7. Hoeveel honden zijn uitscheiders?
Volwassen
huishonden
zonder specifieke klachten
3-20%
Honden
met maagdarmklachten
12-25%
Puppies
met en zonder md-klachten
7-63%
Groepsgehouden
honden
zonder specifieke klachten
10-60%
Becker, Par Res 2012; Tangtrongsup, Top Comp Anim Med 2010; Upjohn, Vet Par 2010; Ballweber, Tr Par 2010; Dupont, JSAP 2013;
Overgaauw, Vet Par 2009; Claerebout, Vet Par 2009; Epe, Vet Par 2010; Carlin , 2006; Tupler, JAVMA 2012; Yang, Exp Par 2015
7
janraes.com PRIMAIRE
OORZAAK??
8. Hoeveel honden zijn uitscheiders?
Becker, Par Res 2012; Tangtrongsup, Top Comp Anim Med 2010; Upjohn, Vet Par 2010; Ballweber, 2010; Dupont, 2013;
Overgaauw, 2009; Claerebout, 2009; Epe, Vet Par 2010; Carlin , 2006; Tupler, JAVMA 2012; Yang, Exp Par 2015,
8
janraes.com
..komt
steeds meer
voor…
9. Overdracht
Cyste direct infectieus en zeer resistent (vooral in vocht)
Overdracht o.a.
- direct (feces)
- via vegetatie
- via water
- via voedsel
9
Smith et al, Parasites & Vectors 2014; Plutzer et al, Int J Hyg Environm Health, 2010
..Giardia is
resistent…
IN DE
OMGEVING
…hardnekkig…
IN DE OMGEVING
…bij de
fokker
gelopen…
12. Wat gebeurt er nadat een hond
cysten binnenkrijgt?
1. er ontstaat géén infectie
2. er ontstaat een infectie, maar géén
symptomen hoewel het dier wel cysten
uitscheidt (symptoomloze drager)
3. er ontstaat een infectie, symptomen en het
dier scheidt cysten uit -> GIARDIASIS
12
13. acute, kortdurende maagdarmklachten
chronische, vaak intermitterende
maagdarmklachten
13
…hardnekkig…
INFECTIE
Als hond klachten krijgt
vaak zelf-
eindigend
herinfectie
kan
14. Klinische verschijnselen
‘typisch’ giardiase-beeld
(intermitterende) brijige dunne darmdiarree
stinkend
met of zonder slijm
buikpijn
flatulentie
groei achterstand
ondanks goede eetlust
niet of slecht eten
sloom
met of zonder braken
met of zonder gewichtsverlies
cdc.gov
14
…slijmerige en
bloederige
diarree…
…slijmerige
diarree…
15. Pathofysiologie
maldigestie & malabsorptie & malsecretie
verkorting brush border
microvilli
disaccharasen ↓
trypsine inhibitie
verstoring galzout
metabolisme
apoptose ↑/tight junctions losser
vocht, elektrolyten en eiwit verlies
bacteriën en allergenen
kunnen lichaam in
-> secundaire ontstekingen &
post-infectie problemen
R.C. Ellis, 2004
15
Med-chem.com
Ankarklev, Nat Rev Microbiol 2010; Solaymani, Exp Par 2010; Chen et al, Gut Pathog 2013
16. Hoe Giardia aan te tonen?
16
microscopie
natief
passieve flotatie
Centrifuge Sedimentatie Flotatie
sneltesten
PCR, IFA -> onderzoek
18. Resultaten onderzoeksstage C. Palmbergen
Type eieren &
(oö)cysten
CSF Passieve flotatie
Toxocara canis
T. cati
++ +
Strongylus
type eieren
++ +
Giardia
intestinalis
++ -
Cysto-isospora
spp.
++ +
18
Ook: Dryden, Vet Ther 2006; Zajac, JAAHA, 2002; Ballweber, Vet Par 2014
Microscopie:
natief & passieve flotatie NIET als enige test gebruiken
wel CSF
19. Centrifuge Sedimentatie Flotatie
Sensitiviteit verhogen
klinisch dier -> meer kans op vinden cysten
juiste techniek/apparatuur/flotatievloeistof
CSF met bv. ZnSO4 of sucrose
3-daags monster: sens naar >90%
goede microscoop; 10x40
ervaring
Specificiteit verhogen
ervaring
goede microscoop
B R E E D
Foto VMDC, balk 20 µm
Foto VMDC
19
Geurden, Vet Par 2008; Dryden, Vet Ther 2006; Payne, JAVMA, 2002; Ballweber, Vet Par 2014; Irwin, Int J Parasitol 2002;
Papini, J Vet Diagn Invest 2013
Foto KLIF
21. 21
* 3-daags
monster (in
principe) niet
nodig
* ervaring
minder vereist
* snel
* geen indruk
over de
hoeveelheid
Giardia
* infectie kan
al weg zijn
(eiwitten)
* smal
* indruk over
hoeveelheid
* breed
* bij juiste
uitvoering
gevoeliger
* 3- daags
monster kan
nodig zijn
* ervaring
nodig
* duurt langer
CSF
…… sneltest
betrouwbaarder
dan microscopisch
onderzoek…
Samengevat
22. 22
meest gevoelig: technieken combineren
bv. brede techniek (CSF) met sneltest
positieve uitslag:
er zijn cysten/eiwitten van Giardia
gevonden……
CAPC; Tangtrongsup, Top Comp Anim Med 2010; Dryden Vet Ther 2006
Advies
24. Fenbendazol
• anthelminticum
• meest effectief
• meest veilig
• geen bijwerkingen
• geen resistentie
• 50 mg/kg l.g. 1dd, gedurende 3 dgn
24ESCCAP; CAPCVet; Payne, JAVMA 2002; Zajac, Am J Vet Res 1998; Evans, J Vet Intern Med 2003; Barr, Am J Vet Res 1994;
Gibson, Epidem Infect 2011; Bowman www.dcavm.org, Decock, Rev Med Vet 2003; Chon, Par Res 2005; Escobedo, Exp Rev Anti Inf Ther 2014
..Giardia is
resistent..
TEGEN
FENBENDAZOL
25. Metronidazol
• antibioticum -> antibioticum resistentie
• minder effectief dan fenbendazol
• niet voor drachtige en zogende teven
• bijwerkingen (anorexie, braken, neurologische)
• Giardia-resistentie: in vitro en humaan
• immuunmodulerende werking -> darmflora
• 25 mg/kg l.g. 2dd, gedurende 5 dgn
25ESCCAP; CAPCVet; Payne, JAVMA 2002; Evans, J Vet Intern Med 2003; Barr, Am J Vet Res 1994; Gibson, Epidemiol Infect, 2011;
Bowman www.dcavm.org, Decock, Rev Med Vet 2003; Dow, JAVMA 1989; Chon, Par Res 2005; Escobedo, Exp Rev Anti Inf Ther
2014
..Giardia is
resistent..
TEGEN
METRONIDAZOL, BIJ
HONDEN
26. De hond (z’n immuunsysteem)
een handje helpen
26
Doel therapie
27. 27
Behandelen dier met GIARDIASIS
Risico dieren:
- groep honden met giardiasis problemen
- hond die telkens weer giardiasis heeft
- ….
…als het
gevonden is,
moet de hond
behandeld
worden..
…alle dieren
behandelen..
28. 1. Giardia positief
therapie goed gegaan?
extra steuntje & geduld nodig?
andere primaire oorzaak?
herinfectie?
relaps?
28
Escobedo, Expert Rev Anti Infect Ther 2014; Payne, Vet Clin North Am 2009; Tysnes, Tre Par 2014
Niet klachtenvrij na behandelen
29. Extra maatregelen
• feces verwijderen!!
• dier schoonmaken (achterhand)
• verplaatsen naar schone omgeving
• omgeving zo droog mogelijk
• let op: stress, voedingstoestand
• omgeving: kokend water, stoom, quaternaire
ammoniumverbindingen
• besmette (water)bronnen vermijden
• evt. andere uitscheidende honden ook
behandelen
• nieuwe dieren: quarantaine 29
…INDIEN INFECTIE
hardnekkig…
30. 2. Giardia negatief
andere oorzaak?
‘te snel’?
post-infectieuze veranderingen? bv.
(tijdelijke) voedsel overgevoeligheid
irritable bowel syndrome
?
30
Niet klachtenvrij na behandelen
Escobedo, Expert Rev Anti Infect Ther 2014; Payne, Vet Clin North Am 2009; Tysnes, Tre Par 2014
31. 31
bacteriën en voedseldeeltjes
kunnen rest van het lichaam in
(tijdelijke) voedsel
overgevoeligheid
irritable bowel syndrome
darmlumen
restlichaam
restlichaam
niet exclusief door Giardia
natuurlijk ook mogelijk als Giardia nog
gevonden wordt
Post-infectieuze
veranderingen
32. (darm) immuniteit op peil
andere ziektes
behandelen
let op stress
ouder worden….
32
leeftijd in jaren
%positievedieren,CSF
Gates, Vet Par 2009
voer voor gevoelige darmen
prebiotica/vezels
aangepaste eiwitten
probiotica
Singer & Nash, J Inf Dis 2000; Deng & Swanson, Br J Nutr 2015
Andere mogelijke ‘duwtjes in de rug’
..darmflora…
33. 33
Deng et al, British J Nutr 2015
Een gezond darm microbioom:
• levert voedingsstoffen (en energie) aan
het lichaam
• helpt in de strijd tegen pathogenen
• helpt bij het ontwikkelen en
functioneren van het immuunsysteem
Darm flora = microbioom
34. 34
Deng et al, British J Nutr 2015
Darm microbioom bestaat uit:
bacteriën
archae (‘oerbacteriën’)
virussen
schimmels en gisten
ééncelligen (protozoa)
wormen
Darm microbioom
Deng et al, British J Nutr 2015
35. 35
helpt bij het ontwikkelen en
functioneren van het
immuunsysteem
pathogeen
37. Zoönose?
Giardia duodenalis assemblages:
A mens, vele zoogdieren
B mens, vele zoogdieren
C honden, hondachtigen
D honden, hondachtigen
E herkauwers, varkens
F katten, katachtigen
G ratten, muizen
H zeehonden
Feng & Xiao, Clin Microbiol Rev 2011
37
38. Zoönose?
Subassemblages Komt voor bij In mindere mate bij
A I dieren (honden, vee) mensen
A II mensen honden
A III dieren -
A IV dieren -
B I dieren -
B II dieren -
B III mensen -
B IV mensen -
38
Inpankaew, Par Vect 2014; Ryan & Cacciò, Int J Par, 2013
..zoönose..
39. 39
Take home message
Meer info:
www.uu.nl/onderzoek/veterinair-microbiologisch-diagnostisch-centrum/ziektekundige-informatie
40. 40
schets door Jan Raes
met toestemming
Dank voor de aandacht!
m.uiterwijk@uu.nl