SlideShare a Scribd company logo
36 VV+ juni 2017
Steeds vaker worden afspraken gemaakt over de te ver-
wachten energierekening van een pand of neemt een partij
de verantwoordelijkheid voor de energierekening voor
een langere periode over. Daarbij is het belangrijk een zo
betrouwbaar mogelijke voorspelling te kunnen doen over
het energiegebruik van het betreffende gebouw. Een lastig
thema omdat de praktijk leert dat er nog vaak een ‘gat’ zit
tussen de prognose en het uiteindelijke energiegebruik [1].
In het tki-project Treco-office (www.tki-energo.nl/treco-office)
wordt onderzoek gedaan naar achterliggende oorzaken
hiervan. Het verschil tussen prognose en de werkelijkheid
heeft vooral te maken met onbekende invloedsfactoren, zoals
gebouwgebruik, gebruikersgedrag, werkelijk gebruik van de
installatie en het buitenklimaat. De vraag is dan ook: hoe
nauwkeurig kunnen we het energiegebruik uitrekenen als we
die onbekende factoren weten door monitoring? dwa heeft
in een van de casestudies binnen Treco-office simulaties en
monitoring met elkaar gecombineerd. Samengevat is daar
het volgende mee bereikt:
• We hebben inzicht gekregen in de impact van de onbe-
kende invloedsfactoren en hoe daarmee in de praktijk
mee om te gaan.
• We hebben inzicht gekregen in de nauwkeurigheid die we
in de praktijk met gebouwsimulaties kunnen bereiken.
• Het simulatiemodel kan worden toegepast om afwijkend
gedrag op te sporen en de installatie bij te sturen.
Uurlijkse simulaties
Een vernieuwende stap hierbij is het gebruik van uurlijkse
dynamische simulaties op gebouwniveau. De energievraag
op gebouwniveau werd in het verleden vaak bepaald op
basis van kengetallen of op basis van de epc-berekening.
Kengetallen zijn echter onvoldoende om recht te doen aan
de onbekende invloedsfactoren en om prestatiegaranties op
te baseren. De methodiek voor epc-berekeningen is in eerste
instantie bedoeld als beleidsinstrument en niet als simula-
tietool om het werkelijke gebruik te kunnen voorspellen en
bij te kunnen sturen. Daarnaast werkt de epc-methodiek
met genormeerde input, die kan afwijken van de werkelijke
situatie van een specifiek gebouw. De bepaling op maand-
basis van het energiegebruik biedt bovendien beperkt inzicht
als je de prestaties van het gebouw wil bijsturen.
Dynamische uurlijkse simulaties op gebouwniveau kunnen uit-
komst bieden. Hierin worden ook meer gegevens van de regeling
van de gebouwinstallaties meegenomen en er ontstaat inzicht in
het resulterende thermische comfort in het gebouw.
Uurlijkse dynamische simulaties werden in het verleden
meestal toegepast voor het maken van zogeheten tem-
peratuuroverschrijdingsberekeningen (to-berekeningen).
Deze werden (en worden) uitgevoerd op vertrekniveau, vaak
enkel voor de zomerperiode, en met als doel de capaciteit
van de afgifte-installatie te bepalen in relatie tot het ther-
misch comfort. Door de toegenomen mogelijkheden van de
ENERGIEPRESTATIES
GARANDEREN:
HOE MOEILIJK IS DAT?
Het energiegebruik van een gebouw vormt
een steeds belangrijker aspect voor ontwik-
kelaar, eigenaar, beheerder en gebruiker.
Een goede voorspelling hiervan is dan ook
voor tal van zaken cruciaal. Binnen het tki-
project Treco-office heeft dwa onderzoek
gedaan naar mogelijkheden om het gat
tussen het geprognosticeerde en het uitein-
delijke energiegebruik te dichten.
Tekst: dr.ir. Zara Huijbregts en dr.ir. Kees Wisse, dwa.
Fotografie: industrie
ENERGIEPRESTATIES
HOE MOEILIJK IS DAT?
Warmte- en koudevraag
Dit artikel gaat specifiek in op de resultaten voor de
warmte- en koudevraag van het gebouw. Resultaten
met betrekking tot de totale energiekosten en het
opsporen van afwijkend gedrag van de installatie
worden behandeld in een separate publicatie in het
volgende nummer van vv+.
integraal
VV04 36-40.indd 36 18-05-17 10:44
VV+ juni 2017 37
EEN VERNIEUWENDE STAP IS
HET GEBRUIK VAN UURLIJKSE
DYNAMISCHE SIMULATIES OP
GEBOUWNIVEAU
simulatiesoftware is het nu ook mogelijk deze simulaties op
gebouwniveau uit te voeren voor een heel jaar. Het energie-
gebruik van het gebouw volgt dan ook uit de simulaties.
Binnen Treco-office is gezocht naar een nauwkeurige
bepaling van het energiegebruik op basis van uurlijkse
dynamische simulaties. De casus betreft een kantoor-
gebouw met warmtepompen, piekketels en energieopslag
en dat wordt geconditioneerd door luchtbehandelings-
kasten en vloerwarming/-koeling. De belangrijkste vragen
in dit onderzoek waren:
• Hoe nauwkeurig kan het energiegebruik in het kan-
toorgebouw worden bepaald met behulp van uurlijkse
simulaties?
• Welke parameters hebben de grootste invloed op ver-
schillen tussen het gemeten en gesimuleerde verbruik?
De thema’s hierbij zijn: gebruikersgedrag, gebruik van
verlichting, apparatuur en de gebouwinstallatie, het
lokale buitenklimaat en het binnenklimaat.
Als methode is gebruikgemaakt van monitoring van het
gemeten energiegebruik en het gedrag van de installatie,
dit in combinatie met een variantenstudie met behulp van
de genoemde uurlijkse simulaties. Hiervoor is gebruikge-
maakt van het gebouwsimulatieprogramma Vabi Elements.
Monitoring
Het energiegebruik en de installatie in het kantoorgebouw
worden continu in de gaten gehouden. Simaxx verzamelt
elk uur gegevens over de cv- en gkw-netten en het klimaat
in verschillende kantoorvertrekken. Ook wordt het elek-
traverbruik geregistreerd. Wanneer de metingen over een
voldoende lange periode worden geanalyseerd, zodanig
dat er voldoende spreiding aan buitentemperaturen is,
geven de data inzicht in stooklijnen voor verwarming en
koeling (aanvoertemperatuur uitgezet tegen buitentempe-
ratuur). Verder ontstaat er inzicht in geleverde vermogens
en gebruikstijden van de verschillende installatiecompo-
nenten. Voor een optimaal gebouwsimulatiemodel zijn deze
data van groot belang.
Het werkelijke buitenklimaat
In de berekening van de epc-waarde of het aantal tempe-
ratuursoverschrijdingsuren (to-uren) worden de referentie-
klimaatjaren conform nen 5060 als norm gehanteerd. De
nen 5060-klimaatjaren zijn samengesteld uit historische weer-
gegevens, gemeten in De Bilt, om een gemiddeld jaar (voor
energieberekeningen) of extremer scenario met hitte- en
koudegolven (voor comfortberekeningen) te representeren.
1. Geometrie van het kantoorgebouw in Vabi Elements.
VV04 36-40.indd 37 18-05-17 10:44
38 VV+ juni 2017
integraal
Wanneer we, per uur of per dag, gesimuleerde data
vergelijken met gemeten data zijn deze klimaatjaren niet
bruikbaar: hiervoor is het werkelijke buitenklimaat op de
gebouwlocatie vereist. Klimaatbestanden voor het wer-
kelijke buitenklimaat kunnen worden samengesteld uit
metingen van de buitentemperatuur en zoninstraling bij het
gebouw. In dit geval zijn de datasets van het meest nabij
gelegen knmi-weerstation gebruikt.
Variantenstudie
De simulaties zijn uitgevoerd met de module Gebouwsi-
mulatie van Vabi Elements 3.0. Na het invoeren van de
gebouwgeometrie in het systeem (figuur 1) is gestart met
een variantenstudie. De eerste berekende variant, de ‘out-
of-the-blue’-berekening, is opgezet op basis van inputge-
gevens uit de epc-berekening en standaardwaardes voor
gebouwbezetting.
‘Out-of-the-blue’ houdt in dat er geen verdere kennis is van
het werkelijke verbruik, zodat er niet naar het antwoord
wordt toegerekend. In de daaropvolgende varianten worden
de uitgangspunten verfijnd op basis van monitoringdata
van het energiegebruik en de installatie. Op deze manier
kan voor elke variant worden beoordeeld hoe goed de voor-
spelling van het simulatiemodel overeenkomt met gemeten
waarden en welke invloed bepaalde parameters hebben op
verschillen tussen het gemeten en gesimuleerde verbruik.
Omdat kennis over het exacte gebruik van alle ruimtes in
het kantoorgebouw ontbrak, zijn voor de gebouwbezetting,
interne warmtelasten en het ventilatiedebiet uitgemiddelde
waardes gehanteerd over de gehele gebruiksoppervlakte
van het gebouw. In enkele varianten is gerekend met interne
warmtelasten voor verlichting en apparatuur, afgeleid uit
het gemeten elektraverbruik. Het verbruik van verlichting
en apparatuur is hierbij berekend door het totale elektraver-
bruik te verminderen met een schatting van het elektraver-
bruik voor tapwaterverwarming en liften.
De varianten onderzoeken de invloed van de volgende
parameters:
• gebruikersgedrag, onderverdeeld in:
- interne warmtelasten voor personen;
- interne warmtelasten voor verlichting en apparatuur.
• capaciteit van het afgiftesysteem voor verwarming en
koeling;
• glasoppervlakte;
• regelstrategie voor wel of niet gelijktijdig verwarmen en
koelen;
• ventilatiedebiet.
Resultaten
Elke variant is doorgerekend voor een periode van één
jaar, overeenkomstig met de meetperiode. Het gaat te ver
om alle onderzochte varianten gedetailleerd te bespreken,
daarom beperken we ons tot de belangrijkste bevindingen
uit de variantenstudie en de resultaten van de geoptimali-
seerde variant.
De resultaten van de variantenstudie geven aan dat een
kleine aanpassing van het ventilatiedebiet of het glasop-
pervlak het energiegebruik in het kantoorgebouw nau-
2. Het gemeten energiegebruik voor verwarming en koeling per
dag, uitgezet tegen de buitentemperatuur. Dit energiegebruik is de
optelsom van het energiegebruik voor vloerverwarming en -koeling
en het energiegebruik voor luchtverwarming en -koeling door de
luchtbehandelingskast.
3. Gesimuleerd dagelijks energiegebruik voor verwarming en
koeling (gekalibreerde model).
MET HET GEKALIBREERDE SIMULATIEMODEL IS EEN STAP
VOORUIT GEMAAKT IN HET NAUWKEURIG VOORSPELLEN
VAN HET ENERGIEGEBRUIK VAN EEN KANTOORPAND
VV04 36-40.indd 38 18-05-17 10:44
VV+ juni 2017 39
welijks beïnvloedt. Gebruikersgedrag en gebouwgebruik
daarentegen hebben een grote invloed op het voorspelde
energiegebruik. Hiervoor zijn drie redenen:
• Het aantal gebruikers correspondeert met de interne
warmtelast voor personen;
• Gebruikers kunnen door middel van de thermostaat
in elke kantoorruimte de temperatuurinstelling van de
vloerverwarming/-koeling bijstellen. Het simulatiemodel
neemt deze variabele setpoints niet mee, maar maakt
ook hier gebruik van uitgemiddelde waardes;
• De interne warmtelasten voor verlichting en apparatuur
zijn gerelateerd aan het aantal gebruikers.
Om zicht te krijgen op de werkelijke energieprestatie van
panden is het zaak om (vooral) deze parameters goed in
beeld te krijgen (figuur 2 en 3). Bij het vooraf garanderen
van energieprestaties is het dan ook van groot belang
om deze parameters nauwkeurig in te schatten. Data van
vergelijkbare panden kunnen hierbij een grote rol spelen.
Tijdens de gebruiksfase kunnen deze parameters worden
gemeten. Het simulatiemodel wordt dan gekalibreerd met
de actuele uitgangspunten, waardoor het model ook kan
worden gebruikt om de energieprestatie bij te sturen.
Alhoewel er sprake is van simulaties op uurlijkse basis,
wordt een vergelijking gegeven op 24-uursbasis. Dit om
de dynamiek van de inschakeling van componenten uit
te middelen. Wat nauwkeurigheid betreft, is een aantal
aspecten gesignaleerd, waarvan hier de samenvatting
wordt gegeven. Aanpassingen van de temperatuurinstel-
lingen door gebruikers zorgen voor een verhoging van het
koudeverbruik bij lage buitentemperaturen (< 10 °C) in
de metingen ten opzichte van de simulatie. Daarnaast is
de warmtevraag bij hogere buitentemperaturen (> 15 °C)
in de metingen lager ten opzichte van de simulatie. Om
het gemeten en gesimuleerde gebruik goed te kunnen
vergelijken is gebruikgemaakt van ‘calibration signatures’
[2]. De calibration signature geeft de verhouding van het
verschil tussen het gesimuleerde en gemeten energiege-
bruik voor verwarming of koeling (in GJ per dag) gedeeld
door het maximale gemeten energiegebruik tijdens de
meetperiode:
Calibration signature =
-(gesimuleerd energiegebruik - gemeten energiegebruik)
maximaal gemeten energiegebruik]
x 100 % [%]
Een positieve waarde voor de calibration signature betekent
dat het gesimuleerde gebruik lager is dan het gemeten
gebruik, terwijl bij een negatieve waarde voor de cali-
bration signature het gesimuleerde gebruik hoger is dan
het gemeten gebruik. Opvallend bij de vergelijking tussen
het voorspelde energiegebruik door het geoptimaliseerde
model en het gemeten energiegebruik is dat de grootste
afwijkingen tussen simulaties en metingen voorkomen
op weekenddagen (zaterdag en zondag). Dit is zichtbaar
wanneer de calibration signatures worden bepaald voor
werkdagen (figuur 4) en weekenden (figuur 5). Deze
afwijking wordt veroorzaakt door suboptimale instellingen
van setpoints voor verwarming en koeling, waarbij regelin-
stellingen zodanig zijn dat het gebouw wordt afgekoeld
voor het weekend. Omdat de luchtbehandelingskast uit
staat tijdens weekenden, is de afwijking meetbaar in het
verbruik van de vloerverwarming en -koeling.
4. ‘Calibration signature’ voor verwarming en koeling; alleen werk-
dagen (maandag tot en met vrijdag).
5. ‘Calibration signature’ voor verwarming en koeling; alleen week-
enden (zaterdag en zondag).
6. Vergelijking tussen het jaarlijks gemeten en gesimuleerde
warmte- en koudeverbruik.
VV04 36-40.indd 39 18-05-17 10:44
40 VV+ juni 2017
integraal
De vergelijking tussen het gemeten en gesimuleerde
jaarlijkse energiegebruik (figuur 6) duidt aan dat, over de
gehele meetperiode, het geoptimaliseerde gebouwsimula-
tiemodel het jaarlijkse warmteverbruik 14,9 procent lager
voorspelt dan het gemeten warmteverbruik. Het jaarlijkse
koudeverbruik wordt 3,5 procent hoger voorspeld dan het
gemeten koudeverbruik. Wanneer het gemeten en gesimu-
leerde energiegebruik op werkdagen wordt vergeleken is
het gesimuleerde gebruik 1,5 procent lager voor warmte en
5,1 procent lager voor koude.
Thermisch comfort
Met het gekalibreerde simulatiemodel is een stap vooruit
gemaakt in het nauwkeurig voorspellen van het energiege-
bruik van een kantoorpand. Maar is dit model ook in staat
om het binnenklimaat op een juiste manier te voorspellen?
Om een goede vergelijking op te stellen tussen het gemeten
en gesimuleerde thermisch comfort is voor zowel uit de
metingen als uit de simulaties een gemiddelde tempera-
tuurprofiel afgeleid (figuur 7). Dit profiel toont voor elk uur
van de dag de temperatuur op dat uur, gemiddeld over de
hele meetperiode. De vergelijking laat zien dat de gemid-
delde gesimuleerde temperatuur goed overeenkomt met
de gemiddelde gemeten binnentemperatuur. Tijdens de
middag is de maximale afwijking tussen metingen en simu-
laties 0,5 °C; ’s nachts is het verschil niet hoger dan 0,2 °C.
Conclusies
Het blijkt inderdaad mogelijk om het gat tussen simulaties
en werkelijkheid te dichten tot marges die voor de praktijk
werkbaar zijn. Hiervoor is wel kennis nodig van het wer-
kelijke gebruik van een pand, het gebruik van de gebouw-
installatie en het gebruikersgedrag. De moeilijkheid bij het
vooraf garanderen van prestaties zit vooral in het feit dat
deze factoren nog niet goed bekend zijn. De toenemende
hoeveelheid data van bestaande vergelijkbare panden
vormt echter een mogelijkheid om dit knelpunt het hoofd
te bieden.
Als een pand eenmaal in gebruik is, kunnen de verschillende
aspecten worden gemonitord. Met deze data is het mogelijk
gekalibreerde modellen te ontwikkelen. Hiermee komt men
in de gebruiksfase van het pand zelf ook afwijkende situ-
aties op het spoor. Uurlijkse simulaties bieden daarbij de
mogelijkheid om gebruikersprofielen over de dag te model-
leren. Tevens wordt het resulterende comfort inzichtelijk
onder gebruikscondities. In vergelijking met de gangbare
epc- en to-berekeningen op basis van genormeerde uit-
gangspunten of ontwerpuitgangspunten, is dit een grote
vooruitgang.
Voor de besproken casus komen, over de gehele meetpe-
riode, zowel het gesimuleerde jaarlijkse warmteverbruik en
koudeverbruik als het gemiddelde temperatuurprofiel goed
overeen met de metingen. Afwijkingen tussen metingen en
simulaties worden veroorzaakt door suboptimale instel-
lingen voor de inzet van verwarming en koeling, wisselende
interne warmtelasten door de aanwezigheid van personen
en bijstelling van de gewenste binnentemperatuur via de
thermostaat door gebruikers. Verder is gebruikgemaakt van
buitenklimaatdata van het dichtstbijzijnde knmi-station.
Wanneer het gemeten en gesimuleerde energiegebruik op
werkdagen wordt vergeleken is het gesimuleerde gebruik
1,5 procent lager voor warmte en 5,1 procent lager voor
koude. <<
Referenties
1. Redactie, ‘Gat dichten tussen prognose en daadwerkelijke ener-
giegebruik’, vv+, Zoetermeer, 2016.
2. Claridge D.E., ‘Building simulation for practical operational opti-
mization’, In: Hensen J.L.M., Lamberts R., ‘Building performance
simulation for design and operation’, Spon Press, Abingdon (uk),
2011.
Dankwoord
De auteurs bedanken de medewerkers van Simaxx
voor het beschikbaar stellen van de meetdata en
de hulp bij het analyseren van de metingen. De
medewerkers van Vabi Elements worden bedankt
voor hun ondersteuning bij de modelvorming en het
genereren van klimaatbestanden. Tot slot een woord
van dank aan de gebruiker van het pand voor de
toestemming de data van het pand te gebruiken voor
dit onderzoek.
7. Vergelijking tussen het gemeten en gesimuleerde gemiddelde
temperatuurprofiel.
VV04 36-40.indd 40 18-05-17 10:44

More Related Content

Similar to Energieprestaties garanderen, hoe moeilijk is dat?

Dag fm ifma kluwer_27-03-14_jean delobel_installatie geïntegreerd systeem ene...
Dag fm ifma kluwer_27-03-14_jean delobel_installatie geïntegreerd systeem ene...Dag fm ifma kluwer_27-03-14_jean delobel_installatie geïntegreerd systeem ene...
Dag fm ifma kluwer_27-03-14_jean delobel_installatie geïntegreerd systeem ene...Muriel Walter
 
Levensduur van HVAC installaties
Levensduur van HVAC installatiesLevensduur van HVAC installaties
Levensduur van HVAC installaties
Rob van Bergen
 
Brochure Ebatech
Brochure EbatechBrochure Ebatech
Brochure Ebatech
sklawer
 
Thermisch Actief Bouwen
Thermisch Actief BouwenThermisch Actief Bouwen
Thermisch Actief Bouwen
Peter Fraanje
 
Nuon Energy Consultancy
Nuon Energy ConsultancyNuon Energy Consultancy
Nuon Energy Consultancy
Wijnand Tjepkema
 
2024 SMARTCirculair Beoordelingscriteria.pptx
2024 SMARTCirculair Beoordelingscriteria.pptx2024 SMARTCirculair Beoordelingscriteria.pptx
2024 SMARTCirculair Beoordelingscriteria.pptx
Tanja Nolten
 
Energie Consultancy
Energie ConsultancyEnergie Consultancy
Energie Consultancy
sklawer
 
Workshop 3 - Gijs Verhoeven TUE - Daniel Bakker KWR Water - Jan Pellis TROEF
Workshop 3 - Gijs Verhoeven TUE - Daniel Bakker KWR Water - Jan Pellis TROEFWorkshop 3 - Gijs Verhoeven TUE - Daniel Bakker KWR Water - Jan Pellis TROEF
Workshop 3 - Gijs Verhoeven TUE - Daniel Bakker KWR Water - Jan Pellis TROEF
Dutch Power
 
Presentatie Energie Uraad 15 Juni 2010
Presentatie Energie Uraad   15 Juni 2010Presentatie Energie Uraad   15 Juni 2010
Presentatie Energie Uraad 15 Juni 2010bergk101
 
Meest duurzame campus
Meest duurzame campusMeest duurzame campus
Meest duurzame campus
Installect Bedrijven
 
Research: The impact of solar panels on the Urban Heat Island effect (Dutch)
Research: The impact of solar panels on the Urban Heat Island effect (Dutch)Research: The impact of solar panels on the Urban Heat Island effect (Dutch)
Research: The impact of solar panels on the Urban Heat Island effect (Dutch)
Sjoerd Keetels
 
Energiebesparing bij grote Nederlandse winkelketen
Energiebesparing bij grote Nederlandse winkelketenEnergiebesparing bij grote Nederlandse winkelketen
Energiebesparing bij grote Nederlandse winkelketen
sklawer
 
De Vernieuwde Installatie Performance Scan
De Vernieuwde Installatie Performance ScanDe Vernieuwde Installatie Performance Scan
De Vernieuwde Installatie Performance Scan
Netherlands Enterprise Agency (RVO.nl)
 
IRIS-systeem behulpzaam bij voldoen aan nieuwe BENG-normering
IRIS-systeem behulpzaam bij voldoen aan nieuwe BENG-normeringIRIS-systeem behulpzaam bij voldoen aan nieuwe BENG-normering
IRIS-systeem behulpzaam bij voldoen aan nieuwe BENG-normering
duurzame verhalen
 
2007 energy facts and figures in the Netherlands (In Dutch)
2007 energy facts and figures in the Netherlands (In Dutch)2007 energy facts and figures in the Netherlands (In Dutch)
2007 energy facts and figures in the Netherlands (In Dutch)
Patrick VanSchijndel
 
Manier om in de bebouwde omgeving daadwerkelijke energie te besparen met Mete...
Manier om in de bebouwde omgeving daadwerkelijke energie te besparen met Mete...Manier om in de bebouwde omgeving daadwerkelijke energie te besparen met Mete...
Manier om in de bebouwde omgeving daadwerkelijke energie te besparen met Mete...
Netherlands Enterprise Agency (RVO.nl)
 
Artikel Energiegids.nl april 2013: Anders denken over particuliere energienetten
Artikel Energiegids.nl april 2013: Anders denken over particuliere energienettenArtikel Energiegids.nl april 2013: Anders denken over particuliere energienetten
Artikel Energiegids.nl april 2013: Anders denken over particuliere energienetten
Hilco Witteveen
 
Eneco TOON Buildings
Eneco TOON BuildingsEneco TOON Buildings
Eneco TOON Buildings
Sven-Olaf de Vries
 
Building g100 empathische gebouwen 3 oktober 2019
Building g100 empathische gebouwen 3 oktober 2019Building g100 empathische gebouwen 3 oktober 2019
Building g100 empathische gebouwen 3 oktober 2019
DWA
 
Energieaudit brengt besparingspotentieel in kaart
Energieaudit brengt besparingspotentieel in kaartEnergieaudit brengt besparingspotentieel in kaart
Energieaudit brengt besparingspotentieel in kaart
DWA
 

Similar to Energieprestaties garanderen, hoe moeilijk is dat? (20)

Dag fm ifma kluwer_27-03-14_jean delobel_installatie geïntegreerd systeem ene...
Dag fm ifma kluwer_27-03-14_jean delobel_installatie geïntegreerd systeem ene...Dag fm ifma kluwer_27-03-14_jean delobel_installatie geïntegreerd systeem ene...
Dag fm ifma kluwer_27-03-14_jean delobel_installatie geïntegreerd systeem ene...
 
Levensduur van HVAC installaties
Levensduur van HVAC installatiesLevensduur van HVAC installaties
Levensduur van HVAC installaties
 
Brochure Ebatech
Brochure EbatechBrochure Ebatech
Brochure Ebatech
 
Thermisch Actief Bouwen
Thermisch Actief BouwenThermisch Actief Bouwen
Thermisch Actief Bouwen
 
Nuon Energy Consultancy
Nuon Energy ConsultancyNuon Energy Consultancy
Nuon Energy Consultancy
 
2024 SMARTCirculair Beoordelingscriteria.pptx
2024 SMARTCirculair Beoordelingscriteria.pptx2024 SMARTCirculair Beoordelingscriteria.pptx
2024 SMARTCirculair Beoordelingscriteria.pptx
 
Energie Consultancy
Energie ConsultancyEnergie Consultancy
Energie Consultancy
 
Workshop 3 - Gijs Verhoeven TUE - Daniel Bakker KWR Water - Jan Pellis TROEF
Workshop 3 - Gijs Verhoeven TUE - Daniel Bakker KWR Water - Jan Pellis TROEFWorkshop 3 - Gijs Verhoeven TUE - Daniel Bakker KWR Water - Jan Pellis TROEF
Workshop 3 - Gijs Verhoeven TUE - Daniel Bakker KWR Water - Jan Pellis TROEF
 
Presentatie Energie Uraad 15 Juni 2010
Presentatie Energie Uraad   15 Juni 2010Presentatie Energie Uraad   15 Juni 2010
Presentatie Energie Uraad 15 Juni 2010
 
Meest duurzame campus
Meest duurzame campusMeest duurzame campus
Meest duurzame campus
 
Research: The impact of solar panels on the Urban Heat Island effect (Dutch)
Research: The impact of solar panels on the Urban Heat Island effect (Dutch)Research: The impact of solar panels on the Urban Heat Island effect (Dutch)
Research: The impact of solar panels on the Urban Heat Island effect (Dutch)
 
Energiebesparing bij grote Nederlandse winkelketen
Energiebesparing bij grote Nederlandse winkelketenEnergiebesparing bij grote Nederlandse winkelketen
Energiebesparing bij grote Nederlandse winkelketen
 
De Vernieuwde Installatie Performance Scan
De Vernieuwde Installatie Performance ScanDe Vernieuwde Installatie Performance Scan
De Vernieuwde Installatie Performance Scan
 
IRIS-systeem behulpzaam bij voldoen aan nieuwe BENG-normering
IRIS-systeem behulpzaam bij voldoen aan nieuwe BENG-normeringIRIS-systeem behulpzaam bij voldoen aan nieuwe BENG-normering
IRIS-systeem behulpzaam bij voldoen aan nieuwe BENG-normering
 
2007 energy facts and figures in the Netherlands (In Dutch)
2007 energy facts and figures in the Netherlands (In Dutch)2007 energy facts and figures in the Netherlands (In Dutch)
2007 energy facts and figures in the Netherlands (In Dutch)
 
Manier om in de bebouwde omgeving daadwerkelijke energie te besparen met Mete...
Manier om in de bebouwde omgeving daadwerkelijke energie te besparen met Mete...Manier om in de bebouwde omgeving daadwerkelijke energie te besparen met Mete...
Manier om in de bebouwde omgeving daadwerkelijke energie te besparen met Mete...
 
Artikel Energiegids.nl april 2013: Anders denken over particuliere energienetten
Artikel Energiegids.nl april 2013: Anders denken over particuliere energienettenArtikel Energiegids.nl april 2013: Anders denken over particuliere energienetten
Artikel Energiegids.nl april 2013: Anders denken over particuliere energienetten
 
Eneco TOON Buildings
Eneco TOON BuildingsEneco TOON Buildings
Eneco TOON Buildings
 
Building g100 empathische gebouwen 3 oktober 2019
Building g100 empathische gebouwen 3 oktober 2019Building g100 empathische gebouwen 3 oktober 2019
Building g100 empathische gebouwen 3 oktober 2019
 
Energieaudit brengt besparingspotentieel in kaart
Energieaudit brengt besparingspotentieel in kaartEnergieaudit brengt besparingspotentieel in kaart
Energieaudit brengt besparingspotentieel in kaart
 

More from DWA

Unilever concentreert voedselinnovatie in Wageningen, industriebouw, dec. 2017
Unilever concentreert voedselinnovatie in Wageningen, industriebouw, dec. 2017Unilever concentreert voedselinnovatie in Wageningen, industriebouw, dec. 2017
Unilever concentreert voedselinnovatie in Wageningen, industriebouw, dec. 2017
DWA
 
Energiemanagement, van versnipperen naar verbinden, energiegids.nl, december ...
Energiemanagement, van versnipperen naar verbinden, energiegids.nl, december ...Energiemanagement, van versnipperen naar verbinden, energiegids.nl, december ...
Energiemanagement, van versnipperen naar verbinden, energiegids.nl, december ...
DWA
 
Van gedateerd cellenblok naar hippe hub
Van gedateerd cellenblok naar hippe hubVan gedateerd cellenblok naar hippe hub
Van gedateerd cellenblok naar hippe hub
DWA
 
Power quality scan
Power quality scanPower quality scan
Power quality scan
DWA
 
Whitepaper draadloze communicatie in de zorg
Whitepaper draadloze communicatie in de zorgWhitepaper draadloze communicatie in de zorg
Whitepaper draadloze communicatie in de zorg
DWA
 
Brochure Optimaal beheren, prestaties garanderen
Brochure Optimaal beheren, prestaties garanderenBrochure Optimaal beheren, prestaties garanderen
Brochure Optimaal beheren, prestaties garanderen
DWA
 
Bijeenkomst20citadel20tco financiering20maart20201420-140321060144-phpapp01
Bijeenkomst20citadel20tco financiering20maart20201420-140321060144-phpapp01Bijeenkomst20citadel20tco financiering20maart20201420-140321060144-phpapp01
Bijeenkomst20citadel20tco financiering20maart20201420-140321060144-phpapp01
DWA
 
Energetische en ruimtelijke kwaliteiten centraal in de bongerd, duurzaam gebo...
Energetische en ruimtelijke kwaliteiten centraal in de bongerd, duurzaam gebo...Energetische en ruimtelijke kwaliteiten centraal in de bongerd, duurzaam gebo...
Energetische en ruimtelijke kwaliteiten centraal in de bongerd, duurzaam gebo...
DWA
 
Een gezond gebouw is aanpasbaar en flexibel, duurzaam gebouwd, februari 2016
Een gezond gebouw is aanpasbaar en flexibel, duurzaam gebouwd, februari 2016Een gezond gebouw is aanpasbaar en flexibel, duurzaam gebouwd, februari 2016
Een gezond gebouw is aanpasbaar en flexibel, duurzaam gebouwd, februari 2016
DWA
 
Brochure fact
Brochure factBrochure fact
Brochure fact
DWA
 
Presentatie energielunch VEMW Warmtevisie 2015
Presentatie energielunch VEMW Warmtevisie 2015Presentatie energielunch VEMW Warmtevisie 2015
Presentatie energielunch VEMW Warmtevisie 2015
DWA
 
Whitepaper Varende warmte
Whitepaper Varende warmteWhitepaper Varende warmte
Whitepaper Varende warmte
DWA
 
Vergelijking leveranciers digitaal gebouwdossier
Vergelijking leveranciers digitaal gebouwdossierVergelijking leveranciers digitaal gebouwdossier
Vergelijking leveranciers digitaal gebouwdossier
DWA
 
Onderzoek koppeling beheer en onderhoud aan BIM
Onderzoek koppeling beheer en onderhoud aan BIMOnderzoek koppeling beheer en onderhoud aan BIM
Onderzoek koppeling beheer en onderhoud aan BIM
DWA
 
Nieuwjaarsbijeenkomst citadel 2014
Nieuwjaarsbijeenkomst citadel 2014Nieuwjaarsbijeenkomst citadel 2014
Nieuwjaarsbijeenkomst citadel 2014DWA
 
Esco Plaspoelpolder Rijswijk
Esco Plaspoelpolder RijswijkEsco Plaspoelpolder Rijswijk
Esco Plaspoelpolder Rijswijk
DWA
 
Brochure DWA-projecten
Brochure DWA-projectenBrochure DWA-projecten
Brochure DWA-projectenDWA
 
Whitepaper transitie naar intelligente warmtenetten
Whitepaper transitie naar intelligente warmtenettenWhitepaper transitie naar intelligente warmtenetten
Whitepaper transitie naar intelligente warmtenetten
DWA
 
DWA een kwart eeuw in beweging. Jubileumbrochure 25 jaar DWA
DWA een kwart eeuw in beweging. Jubileumbrochure 25 jaar DWADWA een kwart eeuw in beweging. Jubileumbrochure 25 jaar DWA
DWA een kwart eeuw in beweging. Jubileumbrochure 25 jaar DWA
DWA
 
Kantoorgebouw Rabobank Alkmaar e.o. Duurzaam Transparant Flexibel Kwaliteit
Kantoorgebouw Rabobank Alkmaar e.o. Duurzaam Transparant Flexibel KwaliteitKantoorgebouw Rabobank Alkmaar e.o. Duurzaam Transparant Flexibel Kwaliteit
Kantoorgebouw Rabobank Alkmaar e.o. Duurzaam Transparant Flexibel KwaliteitDWA
 

More from DWA (20)

Unilever concentreert voedselinnovatie in Wageningen, industriebouw, dec. 2017
Unilever concentreert voedselinnovatie in Wageningen, industriebouw, dec. 2017Unilever concentreert voedselinnovatie in Wageningen, industriebouw, dec. 2017
Unilever concentreert voedselinnovatie in Wageningen, industriebouw, dec. 2017
 
Energiemanagement, van versnipperen naar verbinden, energiegids.nl, december ...
Energiemanagement, van versnipperen naar verbinden, energiegids.nl, december ...Energiemanagement, van versnipperen naar verbinden, energiegids.nl, december ...
Energiemanagement, van versnipperen naar verbinden, energiegids.nl, december ...
 
Van gedateerd cellenblok naar hippe hub
Van gedateerd cellenblok naar hippe hubVan gedateerd cellenblok naar hippe hub
Van gedateerd cellenblok naar hippe hub
 
Power quality scan
Power quality scanPower quality scan
Power quality scan
 
Whitepaper draadloze communicatie in de zorg
Whitepaper draadloze communicatie in de zorgWhitepaper draadloze communicatie in de zorg
Whitepaper draadloze communicatie in de zorg
 
Brochure Optimaal beheren, prestaties garanderen
Brochure Optimaal beheren, prestaties garanderenBrochure Optimaal beheren, prestaties garanderen
Brochure Optimaal beheren, prestaties garanderen
 
Bijeenkomst20citadel20tco financiering20maart20201420-140321060144-phpapp01
Bijeenkomst20citadel20tco financiering20maart20201420-140321060144-phpapp01Bijeenkomst20citadel20tco financiering20maart20201420-140321060144-phpapp01
Bijeenkomst20citadel20tco financiering20maart20201420-140321060144-phpapp01
 
Energetische en ruimtelijke kwaliteiten centraal in de bongerd, duurzaam gebo...
Energetische en ruimtelijke kwaliteiten centraal in de bongerd, duurzaam gebo...Energetische en ruimtelijke kwaliteiten centraal in de bongerd, duurzaam gebo...
Energetische en ruimtelijke kwaliteiten centraal in de bongerd, duurzaam gebo...
 
Een gezond gebouw is aanpasbaar en flexibel, duurzaam gebouwd, februari 2016
Een gezond gebouw is aanpasbaar en flexibel, duurzaam gebouwd, februari 2016Een gezond gebouw is aanpasbaar en flexibel, duurzaam gebouwd, februari 2016
Een gezond gebouw is aanpasbaar en flexibel, duurzaam gebouwd, februari 2016
 
Brochure fact
Brochure factBrochure fact
Brochure fact
 
Presentatie energielunch VEMW Warmtevisie 2015
Presentatie energielunch VEMW Warmtevisie 2015Presentatie energielunch VEMW Warmtevisie 2015
Presentatie energielunch VEMW Warmtevisie 2015
 
Whitepaper Varende warmte
Whitepaper Varende warmteWhitepaper Varende warmte
Whitepaper Varende warmte
 
Vergelijking leveranciers digitaal gebouwdossier
Vergelijking leveranciers digitaal gebouwdossierVergelijking leveranciers digitaal gebouwdossier
Vergelijking leveranciers digitaal gebouwdossier
 
Onderzoek koppeling beheer en onderhoud aan BIM
Onderzoek koppeling beheer en onderhoud aan BIMOnderzoek koppeling beheer en onderhoud aan BIM
Onderzoek koppeling beheer en onderhoud aan BIM
 
Nieuwjaarsbijeenkomst citadel 2014
Nieuwjaarsbijeenkomst citadel 2014Nieuwjaarsbijeenkomst citadel 2014
Nieuwjaarsbijeenkomst citadel 2014
 
Esco Plaspoelpolder Rijswijk
Esco Plaspoelpolder RijswijkEsco Plaspoelpolder Rijswijk
Esco Plaspoelpolder Rijswijk
 
Brochure DWA-projecten
Brochure DWA-projectenBrochure DWA-projecten
Brochure DWA-projecten
 
Whitepaper transitie naar intelligente warmtenetten
Whitepaper transitie naar intelligente warmtenettenWhitepaper transitie naar intelligente warmtenetten
Whitepaper transitie naar intelligente warmtenetten
 
DWA een kwart eeuw in beweging. Jubileumbrochure 25 jaar DWA
DWA een kwart eeuw in beweging. Jubileumbrochure 25 jaar DWADWA een kwart eeuw in beweging. Jubileumbrochure 25 jaar DWA
DWA een kwart eeuw in beweging. Jubileumbrochure 25 jaar DWA
 
Kantoorgebouw Rabobank Alkmaar e.o. Duurzaam Transparant Flexibel Kwaliteit
Kantoorgebouw Rabobank Alkmaar e.o. Duurzaam Transparant Flexibel KwaliteitKantoorgebouw Rabobank Alkmaar e.o. Duurzaam Transparant Flexibel Kwaliteit
Kantoorgebouw Rabobank Alkmaar e.o. Duurzaam Transparant Flexibel Kwaliteit
 

Energieprestaties garanderen, hoe moeilijk is dat?

  • 1. 36 VV+ juni 2017 Steeds vaker worden afspraken gemaakt over de te ver- wachten energierekening van een pand of neemt een partij de verantwoordelijkheid voor de energierekening voor een langere periode over. Daarbij is het belangrijk een zo betrouwbaar mogelijke voorspelling te kunnen doen over het energiegebruik van het betreffende gebouw. Een lastig thema omdat de praktijk leert dat er nog vaak een ‘gat’ zit tussen de prognose en het uiteindelijke energiegebruik [1]. In het tki-project Treco-office (www.tki-energo.nl/treco-office) wordt onderzoek gedaan naar achterliggende oorzaken hiervan. Het verschil tussen prognose en de werkelijkheid heeft vooral te maken met onbekende invloedsfactoren, zoals gebouwgebruik, gebruikersgedrag, werkelijk gebruik van de installatie en het buitenklimaat. De vraag is dan ook: hoe nauwkeurig kunnen we het energiegebruik uitrekenen als we die onbekende factoren weten door monitoring? dwa heeft in een van de casestudies binnen Treco-office simulaties en monitoring met elkaar gecombineerd. Samengevat is daar het volgende mee bereikt: • We hebben inzicht gekregen in de impact van de onbe- kende invloedsfactoren en hoe daarmee in de praktijk mee om te gaan. • We hebben inzicht gekregen in de nauwkeurigheid die we in de praktijk met gebouwsimulaties kunnen bereiken. • Het simulatiemodel kan worden toegepast om afwijkend gedrag op te sporen en de installatie bij te sturen. Uurlijkse simulaties Een vernieuwende stap hierbij is het gebruik van uurlijkse dynamische simulaties op gebouwniveau. De energievraag op gebouwniveau werd in het verleden vaak bepaald op basis van kengetallen of op basis van de epc-berekening. Kengetallen zijn echter onvoldoende om recht te doen aan de onbekende invloedsfactoren en om prestatiegaranties op te baseren. De methodiek voor epc-berekeningen is in eerste instantie bedoeld als beleidsinstrument en niet als simula- tietool om het werkelijke gebruik te kunnen voorspellen en bij te kunnen sturen. Daarnaast werkt de epc-methodiek met genormeerde input, die kan afwijken van de werkelijke situatie van een specifiek gebouw. De bepaling op maand- basis van het energiegebruik biedt bovendien beperkt inzicht als je de prestaties van het gebouw wil bijsturen. Dynamische uurlijkse simulaties op gebouwniveau kunnen uit- komst bieden. Hierin worden ook meer gegevens van de regeling van de gebouwinstallaties meegenomen en er ontstaat inzicht in het resulterende thermische comfort in het gebouw. Uurlijkse dynamische simulaties werden in het verleden meestal toegepast voor het maken van zogeheten tem- peratuuroverschrijdingsberekeningen (to-berekeningen). Deze werden (en worden) uitgevoerd op vertrekniveau, vaak enkel voor de zomerperiode, en met als doel de capaciteit van de afgifte-installatie te bepalen in relatie tot het ther- misch comfort. Door de toegenomen mogelijkheden van de ENERGIEPRESTATIES GARANDEREN: HOE MOEILIJK IS DAT? Het energiegebruik van een gebouw vormt een steeds belangrijker aspect voor ontwik- kelaar, eigenaar, beheerder en gebruiker. Een goede voorspelling hiervan is dan ook voor tal van zaken cruciaal. Binnen het tki- project Treco-office heeft dwa onderzoek gedaan naar mogelijkheden om het gat tussen het geprognosticeerde en het uitein- delijke energiegebruik te dichten. Tekst: dr.ir. Zara Huijbregts en dr.ir. Kees Wisse, dwa. Fotografie: industrie ENERGIEPRESTATIES HOE MOEILIJK IS DAT? Warmte- en koudevraag Dit artikel gaat specifiek in op de resultaten voor de warmte- en koudevraag van het gebouw. Resultaten met betrekking tot de totale energiekosten en het opsporen van afwijkend gedrag van de installatie worden behandeld in een separate publicatie in het volgende nummer van vv+. integraal VV04 36-40.indd 36 18-05-17 10:44
  • 2. VV+ juni 2017 37 EEN VERNIEUWENDE STAP IS HET GEBRUIK VAN UURLIJKSE DYNAMISCHE SIMULATIES OP GEBOUWNIVEAU simulatiesoftware is het nu ook mogelijk deze simulaties op gebouwniveau uit te voeren voor een heel jaar. Het energie- gebruik van het gebouw volgt dan ook uit de simulaties. Binnen Treco-office is gezocht naar een nauwkeurige bepaling van het energiegebruik op basis van uurlijkse dynamische simulaties. De casus betreft een kantoor- gebouw met warmtepompen, piekketels en energieopslag en dat wordt geconditioneerd door luchtbehandelings- kasten en vloerwarming/-koeling. De belangrijkste vragen in dit onderzoek waren: • Hoe nauwkeurig kan het energiegebruik in het kan- toorgebouw worden bepaald met behulp van uurlijkse simulaties? • Welke parameters hebben de grootste invloed op ver- schillen tussen het gemeten en gesimuleerde verbruik? De thema’s hierbij zijn: gebruikersgedrag, gebruik van verlichting, apparatuur en de gebouwinstallatie, het lokale buitenklimaat en het binnenklimaat. Als methode is gebruikgemaakt van monitoring van het gemeten energiegebruik en het gedrag van de installatie, dit in combinatie met een variantenstudie met behulp van de genoemde uurlijkse simulaties. Hiervoor is gebruikge- maakt van het gebouwsimulatieprogramma Vabi Elements. Monitoring Het energiegebruik en de installatie in het kantoorgebouw worden continu in de gaten gehouden. Simaxx verzamelt elk uur gegevens over de cv- en gkw-netten en het klimaat in verschillende kantoorvertrekken. Ook wordt het elek- traverbruik geregistreerd. Wanneer de metingen over een voldoende lange periode worden geanalyseerd, zodanig dat er voldoende spreiding aan buitentemperaturen is, geven de data inzicht in stooklijnen voor verwarming en koeling (aanvoertemperatuur uitgezet tegen buitentempe- ratuur). Verder ontstaat er inzicht in geleverde vermogens en gebruikstijden van de verschillende installatiecompo- nenten. Voor een optimaal gebouwsimulatiemodel zijn deze data van groot belang. Het werkelijke buitenklimaat In de berekening van de epc-waarde of het aantal tempe- ratuursoverschrijdingsuren (to-uren) worden de referentie- klimaatjaren conform nen 5060 als norm gehanteerd. De nen 5060-klimaatjaren zijn samengesteld uit historische weer- gegevens, gemeten in De Bilt, om een gemiddeld jaar (voor energieberekeningen) of extremer scenario met hitte- en koudegolven (voor comfortberekeningen) te representeren. 1. Geometrie van het kantoorgebouw in Vabi Elements. VV04 36-40.indd 37 18-05-17 10:44
  • 3. 38 VV+ juni 2017 integraal Wanneer we, per uur of per dag, gesimuleerde data vergelijken met gemeten data zijn deze klimaatjaren niet bruikbaar: hiervoor is het werkelijke buitenklimaat op de gebouwlocatie vereist. Klimaatbestanden voor het wer- kelijke buitenklimaat kunnen worden samengesteld uit metingen van de buitentemperatuur en zoninstraling bij het gebouw. In dit geval zijn de datasets van het meest nabij gelegen knmi-weerstation gebruikt. Variantenstudie De simulaties zijn uitgevoerd met de module Gebouwsi- mulatie van Vabi Elements 3.0. Na het invoeren van de gebouwgeometrie in het systeem (figuur 1) is gestart met een variantenstudie. De eerste berekende variant, de ‘out- of-the-blue’-berekening, is opgezet op basis van inputge- gevens uit de epc-berekening en standaardwaardes voor gebouwbezetting. ‘Out-of-the-blue’ houdt in dat er geen verdere kennis is van het werkelijke verbruik, zodat er niet naar het antwoord wordt toegerekend. In de daaropvolgende varianten worden de uitgangspunten verfijnd op basis van monitoringdata van het energiegebruik en de installatie. Op deze manier kan voor elke variant worden beoordeeld hoe goed de voor- spelling van het simulatiemodel overeenkomt met gemeten waarden en welke invloed bepaalde parameters hebben op verschillen tussen het gemeten en gesimuleerde verbruik. Omdat kennis over het exacte gebruik van alle ruimtes in het kantoorgebouw ontbrak, zijn voor de gebouwbezetting, interne warmtelasten en het ventilatiedebiet uitgemiddelde waardes gehanteerd over de gehele gebruiksoppervlakte van het gebouw. In enkele varianten is gerekend met interne warmtelasten voor verlichting en apparatuur, afgeleid uit het gemeten elektraverbruik. Het verbruik van verlichting en apparatuur is hierbij berekend door het totale elektraver- bruik te verminderen met een schatting van het elektraver- bruik voor tapwaterverwarming en liften. De varianten onderzoeken de invloed van de volgende parameters: • gebruikersgedrag, onderverdeeld in: - interne warmtelasten voor personen; - interne warmtelasten voor verlichting en apparatuur. • capaciteit van het afgiftesysteem voor verwarming en koeling; • glasoppervlakte; • regelstrategie voor wel of niet gelijktijdig verwarmen en koelen; • ventilatiedebiet. Resultaten Elke variant is doorgerekend voor een periode van één jaar, overeenkomstig met de meetperiode. Het gaat te ver om alle onderzochte varianten gedetailleerd te bespreken, daarom beperken we ons tot de belangrijkste bevindingen uit de variantenstudie en de resultaten van de geoptimali- seerde variant. De resultaten van de variantenstudie geven aan dat een kleine aanpassing van het ventilatiedebiet of het glasop- pervlak het energiegebruik in het kantoorgebouw nau- 2. Het gemeten energiegebruik voor verwarming en koeling per dag, uitgezet tegen de buitentemperatuur. Dit energiegebruik is de optelsom van het energiegebruik voor vloerverwarming en -koeling en het energiegebruik voor luchtverwarming en -koeling door de luchtbehandelingskast. 3. Gesimuleerd dagelijks energiegebruik voor verwarming en koeling (gekalibreerde model). MET HET GEKALIBREERDE SIMULATIEMODEL IS EEN STAP VOORUIT GEMAAKT IN HET NAUWKEURIG VOORSPELLEN VAN HET ENERGIEGEBRUIK VAN EEN KANTOORPAND VV04 36-40.indd 38 18-05-17 10:44
  • 4. VV+ juni 2017 39 welijks beïnvloedt. Gebruikersgedrag en gebouwgebruik daarentegen hebben een grote invloed op het voorspelde energiegebruik. Hiervoor zijn drie redenen: • Het aantal gebruikers correspondeert met de interne warmtelast voor personen; • Gebruikers kunnen door middel van de thermostaat in elke kantoorruimte de temperatuurinstelling van de vloerverwarming/-koeling bijstellen. Het simulatiemodel neemt deze variabele setpoints niet mee, maar maakt ook hier gebruik van uitgemiddelde waardes; • De interne warmtelasten voor verlichting en apparatuur zijn gerelateerd aan het aantal gebruikers. Om zicht te krijgen op de werkelijke energieprestatie van panden is het zaak om (vooral) deze parameters goed in beeld te krijgen (figuur 2 en 3). Bij het vooraf garanderen van energieprestaties is het dan ook van groot belang om deze parameters nauwkeurig in te schatten. Data van vergelijkbare panden kunnen hierbij een grote rol spelen. Tijdens de gebruiksfase kunnen deze parameters worden gemeten. Het simulatiemodel wordt dan gekalibreerd met de actuele uitgangspunten, waardoor het model ook kan worden gebruikt om de energieprestatie bij te sturen. Alhoewel er sprake is van simulaties op uurlijkse basis, wordt een vergelijking gegeven op 24-uursbasis. Dit om de dynamiek van de inschakeling van componenten uit te middelen. Wat nauwkeurigheid betreft, is een aantal aspecten gesignaleerd, waarvan hier de samenvatting wordt gegeven. Aanpassingen van de temperatuurinstel- lingen door gebruikers zorgen voor een verhoging van het koudeverbruik bij lage buitentemperaturen (< 10 °C) in de metingen ten opzichte van de simulatie. Daarnaast is de warmtevraag bij hogere buitentemperaturen (> 15 °C) in de metingen lager ten opzichte van de simulatie. Om het gemeten en gesimuleerde gebruik goed te kunnen vergelijken is gebruikgemaakt van ‘calibration signatures’ [2]. De calibration signature geeft de verhouding van het verschil tussen het gesimuleerde en gemeten energiege- bruik voor verwarming of koeling (in GJ per dag) gedeeld door het maximale gemeten energiegebruik tijdens de meetperiode: Calibration signature = -(gesimuleerd energiegebruik - gemeten energiegebruik) maximaal gemeten energiegebruik] x 100 % [%] Een positieve waarde voor de calibration signature betekent dat het gesimuleerde gebruik lager is dan het gemeten gebruik, terwijl bij een negatieve waarde voor de cali- bration signature het gesimuleerde gebruik hoger is dan het gemeten gebruik. Opvallend bij de vergelijking tussen het voorspelde energiegebruik door het geoptimaliseerde model en het gemeten energiegebruik is dat de grootste afwijkingen tussen simulaties en metingen voorkomen op weekenddagen (zaterdag en zondag). Dit is zichtbaar wanneer de calibration signatures worden bepaald voor werkdagen (figuur 4) en weekenden (figuur 5). Deze afwijking wordt veroorzaakt door suboptimale instellingen van setpoints voor verwarming en koeling, waarbij regelin- stellingen zodanig zijn dat het gebouw wordt afgekoeld voor het weekend. Omdat de luchtbehandelingskast uit staat tijdens weekenden, is de afwijking meetbaar in het verbruik van de vloerverwarming en -koeling. 4. ‘Calibration signature’ voor verwarming en koeling; alleen werk- dagen (maandag tot en met vrijdag). 5. ‘Calibration signature’ voor verwarming en koeling; alleen week- enden (zaterdag en zondag). 6. Vergelijking tussen het jaarlijks gemeten en gesimuleerde warmte- en koudeverbruik. VV04 36-40.indd 39 18-05-17 10:44
  • 5. 40 VV+ juni 2017 integraal De vergelijking tussen het gemeten en gesimuleerde jaarlijkse energiegebruik (figuur 6) duidt aan dat, over de gehele meetperiode, het geoptimaliseerde gebouwsimula- tiemodel het jaarlijkse warmteverbruik 14,9 procent lager voorspelt dan het gemeten warmteverbruik. Het jaarlijkse koudeverbruik wordt 3,5 procent hoger voorspeld dan het gemeten koudeverbruik. Wanneer het gemeten en gesimu- leerde energiegebruik op werkdagen wordt vergeleken is het gesimuleerde gebruik 1,5 procent lager voor warmte en 5,1 procent lager voor koude. Thermisch comfort Met het gekalibreerde simulatiemodel is een stap vooruit gemaakt in het nauwkeurig voorspellen van het energiege- bruik van een kantoorpand. Maar is dit model ook in staat om het binnenklimaat op een juiste manier te voorspellen? Om een goede vergelijking op te stellen tussen het gemeten en gesimuleerde thermisch comfort is voor zowel uit de metingen als uit de simulaties een gemiddelde tempera- tuurprofiel afgeleid (figuur 7). Dit profiel toont voor elk uur van de dag de temperatuur op dat uur, gemiddeld over de hele meetperiode. De vergelijking laat zien dat de gemid- delde gesimuleerde temperatuur goed overeenkomt met de gemiddelde gemeten binnentemperatuur. Tijdens de middag is de maximale afwijking tussen metingen en simu- laties 0,5 °C; ’s nachts is het verschil niet hoger dan 0,2 °C. Conclusies Het blijkt inderdaad mogelijk om het gat tussen simulaties en werkelijkheid te dichten tot marges die voor de praktijk werkbaar zijn. Hiervoor is wel kennis nodig van het wer- kelijke gebruik van een pand, het gebruik van de gebouw- installatie en het gebruikersgedrag. De moeilijkheid bij het vooraf garanderen van prestaties zit vooral in het feit dat deze factoren nog niet goed bekend zijn. De toenemende hoeveelheid data van bestaande vergelijkbare panden vormt echter een mogelijkheid om dit knelpunt het hoofd te bieden. Als een pand eenmaal in gebruik is, kunnen de verschillende aspecten worden gemonitord. Met deze data is het mogelijk gekalibreerde modellen te ontwikkelen. Hiermee komt men in de gebruiksfase van het pand zelf ook afwijkende situ- aties op het spoor. Uurlijkse simulaties bieden daarbij de mogelijkheid om gebruikersprofielen over de dag te model- leren. Tevens wordt het resulterende comfort inzichtelijk onder gebruikscondities. In vergelijking met de gangbare epc- en to-berekeningen op basis van genormeerde uit- gangspunten of ontwerpuitgangspunten, is dit een grote vooruitgang. Voor de besproken casus komen, over de gehele meetpe- riode, zowel het gesimuleerde jaarlijkse warmteverbruik en koudeverbruik als het gemiddelde temperatuurprofiel goed overeen met de metingen. Afwijkingen tussen metingen en simulaties worden veroorzaakt door suboptimale instel- lingen voor de inzet van verwarming en koeling, wisselende interne warmtelasten door de aanwezigheid van personen en bijstelling van de gewenste binnentemperatuur via de thermostaat door gebruikers. Verder is gebruikgemaakt van buitenklimaatdata van het dichtstbijzijnde knmi-station. Wanneer het gemeten en gesimuleerde energiegebruik op werkdagen wordt vergeleken is het gesimuleerde gebruik 1,5 procent lager voor warmte en 5,1 procent lager voor koude. << Referenties 1. Redactie, ‘Gat dichten tussen prognose en daadwerkelijke ener- giegebruik’, vv+, Zoetermeer, 2016. 2. Claridge D.E., ‘Building simulation for practical operational opti- mization’, In: Hensen J.L.M., Lamberts R., ‘Building performance simulation for design and operation’, Spon Press, Abingdon (uk), 2011. Dankwoord De auteurs bedanken de medewerkers van Simaxx voor het beschikbaar stellen van de meetdata en de hulp bij het analyseren van de metingen. De medewerkers van Vabi Elements worden bedankt voor hun ondersteuning bij de modelvorming en het genereren van klimaatbestanden. Tot slot een woord van dank aan de gebruiker van het pand voor de toestemming de data van het pand te gebruiken voor dit onderzoek. 7. Vergelijking tussen het gemeten en gesimuleerde gemiddelde temperatuurprofiel. VV04 36-40.indd 40 18-05-17 10:44