Ombudsman Recieves Letter On Kadaster & Public Registries
General Audit Chamber Report on the 2010 financial statements of St Maarten to Parliament
1.
2. Jaarrekening 2010 Algemene Dienst Eilandgebied St. Maarten
Inhoud
1 Inleiding 5
2 Samenvatting 6
Summary 8
3 Algemeen 10
3.1 Wettelijk kader 10
3.2 Indiening van de rekening 11
3.3 Vaststelling rekeningen door de Eilandsraad 11
3.4 Reikwijdte en diepgang van het onderzoek 11
3.5 Verrichte werkzaamheden 12
4 Financieel beheer 14
4.1 Definitie 14
4.2 Het financieel beheer 14
4.3 Het financieel beheer in de toekomst 15
5 Bevindingen jaarrekening 17
5.1 Inrichting en informatiewaarde van de jaarrekening 17
5.2 Het exploitatiesaldo 18
5.3 De begrotingsuitvoering 20
5.4 Bevindingen accountantscontrole 21
5.5 Waarderingsgrondslagen 22
5.6 Balansposten 22
5.6.1 Initiële beginbalans per 1 januari 2010 22
5.6.2 Materiële vaste activa 23
5.6.3 Deelnemingen 23
5.6.4 Debiteuren 24
5.6.5 Eigen Vermogen Algemene Reserve 25
5.6.6 Voorzieningen 25
5.6.7 Backservice verplichting pensioenen 26
5.6.8 Vlottende passiva NAf 186.143.829 26
5.6.9 Niet uit de balans blijkende verplichtingen 26
5.7 Gewone Dienst – Exploitatierekening 28
5.7.1 Hoofdfunctie 9 inkomsten 28
5.7.1.1 Belastingopbrengsten algemeen 28
5.7.1.2 Overige opbrengsten 28
6 Bezwaren met betrekking tot het gevoerde financieel beheer en de jaarrekeningen
29
7 Oordeel jaarrekening 30
Algemene Rekenkamer 2
3. Jaarrekening 2010 Algemene Dienst Eilandgebied St. Maarten
8 Reactie van de Minister van Financiën op de bevindingen van de Rekenkamer 31
9 Bijlage 1 – Recapitulatie van de bevindingen en conclusies 32
9.1 Bevindingen 32
9.2 Conclusies 33
10 Bijlage 2 – Gekwantificeerde onrechtmatige uitgaven, getrouwheidsfouten,
onzekerheden en ondoelmatige uitgaven (bedragen in miljoen Antilliaanse guldens)
34
Bijlage 3 – Reactie van de Minister van Financiën 35
Algemene Rekenkamer 3
5. Jaarrekening 2010 Algemene Dienst Eilandgebied St. Maarten
1 Inleiding
Per 10 oktober 2010 is het Eilandgebied Sint Maarten land geworden. In de plaats van het
Bestuurscollege en de Eilandsraad, zijn de Raad van Ministers en de Staten gekomen. De
werkzaamheden van de Algemene Rekenkamer Nederlandse Antillen zijn per 10 oktober
2010 voortgezet door de Algemene Rekenkamer Sint Maarten (de Rekenkamer).
Vanaf 10 oktober 2010 geldt de Landsverordening Algemene Rekenkamer Sint Maarten.
Noch in deze landsverordening, of enig andere wetgeving, zijn overgangsregelingen
opgenomen ten aanzien van onderzoeken door de Rekenkamer die betrekking hebben op de
periode vóór 10 oktober 2010. De Rekenkamer heeft voor wat betreft de periode vóór 10
oktober 2010, de keuze gemaakt alleen die zaken te onderzoeken die van groot belang zijn
voor het land Sint Maarten (zie brief aan de MIN FIN AR1910/43 d.d. 19 oktober 2011).
Onderzoeken naar de jaarrekeningen van het voormalige Eilandgebied Sint Maarten vindt de
Rekenkamer van groot belang.
De Rekenkamer is geen regeling bekend op basis waarvan dit rapport, dat handelt over de
Algemene Dienst van het Eilandgebied Sint Maarten, verder dient te worden afgehandeld.
Onder deze omstandigheden acht de Rekenkamer de aanbieding aan de Staten van Sint
Maarten het meest voor de hand liggend.
Algemene Rekenkamer 5
6. Jaarrekening 2010 Algemene Dienst Eilandgebied St. Maarten
2 Samenvatting
De Algemene Rekenkamer Sint Maarten heeft de jaarrekening 2010 van de Algemene
Dienst van het Eilandgebied Sint Maarten onderzocht. Het doel van het onderzoek is het
geven van een oordeel over het gevoerde financieel beheer en de verantwoording.
Bij het onderzoek is nagegaan of:
- de verplichtingen, uitgaven en de ontvangsten tot stand zijn gekomen in
overeenstemming met de vastgestelde Eilandsbegroting;
- er zorg is gedragen voor een ordelijk en controleerbaar financieel beheer;
- de financiële verantwoording overeenkomstig de daarvoor gegeven voorschriften zijn
opgesteld;
- de financiële verantwoording het gevoerde financieel beheer deugdelijk weergeeft.
Op grond van de gesignaleerde tekortkomingen en bezwaren meentde
Rekenkamer dat geen goedkeuring zou kunnen worden gehechtaan de
jaarrekening 2010 van de Algemene Dienst van het Eilandgebied Sint Maarten,
zoals bedoeld in artikel 134 van de Staatsregeling van de voormalige Nederlandse
Antillen.
Op basis van door de Algemene Rekenkamer Nederlandse Antillen uitgebrachte rapporten
op jaarrekeningen van het Eilandgebied van voorgaande jaren, lijktdat de hieraan ten
grondslag liggende oorzaken niet nieuw zijn1. De jaarrekening 2010 is door de Stichting
Overheidsaccountantsbureau gecontroleerd.
De overige belangrijkste conclusies van het onderzoek van de Rekenkamer zijn:
1. De verplichtingen, uitgaven en ontvangsten zijn voor een materieel deelniet tot stand
gekomen in overeenstemming met de vastgestelde Eilandsbegroting noch met andere
wettelijke regelingen.
2. Het financieel beheer is nog niet op orde.
3. De jaarrekening isdoor de SOAB voorzien van een afkeurende controleverklaring.
4. De financiële verantwoording is niet overeenkomstig de daarvoor gegeven
voorschriftenopgesteld. In strijd met de Comptabiliteitsvoorschriften (P.B. 1953, no.
174, zoals gewijzigd) ontbrekendiverse toelichtingen en voorgeschreven staten.
5. De informatiewaarde van de jaarrekeningen is onvoldoende. Hierdoor wordt het op een
verantwoorde wijze afleggen van verantwoording door gezagsdragers aan de
Statenernstig bemoeilijkt.
1
Vanaf 10 oktober 2010 geldt de Landsverordening Algemene Rekenkamer Sint Maarten. Noch in
deze landsverordening, of enig andere wetgeving, zijn overgangsregelingen opgenomen ten
aanzien van onderzoeken door de Rekenkamer die betrekking hebben op de periode vóór 10
oktober 2010. De Rekenkamer kan dus geen bindend oordeel geven op de jaarrekening.
Algemene Rekenkamer 6
7. Jaarrekening 2010 Algemene Dienst Eilandgebied St. Maarten
6. De administratieve organisatie inclusief de interne controle op hoofdlijnen voldoet nog
nietaan de daaraan te stellen eisen. Dit geldt zowel ten aanzien van de kosten als de
opbrengsten. Als gevolg hiervan bestaat onzekerheid over de juistheid en de
volledigheid.
7. Het totaal van de rechtmatigheidsfouten in de jaarrekening als gevolg van
begrotingsoverschrijdingen en andere oorzaken bedraagt NAf47 miljoen. De
Rekenkamer merkt hierbij op dat de kans bestaat dat er meer fouten in de jaarrekening
voorkomen.
8. Het totaal van de gekwantificeerde getrouwheidsfouten in de jaarrekening bedraagt
NAf846 miljoen. Het betreft de balansposten Materiële Vaste Activa, Financiële Vaste
Activa en Eigen Vermogen. DeRekenkamer merkt hierbij op dat de kans bestaat dat er
meer fouten in de jaarrekening voorkomen.
9. Er bestaan materiële onzekerheden ten aanzien van de volledigheid, bestaan en
waardering van de balansposten Debiteuren, Crediteuren, Backservice Pensioenen en
Voorzieningen.
Om te komen tot een goedkeuring van de jaarrekening – voor de komende jaren door de
SOAB en de Rekenkamer zal de regering de komende jaren een grote inspanning moeten
verrichten. Er is nog een grote verbeterslag te maken. Het is aan te bevelen deze
verbeterslag planmatig aan te pakken en de uitvoering nauwkeurig te bewaken. Positief in
dit verband is te melden dat de afdeling Comptabiliteit reeds bezig is met het uitvoeren van
een door de Minister van Financiën goedgekeurd plan van aanpak.
Algemene Rekenkamer 7
8. Jaarrekening 2010 Algemene Dienst Eilandgebied St. Maarten
Summary
The General Audit Chamber of Sint Maarten has examined the financial statements 2010 of
the island territory of Sint Maarten. The purpose of the study is to give an opinion on the
financial management and accountability.
The investigation examined whether:
- the liabilities, expenditure and revenue occurred in accordance with the established
island ordinance related to the budget;
- there was an orderly and accountable financial management;
- the financial statements were prepared in accordance with the relevantregulations and
rules;
- the financial accountability properly reflects sound financial management.
On the basis of the identified deficiencies and objections, the General Audit
Chamber arrived at an opinion regarding the financial statements. Specifically, the
financial statements (general accounts) for the year 2010 of the island territory of
Sint Maarten would not likely have received an approval from the General Audit
Chamber per article 134 of the Constitution of the Netherlands Antilles2.
It appears, in the opinion of the General Audit Chamber, that on the basis of reports issued
by the Court of Audit of the Netherlands Antilles for the period prior to 2010, that the
underlying causes for our opinion are not new. The financial statements 2010 were subject
to an audit conducted by Stichting Overheidsaccountants Bureau (SOAB).
The overall most important conclusionsreached by the General Audit Chamber include:
1. A material part of the liabilities, expenditures and revenues were not established in
accordance with the approved island budget or with other regulations.
2. The financial management is not yet in order.
3. The annual accounts have been given a negative opinion by the SOAB.
2
As of October 10, 2010 the National Government Accounting ordinance is in effect. No
transitional stipulations regarding the audits of the General Audit Chamber for the period prior to
October 10, 2010 are provided for in any ordinance, including the National Government
Accounting Ordinance.The General Audit Chamber can therefore not provide a binding opinion for
the annual accounts of the island territory 2010.
Algemene Rekenkamer 8
9. Jaarrekening 2010 Algemene Dienst Eilandgebied St. Maarten
4. The financial statements were not drawn up in accordance with the rules. Contrary to
the Accounting Requirements (Comptabiliteitsvoorschriften1953, P.B. No. 174, as
amended), a number of explanatory notes and required statements are missing.
5. In terms of usefulness, the information of the annual accounts is insufficient. This
seriously complicates the ability of the Executive branch to give account to the
Legislature.
6. The administrative organization including the internal control per chapter still do not
meet the requirements. This applies both in relation to the costs and revenue. As a
result, there is uncertainty about the accuracy and comprehensiveness of the
information.
7. The total of the errors regarding the correctness (accuracy) in the financial statements
as a result of budget overruns and other causes is NAf 47 million. The General Audit
Chamber notes that there may be additional errors in the financial statements.
8. The total of the quantifiable reliability errors in the financial statements is NAf 846
million. The aforementioned relates to balance sheet items: tangible fixed assets,
financial fixed assets and equity. The General Audit Chamber notes that there is
possibility of additional errors in the financial statements.
9. There are material uncertainties regarding the completeness, existence and valuation of
the following balance sheet items: Debtors, Creditors, Back Service on Pensions and
Provisions.
In the coming years, a major effort should be made by Government, in order to achieve an
approval of the annual accounts from SOAB and the General Audit Chamber.
There is quite a lot of improvement needed. It is recommended that the improvement is
handled in a planned fashion and that implementation is carefully supervised. On a positive
note, we note that the Department of Financial Management (afdeling comptabiliteit) has
already made a start in terms of executing a plan of approach previously approved by the
Minister of Finance.
Algemene Rekenkamer 9
10. Jaarrekening 2010 Algemene Dienst Eilandgebied St. Maarten
3 Algemeen
3.1 Wettelijk kader
In het kader van haar werkzaamheden zoals vervat in P.B. 2002 no. 135 van de voormalige
Nederlandse Antillen, biedt de Rekenkamer u een exemplaar aan van het verslag van
bevindingen op dejaarrekening van de Algemene Dienst over het dienstjaar 2010 (tot en
met 9 oktober 2010) van het voormalige Eilandgebied Sint Maarten.
Op grond van artikel 40 van de Comptabiliteitsvoorschriften eilandgebieden (P.B. 1953 No.
174) is de jaarrekening van de Algemene Dienst van het Eilandgebied Sint Maarten over het
dienstjaar 2010 door de Rekenkamer ter controle ontvangen. In artikel 40 wordt gesteld dat
over elk dienstjaar een rekening van ontvangsten en uitgaven wordt opgemaakt en door het
Bestuurscollege bij de Rekenkamer ter goedkeuring wordt ingediend. Verder wordt in artikel
45 lid 3 van de Comptabiliteitsvoorschriften eilandgebieden duidelijk gesteld, dat bij het
ontwerp der Eilandsverordening tot vaststelling van het slot van de rekening de volgende
documenten moeten worden overgelegd:
- een verklaring van bevinding van het onafhankelijke controleorgaan bedoeld in artikel
134 der Staatsregeling (de Rekenkamer);
- afschrift van het rapport van het onafhankelijke controleorgaan bevattende de
bedenkingen en opmerkingen, waartoe het onderzoek van de rekening en eventueel
daartoe behorende verantwoordingsstukken aanleiding heeft gegeven.
Zoals reeds opgemerkt bestaat er geen overgangsregeling op grond waarvan deze
bepalingen hun gelding behouden.
In verband met de invoering van dubbel boekhouden bij het Eilandgebied Sint Maarten zijn
bij wet, in afwijking van de bestaande comptabiliteitsvoorschriften, nieuwe regels ingevoerd
of toegevoegd. Deze regels zijn terug te vinden in het Experimenteerbesluit
Comptabiliteitsvoorschriften Eilandgebieden (P.B 1992 No. 113 en P.B. 1993 No. 95). Bij
haar onderzoek van de rekeningen is door de Rekenkamer mede met deze voorschriften
rekening gehouden.
De door de Rekenkamer uit te voeren taken zijn opgenomen in de hoofdstukken III, IV en V
van de Landsverordening Algemene Rekenkamer Sint Maarten 2010.
Eén van de taken is het doen van rechtmatigheidsonderzoek. Bij dit onderzoek wordt
nagegaan of:
- de verplichtingen, uitgaven en de ontvangsten tot stand zijn gekomen in
overeenstemming met de vastgestelde Eilandsbegroting en met andere wettelijke
regelingen;
- zorg is gedragen voor een ordelijk en controleerbaar financieel beheer;
- de financiële verantwoordingen het gevoerde beheer deugdelijk weergeven;
Algemene Rekenkamer 10
11. Jaarrekening 2010 Algemene Dienst Eilandgebied St. Maarten
- de financiële verantwoordingen overeenkomstig de daarvoor geldende voorschriften zijn
opgesteld.
3.2 Indiening van de rekening
In artikel 40 van de Comptabiliteitsvoorschriften is bepaald dat de rekening vóór 1
november van het jaar, volgende op de afsluiting van de dienst, ter goedkeuring aan de
Rekenkamer moet worden aangeboden. De jaarrekening 2010 is bij brief van 12 juli 2012
door de Minister van Financiënaan de Rekenkamer aangeboden.
Recent is de jaarrekening 2009 opgesteld (nadat de jaarrekening 2010 was opgesteld). De
Rekenkamer merkt nog op dat de jaarrekeningen over 2006 tot en met 2008 niet zijn
opgesteld. Door het toenmalige bestuurscollege is derhalve geen verantwoording afgelegd
over het uitgevoerde beleid en beheer. De Rekenkamer acht dit een schending van de
comptabiliteitsvoorschriften en een miskenning van het belang van de jaarrekening in het
verantwoordingsproces.
3.3 Vaststelling rekeningen door de Eilandsraad
De Comptabiliteitsvoorschriften eilandgebieden bepalen in artikel 45 dat het slot van de
rekening (het saldo van de Gewone Dienst) bij Eilandsverordening door de Eilandsraad
worden vastgesteld. Voorts bepalen de voorschriften dat bij het ontwerp van de
Eilandsverordening een verklaring van bevinding van de Rekenkamer met betrekking tot de
rekening moet worden overgelegd. De laatste vaststelling door de Eilandsraad is die van
2001.
3.4 Reikwijdte en diepgang van het onderzoek
Artikel 134 van de Staatsregeling van de voormalige Nederlandse Antillen bepaalt, dat de
goedkeuring der rekeningen van ontvangsten en uitgaven zowel voor de Nederlandse
Antillen als voor de eilandgebieden wordt opgedragen aan een onafhankelijk orgaan. Deze
taak is nader uitgewerkt in de Landsverordening Algemene Rekenkamer Nederlandse
Antillen 2002.
De Rekenkamer dient de rekeningen, die een uitvloeisel zijn van het door het
Bestuurscollege van het Eilandgebied Sint Maarten gevoerde beheer, te toetsen op de
betrouwbaarheid van de posten, de opstelling overeenkomstig de geldende verordeningen
en de rechtmatige totstandkoming van de ontvangsten en uitgaven, een en ander ten
behoeve van de Eilandsraad.
Goedkeuring door de Rekenkamer strekt tot décharge voor het door het Bestuurscollege
gevoerde beheer over de publieke middelen, welke décharge wordt verleend door de
Eilandsraad.
Het was hierbij de verantwoordelijkheid van het Bestuurscollege om zorg te
dragen voor een ordelijk en controleerbaar beheer. Het Bestuurscollege had hiervoor
de overheidsorganisaties tot haar beschikking, inclusief de Stichting
Overheidsaccountantsbureau (SOAB), die specifiek belast is met de interne controle ten
Algemene Rekenkamer 11
12. Jaarrekening 2010 Algemene Dienst Eilandgebied St. Maarten
behoeve van het Bestuurscollege. Vanaf 10 oktober 2010 is de regering hiervoor
verantwoordelijk.
Enerzijds behoort het tot de taak van de Rekenkamer aandacht te schenken aan recente
verantwoordingen en actuele ontwikkelingen (‘good public governance’), anderzijds is zij
gehouden haar controletaak ook voor de jaarrekeningen van oude jaren verantwoord uit te
voeren. In een situatie waarbij sprake is van belangrijke tekortkomingen in het financieel
beheer bij de overheden en waarbij bovendien nog niet genoegzaam is voorzien in interne
accountantscontrole, kan moeilijk van de Rekenkamer worden verwacht, dat zij in staat is
om aan de jaarrekeningen haar goedkeuring te hechten.
In de comptabiliteitsvoorschriften (Comptabiliteitslandsverordening) die gelden na 10
oktober 2010 zijn bepalingen opgenomen die ervoor moeten zorgen dat de jaarrekening
tijdig wordt opgesteld en intern (SOAB) en extern (Rekenkamer) wordt gecontroleerd. Zo
bepaalt artikel 53 dat de jaarrekening, nadat deze door de Raad van Ministers is
geaccordeerd, onmiddellijk naar de Rekenkamer en de accountant moet worden gezonden.
Vervolgens moet volgens hetzelfde artikel de accountant (i.c. de SOAB) binnen anderhalve
maand na ontvangst van de jaarrekening zijn verklaring en het daarbij behorende verslag
aan de minister van Financiën en de Rekenkamer zenden. Tenslotte moet de Rekenkamer
binnen anderhalve maand na ontvangst van het afschrift van het verslag van de accountant
haar verslag van bevindingen mede gericht aan de Staten uitbrengen.
Hoewel deze nieuwe regelgeving niet voor de jaarrekeningen van het voormalige
Eilandgebied Sint Maarten van toepassing is, heeft de Rekenkamer ernaar gestreefd binnen
de gestelde termijn van anderhalve maand haar verslag van bevindingen aan de Staten uit
te brengen. Dit is echter niet mogelijk geweest vanwege de noodzaak van een gedegen
proces van hoor en wederhoor onder het ambtelijk apparaat alsmede metde regering. Wij
zijn van oordeel dat zelfs zonder voor genoemde uitdagingen de periode van zes weken
uiterst kort is voor het voeren van een gedegen onderzoek naar de jaarrekening.
3.5 Verrichte werkzaamheden
De Algemene Rekenkamer Sint Maarten bestond in het verslagjaar 2010 (tenminste
operationeel tot 10 oktober 2010) nog niet. Dat is de reden waarom de Rekenkamer in dat
boekjaar geen werkzaamheden heeft verricht. De SOAB heeft de jaarrekening
gecontroleerd. Door de Rekenkamer zijn met betrekking tot de jaarrekening 2010 de
volgende werkzaamheden verricht:
- Nagaan of de jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de regelgeving;
- Uitvoeren van een cijferbeoordeling;
- Uitvoeren van een review van de werkzaamheden met betrekking tot de
jaarrekeningcontrole door de SOAB;
- Voeren van gesprekken met stakeholders;
Algemene Rekenkamer 12
13. Jaarrekening 2010 Algemene Dienst Eilandgebied St. Maarten
- Hoor en wederhoor.
In het kader van het ambtelijk hoor en wederhoor heeft de Rekenkamer de secretaris
generaal van het Ministerie van Financiën de Nota van Bevindingen toegestuurd
(AR040912/130 d.d. 4 september jl.). De termijn voor het geven van een reactie was 9
dagen. Er is een verzoek van de secretarisgeneraal op de Nota waarin de secretaris
generaal om uitstel vraagt tot 29 oktober 2012 ontvangen op 3 oktober 2012. De
Rekenkamer heeft met dit verzoek niet ingestemd. Bij schrijven van 15 oktober jl. heeft de
secretarisgeneraal alsnog een reactie gegeven op de nota. De Rekenkamer heeft kennis
genomen hiervan en in een schrijven d.d. 19 oktober hierop gereageerd. Er is geen reden
geweest om de nota te wijzigen.
Algemene Rekenkamer 13
14. Jaarrekening 2010 Algemene Dienst Eilandgebied St. Maarten
4 Financieel beheer
4.1 Definitie
Onder financieel beheer verstaat de Rekenkamer het volgende:
Het geheel van beslissingen, handelingen en regels ter sturing en verantwoording van de
financiële stromen.
Voorwaarden voor goed financieel beheer zijn “ordelijkheid” en “controleerbaarheid”.
Financieel beheer is ordelijk als het onder meer voldoet aan de volgende voorwaarden:
- de bevoegdheden tot het verrichten van financiële handelingen zijn vastgelegd in
duidelijke regels en er wordt ook volgens deze regels gehandeld. In het verlengde
hiervan ligt dat de verantwoordelijkheid voor de bewaring van financiële middelen
duidelijk vastgelegd dient te zijn;
- het financieel beheer dient te voldoen aan de regels die gesteld zijn in de regelgeving;
Er is sprake van controleerbaar financieel beheer wanneer de beschikbare financiële
informatie externe controleurs in staat stelt op eenvoudige wijze de besluitvorming op elk
gewenst moment te reconstrueren.
4.2 Het financieel beheer
In de jaarrekening 2010 is geen aandacht geschonken aan het financieel beheer. De
Rekenkamer is van oordeel dat het financieel beheer een vast onderdeel van de
jaarrekening hoort te zijn. Informatie zou gegeven moeten worden over de stand van zaken
met betrekking tot het financieel beheer, zoals de onderdelen die voor verbetering vatbaar
zijn, welke maatregelen ter verbetering genomen zijn, wat de voortgang hierbij is e.d.
In het rapport van bevindingen van de SOAB bij de jaarrekening 2010 heeft de SOAB
aangegeven dat zij niet die aspecten van de interne beheersing heeft kunnen controleren
welke relevant waren voor het vaststellen van de getrouwheid en de rechtmatigheid van de
jaarrekening. Uit de onderbouwing van de afkeurende controleverklaring bij de jaarrekening
2010 is af te leiden dat het financieel beheer in 2010 niet op orde kan zijn geweest. Omdat
door SOAB geen onderzoek hiernaar is verricht, blijft er formeel onzekerheid bestaan over
de kwaliteit van het financieel beheer in 2010.
Uit een in 2011 gehouden inventarisatie van het College Financieel Toezicht (hierna CFT)
kan de voorlopige conclusie worden getrokken dat het financieel beheer bij Sint Maarten
nog niet op orde is. Het is volgens de Rekenkamer niet waarschijnlijk dat het financieel in
2010 op orde is geweest.
De Rekenkamer betreurt dat door de jaren heen nog onvoldoende vorderingen zijn
gemaakt, die ertoe kunnen leiden dat op korte termijn een goedkeurende
accountantsverklaring kan worden afgegeven. De Rekenkamer ziet geen redenen die dit
rechtvaardigen. De vorderingen hadden moeten zijn gemaakt op het terrein van de
administratieve organisatie. Het belang van een goed werkende administratieve organisatie
heeft de Algemene Rekenkamer Nederlandse Antillen al jaren achtereen bij het
Algemene Rekenkamer 14
15. Jaarrekening 2010 Algemene Dienst Eilandgebied St. Maarten
Bestuurscollege onder de aandacht gebracht. Naast het ambtelijk apparaat heeft het
bestuur (respectievelijk het bestuurscollege en de regering) de beschikking over de SOAB.
Een van de taken van de SOAB is het ondersteunen bij de inrichting en het toezicht op de
administratieve organisatie.Indien de prioriteiten niet worden bijgesteld, vreest de
Rekenkamer dat het nog jaren zal duren voordat sprake zal zijn van een controleerbare
situatie.
De SOAB heeft in 2010 geen interimcontroles ten behoeve van de jaarrekeningcontrole
2010 bij de ministeries uitgevoerd. Het niet uitvoeren van (interim) controle betekent dat
de SOAB tussentijds geen bevindingen heeft over de verschillende processen binnen de
overheid. Wanneer deze bevindingen tijdig bekend worden gemaakt aan Sint Maarten
kunnen mogelijk nog tijdens het dienstjaar correcties in de administratie worden
aangebracht en maatregelen getroffen worden ter verbetering van de interne organisatie.
4.3 Het financieel beheer in de toekomst
In artikel 19 van de Rijkswet Financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten zijn de volgende
regels met betrekking tot het verbeteren van het financieel beheer en de verbetering
daarvan opgenomen:
1. De besturen rapporteren uiterlijk zes weken na afloop van ieder kwartaal aan het
college over de uitvoering van de implementatieplannen ter verbetering van het
financieel beheer. Het college en de besturen stellen ten behoeve van die rapportage
gezamenlijk een model vast, dat aangeeft over welke onderwerpen gerapporteerd
wordt.
2. Het college kan de besturen ter zake van de uitvoering van de implementatieplannen
aanbevelingen geven.
3. Het college kan aanbevelingen geven op het terrein van het financieel beheer, rekening
houdend met de bevindingen van de interne accountant en van de Algemene
Rekenkamers van Curaçao en van Sint Maarten.
Voor het opheffen of inperken van het financieel toezicht na 10 oktober 2015 is het van
belang dat niet alleen is voldaan aan de financiële normen voor de begroting, maar dat ook
het financieel beheer op orde is.
Door het CFT is een inventarisatie uitgevoerd naar het financieel beheer van Sint Maarten.
Dit is gebeurd aan de hand van een internationaal erkend normenkader voor financieel
beheer, te weten: het Performance Measurement Framework van de werkgroep Public
Expenditure and Financial Accountability (het PEFAframework, respectievelijk PEFA). PEFA
is een samenwerkingsverband dat is erkend en wordt ondersteund door onder andere de
Wereldbank, het Internationaal Monetair Fonds en de Europese Commissie. Het PEFA
framework is een document gedateerd juni 2005 dat een zogenaamd stelsel van 28 'high
level' kritische succesfactoren ten aanzien van financieel beheer onderkent. Het is tot stand
gekomen in samenwerking met de Organisatie voor Economische Samenwerking en
Ontwikkeling (OESO).
Algemene Rekenkamer 15
16. Jaarrekening 2010 Algemene Dienst Eilandgebied St. Maarten
Op 11 oktober 2011 heeft het CFT een rapport van bevindingen naar aanleiding van de
inventarisatie uitgebracht. Dit rapport is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met
medewerkers van het ministerie van Financiën en andere overheidsonderdelen en instanties
op Sint Maarten, zoals de Algemene Rekenkamer, de SOAB en de Belastingdienst.
Met de stakeholders is overleg gepleegd over de ambities. Deze moeten ambitieus en
realistisch zijn. Door Sint Maarten is een zogenaamd groeiplan opgesteld. Dit plan wordt
momenteel door het CFT beoordeeld. Daarna zal het plan aan de Raad van Ministers ter
goedkeuring worden aangeboden. Vervolgens zal het plan aan de Staten worden
aangeboden. Het ligt in de bedoeling dat door het CFT jaarlijks een voortgangsrapportage
wordt opgesteld. Voor de jaren 2013 en 2015 zal de voortgang worden onderzocht door een
extern bureau.
Ten aanzien van het verbeteren van de kwaliteit van de financiële administratie is door het
hoofd van de afdeling Comptabiliteit van het ministerie van Financiën met voortvarendheid
een plan van aanpak opgesteld. Dit plan van aanpak is door de minister van Financiën
goedgekeurd. De hoofddoelstelling van het plan van aanpak is het compleet versterken en
vernieuwen van het financieel beheer binnen de afdeling Comptabiliteit. Volgens het plan
van aanpak zal per kwartaal gerapporteerd worden over de voortgang. De aandachtspunten
van het plan van aanpak zijn:
a. personeel
b. opschoning grootboekrekeningen
c. het oplossen en actualiseren van de ‘critical issues’
d. het ontwikkelen van een productencatalogus
e. het ontwikkelen van bijgewerkte procesbeschrijvingen
Algemene Rekenkamer 16
17. Jaarrekening 2010 Algemene Dienst Eilandgebied St. Maarten
5 Bevindingen jaarrekening
5.1 Inrichting en informatiewaarde van de jaarrekening
Artikel 22 lid 1 en 2 van PB 1993 No 95, LHAM van de 16e september 1993 tot wijziging van
het Experimenteerbesluit Comptabiliteitsvoorschriften Eilandgebieden bepaalt dat in de tot
de rekening behorende toelichting opgenomen moet worden:
- In hoeverre het bij de begroting vastgestelde te voeren beleid is gerealiseerd
- een analyse van de belangrijke afwijkingen tussen de oorspronkelijke begroting en de
rekening
- de belangrijke afwijkingen tussen de uitkomst van de rekening over het vorige dienstjaar
en die van het dienstjaar
Aan deze bepalingen is in de rekening 2010 niet voldaan.Ten aanzien van de realisatie van
het vastgestelde te voeren beleid is het noodzakelijk om in de vorm van beleidsinformatie
aan te geven in hoeverre de beleidsdoelen zijn gerealiseerd, wat daarvoor is gedaan en wat
dat heeft gekost. Deze vragen zijn de tegenhangers van de vragen die in de begroting
worden gesteld:
- Wat willen we bereiken?
- Wat gaan we daarvoor doen?
- Wat mag dat kosten?
Bij een analyse van het resultaat is het waardevol om na te gaan wat de oorzaken zijn van
het nadeliger of voordeliger resultaat ten opzichte van de begroting of rekening van het
vorige dienstjaar. Verder ontbreekt een toelichting in hoeverre het bij de begroting
vastgestelde te voeren beleid is gerealiseerd. Ten behoeve van het geven van décharge is
kennis hierover onmisbaar, ook al is er de nodige tijd verstreken na einde van het
dienstjaar en het moment van het opstellen van de jaarrekening.
De Rekenkamer is van oordeel dat de informatiewaarde van de jaarrekeningvolstrekt
onvoldoende is om de gebruikers van de jaarrekening in staat te stellen zich een oordeel te
vormen over de uitvoering van het beleid en het gevoerde beheer.
In de jaarrekening 2010 ontbreekt:
- een overzicht van de prestaties die het resultaat zijn van de activiteiten waarop de
uitgaven betrekking hebben (artikel 22, lid 3).
- een overzicht van de voor het dienstjaar beschikbare bedragen ten behoeve van
investeringen (artikel 22, lid 4).
- Model A, kerngegevens.
- Model B1, een kwantitatieve opgave van het personeel (artikel 23, Tabel 1.0 van P.B.
1993, no. 95).
- Model B2, een staat met bezoldiging personeel (artikel 23, Tabel 1.0 van P.B. 1993, no.
95).
- Model C, een staat met kapitaalsuitgaven (artikel 23, Tabel 1.0 van P.B. 1993, no. 95).
Algemene Rekenkamer 17
18. Jaarrekening 2010 Algemene Dienst Eilandgebied St. Maarten
- Model D, een staat van reserves en voorzieningen (artikel 23, Tabel 1.0 van P.B. 1993,
no. 95).
- Model E, een staat met opgenomen langlopende leningen (artikel 23, Tabel 1.0 van P.B.
1993, no. 95).
- Model F1, staat van gewaarborgde geldlening (artikel 23, Tabel 1.0 van P.B. 1993, no.
95).
- Model F2, een staat van andere garantieverplichtingen (artikel 23, Tabel 1.0 van P.B.
1993, no. 95).
- Model J, een staat voor de wijziging van de geraamde bedragen van de gewone dienst,
kapitaaldienst en verdeeldienst, alsmede de investeringen in het dienstjaar (artikel 23,
Tabel 1.0 van P.B. 1993, no. 95).
- Model K, een staat van af en overschrijvingen die uitsluitend betrekking hebben op de
gewone dienst van de algemene dienst geraamde lasten (artikel 23, Tabel 1.0 van P.B.
1993, no. 95).
5.2 Het exploitatiesaldo
De Gewone Dienst sluit met een voordelig saldo van NAf 32.826.500; begroot was een
voordelig saldo van NAf 7.072.822. Het voordeliger resultaat 2010 ten opzichte van de
begroting voor heel 2010 bedraagt rond NAf 25,8 miljoen en wordt als volgt verklaard:
a. de uitvoering van de begroting heeft betrekking iets meer dan 9 maanden
en de begroting op 12 maanden (in totaal per saldo een voordeel rond NAf
7 miljoen).
b. een ontvangst van de niet geraamde bijdrage schuldsanering tot een
bedrag van NAf 65 miljoen.
c. een totaal aan begrotingsoverschrijding tot een bedrag van NAf 46,6
miljoen.
Algemene Rekenkamer 18
19. Aan de jaarrekening 2010 heeft de Kamer de volgende cijfers (in NAf) ontleend:
Uitgaven Inkomsten Saldo
Functie werkelijk begroot verschil werkelijk begroot verschil werkelijk begroot verschil
HF0 41.141.178 55.206.979 14.065.801 4.677.020 4.514.525 162.495 36.464.158 50.692.454 14.228.296 V
HF1 5.310.789 8.116.362 2.805.573 34.200 36.000 1.800 5.276.589 8.080.362 2.803.773 V
HF2 7.262.827 9.090.624 1.827.797 843.699 393.000 450.699 6.419.128 8.697.624 2.278.496 V
HF3 13.476.427 22.702.540 9.226.113 12.361.265 21.452.457 9.091.192 1.115.162 1.250.083 134.921 V
HF4 66.963.860 84.912.059 17.948.199 54.565 100.000 45.435 66.909.295 84.812.059 17.902.764 V
HF5 5.663.611 9.899.499 4.235.888 0 0 0 5.663.611 9.899.499 4.235.888 V
HF6 12.822.169 17.508.044 4.685.875 6.823.305 8.415.100 1.591.795 5.998.864 9.092.944 3.094.080 V
HF7 36.155.372 46.570.342 10.414.970 560.711 980.000 419.289 35.594.661 45.590.342 9.995.681 V
HF8 2.241.187 5.475.763 3.234.576 1.402.562 3.780.000 2.377.438 838.625 1.695.763 857.138 V
HF9 41.041.143 16.296.048 24.745.095 238.147.736 243.180.000 5.032.264 197.106.593 226.883.952 29.777.359 N
Totaal 232.078.563 275.778.260 43.699.697 264.905.063 282.851.082 17.946.019 32.826.500 7.072.822 25.753.678
V
In de kolommen van de begroting is de begroting voor 12 maanden opgenomen, zoals die door de Eilandsraad is vastgesteld.
20. 5.3 De begrotingsuitvoering
Artikel 15 van de Eilandsverordening AB 1981 No. 3 (Financieel Beheer) bepaalt dat:
1. Buiten de begroting geen uitgaaf kan geschieden
2. Wanneer in buitengewone gevallen van dringende spoed, het Bestuurscollege kan
besluiten tot het doen van een uitgaaf buiten de begroting tot een bedrag van ten
hoogste NAf 30.000. Voorwaarde hierbij is dat het bestuurscollege onmiddellijk dan wel
uiterlijk binnen veertien dagen, de eilandsraad een voorstel doet toekomen,strekkende
tot toevoeging aan de begroting van kredieten voor de gedane uitgaven.
Dit artikel wordt verder ondersteund door het Landsbesluit Versterking Budgetdiscipline
Eilandgebieden. Uitgangspunt hiervan is dat alle voorstellen en beleidsvoornemens die tot
een eenmalige overschrijding dan wel tot structurele overschrijdingen kunnen leiden, zoveel
mogelijk door passende en tijdige maatregelen dienen te worden ondervangen. Zo dient
voor een eenmalige overschrijding een incidentele compensatie en voor een structurele
overschrijding een structurele dekking te worden gezocht.
Artikel 5 lid 1 van de Landsverordening PB 1953 No. 174 (Comptabiliteitsvoorschriften
eilandgebieden) bepaalt dat wijziging van de begroting geschiedt bij Eilandsverordening.
Voor zover de Rekenkamer heeft kunnen nagaan, heeft de Eilandsraad ten aanzien van de
begroting 2010 slechts 1 begrotingswijziging behandeld. Deze Eilandsverordening is op 24
juni 2010 door de Gezaghebber afgekondigd (AB 2010, no. 13).
De door de Eilandsraad van het Eilandgebied Sint Maarten vastgestelde en gewijzigde
begroting heeft betrekking op 12 maanden. Deze begroting is niet aangepast naar
aanleiding van de gewijzigde staatkundige verhoudingen binnen het Koninkrijk. In de
jaarrekening is naast de begroting voor heel 2010, ook een naar rato gecorrigeerde
begroting tot 10 oktober 2010 opgenomen.
De Rekenkamer is nagegaan op welke functies de begroting is overschreden. Dit heeft de
Rekenkamer gedaan ten opzichte van de begroting voor het hele jaar 2010 en ten opzichte
van de naar rato aangepaste begroting. In beide gevallen bestaan er
begrotingsoverschrijdingen. Omdat de Eilandsraad een budget voor het hele jaar 2010 heeft
vastgesteld, beschouwt Rekenkamer de overschrijdingen ten opzichte van deze begroting
als onrechtmatige uitgaven.
De Rekenkamer constateerde een totaal van NAf46,6miljoen wegens
begrotingsoverschrijdingen. Overschrijdingen groter dan NAF 250.000 hebben betrekking op
de volgende functies.
21. Jaarrekening 2010 Algemene Dienst Eilandgebied St. Maarten
Functie Functieomschrijving Bedrag
002.13 Onderhoud Software + SLA's 801.809
002.14 Werving en Selectie/Kosten uit en terug zending 258.289
002.21 Personeel van Derden 608.058
002.60 Onderhoud gebouwen/terreinen 3.667.764
002.60 Diverse Overige Goederen en Diensten 864.200
210.00 Onderhoud wegen (verhard/onverhard) 1.921.238
210.00 Doorbelaste kosten par. 2 V.D., Beheer ROB 319.468
310.90 Doorbelaste kosten par. 2 V.D., Sector 6 351.400
480.50 Subsidies en bijdragen 1.516.185
480.50 Studiebeurzen / toelagen 560.048
610.50 Overige goederen en diensten: 1.870.897
710.20 Doorbelaste kosten par. 2 VD. Sector 4 299.387
710.90 Doorbelaste kosten par. 2 V.D.,Sector 4 309.713
721.10 Calamiteiten EOC 411.530
722.60 Onderhoud installaties 546.547
922.14 Gratificaties 230.808
Dotatie backservice/APNA 12.082.898
Premie medeverzekering gezinsleden 11.663.538
Afschrijvingen materiële vaste activa 5.390.066
922.90 Rente 1.236.484
In de jaarrekening zijn de overschrijdingen niet toegelicht.
5.4 Bevindingen accountantscontrole
De Rekenkamer kan op grond van artikel 24 lid 1 van de Landsverordening Algemene
Rekenkamer PB 2002 no. 1, bij het uitoefenen van haar taak, gebruik maken van de door
de aangewezen accountant en door anderen verrichte controles, onverminderd haar
bevoegdheid tot eigen onderzoek. De jaarrekening 2010 isdoor de SOAB gecontroleerd en
voorzien van een afkeurende controleverklaring. De jaarrekeningen van 2009 en eerdere
jaren zijn niet door de SOAB gecontroleerd.
De SOAB heeft met betrekking tot de jaarrekening 2010 de volgende rapportages
uitgebracht aan de Minister van Financiën:
- Balans per 31 december 2009 (29 juni 2011).
- Beginbalans 2010 (1 juli 2011).
- Independent auditor’s report (16 juli 2012).
- Bevindingen naar aanleiding van de controle van de startbalans 2010 en de jaarrekening
per 9 oktober 2010.
De Rekenkamer heeft de werkzaamheden van de SOAB inzake de controle van de
jaarrekening 2010 beoordeeld. De bevindingen van de Rekenkamer zijn met de betrokken
accountants van de SOAB besproken.
Volgens het rapport van bevindingen van de SOAB is de controle van de jaarrekening 14
maanden na balansdatum opgestart. Dit vindt de Rekenkamer te laat. De Rekenkamer
beveelt aan dat de SOAB in het vervolg al tijdens het boekjaar start met de
controlewerkzaamheden gericht op de controle van de jaarrekening. Als gevolg hiervan
zullen eerder bevindingen en aanbevelingen over de werking van de interne organisatie
Algemene Rekenkamer 21
22. Jaarrekening 2010 Algemene Dienst Eilandgebied St. Maarten
inzake financiële processen beschikbaar komen. Aan de hand hiervan kan de organisatie
maatregelen nemen die tot verbetering moeten leiden.
Ten aanzien van de controleverklaring merkt de Rekenkamer nog het volgende op:
- Het op pagina 4 onder punt 9 – Personnel Costs – vermelde bedrag van NAf 575.000.000
is onjuist. Het juiste bedrag is NAf 575.000.
- De strekking van de verklaring inzake de rechtmatigheid op pagina 5 is een oordeel
onthouding (disclaimer). Bedoeld was afkeurend (adverse).
5.5 Waarderingsgrondslagen
In de toelichting op de balans per 31 december 2009 is vermeld dat de waardering is
gedaan op grond van de comptabiliteitsvoorschriften, maar dat wanneer deze voorschriften
onvoldoende richtlijnen geven, dan is het Besluit Begroting en Verantwoording ten behoeve
van de Nederlandse gemeenten en provincies als uitgangspunt genomen. In de jaarrekening
2010 is vermeld dat ten aanzien van de waardering al rekening is gehouden met
toekomstige regelgeving (bijvoorbeeld wat betreft de verantwoording van de
belastingopbrengsten en de waardering van de deelnemingen).
De Rekenkamer is van oordeel dat alleen de comptabiliteitsvoorschriften zoals die golden tot
10 oktober 2010, als norm gehanteerd moeten worden.
5.6 Balansposten
5.6.1 Initiële beginbalans per 1 januari 2010
Normaliter dienen de cijfers van de beginbalans per 1 januari 2010 gelijk te zijn aan die van
de eindbalans per 31 december 2009. In de beginbalans per 1 januari 2010 zijn
correctiesaangebracht voor een totaalbedrag van NAf 53.223.223. Deze correcties hebben
betrekking op:
a. Materiële vaste activa NAf 40.317.000
Erfpachtgronden; was gewaardeerd op
contante waarde van de toekomstige
opbrengsten NAf 40.437.000
gebouwen van Marven NV ten onrechte
geactiveerd 5.180.000
gebouwen Hope Estate ten onrechte
verantwoord onder voorraden + 5.300.000
b. Financiële vaste activa + 137.040.000
Aandelen GEBE, niet eerder verantwoord + 128.282.000
Resultaten deelnemingen 2009, nog niet
Eerder verantwoord + 8.758.000
c. Voorraden, gebouwen Hope Estate 5.300.000
d. Kortlopende schulden 38.200.000
Backserviceverplichting 35.000.000
Opname vakantiegeld 3.200.000
Algemene Rekenkamer 22
23. Jaarrekening 2010 Algemene Dienst Eilandgebied St. Maarten
5.6.2 Materiële vaste activa
De balanspost is als volgt te specificeren:
Gebouwen in aanbouw NAf 39.875.082
Gebouwen in gebruik 75.249.698
Inventaris 19.206.703
Voertuigen 2.233.988
Totaal NAf136.565.471
Volgens de toelichting op deze post zijn de gebouwen, meubilair, gereedschappen en
inventarissen gewaardeerd tegen de herbouw en vervangingswaarde per 1 januari 2010.
Deze waardes zijn gebaseerd op een waarderingsrapport uit 2010. Bij de berekening van de
afschrijvingen (vanaf 1 januari 2010) van de gebouwen wordt uitgegaan van een
economische levensduur van 50 jaar. Sint Maarten heeft zo de aanschafwaarde willen
benaderen. De comptabiliteitsvoorschriften schrijven voor dat Activa tegen aanschafwaarde
in de balans moeten worden opgenomen.
Volgens het rapport van bevindingen bij de jaarrekening 2010 van de SOAB zijn er bij de
registratie in de financiële administratie fouten gemaakt. Intern zou een project worden
opgestart om een en ander uit te zoeken om zodoende tot een betrouwbare waardering en
verantwoording van de materiële vaste activa te komen.
De Rekenkamer is van oordeel dat een andere waardering dan tegen uitgaafprijs niet is
toegestaan. Omdat waardering anders dan tegen uitgaafprijs niet is toegestaan, is de
balanspost materiële vaste activa NAf 37 miljoen te hoog gewaardeerd.
Wanneer blijkt dat bezittingen niet eerder op de balans zijn verantwoord geweest en het
niet meer is te achterhalen wat de aanschafprijs is geweest, dan lijkt verantwoording tegen
een waarde van nihil het meest voor de hand liggen. Voordeel hierbij is dat op de
toekomstige begrotingen geen afschrijvingslasten begroot hoeven te worden.
5.6.3 Deelnemingen
GEBE NV
Het aandeel van Sint Maarten in GEBE N.V. was niet eerder in de balans van het
Eilandgebied Sint Maarten verantwoord. In 2012 is overeenstemming bereikt over het
aandeel van Sint Maarten (92,4%). Volgens de toelichting op de balanspost Deelnemingen
kan, gezien de economische realiteit dit deel van de aandelen aan Sint Maarten worden
toegekend en in de balans per 1 januari 2010 worden verantwoord. De deelneming is
gewaardeerd op basis van de netto contante waarde.
Op grond van de geldende comptabiliteitsvoorschriften dienen de op de balans opgenomen
activa te worden gewaardeerd tegen historische aanschafprijs of nominale waarde,
eventueel verminderd met de daarvoor ontvangen bijdragen en het bedrag van de
gecumuleerde afschrijvingen. Op of afwaardering is niet toegestaan. Overigens merkt de
Rekenkamer op dat ook volgens de Comptabiliteitslandsverordeningvan het Land Sint
Algemene Rekenkamer 23
24. Jaarrekening 2010 Algemene Dienst Eilandgebied St. Maarten
Maarten de deelnemingen op basis van historische aanschafprijs gewaardeerd moeten
worden.
Ingeval sprake is van duurzame waardevermindering dan is de Rekenkamer voorstander om
de betreffende deelneming af tewaarderen tot de lagere marktwaarde, echter de
comptabiliteitsvoorschriften staan dit niet toe. Wanneer blijkt dat bezittingen niet eerder op
de balans zijn verantwoord geweest en het niet meer is te achterhalen wat de aanschafprijs
is geweest, dan lijkt verantwoording tegen een waarde van nihil het meest voor de hand
liggen.
Het Eilandgebied Sint Maarten heeft vanwege het publieke belang deelnemingen. Er is dan
ook geen reden de aandelen te waarderen tegen bijvoorbeeld de intrinsieke waarde. Wel is
het mogelijk dat het Eilandgebied (nu land) van mening verandert ten aanzien van de wijze
waarop het publiek belang het beste gediend kan worden. Indien dit betekent dat aandelen
verkocht gaan worden is de intrinsieke waarde of marktwaarde van de aandelen wel van
belang. Deze waarde wordt dan in de toelichting op de balans opgenomen. Deze zienswijze
is onder andere vastgelegd in ‘IPSAS 7 – Investments in Associates’.
De motivering om van de voorschriften af te wijken overtuigen de Rekenkamer niet.
Wanneer men van mening is dat het nodig is om een beeld van de in de NV’s opgebouwde
reserves te geven dan is de toelichting op de balans de plaats om de bedoelde informatie te
geven.
Overigens merkt de Rekenkamer op dat, zolang de aandelen van GEBE NV zijn
ondergebracht bij de Stichting Administratiekantoor GEBE NV., verantwoording van de
aandelen in de balans van het Eilandgebied Sint Maarten niet aan de orde is.
Overige Deelnemingen
Ook ten aanzien van de waardering van de overige deelnemingen is afgeweken van de
comptabiliteitsvoorschriften. Als gevolg hiervan is de verantwoording in de jaarrekening van
de balanspost Deelnemingen tot een bedrag van NAf386 miljoen te hoog.
5.6.4 Debiteuren
Op de balans 9 oktober 2010 is de post Debiteuren opgenomen voor een bedragvanNAf26,1
miljoen. In dit bedrag is de Voorziening voor Dubieuze Debiteuren ad NAf53,9 miljoen reeds
verwerkt.
Zowel volgens de toelichting in de jaarrekening als in het rapport van bevindingen bij de
jaarrekening 2010 van de SOAB, maakt melding van het bestaan van oude vorderingen en
de noodzaak tot het nemen van acties om de post op te schonen. Er bestaat derhalve
onzekerheid over het bestaan en de waardering van deze balanspost.
Algemene Rekenkamer 24
25. Jaarrekening 2010 Algemene Dienst Eilandgebied St. Maarten
5.6.5 Eigen Vermogen Algemene Reserve
Het Eigen Vermogen van het Eilandgebied blijkt uit de balans(Algemene Reserve) en betreft
het saldo van de bezittingen en de schulden van het Eilandgebied. Het eigen vermogen
dient als buffer voor het opvangen van tegenvallers in de exploitatie (de jaarlijkse
uitvoering van de begroting).
Volgens de balans per 9 oktober 2010 bedraagt het Eigen Vermogen NAf 304.387.530,
terwijl het saldo aan het begin van 2010 NAf 271.561.030 bedroeg. Het verschil ad NAf
32.826.500 betreft het voordelige rekeningresultaat over 2010.
In de toelichting van de jaarrekening onder punt 6.1 is vermeld dat begin 2009 de omvang
van het Eigen Vermogen NAf 42.963.503 negatief bedroeg, terwijl dit op de balans per 31
december 2009 NAf 271.561.030 bedroeg. Dit betekent dat in 2009 het Eigen Vermogen is
toegenomen met NAf 314.524.533. Volgens de toelichting is dit veroorzaakt door met name
de herwaardering in 2009 van de materiële (NAf 36.848.339) en financiële (NAf
386.033.511) vaste activa voor een totaalbedrag van NAf 422,881,850. Het verschil tussen
de werkelijke toename van NAf 314.524.533 en het bedrag van de herwaardering ad NAf
422,881,850 bedraagt NAf 108.357.317 en heeft betrekking op:
- Het saldo inkomsten en uitgaven 2009 NAf 15.579
- De aanpassing wegens backserviceverplichting
pensioenen 2009 2.500.000
- De aanpassing van de backservice verplichting pensioenen 20062008
32.500.000
- Overige correcties balans 2009, zoals aanpassing van debiteuren
Crediteuren en tussenrekeningen 73.342.000
De Rekenkamer is van oordeel dat de herwaardering van de materiële en financiële vaste
activa in strijd is met de comptabiliteitsvoorschriften, maar ook een verkeerd beeld geeft
van het werkelijke Eigen Vermogen. Een Eigen Vermogen dat bestaat uit het resultaat
wegens herwaardering kan geen tegenvallers in de exploitatie op te vangen, vanwege het
simpele feit dat er geen geldmiddelen tegenover staan.
5.6.6 Voorzieningen
Voorzieningen worden gevormd wegens:
- verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch
redelijkerwijs te schatten
- op de balansdatum bestaande risico's ter zake van bepaalde te verwachten
verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten
- kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van
die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand
begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een
aantal begrotingsjaren
Op de balans per 9 oktober 2010 is geen post wegens voorzieningen opgenomen. Volgens
het rapport van bevindingen van de SOAB naar aanleiding van de controle van de
Algemene Rekenkamer 25
26. Jaarrekening 2010 Algemene Dienst Eilandgebied St. Maarten
jaarrekening 2010 ontbreekt een Voorziening Duurtetoeslag. Volgens de SOAB zal de
hoogte van deze voorziening naar verwachting materieel zijn. De Kamer beveelt aan om na
te gaan of het vormen van “nog andere voorzieningen” noodzakelijk is. Te denken is hierbij
aan een voorziening voor groot onderhoud van gebouwen en infrastructuur (eigendom van
Sint Maarten).
5.6.7 Backservice verplichting pensioenen
Volgens het rapport van bevindingen van de SOAB bij de jaarrekening 2010 heeft zij ten
aanzien van de beoordeling van de berekening van de gevolgen voor de balanspost
Backservice Verplichting Pensioenen onvoldoende onderbouwing ontvangen. Als gevolg
hierbij bestaat onzekerheid over de volledigheid en de waardering van deze balanspost.
5.6.8 Vlottende passivaNAf186.143.829
De balanspost Vlottende Passiva is als volgt te specificeren:
Algemeen Pensioenfonds Sint Maarten NAf 7.470.243
Crediteuren 74.225.910
Bureau Ziektekostenverzekering AVBZ 30.611.171
Kortlopende deel van de langlopende schulden 5.845.194
Infrastructurele werken 4.431.767
Overige schulden 17.559.544
Back Service Pensioenpremies 46.000.000
Totaal NAf 186.143.829
Volgens het rapport van bevindingen van de SOAB bij de jaarrekening 2010 bestaat er
diverse onzekerheden, waardoor er onzekerheid bestaat ten aanzien van de volledigheid,
het bestaan en de waardering. De Rekenkamer beveelt aan om op korte termijn deze
onzekerheden weg te nemen.
In de toelichting ontbreekt informatie over de ouderdom van de schulden, de feitelijke
afwikkeling in 2011 e.d.
5.6.9 Niet uit de balans blijkende verplichtingen
‘Niet uit de balans blijkende verplichtingen’ zijn financiële verplichtingen waaraan het
Eilandgebied Sint Maarten verbonden is, voor zover die verplichtingen financiële
consequenties hebben voor toekomstige jaren en deze verplichtingen niet zijn opgenomen
in een balanspost. Het zal veelal gaan om langlopende verplichtingen die samenhangen met
opdrachten voor leveringen of opdrachten voor dienstverlening. De kosten van dergelijke
opdrachtverleningen worden op basis van de jaarlijkse prestaties als (exploitatie)lasten aan
de jaren toegerekend. Het kan ook gaan om verplichtingen die samenhangen met
opdrachten voor (investerings)werken die meerdere jaren beslaan, en nog niet uit de balans
blijken. Voorbeelden daarvan zijn langlopende huurcontracten en leasecontracten. Ook kan
het gaan om garantstellingen en andere toezeggingen.
In de jaarrekening 2010 zijn geen ‘Niet uit de balans blijkende verplichtingen’ opgenomen.
Algemene Rekenkamer 26
28. Jaarrekening 2010 Algemene Dienst Eilandgebied St. Maarten
5.7 Gewone Dienst – Exploitatierekening
5.7.1 Hoofdfunctie 9 inkomsten
5.7.1.1 Belastingopbrengsten algemeen
Begroting
Werkelijk 2010
Soortbelasting/vergoeding 2010 Verschil
tot 101010
tot 101010
Loonen inkomstenbelasting 92.413.000 93.494.00 (1.081.000)
Omzetbelasting 22.732.000 20.530.00 2.202.000
Winstbelasting 29.225.000 29.439.00 (214.00)
Wegenbelasting 7.983.000 6.197.000 1,786.000
Logeergastenbelasting 3.256.000 2.789.000 467.000
Autoverhuurbelasting 886.000 775.000 11.000
Timeshare 3.563.000 3.486.000 77.000
Casino en Loterijvergoedingen 5.976.000 6.895.000 (919.000)
Casino controllers 1.951.000 1.607.000 344.000
Leges Business License 2.227.000 5.461.000 (3.234.00)
Legeswerkvergunningen 6.776.000 6.043.000 733.000
"Domeinbeheer" 1.949.000 1.641.000 308.000
LegesBouwvergunningen en inspectie 1.403.000 2.898.000 (1.495.000)
Overige 3.668.000 11.378.000 (7.710.000)
Totaal 184.008.000 192.633.000 (8.625.000)
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de opbrengsten ten opzichte van de voor de periode tot
10 oktober 2010 aangepaste begroting per saldo rond NAf 8,6 miljoen lager uitvallen. In de
jaarrekening is hiervoor geen verklaring gegeven.
De comptabiliteitsvoorschriften bepalen dat belastingopbrengsten moeten worden
verantwoord op basis van het stelsel van baten en lasten. De belastingopbrengsten zijn in
strijd hiermee verantwoord op kasbasis (werkelijke ontvangsten).
5.7.1.2 Overige opbrengsten
Van Nederland is in 2010 in het kader van de sanering van de betalingsachterstanden een
bedrag van NAf 65 miljoen ontvangen. Deze ontvangstheeft betrekking op de schuld ultimo
2005 van het Eilandgebied Sint Maarten aan het pensioenfonds. De ontvangst is als een
opbrengst in de jaarrekening 2010 verantwoord (functie 922).
Algemene Rekenkamer 28
29. Jaarrekening 2010 Algemene Dienst Eilandgebied St. Maarten
6 Bezwaren met betrekking tot het gevoerde financieel beheer en de
jaarrekeningen
De Rekenkamer heeft de volgende bezwaren met betrekking tot het financieel beheer.
- Er bestaat onzekerheid over de toereikende AO/IC ten aanzien van de balansposten, de
betrouwbaarheid, de rechtmatigheid en de doelmatigheid van de kosten en opbrengsten.
De Rekenkamer heeft de volgende bezwaren met betrekking tot de jaarrekening:
- Kwantificeerbare rechtmatigheidsfouten tot een bedrag van NAf 47 miljoen
- Kwantificeerbare getrouwheidsfouten tot een bedrag van NAf 846 miljoen
- Niet te kwantificeren onzekerheden ten aanzien van de volledigheid, bestaan en
waardering van de balansposten Debiteuren, Crediteuren, Backservice Pensioenen en
Voorzieningen
- Ontbreken in de jaarrekening 2010 van:
- een toelichting die aangeeft in hoeverre het bij de begroting vastgestelde te voeren
beleid is gerealiseerd.
- een analyse van de belangrijke afwijkingen tussen de oorspronkelijke begroting en
de rekening.
- een toelichting tussen de uitkomst van de rekening over het dienstjaar en die van
het vorig dienstjaar.
- een overzicht van de prestaties die het resultaat zijn van de activiteiten waarop de
uitgaven betrekking hebben (artikel 22, lid 3).
- een overzicht van de voor het dienstjaar beschikbare bedragen ten behoeve van
investeringen (artikel 22, lid 4).
- Model A, kerngegevens.
- Model B1, een kwantitatieve opgave van het personeel (artikel 23, Tabel 1.0 van
P.B. 1993, no. 95).
- Model B2, een staat met bezoldiging personeel (artikel 23, Tabel 1.0 van P.B. 1993,
no. 95).
- Model C, een staat met kapitaalsuitgaven (artikel 23, Tabel 1.0 van P.B. 1993, no.
95).
- Model D, een staat van reserves en voorzieningen (artikel 23, Tabel 1.0 van P.B.
1993, no. 95).
- Model E, een staat met opgenomen langlopende leningen (artikel 23, Tabel 1.0 van
P.B. 1993, no. 95).
- Model F1, staat van gewaarborgde geldlening (artikel 23, Tabel 1.0 van P.B. 1993,
no. 95).
- Model F2, een staat van andere garantieverplichtingen (artikel 23, Tabel 1.0 van
P.B. 1993, no. 95).
- Model J, een staat voor de wijziging van de geraamde bedragen van de gewone
dienst, kapitaaldienst en verdeeldienst, alsmede de investeringen in het dienstjaar
(artikel 23, Tabel 1.0 van P.B. 1993, no. 95).
- Model K, een staat van af en overschrijvingen die uitsluitend betrekking hebben op
de gewone dienst van de algemene dienst geraamde lasten (artikel 23, Tabel 1.0
van P.B. 1993, no. 95).
Algemene Rekenkamer 29
30. Jaarrekening 2010 Algemene Dienst Eilandgebied St. Maarten
7 Oordeel jaarrekening
Aangezien de Rekenkamer zich geen gefundeerd oordeel heeft kunnen vormen omtrent de
juistheid en de volledigheid van de in de rekening opgenomen gegevens, lijkt de benodigde
basis om over te gaan tot goedkeuring van de jaarrekening 2010 conform artikel 134 lid 1
van de Staatsregeling van de Nederlandse Antillen te ontbreken3.
3
Vanaf 10 oktober 2010 geldt de Landsverordening Algemene Rekenkamer Sint Maarten. Noch in
deze landsverordening, of enig andere wetgeving, zijn overgangsregelingen opgenomen ten
aanzien van onderzoeken door de Rekenkamer die betrekking hebben op de periode vóór 10
oktober 2010. De Rekenkamer kan dus geen bindend oordeel geven op de jaarrekening.
Algemene Rekenkamer 30
31. Jaarrekening 2010 Algemene Dienst Eilandgebied St. Maarten
8 Reactie van de Minister van Financiën op de bevindingen van de
Rekenkamer
De Rekenkamer heeft het concept “Rapport van bedenkingen en opmerkingen bij de
jaarrekening 2010 van de Algemene Dienst van het Eilandgebied Sint Maarten” op 1
november jl. (011112/170) aan de Minister van Financiën aangeboden. De minister is
verzocht om uiterlijk 16 november jl. een reactie op het concept aan de Rekenkamer te
doen toekomen. De minister heeft om additionele tijd (tot 23 november jl.) gevraagd voor
het geven van een respons.
Een reactie (nr. 35/11, 42/12), gedateerd 26 november jl., is op 28 november jl.
ontvangen. Het schrijven van de minister is als bijlage is opgenomen als bijlage 3 van dit
rapport. Hieronder volgt de reactie van de Rekenkamer op het schrijven van de minister.
Overgangsregelingen
De minister is van mening dat de rechtsopvolging in wetgeving is geregeld. Deze stelling
heeft de Rekenkamer niet overtuigd. De minister heeft nagelaten in zijn reactie naar enige
regelgeving te verwijzen.
Waardering balansposten “Materiële Vaste Activa” en “Deelnemingen” (paragraaf 5.6.2. en
5.6.3)
De minister stelt dat de waardering van de balansposten “Materiële Vaste Activa” en
“Deelnemingen” een positief effect zou moeten hebben. De Rekenkamer meent dat het
voorzichtigheidsbeginsel in acht moet worden genomen. Het standpunt van de Rekenkamer
zoals in paragraaf 5.6.2 en 5.6.3 is verwoord blijft ongewijzigd.
Bijlage 2
De minister schrijft dat er sprake is van dubbeltelling in de tabel. De Rekenkamer stelt dat
in bijlage 2 geen dubbeltelling is opgenomen die zou moeten worden gecorrigeerd.
De Rekenkamer ziet elke fout als een fout en telt alle fouten bij elkaar op. Zowel de beide
activaposten “Materiële Vaste Activa” en “Deelnemingen” als de passivapost “Eigen
Vermogen” zijn fout.
Mededelingen
De minister noemt een aantal projecten die in voorbereiding dan wel in uitvoering zijn en
die bedoeld zijn de financiële functie bij overheid structureel op een hoger niveau te
brengen.
De Rekenkamer meent dat dit een positieve ontwikkeling is en zal de ontwikkeling en
voortgang van deze projecten monitoren.
Tenslotte is de Rekenkamer van mening dat gezien de zeer korte termijnen die gelden voor
het uitbrengen van een verslag ten aanzien van de jaarrekeningen
(comptabiliteitslandsverordening art. 53) van het Land, zowel ambtelijk als bestuurlijk meer
aandacht moet worden gegeven aan het tijdig reageren op verzoeken van de Rekenkamer.
Algemene Rekenkamer 31
32. Jaarrekening 2010 Algemene Dienst Eilandgebied St. Maarten
9 Bijlage 1 – Recapitulatie van debevindingen en conclusies
9.1 Bevindingen
4.2. Financieel beheer
De jaarrekening 2010 geeft geen informatie over het financieel beheer en de SOAB heeft
niet alle relevante aspecten van de interne beheersing kunnen controleren. De SOAB heeft
geen interimcontroles ten behoeve van de jaarrekening 2010 verricht.
4.3. Financieel beheer in de toekomst
Door het CFT is het financieel beheer geïnventariseerd.
5.1. Inrichting en informatiewaarde van de jaarrekening
De jaarrekening 2010 is niet overeenkomstig de comptabiliteitsvoorschriften ingericht.
Hierdoor ontbreekt belangrijke informatie over de uitvoering van de begroting.
5.4. Accountantscontrole
De SOAB is met de controle van de jaarrekening 14 maanden na balansdatum gestart.
5.5. waarderingsgrondslagen
De balansposten per 31 december 2009 zijn niet enkel op grond van de
comptabiliteitsvoorschriften gewaardeerd.
5.6.2. Materiële vaste activa
Waardering heeft plaats gevonden op basis van herbouw en vervangingswaarde.
5.6.3. Deelnemingen
De waardering van de deelnemingen is gebaseerd op de netto contante waarde.
5.6.4. Debiteuren
De balanspost debiteuren is vervuild met oude waarschijnlijk niet meer te innen
vorderingen.
5.6.5. Eigen Vermogen
Aan het de balanspost Eigen Vermogen is het bedrag van de herwaardering van de
materiële en de financiële vaste activa tot een bedrag van NAf 423 miljoen. De
herwaardering was in strijd met de comptabiliteitsvoorschriften.
5.6.6. Voorzieningen
Op de balans zijn geen voorzieningen verantwoord.
5.6.7. Backservice verplichting pensioenen
De berekening van de gevolgen voor de balanspost Backservice Verplichting Pensioenen
ontbreekt. Als gevolg hierbij bestaat onzekerheid over de volledigheid en de waardering van
deze balanspost.
5.6.7. Vlottende passiva
De balanspost crediteuren is vervuild.
5.7.1.1. Belastingopbrengsten
De belastingopbrengsten zijn verantwoord op kasbasis (werkelijke ontvangsten).
Algemene Rekenkamer 32
33. Jaarrekening 2010 Algemene Dienst Eilandgebied St. Maarten
9.2 Conclusies
4.2. Financieel beheer
Er bestaat onzekerheid over de kwaliteit van het financieel beheer.
5.1. Inrichting en informatiewaarde van de jaarrekening
De informatiewaarde van de jaarrekening is volstrekt onvoldoende om de gebruikers van de
jaarrekening in staat te stellen zich een oordeel te vormen over de uitvoering van het beleid
en het gevoerde beheer.
5.4. Accountantscontrole
De controle van de jaarrekening 2010 is te laat door de SOAB gestart.
5.5. waarderingsgrondslagen
De balansposten per 31 december 2009 zijn ten onrechte niet enkel op grond van de
comptabiliteitsvoorschriften gewaardeerd.
5.6.2. Materiële vaste activa
Omdat waardering anders dan tegen uitgaafprijs is niet toegestaan, is de balanspost
materiele vaste activa NAf37 miljoen te hoog gewaardeerd.
5.6.3. Deelnemingen
De waardering van de balanspost Deelnemingen tegen netto contante waarde is in strijd
met de comptabiliteitsvoorschriften en daardoor NAf 386 miljoen te hoog.
5.6.4. Debiteuren
Er bestaat onzekerheid over de waardering van de balanspost debiteuren. De omvang van
de onzekerheid is niet te bepalen.
5.6.5. Eigen vermogen
De balanspost Eigen vermogen is voor een bedrag van NAf 423 miljoen te hoog in de balans
opgenomen.
5.6.6. Voorzieningen
Er bestaat onzekerheid over het ontbreken van de balanspost Voorzieningen.
5.6.7. Backservice verplichting pensioenen
Omdat berekening van de gevolgen voor de balanspost Backservice verplichting pensioenen
ontbreekt, bestaat er onzekerheid over de volledigheid en de waardering van deze
balanspost.
5.6.7. Vlottende passiva
Er bestaat onzekerheid over de volledigheid, het bestaan en de waardering van de
balanspost crediteuren.
5.7.1.1. Belastingopbrengsten
De verantwoording op kasbasis van de belastingopbrengsten is in strijd met de
comptabiliteitsvoorschriften.
Algemene Rekenkamer 33
34. Jaarrekening 2010 Algemene Dienst Eilandgebied St. Maarten
Bijlage 2 – Gekwantificeerde onrechtmatige uitgaven, getrouwheidsfouten, onzekerheden en ondoelmatige uitgaven (bedragen in
miljoen Antilliaanse guldens)
Onrechtmatige uitgaven
Omschrijving Onrechtmatige uitgaven
x NAF 1.000.000
Begrotingsoverschrijdingen 47
47
Getrouwheidsfouten x
Omschrijving getrouwheidsfouten
NAF 1.000.000
Fouten volgens de Kamer
Balanspost materiele vaste activa, te hoog gewaardeerd in
37
strijd met de comptabiliteitsvoorschriften
Balanspost deelnemingen, te hoog gewaardeerd in strijd
386
met de comptabiliteitsvoorschriften
Balanspost Eigen vermogen, te hoog wegens te hoge
423
waardering Deelnemingen
846
Onzekerheden x NAF
Omschrijving onzekerheden
1.000.000
Debiteuren Niet te kwantificeren
Voorzieningen Niet te kwantificeren
Crediteuren Niet te kwantificeren
De Rekenkamer merkt hierbij nog op, dat de werkzaamheden van de Rekenkamer er niet op ingericht waren om alle onrechtmatige uitgaven, onzekerheden,
getrouwheidsfouten en ondoelmatige uitgaven aan het licht te brengen. De kans bestaat dat de verantwoording nog meer afwijkingen bevat.
Algemene Rekenkamer
34