
van veranderingen in hun gegevens
goed begrijpen.
En dat geldt niet enkel voor
MyHealthData. Bepaalde data
kunnen sterk afwijken van het
gemiddelde zonder veel gevol-
gen, terwijl een kleine stijging of
daling van een andere parameter
een reden tot bezorgdheid kan
zijn. Dat onderscheid, waarvoor je
input van specialisten nodig hebt,
is essentieel om ervoor te zorgen
dat burgers op de juiste manier
naar hun gegevens kijken. Anders
zou de angst dat ‘er iets mis is’
ertoe kunnen leiden dat mensen op
zoek gaan naar zorg die ze eigen-
lijk niet nodig hebben — waardoor
het principe van gezondheidsem-
powerment zijn doel (het ontlas-
ten van de gezondheidszorg)
compleet zou voorbij schieten.
AANDACHT VOOR PRIVACY
In een toekomst waarin mensen
meer grip krijgen op hun gezond-
heid zal de manier waarop infor-
matie gedeeld wordt mogelijk
leiden tot een nieuwe definitie van
‘privacy’. Er zal daarbij een nieuw
evenwicht gezocht en gevonden
moeten worden tussen persoon-
lijke gezondheid en maatschap-
pelijke voordelen enerzijds, en de
bescherming van individuele data
anderzijds.
Dat is niet zo radicaal als het klinkt.
Privacy is tenslotte geen alleen-
staand recht; het bestaat in een
sociale context. Dankzij massale
DNA-analyse, bijvoorbeeld, kunnen
we heel wat leren over bepaalde
ziekten en preventieve therapieën.
Maar het zal niet altijd mogelijk -
of zelfs zinvol - zijn om die data
anoniem te behandelen. >>
PATIËNTEN TOEGANG GEVEN TOT HUN
PERSOONLIJKE GEZONDHEIDSDATA
BIEDT EEN AANTAL BELANGRIJKE
VOORDELEN.PATIËNTEN DIE GOED
GEÏNFORMEERD ZIJN,KUNNEN
BETERE GESPREKKEN VOEREN MET
HUN DOKTER.WE DENKEN OOK DAT
HET EENVOUDIGER IS VOOR EEN
HUISARTS OM TOT EEN CORRECTE
DIAGNOSE EN THERAPEUTISCHE
OPLOSSING TE KOMEN WANNEER
PATIËNTEN DUIDELIJKER
VERWACHTINGEN HEBBEN EN BETER
GEÏNFORMEERD ZIJN.
Dr. Patrik Vankrunkelsven,
directeur Cebam
“
“
iMinds insights | 13
Dat zijn afwegingen die door de
maatschappij in haar geheel moeten
worden gemaakt. Zo’n beslissing
kan niet alleen genomen worden
door de industrie of beleidsmakers.
Ook burgers moeten geïnformeerd
en betrokken worden. Het huidige
model van ‘geïnformeerde instem-
ming’, dat er vaak op neerkomt dat
je op ‘Ik ga akkoord’ klikt nadat
je door een lange juridische tekst
bent gescrold zonder die te lezen,
volstaat hier niet. Er is een grotere
betrokkenheid en een vorm van
privacy-geletterdheid nodig.
In het licht daarvan herziet de EU
momenteel het juridische kader
rond gegevensbescherming – niet
met de bedoeling om iets volle-
dig nieuws te creëren, maar om de
bestaande concepten (die terug-
gaan tot 1995) in het licht van de
huidige technologische evoluties te
updaten.
Maar gezondheidsempowerment
leidt niet enkel tot juridische
vragen; ook op ethisch vlak moet er
een maatschappelijk debat worden
gevoerd. Om nog even terug te
grijpen naar ons voorbeeld rond
DNA-analyse: DNA-analyse leidt
niet alleen tot meer inzichten over
je eigen gezondheid, maar is ook
erg relevant voor je ouders, broers,
zussen en kinderen. Toch kan, onder
de huidige wetgeving, die informa-
tie niet met hen worden gedeeld
zonder expliciete toestemming.
Dat is omslachtig en zou mensen in
nood zelfs de juiste behandelingen
en therapieën kunnen ontzeggen.
Onderzoekers van iMinds zijn actief
betrokken bij het identificeren en
beantwoorden van zulke vragen –
en dragen bijvoorbeeld concreet bij
tot het juridische en ethische kader
van projecten zoals MyHealthData.
OPLOSSINGEN VOOR
GEZONDHEIDSEMPOWERMENT VALIDEREN
Mensen aan boord krijgen die de
nieuwe oplossingen willen gebrui-
ken, is één ding. Het is daarnaast
ook de bedoeling om digitale tools
aan te raden of formeel voor te
schrijven als onderdeel van de
zorgpraktijk. Ondanks de uitdagin-
gen die we eerder schetsten rond
interoperabiliteit en standaardise-
ring, gebeurt dit nu soms al – zij het
vooral op een ad-hoc basis. Om dat
meer systematisch te laten gebeu-
ren, moeten zorgverleners meer
vertrouwen krijgen in die digitale
tools, en moet er klinisch bewijs van
hun nut geleverd worden.
Over het algemeen schrikken
dokters ervoor terug om hun
patiënten apps of elektronische
toestellen voor te schrijven zonder
bewijs van hun voordelen, richtlijnen
voor het gebruik ervan, of de zeker-
heid dat er op een veilige manier
met de persoonlijke informatie
van de patiënt wordt omgegaan.
En ook verzekeringsinstellingen
en gezondheidsprogramma’s van
werkgevers zijn vragende partij
voor een duidelijk bewijs van de
voordelen voordat ze kosten terug-
betalen of het gebruik van digitale
oplossingen stimuleren.
Beleidsmakers zijn nog maar net
begonnen met aan die noden
tegemoet te komen. Een paper
die in 2013 gepubliceerd werd in
het European Journal of ePractice
concludeerde dat:
De toezichthouders in de EU en
de VS moeite hebben om gelijke
tred te houden met de recente
technologische ontwikkelingen…
Beide toezichthouders zijn gestart
met programma’s om feedback te
krijgen van de gebruikers en om
de regelgeving te updaten. De
[United States Food and Drug
Administration (FDA)] wil haar
macht gebruiken om mobiele
medische apps te reguleren, wat
gevolgen zal hebben voor heel wat
industrieën die mobiele gezond-
heidsproducten ontwikkelen, op
de markt brengen en verkopen.
Het is echter nog niet duidelijk
hoe ver de regelgeving van de
FDA zal gaan. [...] Fundamentele
veranderingen in de regelgeving
voor [de Europese standaard
CE-markering] worden verwacht
rond 2015/2016. 2
GEZONDHEIDSEMPOWERMENT:
HET POTENTIEEL EN DE UITDAGING
VAN DE ‘DOE-HET-ZELF-DOKTER’
>>
2
Papadopoulos, H., Sheth, V.B., & Wurst, M. (2013). “Comparison of US and EU regulatory approaches to mobile health
apps: Use cases of myVisionTrack and USEFIL.” European Journal of ePractice, 21. Gedownload van:
https://joinup.ec.europa.eu/community/epractice/og_page/european-journal-epractice.
pg16
14 | iMinds insights
DE VRAAG
VAN ÉÉN
MILJOEN:
HOE HOU JE
GEBRUIKERS
OOK OP LANGERE
TERMIJN AAN
BOORD?
Gezondheidsempowerment is gebaseerd op een
volledig nieuw referentiekader, zowel voor artsen
als patiënten. En dat kader moet juridisch en ethisch
onderbouwd worden als we beide groepen ook op
langere termijn aan boord willen houden.
Een voorbeeld: in het klassieke zorgmodel is de
zorgverstrekker verantwoordelijk én aansprakelijk
voor de beslissingen die hij of zij neemt – op basis
van directe interactie met een patiënt. Maar wat als
die patiënt niet fysiek aanwezig is en dus ook niet als
dusdanig geïdentificeerd kan worden?
Wat we in dit geval sowieso moeten vermijden, is dat
artsen het hele concept van gezondheidsempower-
ment overboord zouden gooien omdat zij aansprake-
lijk gesteld kunnen worden voor een foute diagnose op
basis van foute data of een verkeerde identificatie. En
tegelijkertijd lopen we ook het risico dat een grotere
persoonlijke verantwoordelijkheid bepaalde patiënten
zal afschrikken.
“In vele gevallen is ons bestaand recht nochtans al
goed toepasbaar op deze nieuwe vraagstukken, maar
we moeten toch eens goed bekijken of er nergens
hiaten zitten,” zegt Prof. Dr. Anton Vedder, juridisch
en ethisch expert van iMinds - KU Leuven. “Het is
de bedoeling dat we tot een wetgeving komen die
technologie-onafhankelijk is, zonder daarvoor de wet
helemaal te herschrijven. Dat proces is al volop bezig,
zowel nationaal als Europees.”
Ook rond privacy en ethiek is het debat gaande. De
Europese Unie werkt momenteel aan een nieuwe
verordening rond de bescherming en verwerking van
persoonsgegevens – die bijvoorbeeld ook betrekking
zal hebben op medische data.
“Zoals het er nu naar uitziet, zal die EU-verordening vrij
streng zijn,” zegt Prof. Vedder. “Maar eigenlijk moeten
we als maatschappij eens goed nadenken over de weg
die we willen opgaan: misschien willen we wel een stuk
privacy opgeven voor een betere gezondheidszorg?”
“Een open, publiek debat is daarvoor absoluut
noodzakelijk. Recent werd in het Verenigd Koninkrijk
bijvoorbeeld een nieuw elektronisch patiëntendos-
sier ingevoerd met soepeler voorwaarden rond het
ter beschikking stellen van medische gegevens voor
onderzoek. Dat concept kon echter niet op de steun
van de artsen rekenen, met alle problemen vandien,”
besluit hij.
iMinds insights | 15
Maar naast die wettelijke goedkeu-
ring moet dus ook de waarde
van digitale gezondheids-
technologieën nog worden bewezen
alvorens dokters ze aan hun
patiënten zullen aanraden. En
dat is gemakkelijker gezegd dan
gedaan, omdat vele onderzoeks-
projecten in dit domein — waaron-
der de iMinds-projecten — nog niet
lang genoeg lopen om voor zulke
empirisch onderbouwde evaluaties
te zorgen. Wat echter wel duidelijk
is, is dat gezien het grote aantal
betrokken partijen in de gezond-
heidszorg, het onderzoek erg
breed moet gaan om te bewijzen
dat de voorgestelde oplossingen
effectief tegemoetkomen aan de
noden van alle betrokkenen. In het
kader van het iMinds ‘A Touch of
Memory’ (AToM)-project werden
bijvoorbeeld zowel mensen die aan
dementie lijden als hun partners,
vrienden, zorgverleners en zelfs
lokale winkeliers betrokken bij de
ontwikkeling van een app die de
voedselkeuzes van patiënten kan
volgen, om hen op die manier te
helpen om zelfstandig te wonen.
OPLOSSINGEN NAAR DE MARKT BRENGEN
Onze gezondheidszorg steunt op
een complex netwerk van overhe-
den, zorgverleners, verzekeringsin-
stellingen, patiënten, familieleden,
enz. Die complexiteit vormt een
hinderpaal voor ondernemers die
nieuwe oplossingen in deze sector
willen introduceren, en nuttige, op
maat gemaakte diensten willen
aanbieden aan eindgebruikers. Het
is immers niet altijd meteen duide-
lijk wie de vruchten zal plukken —
of wie voor deze tools zal betalen.
Dat laatste punt is bijzonder
belangrijk omdat innovatie in de
gezondheidszorg een dure zaak
kan zijn, wat het debat over andere
vormen van financiering, zoals
crowdfunding, verder aanwakkert.
(Wat gezondheidsempowerment
betreft, is crowdfunding eigenlijk
een logische stap omdat iedereen
zo mee kan beslissen over welke
digitale oplossingen het meest
noodzakelijk zijn.)
Hoewel in sommige regio’s mensen
nu al een stuk ‘empowered’ zijn
doordat ze bijvoorbeeld zelf hun
huisarts kunnen kiezen (en dus
doelbewust een huisarts kunnen
kiezen die consultaties op afstand
aanbiedt), is dat zeker niet overal
in Europa zo. Op andere plaat-
sen werden (onbewust) obstakels
gecreëerd die gezondheidsempo-
werment in de weg staan — door
bijvoorbeeld regels voor terug-
betaling op te leggen waarbij de
klemtoon ligt op zieke mensen, of
waarbij enkel persoonlijke dokters-
bezoeken in rekening gebracht
kunnen worden (versus zorg op
afstand of online consultaties).
GEZONDHEIDSEMPOWERMENT:
HET POTENTIEEL EN DE UITDAGING
VAN DE ‘DOE-HET-ZELF-DOKTER’
HET MATURITEITSMODEL VAN APPS
MATURITEITSNIVEAUVANHETVOORSCHRIJVENVANAPPS
TOENEMEND BEWIJS VAN DE VOORDELEN
TIJD
PROMOTIEVANADOPTIEIMPLEMENTATIE
ERKENNING VAN HET BELANG VAN APPS
BEVEILIGINGS- EN PRIVACY-RICHTLIJNEN
CURATIE EN EVALUATIE VAN APPS
INTEGRATIE MET IT-SYSTEMEN IN DE GEZONDHEIDSZORG
AANBEVELING DOOR INDIVIDUELE ARTSEN
Een klein aantal progressieve artsen
raadt apps aan hun patiënten aan
SYSTEMATISCH GEBRUIK VAN
MOBIELE APPS IN DE GEZONDHEIDSZORG
Beleid en systemen zijn klaar om
een breder gebruik van apps in de
gezondheidszorg te faciliteren
VOLLEDIGE INTEGRATIE VAN APPS IN DE GEZONDHEIDSZORG
Apps zijn volledig geïntegreerd in de dagelijkse
gezondheidszorg
Bron: IMS Health analyse van beschikbare gezondheidszorg apps
16 | iMinds insights
Daarnaast wordt het verkoop-
praatje voor consumentenapps en
andere elektronische gezondheids-
diensten ondermijnd door het feit
dat er voorlopig weinig bewijs is
voor het nut van dergelijke oplos-
singen. Meer onderzoek is nodig
— op het vlak van kostenefficiën-
tie, gebruikservaring, enz. — om de
voordelen van digitale gezondheid-
stechnologieën te kwalificeren en
kwantificeren.
Proeftuinen (living labs) zijn een
mogelijke manier om voor derge-
lijk bewijs te zorgen. Op basis van
haar proeftuinwerking helpt iMinds
ondernemers om succesvolle
technologieën te bouwen die recht-
streeks zijn gebaseerd op de input
van de gebruikers.
De proeftuinmethodologie van
iMinds streeft naar brede piloot-
testen in de echte wereld. De Zorg
Proeftuinen, bijvoorbeeld, dienen
als een testbed voor nieuwe
technologieën en concepten zoals
Cubigo, een online platform voor
zorg dat uitgaat van de kracht van
lokale gemeenschappen.
Andere onderzoeksgroepen binnen
iMinds analyseren het potenti-
eel voor onze stakeholders om
betrokken te worden bij innovatie
in de gezondheidszorg, genereren
business cases, berekenen kosten
en potentiële returns on invest-
ment, en bedenken go-to-mar-
ketstrategieën.
Tot slot: de complexiteit van
onze gezondheidszorg betekent
dat gezondheidsempowerment
meerdere potentiële businessmo-
dellen kan hebben; maar het is
goed om weten dat deze allemaal
nood zullen hebben aan samen-
werking tussen de verschillende
spelers in de innovatienetwerken
om oplossingen op de markt te
brengen.
WAT BRENGT DE TOEKOMST?
iMinds werkt samen met alle
betrokken partijen om oplossin-
gen te ontwikkelen, te testen en
te commercialiseren die gezond-
heidsempowerment echt kunnen
laten doorbreken. De specifieke
rol van iMinds bestaat erin voor
onderzoek en bedrijfsondersteu-
ning te zorgen, en via haar proef-
tuinwerking mogelijkheden voor
co-creatie met gebruikers aan te
bieden. Tenslotte zetten de iMinds
onderzoekers ook in op de juridi-
sche en ethische vragen die nog
beantwoord moeten worden.
Uiteindelijk draait gezondheidsem-
powerment niet om technologie
— hoewel technologie zeker een
drijvende kracht is. Het gaat erom
gezondheid op een nieuwe manier
te benaderen, met focus op het
individu, en waarbij burgers meer
grip krijgen op hun gezondheid.
IMINDS LIVING LABS IN DE SCHIJNWERPERS
iMinds Living Labs is een toonaangevende organisatie binnen het European
Network of Living Labs (ENoLL). De iMinds proeftuinmethodologie gebruikt
state-of-the-art tools en wetenschappelijk gevalideerde R&D-methoden
om onderzoek in digitale technologie te stimuleren. De iMinds Living Labs
betrekken gebruikers bij elke stap van het innovatieproces, en bieden een:
•	 Verkenningslab voor innovatieprocessen in een vroeg stadium
•	 Experimenteel lab om de grenzen van oplossingen te verkennen en
eerste prototypen te maken en testen
•	 Evaluatielab om de interesse van gebruikers in een innovatie en/of het
businessmodel erachter te valideren
iMinds insights | 17
GEZONDHEIDS-
EMPOWERMENT
GEERT HOUBEN, CEO Aristoco (Cubigo)
18 | iMinds insights
ZELFZORG MET
EENVOUDIGE BLOKJES
Steeds meer babyboomers kiezen
er bewust voor om niet naar een
rusthuis te verhuizen, maar hun
gouden jaren thuis door te brengen.
Om die evolutie te ondersteunen
en ouderen meer controle te geven
over hun gezondheid en welzijn,
ontwikkelde softwarebedrijf
Aristoco ‘Cubigo’, een platform dat
verschillende apps en programma’s
voor gezondheidszorg samen-
brengt in één eenvoudige interface.
We spraken met GEERT HOUBEN,
CEO van Aristoco, over hoe zijn
bedrijf technologie gebruikt om
‘zorgzame gemeenschappen’ voor
ouderen te creëren.
Q: Bekijken de ouderen van
vandaag gezondheidszorg anders
dan vorige generaties?
Geert Houben: Absoluut. Zij denken
helemaal anders over hun gouden
jaren dan hun ouders dat deden.
We stellen vast dat vele babyboo-
mers beslissen om de stap naar een
rusthuis of begeleid wonen zo lang
mogelijk uit te stellen. Als software-
bedrijf bekijken we die trend vanuit
een technologisch perspectief,
en proberen we hulpmiddelen te
ontwikkelen waardoor ouderen
beter voor zichzelf kunnen zorgen.
Dat is niet alleen wat vele ouderen
willen; het zorgt er ook voor dat de
overheid minder moet uitgeven aan
ouderenzorg, waarvan de kosten in
België en de rest van de wereld de
pan uit rijzen. We moeten op zoek
gaan naar zorgmodellen waarbij
mensen niet zomaar naar instel-
lingen gestuurd worden vol met
diensten die ze vaak niet ten volle
gebruiken. Wij proberen ervoor
te zorgen dat mensen makkelijker
thuis kunnen blijven.
Q: Hoe past het idee van een
‘zorgzame gemeenschap’ hierin?
Geert Houben: Als je zorg decen-
traliseert, en die zorg van rusthui-
zen en ziekenhuizen naar de
mensen thuis verplaatst, worden
de buurt en de lokale omgeving
erg belangrijk. Dat is de zorgzame
gemeenschap — een gemeenschap >>
iMinds insights | 19
die voor jou helpt zorgen, met
verschillende spelers in verschil-
lende rollen; jij maakt er natuur-
lijk zelf deel van uit, samen met
je familie en je buren. De buurt
is enorm belangrijk omdat je
mogelijk ver van je familie woont
— je kinderen wonen misschien
50 kilometer verder, zodat je
buren een belangrijke bron van
hulp worden. Dat concept van een
zorgzame gemeenschap willen we
graag versterken, door te voorzien
in de juiste hulpmiddelen.
Q: Hoe werkt Cubigo precies?
Geert Houben: Cubigo is een
dashboard dat een aantal gezond-
heidszorg- en sociale apps samen-
brengt in één eenvoudige gebrui-
kersinterface. Elke app wordt
grafisch voorgesteld door een
kubus. Met behulp van de gebruiks-
vriendelijke interface kan je bijvoor-
beeld online maaltijden bestellen,
je buren een bericht sturen of een
videochat opzetten met je verple-
ger. Je logt gewoon één keer in
met één enkel paswoord, of je
nu je laptop, iPad, smartphone of
digitale televisie gebruikt, en klaar
is Kees.
Q: Waar komt het idee vandaan?
Geert Houben: We merkten dat
steeds meer organisaties en
bedrijven in de gezondheidszorg
hun eigen online programma’s
en apps maken. Het probleem is
echter dat daardoor een heleboel
‘losse’ stukjes technologie ge-
creëerd worden; denk maar aan een
website om online een doktersaf-
spraak te maken, of om mensen
er via mail aan te herinneren hun
voorraad geneesmiddelen opnieuw
aan te vullen. Voor ouderen kan
zoiets moeilijk zijn. Als ze techno-
logie gebruiken, willen ze dat die
betrouwbaar, makkelijk toeganke-
lijk, en vooral eenvoudig te gebrui-
ken is. Cubigo wil dat makkelijker
maken, een beetje zoals het creëren
van een universele afstandsbedie-
ning: als je een TV koopt van één
fabrikant, een DVD-speler van een
andere en een Blu-rayspeler van
een derde, heb je drie verschillende
afstandsbedieningen met groten-
deels dezelfde knoppen maar in een
verschillende volgorde. Wij maken
de universele afstandsbediening en
we zorgen ervoor dat die heel erg
makkelijk te gebruiken is. Zo geven
we mensen de kans om hun eigen
WIJ MAKEN
DE UNIVERSELE
AFSTANDSBEDIENING
EN WE ZORGEN
ERVOOR DAT DIE
HEEL ERG MAKKELIJK
TE GEBRUIKEN IS.“
“
ZELFZORG MET
EENVOUDIGEBLOKJES
20 | iMinds insights
gezondheidszorg zo veel mogelijk
van thuis uit te managen.
Q: Welke soorten apps worden
door Cubigo ondersteund?
Geert Houben: We hebben door
middel van een uitgebreid onder-
zoek geprobeerd te achterhalen
welke hulpmiddelen mensen nodig
hebben om zo lang mogelijk thuis te
blijven wonen. De resultaten konden
in drie categorieën onderverdeeld
worden: sociale hulpmiddelen,
comfortdiensten, en veiligheid en
zorg. Het sociale aspect draait om
het vermijden van eenzaamheid.
Mensen moeten in contact blijven
met vrienden en familie. Cubigo
biedt daarom een manier aan om
via het dashboard berichten te
versturen die rechtstreeks naar de
Facebook-pagina van je kinderen
gaan, zonder dat die zelf Cubigo
hebben. We hebben ook een tool
waarin je activiteiten en interes-
ses kan aanduiden, en mensen in
de buurt kan vinden met gelijkaar-
dige interesses. Als ik bijvoorbeeld
van schaken houd, kan ik makkelijk
buren vinden met wie ik kan spelen.
Dat sociale aspect is voor Cubigo
erg belangrijk.
Q: Je sprak ook over comfort-
diensten en veiligheid?
Geert Houben: Comfortdiensten
draaien om het vinden van hulp
voor dingen die moeilijker worden
wanneer je ouder wordt. Tuinie-
ren, bijvoorbeeld, of inkopen
doen, of koken en poetsen. We
willen ervoor zorgen dat plaatse-
lijke bedrijven op een eenvoudige
manier diensten kunnen aanbieden
die ouderen online kunnen bestel-
len. De derde pijler is veiligheid en
zorg. Als ik val en mezelf bezeer,
wil ik iemand kunnen waarschuwen
— niet noodzakelijk de hulpdien-
sten of mijn kinderen, maar
misschien een buur die onmid-
dellijk kan komen helpen. Cubigo
maakt dat soort contact mogelijk.
We willen ook graag weegschalen,
bloeddrukmeters en gelijkaardige
toestellen met het platform verbin-
den. De resultaten van hun metin-
gen kunnen dan naar verplegers of
dokters gestuurd worden, die een
afspraak kunnen maken als er iets
mis is, in plaats van elke week met
patiënten af te spreken wanneer
dat niet nodig is.
Q: Stemmen app-ontwikkelaars
ermee in dat hun apps op deze
manier samengebracht worden?
Geert Houben: Absoluut. Uitein-
delijk gebruiken we hun diensten,
en brengen we klanten aan. Ze
moeten inderdaad hun eigen inter-
face opgeven, maar Cubigo kost
hen geen extra werk. Ze bouwen en
verdelen hun app nog steeds zoals
vroeger, ze hebben er gewoon een
nieuw kanaal bijgekregen.
Q: Hoe is de voorlopige respons?
Geert Houben: Die is erg goed. We
zijn actief in België, Nederland,
Spanje en de Verenigde Staten;
op het vlak van gezondheidszorg
zijn dat erg verschillende markten.
In België, bijvoorbeeld, beheert
de federale overheid het budget
voor gezondheidszorg, terwijl dat
in Nederland door de gemeen-
ten gebeurt, zodat zorg er meer
gelokaliseerd is. Die tweede optie
werkt erg goed voor ons model,
omdat we het platform dan aan
de gemeenten kunnen verkopen,
en zij kunnen de verschillende
lokale dienstverleners vragen om
hun diensten via Cubigo aan te >>
iMinds insights | 21
bieden. We werken ook recht-
streeks samen met organisaties
die bijvoorbeeld begeleid wonen
aanbieden. Een woon-zorgcentrum
met pakweg 50 appartementen
kan het platform aan iedereen in
het gebouw aanbieden, zodat de
bewoners een knop krijgen om een
verpleger te roepen, een maaltijd
te bestellen, enzovoort.
Q: Wat was de rol van iMinds?
Geert Houben: iMinds is de
programmacoördinator voor de
Zorg Proeftuinen, waar we actief
bij betrokken zijn. In de Proeftuinen
zetten we gebruikers in — natuurlijk
met hun toestemming en volgens
de regels van de Proeftuinen — om
onderzoek te doen naar nieuwe
producten, diensten en manie-
ren om zorg te verlenen. In plaats
van deze dingen in een gesloten
omgeving te testen, kunnen we
ze in de echte wereld uitprobe-
ren. Dankzij de Zorg Proeftuinen
kunnen we testen of een goed idee
of concept vertaald kan worden in
succesvolle producten of diensten.
Vele organisaties missen vandaag
die stap. In de toekomst hopen we
via iMinds in contact te komen met
universiteiten en andere acade-
mische instellingen voor verder
onderzoek.
Q: Tenslotte ook gefeliciteerd
met jullie toelating tot het Black-
box-programma van Google. Hoe
is jullie dat gelukt?
Geert Houben: In 2013 namen
we deel aan het ‘Go Global’-pro-
gramma van iMinds, waardoor we
toegang kregen tot de Amerikaanse
markt. Zo raakten we betrokken
bij Aging2.0, een organisatie die
focust op innovatie op het vlak van
ouder worden. Zij nodigden ons uit
om deel te nemen aan hun wereld-
wijde top, als een mooi interna-
tionaal voorbeeld. Ze maakten
een shortlist van startups uit hun
netwerk als mogelijke kandidaten
voor het Blackbox-programma,
en voor onze sector werden wij
gekozen om deel te nemen. We zijn
daar erg trots op, net als op het feit
dat we het eerste Vlaamse bedrijf
zijn dat voor het Blackbox-pro-
gramma wordt uitgenodigd.
ARISTOCO
De Cubigo-software van
Aristoco is een online
‘app’-platform met diensten
waardoor mensen zo lang en
zo comfortabel mogelijk in
hun eigen omgeving kunnen
blijven wonen. Er worden
kubussen ontwikkeld in de
drie belangrijkste pijlers:
sociale contacten (Cubigo
Social), zorg (Cubigo Care)
en comfort (Cubigo Servi-
ces). Cubigo laat mensen
kiezen welke zorg en
diensten ze nodig hebben,
zodat ze zo lang mogelijk
de controle over hun leven
kunnen behouden.
ZELFZORG MET
EENVOUDIGEBLOKJES
22 | iMinds insights
DANKZIJ DE ZORG
PROEFTUINEN KUNNEN
WE TESTEN OF EEN
GOED IDEE OF CONCEPT
VERTAALDKANWORDEN
IN SUCCESVOLLE
PRODUCTEN OF
DIENSTEN. VELE
ORGANISATIES MISSEN
VANDAAG DIE STAP.
“
“
GEERT HOUBEN, CEO Aristoco (Cubigo)
iMinds insights | 23
VIRTUELE COACHING,
TASTBARE RESULTATEN
De obesitas-epidemie grijpt snel om zich heen, zowel in Europa als in Noord-Amerika. Professionals in
de gezondheidszorg zijn dan ook volop op zoek naar manieren om mensen te helpen betere keuzes
te maken wat voeding en fysieke activiteit betreft. In het kader van het iMinds ‘b-SLIM’-project wordt
daarom gewerkt aan de ontwikkeling van een ‘Super Coach’; een digitale app die mensen moet helpen
om blijvend gewicht te verliezen. We spraken met BrandNewHealth-onderzoeker DR. STEVEN DE
PEUTER en oprichtster DR. CLAUDIA PUT over de app en het potentieel ervan.
GEZONDHEIDS-
EMPOWERMENT
24 | iMinds insights
Q: Waarom is het voor
veel mensen zo moeilijk om
gewicht te verliezen?
Steven De Peuter: Het probleem is
niet zozeer om gewicht te verliezen,
maar wel om nadien niet opnieuw
bij te komen. Met een crashdieet
kan je wel snel kilo’s verliezen,
maar de kans is erg klein dat je dat
gewicht kan behouden. Blijvend,
gezond gewichtsverlies vraagt tijd
en een voortdurende inspanning -
zeker bij obese mensen, die meer
tijd nodig hebben om een gezond
gewicht te bereiken.
Claudia Put: Uiteindelijk kan je enkel
succes boeken door je gedrag te
veranderen. Dat kan best moeilijk
zijn. Het is vaak niet eenvoudig om
ongezonde gewoonten te doorbre-
ken, zeker als het om voeding gaat.
Voor vele mensen maakt eten
immers een essentieel deel uit van
wie ze zijn, wat ze doen en hoe ze
zich voelen. Eten is vaak ook een
soort van troost. Als je je slecht
voelt, is het eenvoudig om naar een
zoete of zoute snack te grijpen. Die
gewoonte doorbreken, kan op korte
termijn negatieve gevolgen hebben
voor je stemming.
Q: Op welke manier
verschilt de ‘Super Coach’-app
van andere programma’s?
Steven De Peuter: Wat onze
aanpak uniek maakt, is dat de
app de gebruiker niet voorschrijft
wat hij of zij moet doen. De app
geeft suggesties en advies; over
hoe mensen hun gedrag kunnen
veranderen en hoe ze zelf hun
gewicht, fysieke activiteit en
dieet kunnen managen. We willen
unieke, gepersonaliseerde plannen
aanbieden die nauw aansluiten bij
het nieuwe gedrag dat de gebrui-
ker zich probeert eigen te maken.
Claudia Put: In feite komt het erop
neer dat we complexe gedragspa-
tronen opsplitsen in kleinere, meer
haalbare stappen met tussentijdse
doelstellingen. We willen gebrui-
kers ook helpen om te anticiperen
op hindernissen of tegenslagen. Bij
elke stap en bij elke kleine verbete-
ring moedigt de app hen aan.
Q: Hoe zal de app de data
verzamelen die nodig zijn om
die persoonlijke plannen op te
stellen?
>>
“
“
WE WILLEN GEBRUIKERS HELPEN
OM TE ANTICIPEREN OP HINDERNISSEN
OF TEGENSLAGEN. BIJ ELKE STAP EN BIJ
ELKE KLEINE VERBETERING MOEDIGT DE
APP HEN AAN.
iMinds insights | 25
Steven De Peuter: Veel gegevens
worden door de gebruiker zelf
ingegeven. Om de app zo toegan-
kelijk mogelijk te maken, werken
we zowel aan een web- als aan een
mobiele versie. Wanneer gebrui-
kers zich registreren, vullen ze een
vragenlijst in over hun belangrijk-
ste gedragspatronen, wat ze graag
eten, hoe vaak ze aan sport doen,
en dergelijke. Mogelijk vragen we
hen ook welke factoren een blokke-
rende werking kunnen hebben:
misschien vinden ze fruit en groen-
ten niet lekker, bijvoorbeeld. En we
zullen uitzoeken wat hen motiveert,
waarbij we een onderscheid maken
tussen intrinsieke en extrinsieke
motivatie. Intrinsieke motivatie —
iets doen om jezelf beter te voelen,
of omdat het leuk is — werkt veel
beter dan extrinsieke motivatie,
waarbij mensen iets doen omdat ze
dat moeten, of omdat ze dan een
beloning krijgen.
Q: Gebruikt de app enkel data die
de gebruiker zelf ingeeft?
Steven De Peuter: Neen, we zullen
ook objectieve gegevens verzame-
len. Zo integreren we een accele-
rometer (een toestel dat beweging
registreert), en de app zal ook het
koopgedrag van de gebruikers
opvolgen om veranderingen door
de tijd te kunnen detecteren. Eén
van de interessante dingen aan
dit project is dat we de objectieve
data zullen kunnen vergelijken
met de gegevens die de gebrui-
ker zelf ingeeft. Zo kunnen we zien
hoe accuraat mensen hun gedrag
rapporteren. Bovendien zullen we
ook kunnen onderzoeken of het
objectief meten van fysieke activi-
teit überhaupt nodig is, of gewoon
een leuke bijkomstigheid. We zullen
dit gedeeltelijk doen met behulp
van een klinische studie.
Q: Wat hoop je nog te onder-
zoeken met de klinische studie?
Steven De Peuter: We willen de
effectiviteit van digitaal coachen
beter begrijpen. We zullen de
resultaten van mensen die enkel
de app gebruiken — zonder recht-
streeks contact met dokters en
onderzoekers — vergelijken met
die van mensen die meer traditio-
nele methoden volgen om gewicht
te verliezen, zoals het consulteren
van een diëtist of een sportcoach.
We zullen ook werken met uitge-
breide 3D-modellering om mensen
te helpen hun gewichtsverlies en
de veranderingen aan hun lichaam
te visualiseren. We hopen dat
we op die manier een gedetail-
leerd model van gewichtsverlies
bij obese mensen kunnen ontwik-
kelen. Zoiets bestaat momenteel
WE WILLEN DE
EFFECTIVITEIT
VAN DIGITAAL
COACHEN BETER
BEGRIJPEN.
“
“
VIRTUELE COACHING,
TASTBARE RESULTATEN
26 | iMinds insights
nog niet. Er bestaat onderzoek
naar verschillende lichaamstypes,
zoals ‘peervormige’ of ‘appelvor-
mige’ lichamen, maar we willen
daar graag een model voor obese
mensen aan toevoegen.
Q: Dit project heeft een aantal
partners. Wat is hun rol?
Claudia Put: iMinds speelde een
belangrijke rol in het samenbrengen
van alle partners, en voert ook een
groot deel van het onderzoek uit.
Het iMinds Vision Lab van de Univer-
siteit Antwerpen werkt samen met
het iMinds Medical Imaging onder-
zoekscentrum van de KU Leuven om
de 3D-scans van de gezichten en
lichamen van gebruikers te maken.
Via een reeks interviews zal het
iMinds Center for Usability Research
aan de KU Leuven de hindernissen
en moeilijkheden onderzoeken die
gebruikers kunnen ondervinden, en
peilen naar de verwachtingen die ze
hebben rond een app voor gewichts-
verlies. iMinds-STADIUS aan de KU
Leuven werkt aan de data-analyse,
datamining en voorspellende en
visuele analyses. De Departemen-
ten voor Bewegingswetenschap-
pen en Klinische en Experimentele
Endocrinologie aan de KU Leuven
nemen dan weer het voortouw in
de klinische studie en geven advies
over voeding en fysieke activiteit.
Q: Klopt het dat jullie ook met in-
dustriële partners samenwerken?
Claudia Put: Zeker. Er is BrandNew-
Health, wij dus, maar ook YorBody
Belgium dat de activiteitstracker
ontwikkelt, de database, en de
algoritmen om de data te interpre-
teren. De Delhaize Groep zal ons
helpen om boodschappenlijstjes
voor te stellen en het koopgedrag
van gebruikers te volgen, zodat we
kunnen zien of hun gedrag door de
suggesties van de app beïnvloed
wordt.
Q: Wanneer willen jullie de app
lanceren?
Steven De Peuter: Het project is
gestart in april 2014; de klinische
studie begint in oktober 2015. We
hopen de app ten laatste tegen
september 2015 volledig ontwikkeld
te hebben, zodat de ongeveer 100
obese mensen in de klinische studie
hem kunnen gebruiken. Omdat
iMinds zo’n divers team heeft verza-
meld, met expertise in verschillende
domeinen, zijn we ervan overtuigd
dat we iets zullen kunnen bouwen
dat obesitas tegengaat en mensen
helpt om met vertrouwen en op een
gezonde manier blijvend gewicht te
verliezen.
OVER B-SLIM
Het ‘b-SLIM’-project van
iMinds onderzoekt de ontwik-
keling van een digitale app
die voeding, fysieke activiteit
en motivatie in kaart brengt
van gebruikers die blijvend
gewicht willen verliezen.
De app zal verschillende
datastromen integreren, en
advies en ondersteuning op
maat voorstellen. Lees meer
online: http://www.iminds.be/
en/projects/2014/03/20/b-
slim.
OVER BRAND-
NEWHEALTH
BrandNewHealth is een
pionier in kosteneffectieve
digitale gezondheidscoa-
ching, die psychologie,
gezondheidswetenschap-
pen, ICT en communicatie
samenbrengt om persoonlijke
ondersteuning te bieden aan
grote groepen mensen.
iMinds insights | 27
GEZONDHEIDS-
EMPOWERMENT
EVA GEURTS en KARIN CONINX, iMinds - EDM - UHasselt28 | iMinds insights
Q: Er bestaan al een aantal apps
op het gebied van gezondheid
en welzijn die lichaamsbeweging
promoten en meten. Wat maakt
jullie app zo nuttig voor hart-
patiënten?
Eva Geurts: De gebruikers zijn
vertrouwd met de technologie:
een smartphone en smartwatch om
hun hartslag te meten. Het verschil
tussen onze app en fiets-apps voor
gezonde mensen is dat onze app
ontwikkeld is om hartpatiënten op
een veilige manier te laten bewegen.
Voor mensen die een hartaanval
hebben gehad, is lichaamsbewe-
ging erg belangrijk. Maar eenmaal
ze het revalidatiecentrum verlaten
— typisch na drie maanden van
begeleid oefenen — aarzelen veel
patiënten om te blijven bewegen.
Ze vrezen dat ze te ver zullen gaan
en zichzelf zo in gevaar zullen
brengen. Dat zorgt ervoor dat veel
patiënten niet voldoende bewegen.
Karin Coninx: Dit geldt zeker voor
fietsen, een uitstekende vorm van
lichaamsbeweging voor hartpatiën-
ten. In Limburg is er een uitgebreid
netwerk van populaire fietsroutes
waarmee mensen flexibel fietstoch-
ten kunnen uitstippelen. Maar voor
een patiënt die niet weet of hij of
zij zo’n fietstocht wel volledig kan
afwerken, kan het intimiderend zijn
om aan die tocht te beginnen, zeker
als er op het parcours dan ook nog
eens hellingen liggen. Onze app
EEN GEZONDHEIDS-
APP MET EEN HART
Voor patiënten die herstellen van een hartaanval is regelmatige lichaams-
beweging een belangrijk onderdeel van het revalidatieproces. Eenmaal die
patiënten het ziekenhuis verlaten, is het echter vaak moeilijk om gemoti-
veerd te blijven. Daarom ontwikkelde de Universiteit Hasselt — in samen-
werking met het Jessa Ziekenhuis — een app die hartpatiënten niet alleen
aanzet om te bewegen, maar hen ook de hulpmiddelen biedt om dat op
een veilige en efficiënte manier te doen. Als onderdeel van haar master-
proef Informatica hielp EVA GEURTS deze app mee ontwikkelen. Samen
met professor DR. KARIN CONINX van het iMinds Expertisecentrum voor
Digitale Media (EDM) aan de UHasselt legt ze ons uit hoe de app levens
kan redden.
>>
iMinds insights | 29
kan die mensen vertellen wanneer
ze moeten vertragen of versnellen,
of wanneer ze beter de motor van
hun elektrische fiets inschakelen.
Het gaat erom mensen vertrouwen
te geven. Een deel van dat vertrou-
wen is gebaseerd op het feit dat
de app samen met een ziekenhuis
werd ontwikkeld.
Q: Waarom fietsen?
Karin Coninx: Vele bewegings-
apps focussen op wandelen, vaak
met behulp van stappentellers
of accelerometers om stappen
en activiteit te meten. Maar veel
mensen, en vooral ouderen, fietsen
liever. Wij willen het voor patiënten
eenvoudiger maken om op verschil-
lende manieren te bewegen, afhan-
kelijk van waar ze op dat moment
zin in hebben.
Q: Wat waren de uitdagingen bij
het ontwikkelen van deze app?
Eva Geurts: De meeste fitness-apps
zijn gemaakt voor gezonde mensen.
Die van ons werd ontwikkeld voor
mensen die ziek zijn geweest —
mensen met een hartziekte die
revalideren — en voor gezonde
mensen die bewust gezondheidsri-
sico’s willen vermijden wanneer ze
aan lichaamsbeweging doen. We
moesten dus in staat zijn om speci-
fiek, gepersonaliseerd advies te
genereren, iets wat gewone fitness-
apps niet doen.
Q: Dat leidt tot een interessante
vraag. Hoe bepaalt de app welke
hartslag veilig is?
Eva Geurts: Dat is volledig geperso-
naliseerd. Elke patiënt ondergaat
een medisch onderzoek in het
revalidatiecentrum, en die gegevens
worden gebruikt om de parame-
ters in te stellen. Patiënten weten
dus dat de gegevens specifiek zijn
voor hun noden, hun programma
en hun lichaam. Dat geeft extra
vertrouwen.
Q: Waren er nog andere uitda-
gingen?
Karin Coninx: Een tweede uitdaging
had te maken met de algemene
gebruikerservaring, een domein
EEN DEEL VAN
HET VERTROUWEN
IS GEBASEERD OP
HET FEIT DAT DE
APP SAMEN MET
EEN ZIEKENHUIS
WERD
ONTWIKKELD.
“
“
EEN GEZONDHEIDS-
APP MET EEN HART
30 | iMinds insights
waarin EDM onderzoek doet. Als
je ervoor wil zorgen dat iedereen
deze app kan gebruiken, moet je
met vele praktische elementen
rekening houden. Omdat de app
tijdens het fietsen gebruikt wordt,
hebben we bijvoorbeeld goed
nagedacht over hoe informatie op
een leesbare en duidelijke manier
kan worden voorgesteld. Het
scherm moet in één oogopslag
leesbaar zijn, zodat de fietsers
niet van hun omgeving worden
afgeleid. We vonden het ook
belangrijk om gegevens op een
onopvallende manier te verzame-
len. Daarom gebruiken we bijvoor-
beeld een smartwatch in plaats
van een borstband om de hartslag
te meten. Bovendien willen we
gebruikers niet lastig vallen met
technisch gedoe: het horloge en
de smartphone staan via de app
automatisch met elkaar in verbin-
ding om gegevens uit te wisse-
len. Naast hartslag worden ook
andere gegevens, zoals verbrande
calorieën of afstand, verzameld of
berekend. En ten slotte moet je de
relevante informatie op een duide-
lijke manier aan de patiënt tonen.
Q: Wat doet de app nog, naast
het meten van gezondheid en
inspanning?
Eva Geurts: De app bevat lokale
fietsroutes, -paden en -trajecten.
We hebben interessante stopplaat-
sen toegevoegd, en plekken waar
je elektrische fietsen kan opladen.
Gebruikers kunnen zelf routes
aanmaken door stopplaatsen te
verbinden, en we kunnen nieuwe
routes voorstellen op basis van
hun conditie en vorderingen in het
revalidatieprogramma. We kunnen
ook trajecten variëren, afhanke-
lijk van hoe lang of hoe ver de
gebruiker wil fietsen. We willen de
inspanning zo aangenaam mogelijk
maken.
Karin Coninx: Momenteel werken
we samen met een grafisch desig-
ner in onze human-computer inter-
actiegroep om ervoor te zorgen
dat onze interface niet alleen
eenvoudig te gebruiken is, maar
er ook mooi en leuk uitziet. Het
is niet de bedoeling er een video-
game van te maken, maar de app
moet wel speels en aangenaam in
gebruik zijn — ook op die manier
willen we mensen ertoe aanzetten
om veilig te bewegen.
Q: De app biedt duidelijk veel
voordelen voor patiënten. Wat
met zorgverleners en gezond-
heidsprofessionals?
Karin Coninx: Dat is de volgende
stap. Momenteel werken we aan het
aanbod voor zorgverleners, zoals
een dashboard dat het mogelijk
maakt om de app te voeden met
de individuele trainingsparame-
ters van patiënten. Maar daarnaast
willen we ook de gegevens analy-
seren die door de app werden
verzameld, en die inzichten
gebruiken om nieuwe oefeningen
aan te maken. Voor zorgverleners
is het ook erg belangrijk om een
beknopt overzicht te krijgen van
de gegevens van verschillende
patiënten naast elkaar, en om
die gegevens te integreren in de
dagelijkse praktijk van het revali-
datiecentrum.
>>
iMinds insights | 31
Q: Hoever staan jullie nu met
de app?
Eva Geurts: We hebben testen
gedaan met gezonde gebruikers en
een aantal patiënten, en de respons
was erg positief. Wanneer we met
meer patiënten testen, willen we in
eerste instantie bewijs leveren voor
het nut van deze app, door de aard
en de grootte van de gedragsver-
anderingen aan te tonen.
Q: Is de markt voor de app
breder dan enkel hartpatiënten?
Karin Coninx: We zijn erg geïnteres-
seerd om de groep gebruikers uit
te breiden. Momenteel ligt de focus
op revalidatie, maar bij hartpatiën-
ten is het verschil tussen revalidatie
en preventie erg klein. Het vermij-
den van een tweede hartaanval
is eigenlijk vrij gelijkaardig aan
preventief gebruik van de app door
patiënten of gezonde mensen. Dit
soort app zou dus nuttig zijn voor
hartpatiënten, mensen met diabe-
tes, obese mensen, of gebrui-
kers die gewoon gewicht willen
verliezen en gezond willen blijven.
Omdat de basisinfrastructuur en de
interface al klaar zijn, is de app erg
flexibel en zien we zeker mogelijk-
heden voor verschillende groepen
mensen. Dat is niet enkel goed
voor de gebruikers, maar ook voor
ons, omdat een grote gebruikers-
basis kan helpen om extra midde-
len te verzamelen voor de verdere
ontwikkeling van onze app en een
mogelijke marktintroductie.
OVER IMINDS -
EDM - UHASSELT
Het Expertisecentrum voor
Digitale Media (EDM) is het
instituut voor ICT-onderzoek
van de Universiteit Hasselt,
en maakt deel uit van de
onderzoeksgemeenschap van
iMinds. EDM doet sinds 1987
onderzoek in informatica.
Het focust daarbij op twee
kerncompetenties: ‘visual
computing’ en ‘human-com-
puter interaction’. EDM doet
fundamenteel onderzoek,
maar ook basis-, toegepast en
contractonderzoek. EDM wil
een toonaangevend onder-
zoeksinstituut worden in
human-computer interaction,
computer graphics, multi-
media netwerken, computer
vision en virtuele omgevin-
gen.
EEN GEZONDHEIDS-
APP MET EEN HART
32 | iMinds insights
MOMENTEEL LIGT
DE FOCUS OP
REVALIDATIE, MAAR
BIJ HARTPATIËNTEN IS
HET VERSCHIL TUSSEN
REVALIDATIE EN
PREVENTIE ERG KLEIN.“
“
KARIN CONINX, iMinds - EDM - UHasselt
iMinds insights | 33
Patiënten op afstand opvolgen maakt onze
gezondheidszorg efficiënter, omdat het dokters
toelaat om gegevens van hun patiënten te verza-
melen zonder dat die naar de dokterspraktijk
of het ziekenhuis moeten gaan. De alomtegen-
woordigheid van smartphones, stappentellers
en accelerometers betekent dat dokters meer
potentiële gegevensbronnen hebben dan ooit
tevoren, zodat ze de meer traditionele data die
worden aangeleverd door pacemakers en gluco-
semeters in de juiste context kunnen plaatsen.
Dr. Pieter Vandervoort,
Cardioloog Ziekenhuis Oost-Limburg
GEZONDHEIDS-
EMPOWERMENT
34 | iMinds insights
Q: Kan je kort beschrijven wat
NEMO precies is?
Pieter Vandervoort: NEMO brengt
telemonitoring-gegevens van
verschillende leveranciers en
toestellen samen, analyseert ze,
en presenteert ze in één dashboard
voor klinisch gebruik.
Q: Wat is de toegevoegde
waarde van jullie oplossing?
Pieter Vandervoort: Stel je eens
voor: ik monitor meer dan 600
patiënten op afstand. De meeste
van deze patiënten lijden aan
gevorderd hartfalen. Ze kregen
allemaal toestellen als resynchro-
nisatie-pacemakers of defibrilla-
toren ingeplant, gemaakt door
vier of vijf verschillende fabrikan-
ten. Dat betekent verschillende
standaarden, databanken, proto-
collen en algoritmen. Veel van deze
patiënten gebruiken daarenboven
ook nog andere toestellen zoals
bloeddrukmeters, weegschalen
en activiteitstrackers waarvan de
informatie verwerkt wordt door
verschillende visualisatietools. En
de resultaten worden voorgesteld
op verschillende websites. Als ik
een patiënt heb met vier toestellen
moet ik vier verschillende websites
openen, en informatie verwerken
die overal anders wordt weergege-
ven. Dat is ingewikkeld, omslach-
tig en tijdrovend. Waarom zou je al
die klinische data niet in één plaats
samenbrengen?
Q: Welke soorten gegevens zal
NEMO samenbrengen?
Pieter Vandervoort: We willen
data integreren van klinische
toestellen, maar ook van consu-
mentenproducten zoals smart-
phones,smartwatches,ofactiviteits-
SLIMME TOESTELLEN
OM PATIËNTEN BETER
TE KUNNEN OPVOLGEN
Het Limburgse iMinds-project ‘neutral mobile health platform’ (NEMO)
onderzoekt de bouw van een platform dat de telemonitoring-gegevens van
een brede waaier aan technologieën en producten samenbrengt, analy-
seert en weergeeft. We spraken met de initiatiefnemer van het project, DR.
PIETER VANDERVOORT — cardioloog aan het Ziekenhuis Oost-Limburg in
Genk, en medevoorzitter van de Mobile Health Unit aan de UHasselt — over
hoe NEMO kan helpen om telemonitoring opnieuw uit te vinden.
>>
iMinds insights | 35
trackers zoals Withings, Fitbit of
de Nike FuelBand. Onze uiteinde-
lijke doelstelling is om gegevens
van klinische apparaten en consu-
mentenelektronica te combineren,
en om beide soorten data klinisch
relevant te maken. Alles draait om
de context; we willen een volledi-
ger beeld van de patiënt krijgen.
Q: Kan je een voorbeeld geven
van hoe dat zou werken?
Pieter Vandervoort: Neem nu een
patiënt met een pacemaker. Die
pacemaker kan je informatie geven
over de hartslag van de patiënt,
maar vertelt je niet wat die patiënt
aan het doen is. Een activiteitsme-
ter zoals een accelerometer doet
dat wel, en kan de context van die
hartslag geven. Als de hartslag
stijgt, maakt het immers een
verschil of die persoon aan het
fietsen is, of in de zetel televisie
kijkt. Ook glucosemetingen kunnen
een andere betekenis krijgen als
we ze in verband brengen met
de activiteiten van die dag. Door
de gegevens van verschillende
sensoren samen te brengen en
naast elkaar te bekijken, kan je
een hoop relaties ontdekken die
je anders niet zou opmerken. Eén
plus één wordt op die manier meer
dan twee. NEMO maakt dat soort
dingen mogelijk.
Q: Aan welke andere voordelen
denk je nog?
Pieter Vandervoort: NEMO zal
zeker telemonitoring in de klini-
sche praktijk faciliteren; zo zullen
zorgverleners, huisdokters, verple-
gers en thuisverplegers makkelij-
ker gegevens kunnen vinden en
interpreteren die worden verza-
meld buiten de dokterspraktijk of
het hospitaal. Daarnaast zijn er ook
een aantal directe voordelen voor
de patiënt. Mensen zijn tenslotte
geïnteresseerd in hun eigen
gezondheid. Daarom kopen ze de
toestellen waarover we het hier
hebben. NEMO zal het ook voor hen
eenvoudiger maken om één beeld
te krijgen van al hun gegevens, in
de juiste context, en hen zo toelaten
hun activiteit of gedrag in real time
aan te passen.
Bovendien kunnen er ook voorde-
len zijn wat primaire preventie
betreft. Als we een groot aantal
patiënten met verschillende activi-
teitssensoren kunnen volgen — en
alle gegevens op dezelfde plaats
beschikbaar maken — kunnen we
echt de impact van bepaalde activi-
teiten op een eenvoudige parame-
ter, zoals gewicht, meten. We
weten dat, als we bijvoorbeeld het
gewicht van een populatie met één
kilo verminderen, we dan minder
patiënten zullen hebben met diabe-
tes, hypertensie, hartaandoeningen,
hartaanvallen, beroertes, enzovoort.
Dat zal ons echt helpen om voorde-
len op populatieniveau in kaart te
brengen.
Q: Waar staat het NEMO-project,
en wat is de rol van iMinds?
Pieter Vandervoort: We bevinden
ons nog in de conceptuele fase. We
hebben heel wat voorbereidend
onderzoek verricht naar het visua-
liseren van verschillende databron-
nen, en hebben gewerkt aan de
analysesoftware door gegevens
van glucosemeters te combine-
ren met bloeddrukgegevens en
data van accelerometers. Dat zijn
allemaal verschillende onderde-
len van wat uiteindelijk NEMO zal
worden, maar NEMO zelf staat
nog in zijn kinderschoenen. iMinds
Health is net gestart, en zij brengen
al dit onderzoek en de medische
ervaring samen op één plek, om
zo de samenwerking tussen de
ziekenhuizen en de UHasselt te
bevorderen. Bovendien helpt
iMinds ons om de financiering te
vinden die NEMO een niveau hoger
zal tillen.
Q: Voor welke onderzoeksuitda-
gingen staan jullie momenteel?
Pieter Vandervoort: Er zijn zeker
technische uitdagingen, door de
verscheidenheid aan protocollen
en methoden voor gegevensver-
zameling. Maar die kunnen we wel
de baas. Verbeteringen in wi-fi, in
de beschikbaarheid van 3G en 4G,
en in protocollen voor gegevens-
overdracht lossen dat wel op. We
monitoren nu al vier of vijf jaar
SLIMME TOESTELLEN
OM PATIËNTEN BETER
TE KUNNEN OPVOLGEN
36 | iMinds insights
patiënten op afstand, en hebben
in die periode een enorme vooruit-
gang gezien op technisch vlak,
zoals de evolutie van pacemakers.
Daar maak ik me dus weinig zorgen
over. We staan echter wel voor
uitdagingen op het gebied van
gegevensidentificatie en privacy.
Q: Welke zoal?
Pieter Vandervoort: Met een
toestel als een pacemaker weten
we zeker op welke patiënt de
gegevens betrekking hebben.
Maar als we bijvoorbeeld infor-
matie van een smartphone of een
draadloze weegschaal verzame-
len, weten we technisch gespro-
ken niet wie het toestel gebruikt
— iemand kan zijn telefoon uitlenen
aan zijn echtgenote, bijvoorbeeld.
Daarnaast zorgt ook privacy voor
grote uitdagingen. We willen zeker
zijn dat de data enkel toegankelijk
zijn voor mensen die in een thera-
peutische relatie met de patiënt
staan. Dat is ook belangrijk voor
de fabrikanten van de toestellen.
Zij zullen immers nooit toelaten dat
hun gegevens verzameld worden
op het platform van een concur-
rent. Daarom wordt ons platform
onafhankelijk of ‘neutraal’, zoals
we dat noemen. We tekenen met
de fabrikanten een overeenkomst
waarin de regels omtrent de
uitwisseling van gegevens worden
vastgelegd — specifiek voor dit
project.
Q: Welke respons verwacht je
van zodra NEMO klaar is voor
gebruik?
Pieter Vandervoort: De voordelen
van het project zullen volgens mij
duidelijk zijn. Het kan aanvanke-
lijk wel moeilijk zijn om gebrui-
kers te vinden, vooral omwille van
het systeem van vergoedingen.
Momenteel worden dokters in
België en het grootste deel van
Europa — zelfs in de VS — enkel
door de verzekering betaald
wanneer er een fysieke ontmoeting
met de patiënt heeft plaatsgevon-
den. Er is nog geen vergoeding
voor raadplegingen op afstand.
Dat kan de klinische toepassing
in de nabije toekomst beperken.
Maar veranderende technologieën
beïnvloeden het beleid voortdu-
rend, en de overheid en verzeke-
ringsmaatschappijen zullen wel
moeten volgen. Ik hoop dat NEMO
deel kan uitmaken van die evolu-
tie; dat we kunnen starten met een
kleine groep believers en pioniers
en zo kunnen bewijzen dat het
concept werkt voor patiënten en
dokters, en zo uiteindelijk verzeke-
ringsmaatschappijen en overheden
kunnen overtuigen om het systeem
te veranderen.
OVER NEMO
Het neutrale mobiele gezond-
heidsplatform (NEMO) van
iMinds geeft een eengemaakt
overzicht van telemonito-
ring-data op basis van ‘tradi-
tionele’ medische toestellen
(zoals pacemakers en gluco-
semeters) en van consumen-
tenelektronica (zoals smartp-
hones met stappentellers en
accelerometers). Het concept
wordt momenteel getest,
gevalideerd en geïntegreerd
in de workflow van partnerzie-
kenhuizen. De eerste experi-
menten worden verwacht in
het derde kwartaal van 2015.
iMinds insights | 37
BIRGIT MORLION
Programmadirecteur
iMinds Health
EXPERTS DIE HEBBEN BIJGEDRAGEN AAN
DEZE EDITIE VAN IMINDS INSIGHTS
(in alfabetische volgorde):
ANN ACKAERT
Postdoctoraal Onderzoeker
iMinds - IBCN - UGent
JAN AERTS
Docent iMinds - Stadius - KU Leuven
LAURA BELENGUER QUEROL
Directeur Strategie & Innovatie
iMinds Medical Information
Technologies Department
KARIN CONINX
Hoogleraar iMinds - EDM - UHasselt
STEVEN DE PEUTER
Onderzoeker BrandNewHealth
EVA GEURTS
Onderzoeker iMinds - EDM - UHasselt
GEERT HOUBEN
CEO Aristoco (Cubigo)
AN JACOBS
Hoogleraar iMinds - SMIT - VUB
LIEVEN MAESSCHALCK
Oprichter en Kinesitherapeut
Move to Cure
BIRGIT MORLION
Programmadirecteur iMinds Health
CLAUDIA PUT
CEO BrandNewHealth
KARIN SLEGERS
Docent iMinds - CUO - KU Leuven
ERIC VAN DER HULST
Programmamanager iMinds Health
PIETER VANDERVOORT
Cardioloog Ziekenhuis Oost-Limburg
FREDERIC VANNIEUWENBORG
Onderzoeker iMinds - IBCN - UGent
JAN VAN OOTEGHEM
Onderzoeker iMinds - IBCN - UGent
ANTON VEDDER
Hoogleraar iMinds - ICRI - KU Leuven
GRIET VERHENNEMAN
Onderzoeker iMinds - ICRI -
KU Leuven
iMinds Insights redactieteam: Sven De Cleyn, Koen De Vos, Thomas Kallstenius, Els Van
Bruystegem, Wim Van Daele, Stefan Vermeulen
Tekst: Ascribe Communications
Ontwerp: Coming-Soon.be
Fotografie: Lieven Dirckx, Nils Blanckaert
©2015 iMinds vzw - CC-BY 4.0. Je bent vrij om het werk te delen en te bewerken met
naamsvermelding van iMinds.
Meer updates op www.iminds.be/insights
VOOR MEER INFORMATIE
over de samenwerking tussen de gezondheidssector
en iMinds, contacteer Birgit Morlion,
birgit.morlion@iminds.be, +32 9 331 48 08
OP ZOEK NAAR MEER INZICHTEN?
BEKIJK DE ANDERE EDITIES VAN IMINDS INSIGHTS OP WWW.IMINDS.BE/INSIGHTS

More Related Content

Viewers also liked

Vladimir Marik - Czech Technical Univ - Stanford - Feb 14 2011
Vladimir Marik - Czech Technical Univ - Stanford - Feb 14 2011Vladimir Marik - Czech Technical Univ - Stanford - Feb 14 2011
Vladimir Marik - Czech Technical Univ - Stanford - Feb 14 2011Burton Lee
 
Prof.Marik @ Stanford University
Prof.Marik @ Stanford UniversityProf.Marik @ Stanford University
Prof.Marik @ Stanford University
Vladimir Marik
 
I minds insights - Operational Optimization
I minds insights - Operational OptimizationI minds insights - Operational Optimization
I minds insights - Operational Optimization
iMindsinsights
 
iMinds insights - Flipped Knowledge Transfer Model
iMinds insights - Flipped Knowledge Transfer ModeliMinds insights - Flipped Knowledge Transfer Model
iMinds insights - Flipped Knowledge Transfer Model
iMindsinsights
 
Checking a startup idea
Checking a startup ideaChecking a startup idea
Checking a startup idea
Lino Giusti
 
iMinds insights on citizen health empowerment
iMinds insights on citizen health empowermentiMinds insights on citizen health empowerment
iMinds insights on citizen health empowerment
iMindsinsights
 

Viewers also liked (6)

Vladimir Marik - Czech Technical Univ - Stanford - Feb 14 2011
Vladimir Marik - Czech Technical Univ - Stanford - Feb 14 2011Vladimir Marik - Czech Technical Univ - Stanford - Feb 14 2011
Vladimir Marik - Czech Technical Univ - Stanford - Feb 14 2011
 
Prof.Marik @ Stanford University
Prof.Marik @ Stanford UniversityProf.Marik @ Stanford University
Prof.Marik @ Stanford University
 
I minds insights - Operational Optimization
I minds insights - Operational OptimizationI minds insights - Operational Optimization
I minds insights - Operational Optimization
 
iMinds insights - Flipped Knowledge Transfer Model
iMinds insights - Flipped Knowledge Transfer ModeliMinds insights - Flipped Knowledge Transfer Model
iMinds insights - Flipped Knowledge Transfer Model
 
Checking a startup idea
Checking a startup ideaChecking a startup idea
Checking a startup idea
 
iMinds insights on citizen health empowerment
iMinds insights on citizen health empowermentiMinds insights on citizen health empowerment
iMinds insights on citizen health empowerment
 

Similar to iMinds insights over gezondheidsempowerment

Whitepaper digitalisering in de zorg
Whitepaper digitalisering in de zorgWhitepaper digitalisering in de zorg
Whitepaper digitalisering in de zorg
Frank Willems
 
Terugkoppeling smart table discussies ict café 26 maart
Terugkoppeling smart table discussies ict café 26 maartTerugkoppeling smart table discussies ict café 26 maart
Terugkoppeling smart table discussies ict café 26 maart
ICT Café Den Haag
 
Dag van-de-zorglogistiek
Dag van-de-zorglogistiekDag van-de-zorglogistiek
Dag van-de-zorglogistiek
Pieter Rahusen
 
Gastcollege: innovatiemanagement in de zorg
Gastcollege: innovatiemanagement in de zorgGastcollege: innovatiemanagement in de zorg
Gastcollege: innovatiemanagement in de zorg
Zorginnovatieplatform
 
Visie_Connected_Health_Digi
Visie_Connected_Health_DigiVisie_Connected_Health_Digi
Visie_Connected_Health_Digijorisarts
 
Succesvol ondernemen met eHealth: Innovatieroutes in de Zorg
Succesvol ondernemen met eHealth: Innovatieroutes in de ZorgSuccesvol ondernemen met eHealth: Innovatieroutes in de Zorg
Succesvol ondernemen met eHealth: Innovatieroutes in de Zorg
Lectoraat ICT-innovaties in de Zorg, Hogeschool Windesheim
 
Bijeenkomst 8 september 2011 stg en alliantie gezondheidsvaardigheden
Bijeenkomst 8 september 2011 stg en alliantie gezondheidsvaardighedenBijeenkomst 8 september 2011 stg en alliantie gezondheidsvaardigheden
Bijeenkomst 8 september 2011 stg en alliantie gezondheidsvaardighedenSTGHMFANS
 
Bijeenkomst 8 september 2011 stg en alliantie gezondheidsvaardigheden
Bijeenkomst 8 september 2011 stg en alliantie gezondheidsvaardighedenBijeenkomst 8 september 2011 stg en alliantie gezondheidsvaardigheden
Bijeenkomst 8 september 2011 stg en alliantie gezondheidsvaardigheden
STGHMFANS
 
Zelfmanagement en gezondheidsvaardigheden in drie mogelijke toekomsten
Zelfmanagement en gezondheidsvaardigheden in drie mogelijke toekomstenZelfmanagement en gezondheidsvaardigheden in drie mogelijke toekomsten
Zelfmanagement en gezondheidsvaardigheden in drie mogelijke toekomsten
STGHMFANS
 
Kijk op zorg - Canon & Healthcare
Kijk op zorg - Canon & HealthcareKijk op zorg - Canon & Healthcare
Kijk op zorg - Canon & Healthcare
Canon Nederland N.V.
 
Xavier halfhide - Philips presentatie
Xavier halfhide - Philips presentatieXavier halfhide - Philips presentatie
Xavier halfhide - Philips presentatiehalfhide
 
Boek | Beter met e-health in 60 minuten - Liesbeth Meijnckens
Boek | Beter met e-health in 60 minuten - Liesbeth MeijnckensBoek | Beter met e-health in 60 minuten - Liesbeth Meijnckens
Boek | Beter met e-health in 60 minuten - Liesbeth Meijnckens
Liesbeth Meijnckens
 
Onderzoek Internationale IT Innovaties in de Nederlandse Care
Onderzoek Internationale IT Innovaties in de Nederlandse CareOnderzoek Internationale IT Innovaties in de Nederlandse Care
Onderzoek Internationale IT Innovaties in de Nederlandse Care
Berenschot
 
Masterclass e health v1.0
Masterclass e health v1.0Masterclass e health v1.0
Masterclass e health v1.0
CbusineZ
 
Lezing Marijke van Hees op MIC 26 november 2009
Lezing Marijke van Hees op MIC 26 november 2009Lezing Marijke van Hees op MIC 26 november 2009
Lezing Marijke van Hees op MIC 26 november 2009
Zorginnovatieplatform
 
Fundamentals van Triple Aim
Fundamentals van Triple AimFundamentals van Triple Aim
Fundamentals van Triple Aim
Vilans
 
Whitepaper upc 17 juni 2014
Whitepaper upc 17 juni 2014Whitepaper upc 17 juni 2014
Whitepaper upc 17 juni 2014
Flevum
 

Similar to iMinds insights over gezondheidsempowerment (20)

Whitepaper digitalisering in de zorg
Whitepaper digitalisering in de zorgWhitepaper digitalisering in de zorg
Whitepaper digitalisering in de zorg
 
Terugkoppeling smart table discussies ict café 26 maart
Terugkoppeling smart table discussies ict café 26 maartTerugkoppeling smart table discussies ict café 26 maart
Terugkoppeling smart table discussies ict café 26 maart
 
Dag van-de-zorglogistiek
Dag van-de-zorglogistiekDag van-de-zorglogistiek
Dag van-de-zorglogistiek
 
Gastcollege: innovatiemanagement in de zorg
Gastcollege: innovatiemanagement in de zorgGastcollege: innovatiemanagement in de zorg
Gastcollege: innovatiemanagement in de zorg
 
Samenvatting PEEP
Samenvatting PEEPSamenvatting PEEP
Samenvatting PEEP
 
Visie_Connected_Health_Digi
Visie_Connected_Health_DigiVisie_Connected_Health_Digi
Visie_Connected_Health_Digi
 
Succesvol ondernemen met eHealth: Innovatieroutes in de Zorg
Succesvol ondernemen met eHealth: Innovatieroutes in de ZorgSuccesvol ondernemen met eHealth: Innovatieroutes in de Zorg
Succesvol ondernemen met eHealth: Innovatieroutes in de Zorg
 
Goede Voornemens
Goede VoornemensGoede Voornemens
Goede Voornemens
 
Bijeenkomst 8 september 2011 stg en alliantie gezondheidsvaardigheden
Bijeenkomst 8 september 2011 stg en alliantie gezondheidsvaardighedenBijeenkomst 8 september 2011 stg en alliantie gezondheidsvaardigheden
Bijeenkomst 8 september 2011 stg en alliantie gezondheidsvaardigheden
 
Bijeenkomst 8 september 2011 stg en alliantie gezondheidsvaardigheden
Bijeenkomst 8 september 2011 stg en alliantie gezondheidsvaardighedenBijeenkomst 8 september 2011 stg en alliantie gezondheidsvaardigheden
Bijeenkomst 8 september 2011 stg en alliantie gezondheidsvaardigheden
 
Zelfmanagement en gezondheidsvaardigheden in drie mogelijke toekomsten
Zelfmanagement en gezondheidsvaardigheden in drie mogelijke toekomstenZelfmanagement en gezondheidsvaardigheden in drie mogelijke toekomsten
Zelfmanagement en gezondheidsvaardigheden in drie mogelijke toekomsten
 
Kijk op zorg - Canon & Healthcare
Kijk op zorg - Canon & HealthcareKijk op zorg - Canon & Healthcare
Kijk op zorg - Canon & Healthcare
 
Xavier halfhide - Philips presentatie
Xavier halfhide - Philips presentatieXavier halfhide - Philips presentatie
Xavier halfhide - Philips presentatie
 
Boek | Beter met e-health in 60 minuten - Liesbeth Meijnckens
Boek | Beter met e-health in 60 minuten - Liesbeth MeijnckensBoek | Beter met e-health in 60 minuten - Liesbeth Meijnckens
Boek | Beter met e-health in 60 minuten - Liesbeth Meijnckens
 
Onderzoek Internationale IT Innovaties in de Nederlandse Care
Onderzoek Internationale IT Innovaties in de Nederlandse CareOnderzoek Internationale IT Innovaties in de Nederlandse Care
Onderzoek Internationale IT Innovaties in de Nederlandse Care
 
Masterclass e health v1.0
Masterclass e health v1.0Masterclass e health v1.0
Masterclass e health v1.0
 
eindrapport
eindrapporteindrapport
eindrapport
 
Lezing Marijke van Hees op MIC 26 november 2009
Lezing Marijke van Hees op MIC 26 november 2009Lezing Marijke van Hees op MIC 26 november 2009
Lezing Marijke van Hees op MIC 26 november 2009
 
Fundamentals van Triple Aim
Fundamentals van Triple AimFundamentals van Triple Aim
Fundamentals van Triple Aim
 
Whitepaper upc 17 juni 2014
Whitepaper upc 17 juni 2014Whitepaper upc 17 juni 2014
Whitepaper upc 17 juni 2014
 

iMinds insights over gezondheidsempowerment

  • 1. GEZONDHEIDS- EMPOWERMENT Het potentieel en de uitdaging van de ‘Doe-Het-Zelf-Dokter’ INZICHTEN ROND DE MEEST ACTUELE DIGITALE ONTWIKKELINGEN - WWW.IMINDS.BE/INSIGHTS WE MOETEN OP ZOEK GAAN NAAR ZORGMODELLEN WAARBIJ MENSEN NIET ZOMAAR NAAR ZORGINSTELLINGEN GESTUURD WORDEN. WIJ ZORGEN ERVOOR DAT MENSEN MAKKELIJKER THUIS KUNNEN BLIJVEN. “ “ Geert Houben, CEO Aristoco (Cubigo)
  • 2.
  • 3. 04SAMENVATTING 06HET POTENTIEEL EN DE UITDAGING VAN DE ‘DOE-HET-ZELF-DOKTER’ 18GEZONDHEIDS- EMPOWERMENT IN EEN KUBUS Geert Houben, Aristoco (Cubigo) 24VIRTUELE COACHING, TASTBARE RESULTATEN Claudia Put en Steven De Peuter, BrandNewHealth 28EEN GEZONDHEIDS-APP MET EEN HART Karin Coninx en Eva Geurts, iMinds - EDM - UHasselt 34SLIMME TOESTELLEN OM PATIËNTEN BETER TE KUNNEN OPVOLGEN Pieter Vandervoort, Ziekenhuis Oost-Limburg INHOUDSOPGAVE
  • 4. SAMENVATTING GEZONDHEIDSEMPOWERMENT: HET POTENTIEEL EN DE UITDAGING VAN DE ‘DOE-HET-ZELF-DOKTER’ HOE TECHNOLOGIEBEDRIJVEN MENSEN KUNNEN HELPEN OM BEWUSTER MET HUN GEZOND- HEID OM TE GAAN Mensen leven langer dan ooit tevoren; chronische ziekten komen steeds vaker voor; onze gezond- heidszorg wordt steeds zwaar- der op de proef gesteld. Om die druk op onze gezondheidszorg te verlichten, moeten we mensen ertoe aanzetten gezonder te gaan leven – in plaats van louter te inves- teren in het behandelen van zieke mensen. Het is daarvoor echter wel noodzakelijk dat mensen beter geïnformeerd worden (en meer controle krijgen) over hun gezond- heid - een proces dat we ‘empower- ment’ noemen. Digitale technologieën zullen in dat proces een sleutelrol spelen. Dankzij de inzet van digitale technologieën kunnen mensen immers makkelijker toegang krijgen tot hun persoonlijke gezondheids- informatie; en bovendien leggen die nieuwe technologieën de basis voor de oplossingen en inzich- ten die mensen nodig hebben om bewuster met hun gezondheid om te gaan. Om dat waar te maken, moeten er echter nog een aantal fundamen- tele vragen beantwoord worden; vragen omtrent technologische standaardisatie en integratie bijvoorbeeld, en het inpassen van deze nieuwe concepten in onze overkoepelende gezondheidszorg (en principes voor terugbetaling). Maar ook vragen over hoe je gebrui- kers (zowel artsen als patiënten) aan boord kan krijgen én houden door te focussen op aansprake- lijkheids- en privacyvraagstukken, gebruiksgemak en motivatietech- nieken, enz. En tenslotte moeten technologiebedrijven er op kunnen vertrouwen dat hun oplossingen voor gezondheidsempowerment effectief ook inkomsten zullen genereren. INTEGRATIE EN GEBRUIK De complexiteit van onze gezond- heidszorg en het feit dat vele gezondheidstechnologieën exclu- sief door één bedrijf of organisa- tie worden ontwikkeld, maken het erg uitdagend om tot gestandaar- diseerde oplossingen te komen die onderling kunnen samenwer- ken. Toch zijn interoperabiliteit en standaardisering noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de oplos- singen in kwestie ook effectief gebruikt worden: interoperabiliteit zorgt ervoor dat systemen kunnen samenwerken – onafhankelijk van de fabrikant, waar de data vandaan komen, of waar ze naartoe gaan; standaarden zijn in deze context een set van technische specifica- ties gebaseerd op een consensus tussen de verschillende partijen, die ervoor zorgen dat systemen gekalibreerd kunnen worden, zodat metingen equivalent zijn over toepassingen en platformen heen. iMinds werkt nauw samen met de overheid om interoperabiliteit en standaardisering te stimuleren. Het technische testcentrum van iMinds en het recent opgerichte iMinds Health Lab focussen bijvoorbeeld op kwesties rond interoperabiliteit en bieden een omgeving voor het testen van use cases en business cases – gebaseerd op nationale en internationale standaarden. Ze organiseren ook testsessies voor functionele en technische integra- tie, controleren of toepassingen en diensten de specificaties voor inter- operabiliteit volgen, en ondersteu- nen sessies voor co-creatie waarin de feedback van de verschillende betrokkenen centraal staat. Maar interoperabiliteit is slechts één vereiste om digitale oplossin- gen in onze gezondheidszorg te integreren; dokters overtuigen van de waarde van zulke oplossingen is een tweede vereiste. Dokters 04 | iMinds insights
  • 5. schrikken er immers voor terug om hun patiënten apps of elektronische toestellen voor te schrijven, zonder bewijs van hun voordelen, richtlijnen voor het gebruik ervan, of de zeker- heid dat er op een veilige manier met de persoonlijke informatie van de patiënt wordt omgegaan. verze- keringsinstellingen en gezond- heidsprogramma’s van werkgevers zijn ook vragende partij voor een duidelijk bewijs van die voordelen. Door de grote verscheidenheid aan belangengroepen in de gezond- heidszorg moet het onderzoek dus erg breed gaan om te bewijzen dat de voorgestelde oplossingen inderdaad tegemoetkomen aan de noden van alle gebruikers. GEBRUIKERS AAN BOORD KRIJGEN (EN HOUDEN) iMinds weet dat het cruciaal is om de eindgebruikers bij het innova- tieproces te betrekken — niet enkel tijdens piloot- en bèta-testen, maar zelfs al tijdens de conceptuele fase om op die manier een beter zicht te krijgen op de noden van de gebruikers en de problemen die opgelost moeten worden. Even belangrijk is dat de technologieën over ingebouwde mechanismen beschikken die mensen moeten stimuleren om niet op te geven en hun levensstijl op langere termijn te verbeteren. Mensen zullen enkel meer controle over hun gezondheid kunnen krijgen als de beschikbare oplossingen praktisch en makkelijk te gebruiken zijn. Daarom is het belangrijk om ze zorgvuldig te ontwerpen. Mensen hebben bovendien hulp nodig bij het interpreteren van hun persoon- lijke gezondheidsinformatie; een bepaalde vorm van (automatische) vertaling zal dus noodzakelijk zijn. Een andere fundamentele overwe- ging is privacy. In een toekomst waarin mensen meer grip krijgen op hun gezondheid, zal de manier waarop informatie gedeeld wordt mogelijk leiden tot een nieuwe definitie van ‘privacy’. Er zal daarbij een nieuw evenwicht gezocht en gevonden moeten worden tussen persoonlijke gezondheid en maatschappelijke voordelen enerzijds, en de bescherming van individuele data anderzijds. In het licht daarvan herziet de EU momenteel het juridische kader rond gegevensbescherming, en onderzoekers van iMinds zijn actief betrokken bij het identificeren en beantwoorden van relevante vragen. OPLOSSINGEN NAAR DE MARKT BRENGEN De complexiteit van onze gezond- heidszorg vormt een hinderpaal voor ondernemers die nieuwe oplossingen in dit domein willen introduceren en nuttige, op maat gemaakte diensten willen aanbie- den. iMinds helpt hen om succes- volle technologieën te bouwen en assisteert hen door middel van businessanalyse, kosten- / batenanalyse, strategisch advies en een proeftuinaanpak die hen helpt om hun technologische oplossin- gen te verfijnen op basis van de input van gebruikers. WAT BRENGT DE TOEKOMST? Uiteindelijk draait gezondheid- sempowerment niet om technolo- gie, hoewel technologie zeker een drijvende kracht is. Het gaat erom gezondheid op een nieuwe manier te benaderen, met focus op het individu, en waarbij de burgers meer grip krijgen op hun gezond- heid. “ “ VOOR MEER INFORMATIE over de samenwerking tussen de gezondheidssector en iMinds, contacteer : Birgit Morlion birgit.morlion@iminds.be +32 9 331 48 08 Dr. Patrik Vankrunkelsven, directeur Cebam PATIËNTEN TOEGANG GEVEN TOT HUN PERSOONLIJKE GEZONDHEIDSDATA BIEDT EEN AANTAL BELANGRIJKE VOORDELEN. PATIËNTEN DIE GOED GEÏNFORMEERD ZIJN, KUNNEN BETERE GESPREKKEN VOEREN MET HUN DOKTER. WE DENKEN OOK DAT HET EENVOUDIGER IS VOOR EEN HUISARTS OM TOT EEN CORRECTE DIAGNOSE EN THERAPEUTISCHE OPLOSSING TE KOMEN WANNEER PATIËNTEN DUIDELIJKERE VERWACHTINGEN HEBBEN EN BETER GEÏNFORMEERD ZIJN. iMinds insights | 05
  • 6. HOE TECHNOLOGIEBEDRIJVEN MENSEN KUNNEN HELPEN OM BEWUSTER MET HUN GEZONDHEID OM TE GAAN Mensen leven langer dan ooit tevoren; chronische ziekten komen steeds vaker voor; onze gezond- heidszorg wordt steeds zwaar- der op de proef gesteld. Om die druk op onze gezondheidszorg te verlichten, moeten we mensen ertoe aanzetten gezonder te gaan leven – in plaats van louter te inves- teren in het behandelen van zieke mensen. Het is daarvoor echter wel noodzakelijk dat mensen beter geïnformeerd worden (en meer controle krijgen) over hun gezondheid — een proces dat we ‘empowerment’ noemen. De Wereldgezondheidsorganisatie definieert ‘gezondheidsempower- ment’ als een proces dat mensen helpt om meer grip te krijgen op hun gezondheid door ‘initia- tief te nemen, problemen op te lossen en beslissingen te nemen.’ Digitale technologieën spelen daarin een sleutelrol. Dankzij de inzet van digitale technologieën kunnen mensen immers makkelijker toegang krijgen tot hun persoonlijke gezondheidsinformatie; en boven- dien leggen die nieuwe technolo- gieën de basis voor de oplossin- gen en inzichten die mensen nodig hebben om bewuster met hun gezondheid om te gaan. Volgens de voorstanders van gezondheidsempowerment moet die empowerment uitmonden in een individueel gezondheidsdash- board, gebaseerd op persoonlijke data. Het is een visie die gelinkt is aan het ‘quantified self’-feno- meen, het meten en opslaan van grote hoeveelheden lichamelijke parameters (gaande van hartslag tot gewicht), samen met contex- tuele en sociale informatie zoals luchtvochtigheid, luchtkwaliteit, of zelfs Twittergebruik. Die kwanti- tatieve aanpak wordt mogelijk gemaakt door consumentenelek- tronica en de slimme objecten die deel uitmaken van het snelgroei- ende Internet der dingen. Daardoor kunnen mensen meer informatie GEZONDHEIDSEMPOWERMENT: HET POTENTIEEL EN DE UITDAGING VAN DE ‘DOE-HET-ZELF-DOKTER’ NIEUWE TECHNOLOGIE LIGT AAN DE BASIS OM BEWUST MET GEZONDHEID OM TE GAAN. “ “ 06 | iMinds insights
  • 7. verzamelen en delen, en een beter idee krijgen van de verschillende factoren die hun (wel)zijn dag in dag uit beïnvloeden. Voor we zover zijn, moeten er echter nog een aantal fundamen- tele vragen beantwoord worden. Niet alleen vragen rond de integratie van de diverse techno- logieën onderling, maar ook wat de integratie met de overkoepe- lende gezondheidszorg betreft. Ook over validatie en adoptie is het laatste woord nog niet gezegd, en tenslotte moeten technologiebe- drijven er zeker van zijn dat hun oplossingen effectief door mensen gebruikt zullen worden en geld zullen opbrengen. iMinds werkt samen met alle betrokken actoren in Vlaande- ren — waaronder ICT-bedrijven, formele en informele zorgverle- ners, verzekeringsmaatschappijen en de overheid — om op die vragen een antwoord te formuleren en gezondheidsempowerment echt te laten doorbreken. >> DE PATIËNT ZAL EEN BELANGRIJKERE ROL SPELEN IN BESLISSINGEN OMTRENT ZIJN GEZONDHEID IN DE TOEKOMST ROL VAN BETALER EN ARTS IN EVENWICHT NU CENTRALE ROL VOOR DE ARTS VROEGER In het verleden besliste de arts tot welke medische info een patiënt toegang had, en welke behandeling opgestart moest worden. Betalers hebben vandaag de dag de meeste invloed op de behandel- ing van patiënten, en de evaluatie ervan. Dankzij de komst van het Internet is medische info makkelijker toegankelijk; patiënten kunnen zich beter informeren en zelf bewuste keuzes maken wat hun gezondheid betreft. iMinds insights | 07
  • 8. DE TOON IS ALVAST GEZET Gezondheidsempowerment — waarbij we focussen op de gezond- heid van mensen in plaats van louter het genezen van zieken — vraagt om de juiste tools en oplossingen. En nieuwe digitale technologieën liggen aan de basis ervan. Als we het aantal gezondheids-apps voor consumenten in de App Store van Apple bekijken, kunnen we daaruit alvast afleiden dat er een brede interesse is voor die techno- logieën. Uit een studie die in 2013 door het IMS Institute for Health- care Informatics werd uitgevoerd, bleek immers dat van de 23.682 apps in de Apple Store die specifiek op gezondheidszorg gericht waren, meer dan twee derde (16.275) ontwikkeld waren voor consumen- ten en patiënten. 1 Maar apps zijn uiteraard niet de enige digitale tools die voor een doorbraak van gezondheidsempo- werment moeten zorgen. Databan- ken, communicatietechnologieën, sensoren, wearables, intelligente algoritmen, enz. dragen daar allemaal toe bij. Een recent project van iMinds om het risico op vallen te verkleinen — wereldwijd de tweede belang- rijkste toevallige doodsoorzaak onder senioren — toonde bijvoor- beeld aan hoe het combineren van verschillende soorten sensoren de nauwkeurigheid van oplossin- gen voor valdetectie kan verho- gen, en de kost ervan verlagen. Terwijl conventionele systemen complex en duur zijn, en regelma- tig vals-positieven en vals-negatie- ven genereren, werd er tijdens het FallRisk-project gebruik gemaakt van data afkomstig van verschil- lende akoestische en visuele senso- ren om op een kostenefficiënte manier meer accurate en complete informatie aan te leveren. Boven- dien was FallRisk uniek omdat het niet alleen detecteert wanneer iemand is gevallen; FallRisk schat ook het risico in dat iemand loopt om überhaupt te vallen, en helpt zo valincidenten en verwondingen te vermijden. FallRisk maakt gebruik van de cloud om data te verwer- ken en gebruikt algoritmen om alle inputs te analyseren; alarmen worden op een dynamische manier naar formele en informele zorgver- leners gestuurd – zodat zij tijdig tussenbeide kunnen komen. GEZONDHEIDSEMPOWERMENT: HET POTENTIEEL EN DE UITDAGING VAN DE ‘DOE-HET-ZELF-DOKTER’ GEZONDHEIDS-APPS VOOR CONSUMENTEN EN PROFESSIONELE ZORGVERLENERS 16.275Consumenten 7.407Professionele zorgverleners IMS analyse van alle apps in de Apple Store tot juni 2013 toont dat er in totaal 23.682 apps waren, gerelateerd aan gezondheidszorg Meer dan 2/3 van deze apps zijn bedoeld voor consumenten • • Bron: IMS Health analyse van beschikbare gezondheidszorg apps 1 IMS Institute for Healthcare Informatics. (2013). Patient apps for improved healthcare: From novelty to mainstream.08 | iMinds insights
  • 9. Maar hoe nuttig zulke technolo- gieën ook mogen zijn, ze hebben weinig kans op slagen als ze allemaal op een eilandje opere- ren; als ze niet in staat zijn om samen te werken en bij te dragen tot de creatie van ons persoonlijk gezondheidsdashboard. WERK MAKEN VAN INTEROPERABILITEIT EN STANDAARDISERING De complexiteit van onze gezond- heidszorg — met actoren zoals de overheid, verzekeringsinstel- lingen, zorginstellingen, dokters en patiënten — maakt het creëren van gestandaardiseerde oplos- singen die kunnen samenwerken erg uitdagend; zeker omdat al die actoren hun eigen doelstellin- gen en agenda’s hebben: dokters focussen op de kwaliteit van de zorg; verzekeraars willen kosten verminderen. Het kan erg moeilijk zijn om daarover een consensus te bereiken. En de inbreng van technologie- bedrijven maakt de situatie nog ingewikkelder, omdat zij zich vaak specialiseren in de ontwik- keling van één bepaald product- type (displays, oplossingen voor dataverwerking, enz.) – waardoor gesloten, op zichzelf staande technologieplatformen gecreëerd worden. En laat dat nu net een belangrijke hinderpaal zijn voor een succesvolle implementatie van gezondheidsempowerment – niet enkel omwille van gebruiks- vriendelijkheid, maar ook omdat een gesloten systeem de vrijheid van dokters beperkt om de meest geschikte apps en tools te kiezen voor hun patiënten. Vandaag wordt hun keuze vaak gedicteerd door het platform. Een gebrekkige standaardisering heeft zelfs gevolgen tot op het niveau van de consument. Laat ons het voorbeeld nemen van een product zoals Fitbit, dat onder meer stappen telt; verschillende toestellen meten een ‘stap’ op verschillende manieren, zodat hun meetresultaten vaak niet overeen- komen. Het is daarom erg belang- rijk om een accurate baseline te definiëren. iMinds werkt nauw samen met de overheid om interoperabiliteit en standaardisering te stimuleren. Het technische testcentrum van iMinds en het recent opgerichte iMinds Health Lab focussen bijvoorbeeld op kwesties rond interoperabiliteit en bieden een omgeving voor het testen van use cases en business cases gebaseerd op nationale en internationale standaarden. Ze organiseren ook testsessies voor functionele en technische integra- tie, controleren of toepassingen en diensten de juiste specificaties volgen, en ondersteunen co-crea- tiesessies waarin de feedback van de verschillende actoren centraal staat. GEBRUIKERS AAN BOORD KRIJGEN (EN HOUDEN) Om gezondheidsempowerment echt te laten doorbreken, zijn niet >> MOBIELE MONITORING VAN HET HART Qompium, een startup gefinan- cierd door iMinds, legt zich toe op het ontwikkelen van gezond- heids-apps voor de smart- phone. Hun eerste product, Fibricheck, kan een onregel- matig hartritme detecteren en zo hartfalen en hartaanval- len voorkomen. Op basis van krachtige algoritmen levert de app snelle, gebruiksvrien- delijke diagnoses die in real time over mobiele netwerken naar zorgverleners verstuurd worden. Interoperabiliteit betekent dat systemen data kunnen uitwis- selen en met elkaar kunnen communiceren en samenwer- ken — onafhankelijk van de fabrikant, van waar de data vandaan komen, of waar ze naartoe gaan. Standaardise- ring betekent in deze context het ontwikkelen van een set technische specificaties, gebaseerd op een consensus tussen alle betrokkenen, die ervoor zorgen dat systemen gekalibreerd kunnen worden zodat hun metingen equiva- lent zijn over toepassingen en platformen heen. iMinds insights | 09
  • 10. alleen interoperabiliteit en standaar- disering noodzakelijk. Mensen moeten ook worden gestimuleerd om actief de tools te gebruiken die beschikbaar zijn. In sommige landen, waaronder België, zal dat een cultuuromslag vereisen. Waar burgers (door de afwezigheid van terugbetaling of stimulansen van verzekeringsinstellingen) een lage betalingsbereidheid hebben voor preventie en producten of diensten waarvan het effect pas na verloop van tijd te zien is, zal het besef moeten groeien dat ze waarschijn- lijk zelf moeten instaan voor de kosten van dergelijke diensten. Door de explosieve toename van het aantal gezondheids-apps, diensten en producten, en de druk op de beschikbare middelen, lijkt het trouwens niet erg realistisch om op die terugbetaling te rekenen. Het is zelfs zo dat verzekeraars vrij wantrouwig kunnen staan ten opzichte van gezondheidsempo- werment omwille van de mogelijke gevolgen voor hun winstgevend- heid. Naast de vraag wie wat betaalt, moeten de verschillende actoren ook voor de aanvaarding van deze tools en technologieën zorgen. iMinds heeft in het verleden onder- vonden dat het cruciaal is om de eindgebruiker bij het innovatie- proces te betrekken — niet enkel tijdens piloot- en bèta-testen, maar zelfs al tijdens de concep- tuele fase – om beter te begrijpen welke noden en problemen precies moeten worden aangepakt. Tijdens het FallRisk-project, waar we eerder al naar verwe- zen, werden bijvoorbeeld diverse betrokkenen (ouderen, formele en informele zorgverleners) geconsul- teerd om een beter zicht te krijgen op de noden van de gebruikers en de context waarin de FallRisk-tech- nologie gebruikt zal worden. Dat leidde tot een aantal interes- sante — en soms onverwachte — vaststellingen. Zo stelden de zorgverleners zich bijvoorbeeld meer vragen over privacy dan de ouderen. Een aantal senioren — de doelgroep — vond dan weer dat de voorgestelde oplossing hun mogelijkheden onderschatte. Dankzij zulke gebruikerstesten kon de FallRisk-interface stap voor stap verbeterd worden, en konden die functionaliteiten worden ingebouwd die idealiter zullen bijdragen tot een vlotte commer- ciële adoptie. Oplossingen in het domein van gezondheidsempowerment moeten trouwens niet alleen voldoen aan GEZONDHEIDSEMPOWERMENT: HET POTENTIEEL EN DE UITDAGING VAN DE ‘DOE-HET-ZELF-DOKTER’ IK MONITOR MEER DAN600 PATIËNTEN OP AFSTAND. ALS IK EEN PATIËNT HEB MET VIER TOESTELLEN,MOET IK VIER VERSCHILLENDE WEBSITES OPENEN EN INFORMATIE VERWERKEN DIE OVERAL ANDERS WORDT WEERGEGEVEN.DAT IS INGEWIKKELD,OMSLACHTIG EN TIJDROVEND.WAAROM ZOU JE AL DIE KLINISCHE DATA NIET IN ÉÉN PLAATS SAMENBRENGEN? Dr. Pieter Vandervoort Medevoorzitter van de Mobile Health Unit, Universiteit Hasselt; Projectleider van het iMinds Neutral Mobile Health Platform (NEMO) “ “ 10 | iMinds insights
  • 11. de eisen van de gebruikers; ze moeten ook een duidelijke toege- voegde waarde hebben voor de andere betrokken partijen (medisch personeel, coaches, enz.). Enkel op die manier kunnen ze een duide- lijke ‘win-win’ creëren. Een goed voorbeeld wat dat betreft, is het NEMO-project (zie verder in deze iMinds Insights), dat gezondheids- professionals van één gestroom- lijnde interface voorziet om de gezondheidsgegevens van verschil- lende patiënten te monitoren. GEBRUIKERS MOTIVEREN Natuurlijk staan niet alle mensen in gelijke mate open voor empower- ment, of het nemen van een grotere verantwoordelijkheid voor hun eigen gezondheid. Sommigen zullen onmiddellijk mee zijn, terwijl anderen wat meer aanmoediging nodig hebben; en nog anderen zullen misschien verkiezen om helemaal geen gebruik te maken van de voordelen van gezond- heidsempowerment omdat ze er gewoonweg geen voorstander van zijn, slecht met technologie overweg kunnen of geen toegang hebben tot digitale tools. Daarnaast is er ook de vraag van volharding. Iedereen die ooit een dieet heeft gevolgd, weet hoe moeilijk het kan zijn om een nieuwe routine aan te leren, en vooral ook vol te houden. Om al die redenen zijn onder- zoekers actief op zoek naar zogenaamde ‘persuasive techno- logies’, technologieën die mensen motiveren om hun levensstijl te veranderen. In het specifieke geval van gewichtsverlies hebben een aantal partners zich achter het iMinds ‘b-SLIM’-project geschaard. b-SLIM onderzoekt de ontwikke- ling van een digitale ‘Super Coach’ die gezond eten en lichaams- beweging zal promoten door complexe gedragspatronen op te splitsen in kleinere componenten. Op die manier worden gebruikers geholpen om haalbare, incremen- tele doelstellingen te definiëren. b-SLIM ging in de lente van 2014 van start met co-creatiesessies, interviews met de verschillende actoren, en laboratoriumtests om het initiële concept om te zetten in een productontwerp. Echte testen en validatieproeven zijn gepland voor de herfst van 2015. Ervoor zorgen dat mensen er een gezonde levensstijl op nahouden, is echter maar één uitdaging. Een andere vraag die beantwoord moet worden, is hoe informatie – >> TECHNOLOGIE KAN MENSEN MOTIVEREN HUN LEVENSSTIJL TE VERANDEREN.“ “ iMinds insights | 11
  • 12. EEN PERSOONLIJKE COACH,WAAR JE OOK BENT Lieven Maesschalck, fysiotherapeut en oprichter van de revalida- tiepraktijk Move to Cure, werkte samen met iMinds aan een draag- baar therapeutisch coachingsysteem dat topatleten overal mee naartoe kunnen nemen. Met behulp van geavanceerde cameratech- nologie kunnen Maesschalck en zijn team vaststellen hoe bepaalde bewegingspatronen lichamelijke problemen veroorzaken. Op basis daarvan worden dan persoonlijke revalidatieoefeningen voorgesteld. In plaats van een beroep te doen op een live coach, ontwikkelt Maesschalck een avatar die de bewegingen van gebruikers vastlegt en in real time correcties kan voorstellen. Vooruitgang wordt op afstand opgevolgd door een echte therapeut. De therapie kan dus zelfs worden verder gezet wanneer de cliënt en de therapeut zich in verschillende werelddelen bevinden. die tools eenvoudig, praktisch en gebruiksvriendelijk zijn, en moeten ze een duidelijke en onmiddel- lijke meerwaarde bieden. Mensen mogen er niet door gehinderd worden, en hoeven evenmin gediplomeerde specialisten te worden om meer grip te krijgen op hun gezondheid. Die nadruk op gebruiksvrien- delijkheid zit ingebakken in de iMinds aanpak — gaande van het betrekken van potentiële eindge- bruikers bij elke stap in de innova- tiecyclus, tot de ontwikkeling van de kleinste technologische details. Gebruiksvriendelijkheid speelde bijvoorbeeld een cruciale rol toen iMinds-onderzoekers een fiets- app voor hartpatiënten ontwikkel- den. Niet alleen de interface en de functionaliteit van de app moesten gebruiksvriendelijk zijn, er moest bijvoorbeeld ook rekening gehou- den worden met de bruikbaarheid van het beeldscherm in de volle zon. GEZONDHEIDSINFORMATIE BETEKENISVOL MAKEN Omdat ze geen medische oplei- ding hebben gehad, kunnen maar weinig mensen hun persoonlijke gezondheidsdata echt interpre- teren. Een vorm van automati- sche vertaling of interpretatie is dus noodzakelijk; als burgers echt empowered willen worden om voor GEZONDHEIDSEMPOWERMENT: HET POTENTIEEL EN DE UITDAGING VAN DE ‘DOE-HET-ZELF-DOKTER’ op een continue basis, maar toch op een vlotte manier – verzameld kan worden. Dankzij het gebruik van digitale technologieën kan immers een completer en accurater beeld worden gegenereerd van de gezondheid van een persoon. Als gebruikers hun gegevens echter manueel moeten ingeven, kan hun motivatie en de accuraatheid van die gegevens daar op langere termijn onder gaan lijden — en sommige gebruikers zullen het niet eens willen doen. In plaats daarvan moeten we bekijken hoe we aan passieve, automatische gegevens- verzameling kunnen doen, om ervoor te zorgen dat dashboard- metingen compleet, accuraat en gedetailleerd zijn. Dat wordt onder meer onderzocht in m-Resist, een nieuw Europees project met iMinds als partner waarin data gegene- reerd worden door mobiele toestel- len en wearables om patiënten met schizofrenie te helpen om zelf hun ziekte te managen. In deze klinische studie zullen hartslaggegevens, mobiliteitspatronen en andere data patiënten op de hoogte houden van hun toestand. Onderzoekers van iMinds leiden zowel het gebrui- kersonderzoek in het project als de ontwikkeling van een prototype voor de mobiele app. GEBRUIKSVRIENDELIJKHEID IS EEN MUST Als we ervoor willen zorgen dat mensen digitale gezondheid- stools blijven gebruiken, moeten 12 | iMinds insights
  • 13. hun welzijn te zorgen, moeten de gezondheids-apps met andere woorden zelf een deel van die kennis bevatten. MyHealthData, een iMinds-project dat werd gelanceerd in januari 2015, wil patiënten toegang geven tot hun gezondheidsdata in een formaat dat ze kunnen begrijpen. Dat gaat verder dan het aanbie- den van definities van technische termen; het betekent dat de tool patiënten helpt om de implicaties van bepaalde data te begrijpen, en wat de impact van een bepaalde afwijking precies is. Dat begrip ontbreekt vandaag bij mensen die via Google op zoek gaan naar medische informatie: ze zoeken generieke symptomen op, vergelij- ken die met hun eigen symptomen en trekken vaak ondoordachte conclusies. MyHealthData gebruikt duizenden elektronische dossiers om gezond- heidsdata in het juiste perspectief te plaatsen. Er moet immers een ‘professioneel oordeel’ ingebouwd worden om ervoor te zorgen dat gebruikers de relatieve betekenis van veranderingen in hun gegevens goed begrijpen. En dat geldt niet enkel voor MyHealthData. Bepaalde data kunnen sterk afwijken van het gemiddelde zonder veel gevol- gen, terwijl een kleine stijging of daling van een andere parameter een reden tot bezorgdheid kan zijn. Dat onderscheid, waarvoor je input van specialisten nodig hebt, is essentieel om ervoor te zorgen dat burgers op de juiste manier naar hun gegevens kijken. Anders zou de angst dat ‘er iets mis is’ ertoe kunnen leiden dat mensen op zoek gaan naar zorg die ze eigen- lijk niet nodig hebben — waardoor het principe van gezondheidsem- powerment zijn doel (het ontlas- ten van de gezondheidszorg) compleet zou voorbij schieten. AANDACHT VOOR PRIVACY In een toekomst waarin mensen meer grip krijgen op hun gezond- heid zal de manier waarop infor- matie gedeeld wordt mogelijk leiden tot een nieuwe definitie van ‘privacy’. Er zal daarbij een nieuw evenwicht gezocht en gevonden moeten worden tussen persoon- lijke gezondheid en maatschap- pelijke voordelen enerzijds, en de bescherming van individuele data anderzijds. Dat is niet zo radicaal als het klinkt. Privacy is tenslotte geen alleen- staand recht; het bestaat in een sociale context. Dankzij massale DNA-analyse, bijvoorbeeld, kunnen we heel wat leren over bepaalde ziekten en preventieve therapieën. Maar het zal niet altijd mogelijk - of zelfs zinvol - zijn om die data anoniem te behandelen. >> PATIËNTEN TOEGANG GEVEN TOT HUN PERSOONLIJKE GEZONDHEIDSDATA BIEDT EEN AANTAL BELANGRIJKE VOORDELEN.PATIËNTEN DIE GOED GEÏNFORMEERD ZIJN,KUNNEN BETERE GESPREKKEN VOEREN MET HUN DOKTER.WE DENKEN OOK DAT HET EENVOUDIGER IS VOOR EEN HUISARTS OM TOT EEN CORRECTE DIAGNOSE EN THERAPEUTISCHE OPLOSSING TE KOMEN WANNEER PATIËNTEN DUIDELIJKER VERWACHTINGEN HEBBEN EN BETER GEÏNFORMEERD ZIJN. Dr. Patrik Vankrunkelsven, directeur Cebam “ “ iMinds insights | 13
  • 14. Dat zijn afwegingen die door de maatschappij in haar geheel moeten worden gemaakt. Zo’n beslissing kan niet alleen genomen worden door de industrie of beleidsmakers. Ook burgers moeten geïnformeerd en betrokken worden. Het huidige model van ‘geïnformeerde instem- ming’, dat er vaak op neerkomt dat je op ‘Ik ga akkoord’ klikt nadat je door een lange juridische tekst bent gescrold zonder die te lezen, volstaat hier niet. Er is een grotere betrokkenheid en een vorm van privacy-geletterdheid nodig. In het licht daarvan herziet de EU momenteel het juridische kader rond gegevensbescherming – niet met de bedoeling om iets volle- dig nieuws te creëren, maar om de bestaande concepten (die terug- gaan tot 1995) in het licht van de huidige technologische evoluties te updaten. Maar gezondheidsempowerment leidt niet enkel tot juridische vragen; ook op ethisch vlak moet er een maatschappelijk debat worden gevoerd. Om nog even terug te grijpen naar ons voorbeeld rond DNA-analyse: DNA-analyse leidt niet alleen tot meer inzichten over je eigen gezondheid, maar is ook erg relevant voor je ouders, broers, zussen en kinderen. Toch kan, onder de huidige wetgeving, die informa- tie niet met hen worden gedeeld zonder expliciete toestemming. Dat is omslachtig en zou mensen in nood zelfs de juiste behandelingen en therapieën kunnen ontzeggen. Onderzoekers van iMinds zijn actief betrokken bij het identificeren en beantwoorden van zulke vragen – en dragen bijvoorbeeld concreet bij tot het juridische en ethische kader van projecten zoals MyHealthData. OPLOSSINGEN VOOR GEZONDHEIDSEMPOWERMENT VALIDEREN Mensen aan boord krijgen die de nieuwe oplossingen willen gebrui- ken, is één ding. Het is daarnaast ook de bedoeling om digitale tools aan te raden of formeel voor te schrijven als onderdeel van de zorgpraktijk. Ondanks de uitdagin- gen die we eerder schetsten rond interoperabiliteit en standaardise- ring, gebeurt dit nu soms al – zij het vooral op een ad-hoc basis. Om dat meer systematisch te laten gebeu- ren, moeten zorgverleners meer vertrouwen krijgen in die digitale tools, en moet er klinisch bewijs van hun nut geleverd worden. Over het algemeen schrikken dokters ervoor terug om hun patiënten apps of elektronische toestellen voor te schrijven zonder bewijs van hun voordelen, richtlijnen voor het gebruik ervan, of de zeker- heid dat er op een veilige manier met de persoonlijke informatie van de patiënt wordt omgegaan. En ook verzekeringsinstellingen en gezondheidsprogramma’s van werkgevers zijn vragende partij voor een duidelijk bewijs van de voordelen voordat ze kosten terug- betalen of het gebruik van digitale oplossingen stimuleren. Beleidsmakers zijn nog maar net begonnen met aan die noden tegemoet te komen. Een paper die in 2013 gepubliceerd werd in het European Journal of ePractice concludeerde dat: De toezichthouders in de EU en de VS moeite hebben om gelijke tred te houden met de recente technologische ontwikkelingen… Beide toezichthouders zijn gestart met programma’s om feedback te krijgen van de gebruikers en om de regelgeving te updaten. De [United States Food and Drug Administration (FDA)] wil haar macht gebruiken om mobiele medische apps te reguleren, wat gevolgen zal hebben voor heel wat industrieën die mobiele gezond- heidsproducten ontwikkelen, op de markt brengen en verkopen. Het is echter nog niet duidelijk hoe ver de regelgeving van de FDA zal gaan. [...] Fundamentele veranderingen in de regelgeving voor [de Europese standaard CE-markering] worden verwacht rond 2015/2016. 2 GEZONDHEIDSEMPOWERMENT: HET POTENTIEEL EN DE UITDAGING VAN DE ‘DOE-HET-ZELF-DOKTER’ >> 2 Papadopoulos, H., Sheth, V.B., & Wurst, M. (2013). “Comparison of US and EU regulatory approaches to mobile health apps: Use cases of myVisionTrack and USEFIL.” European Journal of ePractice, 21. Gedownload van: https://joinup.ec.europa.eu/community/epractice/og_page/european-journal-epractice. pg16 14 | iMinds insights
  • 15. DE VRAAG VAN ÉÉN MILJOEN: HOE HOU JE GEBRUIKERS OOK OP LANGERE TERMIJN AAN BOORD? Gezondheidsempowerment is gebaseerd op een volledig nieuw referentiekader, zowel voor artsen als patiënten. En dat kader moet juridisch en ethisch onderbouwd worden als we beide groepen ook op langere termijn aan boord willen houden. Een voorbeeld: in het klassieke zorgmodel is de zorgverstrekker verantwoordelijk én aansprakelijk voor de beslissingen die hij of zij neemt – op basis van directe interactie met een patiënt. Maar wat als die patiënt niet fysiek aanwezig is en dus ook niet als dusdanig geïdentificeerd kan worden? Wat we in dit geval sowieso moeten vermijden, is dat artsen het hele concept van gezondheidsempower- ment overboord zouden gooien omdat zij aansprake- lijk gesteld kunnen worden voor een foute diagnose op basis van foute data of een verkeerde identificatie. En tegelijkertijd lopen we ook het risico dat een grotere persoonlijke verantwoordelijkheid bepaalde patiënten zal afschrikken. “In vele gevallen is ons bestaand recht nochtans al goed toepasbaar op deze nieuwe vraagstukken, maar we moeten toch eens goed bekijken of er nergens hiaten zitten,” zegt Prof. Dr. Anton Vedder, juridisch en ethisch expert van iMinds - KU Leuven. “Het is de bedoeling dat we tot een wetgeving komen die technologie-onafhankelijk is, zonder daarvoor de wet helemaal te herschrijven. Dat proces is al volop bezig, zowel nationaal als Europees.” Ook rond privacy en ethiek is het debat gaande. De Europese Unie werkt momenteel aan een nieuwe verordening rond de bescherming en verwerking van persoonsgegevens – die bijvoorbeeld ook betrekking zal hebben op medische data. “Zoals het er nu naar uitziet, zal die EU-verordening vrij streng zijn,” zegt Prof. Vedder. “Maar eigenlijk moeten we als maatschappij eens goed nadenken over de weg die we willen opgaan: misschien willen we wel een stuk privacy opgeven voor een betere gezondheidszorg?” “Een open, publiek debat is daarvoor absoluut noodzakelijk. Recent werd in het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld een nieuw elektronisch patiëntendos- sier ingevoerd met soepeler voorwaarden rond het ter beschikking stellen van medische gegevens voor onderzoek. Dat concept kon echter niet op de steun van de artsen rekenen, met alle problemen vandien,” besluit hij. iMinds insights | 15
  • 16. Maar naast die wettelijke goedkeu- ring moet dus ook de waarde van digitale gezondheids- technologieën nog worden bewezen alvorens dokters ze aan hun patiënten zullen aanraden. En dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan, omdat vele onderzoeks- projecten in dit domein — waaron- der de iMinds-projecten — nog niet lang genoeg lopen om voor zulke empirisch onderbouwde evaluaties te zorgen. Wat echter wel duidelijk is, is dat gezien het grote aantal betrokken partijen in de gezond- heidszorg, het onderzoek erg breed moet gaan om te bewijzen dat de voorgestelde oplossingen effectief tegemoetkomen aan de noden van alle betrokkenen. In het kader van het iMinds ‘A Touch of Memory’ (AToM)-project werden bijvoorbeeld zowel mensen die aan dementie lijden als hun partners, vrienden, zorgverleners en zelfs lokale winkeliers betrokken bij de ontwikkeling van een app die de voedselkeuzes van patiënten kan volgen, om hen op die manier te helpen om zelfstandig te wonen. OPLOSSINGEN NAAR DE MARKT BRENGEN Onze gezondheidszorg steunt op een complex netwerk van overhe- den, zorgverleners, verzekeringsin- stellingen, patiënten, familieleden, enz. Die complexiteit vormt een hinderpaal voor ondernemers die nieuwe oplossingen in deze sector willen introduceren, en nuttige, op maat gemaakte diensten willen aanbieden aan eindgebruikers. Het is immers niet altijd meteen duide- lijk wie de vruchten zal plukken — of wie voor deze tools zal betalen. Dat laatste punt is bijzonder belangrijk omdat innovatie in de gezondheidszorg een dure zaak kan zijn, wat het debat over andere vormen van financiering, zoals crowdfunding, verder aanwakkert. (Wat gezondheidsempowerment betreft, is crowdfunding eigenlijk een logische stap omdat iedereen zo mee kan beslissen over welke digitale oplossingen het meest noodzakelijk zijn.) Hoewel in sommige regio’s mensen nu al een stuk ‘empowered’ zijn doordat ze bijvoorbeeld zelf hun huisarts kunnen kiezen (en dus doelbewust een huisarts kunnen kiezen die consultaties op afstand aanbiedt), is dat zeker niet overal in Europa zo. Op andere plaat- sen werden (onbewust) obstakels gecreëerd die gezondheidsempo- werment in de weg staan — door bijvoorbeeld regels voor terug- betaling op te leggen waarbij de klemtoon ligt op zieke mensen, of waarbij enkel persoonlijke dokters- bezoeken in rekening gebracht kunnen worden (versus zorg op afstand of online consultaties). GEZONDHEIDSEMPOWERMENT: HET POTENTIEEL EN DE UITDAGING VAN DE ‘DOE-HET-ZELF-DOKTER’ HET MATURITEITSMODEL VAN APPS MATURITEITSNIVEAUVANHETVOORSCHRIJVENVANAPPS TOENEMEND BEWIJS VAN DE VOORDELEN TIJD PROMOTIEVANADOPTIEIMPLEMENTATIE ERKENNING VAN HET BELANG VAN APPS BEVEILIGINGS- EN PRIVACY-RICHTLIJNEN CURATIE EN EVALUATIE VAN APPS INTEGRATIE MET IT-SYSTEMEN IN DE GEZONDHEIDSZORG AANBEVELING DOOR INDIVIDUELE ARTSEN Een klein aantal progressieve artsen raadt apps aan hun patiënten aan SYSTEMATISCH GEBRUIK VAN MOBIELE APPS IN DE GEZONDHEIDSZORG Beleid en systemen zijn klaar om een breder gebruik van apps in de gezondheidszorg te faciliteren VOLLEDIGE INTEGRATIE VAN APPS IN DE GEZONDHEIDSZORG Apps zijn volledig geïntegreerd in de dagelijkse gezondheidszorg Bron: IMS Health analyse van beschikbare gezondheidszorg apps 16 | iMinds insights
  • 17. Daarnaast wordt het verkoop- praatje voor consumentenapps en andere elektronische gezondheids- diensten ondermijnd door het feit dat er voorlopig weinig bewijs is voor het nut van dergelijke oplos- singen. Meer onderzoek is nodig — op het vlak van kostenefficiën- tie, gebruikservaring, enz. — om de voordelen van digitale gezondheid- stechnologieën te kwalificeren en kwantificeren. Proeftuinen (living labs) zijn een mogelijke manier om voor derge- lijk bewijs te zorgen. Op basis van haar proeftuinwerking helpt iMinds ondernemers om succesvolle technologieën te bouwen die recht- streeks zijn gebaseerd op de input van de gebruikers. De proeftuinmethodologie van iMinds streeft naar brede piloot- testen in de echte wereld. De Zorg Proeftuinen, bijvoorbeeld, dienen als een testbed voor nieuwe technologieën en concepten zoals Cubigo, een online platform voor zorg dat uitgaat van de kracht van lokale gemeenschappen. Andere onderzoeksgroepen binnen iMinds analyseren het potenti- eel voor onze stakeholders om betrokken te worden bij innovatie in de gezondheidszorg, genereren business cases, berekenen kosten en potentiële returns on invest- ment, en bedenken go-to-mar- ketstrategieën. Tot slot: de complexiteit van onze gezondheidszorg betekent dat gezondheidsempowerment meerdere potentiële businessmo- dellen kan hebben; maar het is goed om weten dat deze allemaal nood zullen hebben aan samen- werking tussen de verschillende spelers in de innovatienetwerken om oplossingen op de markt te brengen. WAT BRENGT DE TOEKOMST? iMinds werkt samen met alle betrokken partijen om oplossin- gen te ontwikkelen, te testen en te commercialiseren die gezond- heidsempowerment echt kunnen laten doorbreken. De specifieke rol van iMinds bestaat erin voor onderzoek en bedrijfsondersteu- ning te zorgen, en via haar proef- tuinwerking mogelijkheden voor co-creatie met gebruikers aan te bieden. Tenslotte zetten de iMinds onderzoekers ook in op de juridi- sche en ethische vragen die nog beantwoord moeten worden. Uiteindelijk draait gezondheidsem- powerment niet om technologie — hoewel technologie zeker een drijvende kracht is. Het gaat erom gezondheid op een nieuwe manier te benaderen, met focus op het individu, en waarbij burgers meer grip krijgen op hun gezondheid. IMINDS LIVING LABS IN DE SCHIJNWERPERS iMinds Living Labs is een toonaangevende organisatie binnen het European Network of Living Labs (ENoLL). De iMinds proeftuinmethodologie gebruikt state-of-the-art tools en wetenschappelijk gevalideerde R&D-methoden om onderzoek in digitale technologie te stimuleren. De iMinds Living Labs betrekken gebruikers bij elke stap van het innovatieproces, en bieden een: • Verkenningslab voor innovatieprocessen in een vroeg stadium • Experimenteel lab om de grenzen van oplossingen te verkennen en eerste prototypen te maken en testen • Evaluatielab om de interesse van gebruikers in een innovatie en/of het businessmodel erachter te valideren iMinds insights | 17
  • 18. GEZONDHEIDS- EMPOWERMENT GEERT HOUBEN, CEO Aristoco (Cubigo) 18 | iMinds insights
  • 19. ZELFZORG MET EENVOUDIGE BLOKJES Steeds meer babyboomers kiezen er bewust voor om niet naar een rusthuis te verhuizen, maar hun gouden jaren thuis door te brengen. Om die evolutie te ondersteunen en ouderen meer controle te geven over hun gezondheid en welzijn, ontwikkelde softwarebedrijf Aristoco ‘Cubigo’, een platform dat verschillende apps en programma’s voor gezondheidszorg samen- brengt in één eenvoudige interface. We spraken met GEERT HOUBEN, CEO van Aristoco, over hoe zijn bedrijf technologie gebruikt om ‘zorgzame gemeenschappen’ voor ouderen te creëren. Q: Bekijken de ouderen van vandaag gezondheidszorg anders dan vorige generaties? Geert Houben: Absoluut. Zij denken helemaal anders over hun gouden jaren dan hun ouders dat deden. We stellen vast dat vele babyboo- mers beslissen om de stap naar een rusthuis of begeleid wonen zo lang mogelijk uit te stellen. Als software- bedrijf bekijken we die trend vanuit een technologisch perspectief, en proberen we hulpmiddelen te ontwikkelen waardoor ouderen beter voor zichzelf kunnen zorgen. Dat is niet alleen wat vele ouderen willen; het zorgt er ook voor dat de overheid minder moet uitgeven aan ouderenzorg, waarvan de kosten in België en de rest van de wereld de pan uit rijzen. We moeten op zoek gaan naar zorgmodellen waarbij mensen niet zomaar naar instel- lingen gestuurd worden vol met diensten die ze vaak niet ten volle gebruiken. Wij proberen ervoor te zorgen dat mensen makkelijker thuis kunnen blijven. Q: Hoe past het idee van een ‘zorgzame gemeenschap’ hierin? Geert Houben: Als je zorg decen- traliseert, en die zorg van rusthui- zen en ziekenhuizen naar de mensen thuis verplaatst, worden de buurt en de lokale omgeving erg belangrijk. Dat is de zorgzame gemeenschap — een gemeenschap >> iMinds insights | 19
  • 20. die voor jou helpt zorgen, met verschillende spelers in verschil- lende rollen; jij maakt er natuur- lijk zelf deel van uit, samen met je familie en je buren. De buurt is enorm belangrijk omdat je mogelijk ver van je familie woont — je kinderen wonen misschien 50 kilometer verder, zodat je buren een belangrijke bron van hulp worden. Dat concept van een zorgzame gemeenschap willen we graag versterken, door te voorzien in de juiste hulpmiddelen. Q: Hoe werkt Cubigo precies? Geert Houben: Cubigo is een dashboard dat een aantal gezond- heidszorg- en sociale apps samen- brengt in één eenvoudige gebrui- kersinterface. Elke app wordt grafisch voorgesteld door een kubus. Met behulp van de gebruiks- vriendelijke interface kan je bijvoor- beeld online maaltijden bestellen, je buren een bericht sturen of een videochat opzetten met je verple- ger. Je logt gewoon één keer in met één enkel paswoord, of je nu je laptop, iPad, smartphone of digitale televisie gebruikt, en klaar is Kees. Q: Waar komt het idee vandaan? Geert Houben: We merkten dat steeds meer organisaties en bedrijven in de gezondheidszorg hun eigen online programma’s en apps maken. Het probleem is echter dat daardoor een heleboel ‘losse’ stukjes technologie ge- creëerd worden; denk maar aan een website om online een doktersaf- spraak te maken, of om mensen er via mail aan te herinneren hun voorraad geneesmiddelen opnieuw aan te vullen. Voor ouderen kan zoiets moeilijk zijn. Als ze techno- logie gebruiken, willen ze dat die betrouwbaar, makkelijk toeganke- lijk, en vooral eenvoudig te gebrui- ken is. Cubigo wil dat makkelijker maken, een beetje zoals het creëren van een universele afstandsbedie- ning: als je een TV koopt van één fabrikant, een DVD-speler van een andere en een Blu-rayspeler van een derde, heb je drie verschillende afstandsbedieningen met groten- deels dezelfde knoppen maar in een verschillende volgorde. Wij maken de universele afstandsbediening en we zorgen ervoor dat die heel erg makkelijk te gebruiken is. Zo geven we mensen de kans om hun eigen WIJ MAKEN DE UNIVERSELE AFSTANDSBEDIENING EN WE ZORGEN ERVOOR DAT DIE HEEL ERG MAKKELIJK TE GEBRUIKEN IS.“ “ ZELFZORG MET EENVOUDIGEBLOKJES 20 | iMinds insights
  • 21. gezondheidszorg zo veel mogelijk van thuis uit te managen. Q: Welke soorten apps worden door Cubigo ondersteund? Geert Houben: We hebben door middel van een uitgebreid onder- zoek geprobeerd te achterhalen welke hulpmiddelen mensen nodig hebben om zo lang mogelijk thuis te blijven wonen. De resultaten konden in drie categorieën onderverdeeld worden: sociale hulpmiddelen, comfortdiensten, en veiligheid en zorg. Het sociale aspect draait om het vermijden van eenzaamheid. Mensen moeten in contact blijven met vrienden en familie. Cubigo biedt daarom een manier aan om via het dashboard berichten te versturen die rechtstreeks naar de Facebook-pagina van je kinderen gaan, zonder dat die zelf Cubigo hebben. We hebben ook een tool waarin je activiteiten en interes- ses kan aanduiden, en mensen in de buurt kan vinden met gelijkaar- dige interesses. Als ik bijvoorbeeld van schaken houd, kan ik makkelijk buren vinden met wie ik kan spelen. Dat sociale aspect is voor Cubigo erg belangrijk. Q: Je sprak ook over comfort- diensten en veiligheid? Geert Houben: Comfortdiensten draaien om het vinden van hulp voor dingen die moeilijker worden wanneer je ouder wordt. Tuinie- ren, bijvoorbeeld, of inkopen doen, of koken en poetsen. We willen ervoor zorgen dat plaatse- lijke bedrijven op een eenvoudige manier diensten kunnen aanbieden die ouderen online kunnen bestel- len. De derde pijler is veiligheid en zorg. Als ik val en mezelf bezeer, wil ik iemand kunnen waarschuwen — niet noodzakelijk de hulpdien- sten of mijn kinderen, maar misschien een buur die onmid- dellijk kan komen helpen. Cubigo maakt dat soort contact mogelijk. We willen ook graag weegschalen, bloeddrukmeters en gelijkaardige toestellen met het platform verbin- den. De resultaten van hun metin- gen kunnen dan naar verplegers of dokters gestuurd worden, die een afspraak kunnen maken als er iets mis is, in plaats van elke week met patiënten af te spreken wanneer dat niet nodig is. Q: Stemmen app-ontwikkelaars ermee in dat hun apps op deze manier samengebracht worden? Geert Houben: Absoluut. Uitein- delijk gebruiken we hun diensten, en brengen we klanten aan. Ze moeten inderdaad hun eigen inter- face opgeven, maar Cubigo kost hen geen extra werk. Ze bouwen en verdelen hun app nog steeds zoals vroeger, ze hebben er gewoon een nieuw kanaal bijgekregen. Q: Hoe is de voorlopige respons? Geert Houben: Die is erg goed. We zijn actief in België, Nederland, Spanje en de Verenigde Staten; op het vlak van gezondheidszorg zijn dat erg verschillende markten. In België, bijvoorbeeld, beheert de federale overheid het budget voor gezondheidszorg, terwijl dat in Nederland door de gemeen- ten gebeurt, zodat zorg er meer gelokaliseerd is. Die tweede optie werkt erg goed voor ons model, omdat we het platform dan aan de gemeenten kunnen verkopen, en zij kunnen de verschillende lokale dienstverleners vragen om hun diensten via Cubigo aan te >> iMinds insights | 21
  • 22. bieden. We werken ook recht- streeks samen met organisaties die bijvoorbeeld begeleid wonen aanbieden. Een woon-zorgcentrum met pakweg 50 appartementen kan het platform aan iedereen in het gebouw aanbieden, zodat de bewoners een knop krijgen om een verpleger te roepen, een maaltijd te bestellen, enzovoort. Q: Wat was de rol van iMinds? Geert Houben: iMinds is de programmacoördinator voor de Zorg Proeftuinen, waar we actief bij betrokken zijn. In de Proeftuinen zetten we gebruikers in — natuurlijk met hun toestemming en volgens de regels van de Proeftuinen — om onderzoek te doen naar nieuwe producten, diensten en manie- ren om zorg te verlenen. In plaats van deze dingen in een gesloten omgeving te testen, kunnen we ze in de echte wereld uitprobe- ren. Dankzij de Zorg Proeftuinen kunnen we testen of een goed idee of concept vertaald kan worden in succesvolle producten of diensten. Vele organisaties missen vandaag die stap. In de toekomst hopen we via iMinds in contact te komen met universiteiten en andere acade- mische instellingen voor verder onderzoek. Q: Tenslotte ook gefeliciteerd met jullie toelating tot het Black- box-programma van Google. Hoe is jullie dat gelukt? Geert Houben: In 2013 namen we deel aan het ‘Go Global’-pro- gramma van iMinds, waardoor we toegang kregen tot de Amerikaanse markt. Zo raakten we betrokken bij Aging2.0, een organisatie die focust op innovatie op het vlak van ouder worden. Zij nodigden ons uit om deel te nemen aan hun wereld- wijde top, als een mooi interna- tionaal voorbeeld. Ze maakten een shortlist van startups uit hun netwerk als mogelijke kandidaten voor het Blackbox-programma, en voor onze sector werden wij gekozen om deel te nemen. We zijn daar erg trots op, net als op het feit dat we het eerste Vlaamse bedrijf zijn dat voor het Blackbox-pro- gramma wordt uitgenodigd. ARISTOCO De Cubigo-software van Aristoco is een online ‘app’-platform met diensten waardoor mensen zo lang en zo comfortabel mogelijk in hun eigen omgeving kunnen blijven wonen. Er worden kubussen ontwikkeld in de drie belangrijkste pijlers: sociale contacten (Cubigo Social), zorg (Cubigo Care) en comfort (Cubigo Servi- ces). Cubigo laat mensen kiezen welke zorg en diensten ze nodig hebben, zodat ze zo lang mogelijk de controle over hun leven kunnen behouden. ZELFZORG MET EENVOUDIGEBLOKJES 22 | iMinds insights
  • 23. DANKZIJ DE ZORG PROEFTUINEN KUNNEN WE TESTEN OF EEN GOED IDEE OF CONCEPT VERTAALDKANWORDEN IN SUCCESVOLLE PRODUCTEN OF DIENSTEN. VELE ORGANISATIES MISSEN VANDAAG DIE STAP. “ “ GEERT HOUBEN, CEO Aristoco (Cubigo) iMinds insights | 23
  • 24. VIRTUELE COACHING, TASTBARE RESULTATEN De obesitas-epidemie grijpt snel om zich heen, zowel in Europa als in Noord-Amerika. Professionals in de gezondheidszorg zijn dan ook volop op zoek naar manieren om mensen te helpen betere keuzes te maken wat voeding en fysieke activiteit betreft. In het kader van het iMinds ‘b-SLIM’-project wordt daarom gewerkt aan de ontwikkeling van een ‘Super Coach’; een digitale app die mensen moet helpen om blijvend gewicht te verliezen. We spraken met BrandNewHealth-onderzoeker DR. STEVEN DE PEUTER en oprichtster DR. CLAUDIA PUT over de app en het potentieel ervan. GEZONDHEIDS- EMPOWERMENT 24 | iMinds insights
  • 25. Q: Waarom is het voor veel mensen zo moeilijk om gewicht te verliezen? Steven De Peuter: Het probleem is niet zozeer om gewicht te verliezen, maar wel om nadien niet opnieuw bij te komen. Met een crashdieet kan je wel snel kilo’s verliezen, maar de kans is erg klein dat je dat gewicht kan behouden. Blijvend, gezond gewichtsverlies vraagt tijd en een voortdurende inspanning - zeker bij obese mensen, die meer tijd nodig hebben om een gezond gewicht te bereiken. Claudia Put: Uiteindelijk kan je enkel succes boeken door je gedrag te veranderen. Dat kan best moeilijk zijn. Het is vaak niet eenvoudig om ongezonde gewoonten te doorbre- ken, zeker als het om voeding gaat. Voor vele mensen maakt eten immers een essentieel deel uit van wie ze zijn, wat ze doen en hoe ze zich voelen. Eten is vaak ook een soort van troost. Als je je slecht voelt, is het eenvoudig om naar een zoete of zoute snack te grijpen. Die gewoonte doorbreken, kan op korte termijn negatieve gevolgen hebben voor je stemming. Q: Op welke manier verschilt de ‘Super Coach’-app van andere programma’s? Steven De Peuter: Wat onze aanpak uniek maakt, is dat de app de gebruiker niet voorschrijft wat hij of zij moet doen. De app geeft suggesties en advies; over hoe mensen hun gedrag kunnen veranderen en hoe ze zelf hun gewicht, fysieke activiteit en dieet kunnen managen. We willen unieke, gepersonaliseerde plannen aanbieden die nauw aansluiten bij het nieuwe gedrag dat de gebrui- ker zich probeert eigen te maken. Claudia Put: In feite komt het erop neer dat we complexe gedragspa- tronen opsplitsen in kleinere, meer haalbare stappen met tussentijdse doelstellingen. We willen gebrui- kers ook helpen om te anticiperen op hindernissen of tegenslagen. Bij elke stap en bij elke kleine verbete- ring moedigt de app hen aan. Q: Hoe zal de app de data verzamelen die nodig zijn om die persoonlijke plannen op te stellen? >> “ “ WE WILLEN GEBRUIKERS HELPEN OM TE ANTICIPEREN OP HINDERNISSEN OF TEGENSLAGEN. BIJ ELKE STAP EN BIJ ELKE KLEINE VERBETERING MOEDIGT DE APP HEN AAN. iMinds insights | 25
  • 26. Steven De Peuter: Veel gegevens worden door de gebruiker zelf ingegeven. Om de app zo toegan- kelijk mogelijk te maken, werken we zowel aan een web- als aan een mobiele versie. Wanneer gebrui- kers zich registreren, vullen ze een vragenlijst in over hun belangrijk- ste gedragspatronen, wat ze graag eten, hoe vaak ze aan sport doen, en dergelijke. Mogelijk vragen we hen ook welke factoren een blokke- rende werking kunnen hebben: misschien vinden ze fruit en groen- ten niet lekker, bijvoorbeeld. En we zullen uitzoeken wat hen motiveert, waarbij we een onderscheid maken tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie. Intrinsieke motivatie — iets doen om jezelf beter te voelen, of omdat het leuk is — werkt veel beter dan extrinsieke motivatie, waarbij mensen iets doen omdat ze dat moeten, of omdat ze dan een beloning krijgen. Q: Gebruikt de app enkel data die de gebruiker zelf ingeeft? Steven De Peuter: Neen, we zullen ook objectieve gegevens verzame- len. Zo integreren we een accele- rometer (een toestel dat beweging registreert), en de app zal ook het koopgedrag van de gebruikers opvolgen om veranderingen door de tijd te kunnen detecteren. Eén van de interessante dingen aan dit project is dat we de objectieve data zullen kunnen vergelijken met de gegevens die de gebrui- ker zelf ingeeft. Zo kunnen we zien hoe accuraat mensen hun gedrag rapporteren. Bovendien zullen we ook kunnen onderzoeken of het objectief meten van fysieke activi- teit überhaupt nodig is, of gewoon een leuke bijkomstigheid. We zullen dit gedeeltelijk doen met behulp van een klinische studie. Q: Wat hoop je nog te onder- zoeken met de klinische studie? Steven De Peuter: We willen de effectiviteit van digitaal coachen beter begrijpen. We zullen de resultaten van mensen die enkel de app gebruiken — zonder recht- streeks contact met dokters en onderzoekers — vergelijken met die van mensen die meer traditio- nele methoden volgen om gewicht te verliezen, zoals het consulteren van een diëtist of een sportcoach. We zullen ook werken met uitge- breide 3D-modellering om mensen te helpen hun gewichtsverlies en de veranderingen aan hun lichaam te visualiseren. We hopen dat we op die manier een gedetail- leerd model van gewichtsverlies bij obese mensen kunnen ontwik- kelen. Zoiets bestaat momenteel WE WILLEN DE EFFECTIVITEIT VAN DIGITAAL COACHEN BETER BEGRIJPEN. “ “ VIRTUELE COACHING, TASTBARE RESULTATEN 26 | iMinds insights
  • 27. nog niet. Er bestaat onderzoek naar verschillende lichaamstypes, zoals ‘peervormige’ of ‘appelvor- mige’ lichamen, maar we willen daar graag een model voor obese mensen aan toevoegen. Q: Dit project heeft een aantal partners. Wat is hun rol? Claudia Put: iMinds speelde een belangrijke rol in het samenbrengen van alle partners, en voert ook een groot deel van het onderzoek uit. Het iMinds Vision Lab van de Univer- siteit Antwerpen werkt samen met het iMinds Medical Imaging onder- zoekscentrum van de KU Leuven om de 3D-scans van de gezichten en lichamen van gebruikers te maken. Via een reeks interviews zal het iMinds Center for Usability Research aan de KU Leuven de hindernissen en moeilijkheden onderzoeken die gebruikers kunnen ondervinden, en peilen naar de verwachtingen die ze hebben rond een app voor gewichts- verlies. iMinds-STADIUS aan de KU Leuven werkt aan de data-analyse, datamining en voorspellende en visuele analyses. De Departemen- ten voor Bewegingswetenschap- pen en Klinische en Experimentele Endocrinologie aan de KU Leuven nemen dan weer het voortouw in de klinische studie en geven advies over voeding en fysieke activiteit. Q: Klopt het dat jullie ook met in- dustriële partners samenwerken? Claudia Put: Zeker. Er is BrandNew- Health, wij dus, maar ook YorBody Belgium dat de activiteitstracker ontwikkelt, de database, en de algoritmen om de data te interpre- teren. De Delhaize Groep zal ons helpen om boodschappenlijstjes voor te stellen en het koopgedrag van gebruikers te volgen, zodat we kunnen zien of hun gedrag door de suggesties van de app beïnvloed wordt. Q: Wanneer willen jullie de app lanceren? Steven De Peuter: Het project is gestart in april 2014; de klinische studie begint in oktober 2015. We hopen de app ten laatste tegen september 2015 volledig ontwikkeld te hebben, zodat de ongeveer 100 obese mensen in de klinische studie hem kunnen gebruiken. Omdat iMinds zo’n divers team heeft verza- meld, met expertise in verschillende domeinen, zijn we ervan overtuigd dat we iets zullen kunnen bouwen dat obesitas tegengaat en mensen helpt om met vertrouwen en op een gezonde manier blijvend gewicht te verliezen. OVER B-SLIM Het ‘b-SLIM’-project van iMinds onderzoekt de ontwik- keling van een digitale app die voeding, fysieke activiteit en motivatie in kaart brengt van gebruikers die blijvend gewicht willen verliezen. De app zal verschillende datastromen integreren, en advies en ondersteuning op maat voorstellen. Lees meer online: http://www.iminds.be/ en/projects/2014/03/20/b- slim. OVER BRAND- NEWHEALTH BrandNewHealth is een pionier in kosteneffectieve digitale gezondheidscoa- ching, die psychologie, gezondheidswetenschap- pen, ICT en communicatie samenbrengt om persoonlijke ondersteuning te bieden aan grote groepen mensen. iMinds insights | 27
  • 28. GEZONDHEIDS- EMPOWERMENT EVA GEURTS en KARIN CONINX, iMinds - EDM - UHasselt28 | iMinds insights
  • 29. Q: Er bestaan al een aantal apps op het gebied van gezondheid en welzijn die lichaamsbeweging promoten en meten. Wat maakt jullie app zo nuttig voor hart- patiënten? Eva Geurts: De gebruikers zijn vertrouwd met de technologie: een smartphone en smartwatch om hun hartslag te meten. Het verschil tussen onze app en fiets-apps voor gezonde mensen is dat onze app ontwikkeld is om hartpatiënten op een veilige manier te laten bewegen. Voor mensen die een hartaanval hebben gehad, is lichaamsbewe- ging erg belangrijk. Maar eenmaal ze het revalidatiecentrum verlaten — typisch na drie maanden van begeleid oefenen — aarzelen veel patiënten om te blijven bewegen. Ze vrezen dat ze te ver zullen gaan en zichzelf zo in gevaar zullen brengen. Dat zorgt ervoor dat veel patiënten niet voldoende bewegen. Karin Coninx: Dit geldt zeker voor fietsen, een uitstekende vorm van lichaamsbeweging voor hartpatiën- ten. In Limburg is er een uitgebreid netwerk van populaire fietsroutes waarmee mensen flexibel fietstoch- ten kunnen uitstippelen. Maar voor een patiënt die niet weet of hij of zij zo’n fietstocht wel volledig kan afwerken, kan het intimiderend zijn om aan die tocht te beginnen, zeker als er op het parcours dan ook nog eens hellingen liggen. Onze app EEN GEZONDHEIDS- APP MET EEN HART Voor patiënten die herstellen van een hartaanval is regelmatige lichaams- beweging een belangrijk onderdeel van het revalidatieproces. Eenmaal die patiënten het ziekenhuis verlaten, is het echter vaak moeilijk om gemoti- veerd te blijven. Daarom ontwikkelde de Universiteit Hasselt — in samen- werking met het Jessa Ziekenhuis — een app die hartpatiënten niet alleen aanzet om te bewegen, maar hen ook de hulpmiddelen biedt om dat op een veilige en efficiënte manier te doen. Als onderdeel van haar master- proef Informatica hielp EVA GEURTS deze app mee ontwikkelen. Samen met professor DR. KARIN CONINX van het iMinds Expertisecentrum voor Digitale Media (EDM) aan de UHasselt legt ze ons uit hoe de app levens kan redden. >> iMinds insights | 29
  • 30. kan die mensen vertellen wanneer ze moeten vertragen of versnellen, of wanneer ze beter de motor van hun elektrische fiets inschakelen. Het gaat erom mensen vertrouwen te geven. Een deel van dat vertrou- wen is gebaseerd op het feit dat de app samen met een ziekenhuis werd ontwikkeld. Q: Waarom fietsen? Karin Coninx: Vele bewegings- apps focussen op wandelen, vaak met behulp van stappentellers of accelerometers om stappen en activiteit te meten. Maar veel mensen, en vooral ouderen, fietsen liever. Wij willen het voor patiënten eenvoudiger maken om op verschil- lende manieren te bewegen, afhan- kelijk van waar ze op dat moment zin in hebben. Q: Wat waren de uitdagingen bij het ontwikkelen van deze app? Eva Geurts: De meeste fitness-apps zijn gemaakt voor gezonde mensen. Die van ons werd ontwikkeld voor mensen die ziek zijn geweest — mensen met een hartziekte die revalideren — en voor gezonde mensen die bewust gezondheidsri- sico’s willen vermijden wanneer ze aan lichaamsbeweging doen. We moesten dus in staat zijn om speci- fiek, gepersonaliseerd advies te genereren, iets wat gewone fitness- apps niet doen. Q: Dat leidt tot een interessante vraag. Hoe bepaalt de app welke hartslag veilig is? Eva Geurts: Dat is volledig geperso- naliseerd. Elke patiënt ondergaat een medisch onderzoek in het revalidatiecentrum, en die gegevens worden gebruikt om de parame- ters in te stellen. Patiënten weten dus dat de gegevens specifiek zijn voor hun noden, hun programma en hun lichaam. Dat geeft extra vertrouwen. Q: Waren er nog andere uitda- gingen? Karin Coninx: Een tweede uitdaging had te maken met de algemene gebruikerservaring, een domein EEN DEEL VAN HET VERTROUWEN IS GEBASEERD OP HET FEIT DAT DE APP SAMEN MET EEN ZIEKENHUIS WERD ONTWIKKELD. “ “ EEN GEZONDHEIDS- APP MET EEN HART 30 | iMinds insights
  • 31. waarin EDM onderzoek doet. Als je ervoor wil zorgen dat iedereen deze app kan gebruiken, moet je met vele praktische elementen rekening houden. Omdat de app tijdens het fietsen gebruikt wordt, hebben we bijvoorbeeld goed nagedacht over hoe informatie op een leesbare en duidelijke manier kan worden voorgesteld. Het scherm moet in één oogopslag leesbaar zijn, zodat de fietsers niet van hun omgeving worden afgeleid. We vonden het ook belangrijk om gegevens op een onopvallende manier te verzame- len. Daarom gebruiken we bijvoor- beeld een smartwatch in plaats van een borstband om de hartslag te meten. Bovendien willen we gebruikers niet lastig vallen met technisch gedoe: het horloge en de smartphone staan via de app automatisch met elkaar in verbin- ding om gegevens uit te wisse- len. Naast hartslag worden ook andere gegevens, zoals verbrande calorieën of afstand, verzameld of berekend. En ten slotte moet je de relevante informatie op een duide- lijke manier aan de patiënt tonen. Q: Wat doet de app nog, naast het meten van gezondheid en inspanning? Eva Geurts: De app bevat lokale fietsroutes, -paden en -trajecten. We hebben interessante stopplaat- sen toegevoegd, en plekken waar je elektrische fietsen kan opladen. Gebruikers kunnen zelf routes aanmaken door stopplaatsen te verbinden, en we kunnen nieuwe routes voorstellen op basis van hun conditie en vorderingen in het revalidatieprogramma. We kunnen ook trajecten variëren, afhanke- lijk van hoe lang of hoe ver de gebruiker wil fietsen. We willen de inspanning zo aangenaam mogelijk maken. Karin Coninx: Momenteel werken we samen met een grafisch desig- ner in onze human-computer inter- actiegroep om ervoor te zorgen dat onze interface niet alleen eenvoudig te gebruiken is, maar er ook mooi en leuk uitziet. Het is niet de bedoeling er een video- game van te maken, maar de app moet wel speels en aangenaam in gebruik zijn — ook op die manier willen we mensen ertoe aanzetten om veilig te bewegen. Q: De app biedt duidelijk veel voordelen voor patiënten. Wat met zorgverleners en gezond- heidsprofessionals? Karin Coninx: Dat is de volgende stap. Momenteel werken we aan het aanbod voor zorgverleners, zoals een dashboard dat het mogelijk maakt om de app te voeden met de individuele trainingsparame- ters van patiënten. Maar daarnaast willen we ook de gegevens analy- seren die door de app werden verzameld, en die inzichten gebruiken om nieuwe oefeningen aan te maken. Voor zorgverleners is het ook erg belangrijk om een beknopt overzicht te krijgen van de gegevens van verschillende patiënten naast elkaar, en om die gegevens te integreren in de dagelijkse praktijk van het revali- datiecentrum. >> iMinds insights | 31
  • 32. Q: Hoever staan jullie nu met de app? Eva Geurts: We hebben testen gedaan met gezonde gebruikers en een aantal patiënten, en de respons was erg positief. Wanneer we met meer patiënten testen, willen we in eerste instantie bewijs leveren voor het nut van deze app, door de aard en de grootte van de gedragsver- anderingen aan te tonen. Q: Is de markt voor de app breder dan enkel hartpatiënten? Karin Coninx: We zijn erg geïnteres- seerd om de groep gebruikers uit te breiden. Momenteel ligt de focus op revalidatie, maar bij hartpatiën- ten is het verschil tussen revalidatie en preventie erg klein. Het vermij- den van een tweede hartaanval is eigenlijk vrij gelijkaardig aan preventief gebruik van de app door patiënten of gezonde mensen. Dit soort app zou dus nuttig zijn voor hartpatiënten, mensen met diabe- tes, obese mensen, of gebrui- kers die gewoon gewicht willen verliezen en gezond willen blijven. Omdat de basisinfrastructuur en de interface al klaar zijn, is de app erg flexibel en zien we zeker mogelijk- heden voor verschillende groepen mensen. Dat is niet enkel goed voor de gebruikers, maar ook voor ons, omdat een grote gebruikers- basis kan helpen om extra midde- len te verzamelen voor de verdere ontwikkeling van onze app en een mogelijke marktintroductie. OVER IMINDS - EDM - UHASSELT Het Expertisecentrum voor Digitale Media (EDM) is het instituut voor ICT-onderzoek van de Universiteit Hasselt, en maakt deel uit van de onderzoeksgemeenschap van iMinds. EDM doet sinds 1987 onderzoek in informatica. Het focust daarbij op twee kerncompetenties: ‘visual computing’ en ‘human-com- puter interaction’. EDM doet fundamenteel onderzoek, maar ook basis-, toegepast en contractonderzoek. EDM wil een toonaangevend onder- zoeksinstituut worden in human-computer interaction, computer graphics, multi- media netwerken, computer vision en virtuele omgevin- gen. EEN GEZONDHEIDS- APP MET EEN HART 32 | iMinds insights
  • 33. MOMENTEEL LIGT DE FOCUS OP REVALIDATIE, MAAR BIJ HARTPATIËNTEN IS HET VERSCHIL TUSSEN REVALIDATIE EN PREVENTIE ERG KLEIN.“ “ KARIN CONINX, iMinds - EDM - UHasselt iMinds insights | 33
  • 34. Patiënten op afstand opvolgen maakt onze gezondheidszorg efficiënter, omdat het dokters toelaat om gegevens van hun patiënten te verza- melen zonder dat die naar de dokterspraktijk of het ziekenhuis moeten gaan. De alomtegen- woordigheid van smartphones, stappentellers en accelerometers betekent dat dokters meer potentiële gegevensbronnen hebben dan ooit tevoren, zodat ze de meer traditionele data die worden aangeleverd door pacemakers en gluco- semeters in de juiste context kunnen plaatsen. Dr. Pieter Vandervoort, Cardioloog Ziekenhuis Oost-Limburg GEZONDHEIDS- EMPOWERMENT 34 | iMinds insights
  • 35. Q: Kan je kort beschrijven wat NEMO precies is? Pieter Vandervoort: NEMO brengt telemonitoring-gegevens van verschillende leveranciers en toestellen samen, analyseert ze, en presenteert ze in één dashboard voor klinisch gebruik. Q: Wat is de toegevoegde waarde van jullie oplossing? Pieter Vandervoort: Stel je eens voor: ik monitor meer dan 600 patiënten op afstand. De meeste van deze patiënten lijden aan gevorderd hartfalen. Ze kregen allemaal toestellen als resynchro- nisatie-pacemakers of defibrilla- toren ingeplant, gemaakt door vier of vijf verschillende fabrikan- ten. Dat betekent verschillende standaarden, databanken, proto- collen en algoritmen. Veel van deze patiënten gebruiken daarenboven ook nog andere toestellen zoals bloeddrukmeters, weegschalen en activiteitstrackers waarvan de informatie verwerkt wordt door verschillende visualisatietools. En de resultaten worden voorgesteld op verschillende websites. Als ik een patiënt heb met vier toestellen moet ik vier verschillende websites openen, en informatie verwerken die overal anders wordt weergege- ven. Dat is ingewikkeld, omslach- tig en tijdrovend. Waarom zou je al die klinische data niet in één plaats samenbrengen? Q: Welke soorten gegevens zal NEMO samenbrengen? Pieter Vandervoort: We willen data integreren van klinische toestellen, maar ook van consu- mentenproducten zoals smart- phones,smartwatches,ofactiviteits- SLIMME TOESTELLEN OM PATIËNTEN BETER TE KUNNEN OPVOLGEN Het Limburgse iMinds-project ‘neutral mobile health platform’ (NEMO) onderzoekt de bouw van een platform dat de telemonitoring-gegevens van een brede waaier aan technologieën en producten samenbrengt, analy- seert en weergeeft. We spraken met de initiatiefnemer van het project, DR. PIETER VANDERVOORT — cardioloog aan het Ziekenhuis Oost-Limburg in Genk, en medevoorzitter van de Mobile Health Unit aan de UHasselt — over hoe NEMO kan helpen om telemonitoring opnieuw uit te vinden. >> iMinds insights | 35
  • 36. trackers zoals Withings, Fitbit of de Nike FuelBand. Onze uiteinde- lijke doelstelling is om gegevens van klinische apparaten en consu- mentenelektronica te combineren, en om beide soorten data klinisch relevant te maken. Alles draait om de context; we willen een volledi- ger beeld van de patiënt krijgen. Q: Kan je een voorbeeld geven van hoe dat zou werken? Pieter Vandervoort: Neem nu een patiënt met een pacemaker. Die pacemaker kan je informatie geven over de hartslag van de patiënt, maar vertelt je niet wat die patiënt aan het doen is. Een activiteitsme- ter zoals een accelerometer doet dat wel, en kan de context van die hartslag geven. Als de hartslag stijgt, maakt het immers een verschil of die persoon aan het fietsen is, of in de zetel televisie kijkt. Ook glucosemetingen kunnen een andere betekenis krijgen als we ze in verband brengen met de activiteiten van die dag. Door de gegevens van verschillende sensoren samen te brengen en naast elkaar te bekijken, kan je een hoop relaties ontdekken die je anders niet zou opmerken. Eén plus één wordt op die manier meer dan twee. NEMO maakt dat soort dingen mogelijk. Q: Aan welke andere voordelen denk je nog? Pieter Vandervoort: NEMO zal zeker telemonitoring in de klini- sche praktijk faciliteren; zo zullen zorgverleners, huisdokters, verple- gers en thuisverplegers makkelij- ker gegevens kunnen vinden en interpreteren die worden verza- meld buiten de dokterspraktijk of het hospitaal. Daarnaast zijn er ook een aantal directe voordelen voor de patiënt. Mensen zijn tenslotte geïnteresseerd in hun eigen gezondheid. Daarom kopen ze de toestellen waarover we het hier hebben. NEMO zal het ook voor hen eenvoudiger maken om één beeld te krijgen van al hun gegevens, in de juiste context, en hen zo toelaten hun activiteit of gedrag in real time aan te passen. Bovendien kunnen er ook voorde- len zijn wat primaire preventie betreft. Als we een groot aantal patiënten met verschillende activi- teitssensoren kunnen volgen — en alle gegevens op dezelfde plaats beschikbaar maken — kunnen we echt de impact van bepaalde activi- teiten op een eenvoudige parame- ter, zoals gewicht, meten. We weten dat, als we bijvoorbeeld het gewicht van een populatie met één kilo verminderen, we dan minder patiënten zullen hebben met diabe- tes, hypertensie, hartaandoeningen, hartaanvallen, beroertes, enzovoort. Dat zal ons echt helpen om voorde- len op populatieniveau in kaart te brengen. Q: Waar staat het NEMO-project, en wat is de rol van iMinds? Pieter Vandervoort: We bevinden ons nog in de conceptuele fase. We hebben heel wat voorbereidend onderzoek verricht naar het visua- liseren van verschillende databron- nen, en hebben gewerkt aan de analysesoftware door gegevens van glucosemeters te combine- ren met bloeddrukgegevens en data van accelerometers. Dat zijn allemaal verschillende onderde- len van wat uiteindelijk NEMO zal worden, maar NEMO zelf staat nog in zijn kinderschoenen. iMinds Health is net gestart, en zij brengen al dit onderzoek en de medische ervaring samen op één plek, om zo de samenwerking tussen de ziekenhuizen en de UHasselt te bevorderen. Bovendien helpt iMinds ons om de financiering te vinden die NEMO een niveau hoger zal tillen. Q: Voor welke onderzoeksuitda- gingen staan jullie momenteel? Pieter Vandervoort: Er zijn zeker technische uitdagingen, door de verscheidenheid aan protocollen en methoden voor gegevensver- zameling. Maar die kunnen we wel de baas. Verbeteringen in wi-fi, in de beschikbaarheid van 3G en 4G, en in protocollen voor gegevens- overdracht lossen dat wel op. We monitoren nu al vier of vijf jaar SLIMME TOESTELLEN OM PATIËNTEN BETER TE KUNNEN OPVOLGEN 36 | iMinds insights
  • 37. patiënten op afstand, en hebben in die periode een enorme vooruit- gang gezien op technisch vlak, zoals de evolutie van pacemakers. Daar maak ik me dus weinig zorgen over. We staan echter wel voor uitdagingen op het gebied van gegevensidentificatie en privacy. Q: Welke zoal? Pieter Vandervoort: Met een toestel als een pacemaker weten we zeker op welke patiënt de gegevens betrekking hebben. Maar als we bijvoorbeeld infor- matie van een smartphone of een draadloze weegschaal verzame- len, weten we technisch gespro- ken niet wie het toestel gebruikt — iemand kan zijn telefoon uitlenen aan zijn echtgenote, bijvoorbeeld. Daarnaast zorgt ook privacy voor grote uitdagingen. We willen zeker zijn dat de data enkel toegankelijk zijn voor mensen die in een thera- peutische relatie met de patiënt staan. Dat is ook belangrijk voor de fabrikanten van de toestellen. Zij zullen immers nooit toelaten dat hun gegevens verzameld worden op het platform van een concur- rent. Daarom wordt ons platform onafhankelijk of ‘neutraal’, zoals we dat noemen. We tekenen met de fabrikanten een overeenkomst waarin de regels omtrent de uitwisseling van gegevens worden vastgelegd — specifiek voor dit project. Q: Welke respons verwacht je van zodra NEMO klaar is voor gebruik? Pieter Vandervoort: De voordelen van het project zullen volgens mij duidelijk zijn. Het kan aanvanke- lijk wel moeilijk zijn om gebrui- kers te vinden, vooral omwille van het systeem van vergoedingen. Momenteel worden dokters in België en het grootste deel van Europa — zelfs in de VS — enkel door de verzekering betaald wanneer er een fysieke ontmoeting met de patiënt heeft plaatsgevon- den. Er is nog geen vergoeding voor raadplegingen op afstand. Dat kan de klinische toepassing in de nabije toekomst beperken. Maar veranderende technologieën beïnvloeden het beleid voortdu- rend, en de overheid en verzeke- ringsmaatschappijen zullen wel moeten volgen. Ik hoop dat NEMO deel kan uitmaken van die evolu- tie; dat we kunnen starten met een kleine groep believers en pioniers en zo kunnen bewijzen dat het concept werkt voor patiënten en dokters, en zo uiteindelijk verzeke- ringsmaatschappijen en overheden kunnen overtuigen om het systeem te veranderen. OVER NEMO Het neutrale mobiele gezond- heidsplatform (NEMO) van iMinds geeft een eengemaakt overzicht van telemonito- ring-data op basis van ‘tradi- tionele’ medische toestellen (zoals pacemakers en gluco- semeters) en van consumen- tenelektronica (zoals smartp- hones met stappentellers en accelerometers). Het concept wordt momenteel getest, gevalideerd en geïntegreerd in de workflow van partnerzie- kenhuizen. De eerste experi- menten worden verwacht in het derde kwartaal van 2015. iMinds insights | 37
  • 38. BIRGIT MORLION Programmadirecteur iMinds Health EXPERTS DIE HEBBEN BIJGEDRAGEN AAN DEZE EDITIE VAN IMINDS INSIGHTS (in alfabetische volgorde): ANN ACKAERT Postdoctoraal Onderzoeker iMinds - IBCN - UGent JAN AERTS Docent iMinds - Stadius - KU Leuven LAURA BELENGUER QUEROL Directeur Strategie & Innovatie iMinds Medical Information Technologies Department KARIN CONINX Hoogleraar iMinds - EDM - UHasselt STEVEN DE PEUTER Onderzoeker BrandNewHealth EVA GEURTS Onderzoeker iMinds - EDM - UHasselt GEERT HOUBEN CEO Aristoco (Cubigo) AN JACOBS Hoogleraar iMinds - SMIT - VUB LIEVEN MAESSCHALCK Oprichter en Kinesitherapeut Move to Cure BIRGIT MORLION Programmadirecteur iMinds Health CLAUDIA PUT CEO BrandNewHealth KARIN SLEGERS Docent iMinds - CUO - KU Leuven ERIC VAN DER HULST Programmamanager iMinds Health PIETER VANDERVOORT Cardioloog Ziekenhuis Oost-Limburg FREDERIC VANNIEUWENBORG Onderzoeker iMinds - IBCN - UGent JAN VAN OOTEGHEM Onderzoeker iMinds - IBCN - UGent ANTON VEDDER Hoogleraar iMinds - ICRI - KU Leuven GRIET VERHENNEMAN Onderzoeker iMinds - ICRI - KU Leuven iMinds Insights redactieteam: Sven De Cleyn, Koen De Vos, Thomas Kallstenius, Els Van Bruystegem, Wim Van Daele, Stefan Vermeulen Tekst: Ascribe Communications Ontwerp: Coming-Soon.be Fotografie: Lieven Dirckx, Nils Blanckaert ©2015 iMinds vzw - CC-BY 4.0. Je bent vrij om het werk te delen en te bewerken met naamsvermelding van iMinds. Meer updates op www.iminds.be/insights VOOR MEER INFORMATIE over de samenwerking tussen de gezondheidssector en iMinds, contacteer Birgit Morlion, birgit.morlion@iminds.be, +32 9 331 48 08
  • 39.
  • 40. OP ZOEK NAAR MEER INZICHTEN? BEKIJK DE ANDERE EDITIES VAN IMINDS INSIGHTS OP WWW.IMINDS.BE/INSIGHTS