Ook Albert I was een echte von Seksen Coburg. In 1900 huwde hij met Elisabeth, hertogin in Beieren. Maar vooral Elisabeth was snel ontgoocheld. Ze vond Albert maar een saaie piet en de excentrieke Elisabeth schoot beter op met kunstenaars en dokters. Ook Albert ging snel vreemd. Wie waren dan de minnaressen van Albert? In de biografie over haar ouders is Marie-José wel heel duidelijk: haar vader kan bijzonder goed overweg met de bloedmooie Anna de Noailles. Anna Elisabeth Bibesco de Brancovan, Comtesse de Noailles werd te Parijs geboren op 15 november 1876. Ze was een Frans schrijfster en dichteres. Anna was als salonhoudster een bekende verschijning in de Parijse beau monde van het fin de siècle. De sympathie en appreciatie tussen Albert en Anna waren wederzijds. De vrouw had een ‘warme bewondering’ voor Albert. Anna was een jaar ouder dan de koning. En dan is er dat verhaal over Olivier Allard. In 1910 wordt hij geboren. Officieel is Olivier de zoon van Josse Allard en Marie-Antoinette Calley Saint Paul de Sinçay. De vrouw werd geboren in Angleur op 23 oktober 1881. In het boek van Louise Bricmont over prins Karel wordt gesteld dat dat Olivier een natuurlijke zoon is van Albert. Olivier lijkt erg goed op Leopold III, de oudste zoon van Albert en Elisabeth. Allard is wel kleiner en gedrongener. Vooral op latere leeftijd wordt de fysieke gelijkenis tussen beide mannen treffend. Olivier zal decennia later kennismaken met prins Karel, zijn halfbroer. Zeker is dat Albert een boontje heeft voor Clara Clairbert. De vrouw werd in Brussel geboren op 21 februari 1899 als Claire Impens. Ze maakt carrière als zangeres. Clairbert treedt ook op onder de naam Clary Any. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was ze zowaar secretaresse van minister Carton de Wiart, de broer van Edmond. Auteur Leo Van Audenhaege: ‘Bij de uitverkoren dames stond de soprano van de “Munt” Clara Clairbert aan de top. Albert, zo wisten watchers te vertellen, reed per motorfiets naar huize Clairbert toe, onherkenbaar in zijn lederen sportkledij met helm.’ Albert is in de jaren twintig en dertig ook vaak in de buurt van Ath. Vooral de bewoonster van het kasteel van Maffle(s) interesseert hem. Over dat kasteel in de buurt van Ath wordt verteld dat er seksfeestjes plaatsvinden. Dat verhaal wordt decennia later nog eens verteld over het kasteel van Arbre. Dan zou de feestganger prins Albert zijn, de latere koning Albert II. ‘Zo doen in elke Belgische regio misschien wel verhalen de ronde van zogezegd amoureuze vorstelijke visites’, stelt auteur Noterman. Nagenoeg zeker is dat Albert de vader is van Paul Paelinck, de latere leraar Nederlands van Boudewijn. Albert is ook de vader van Antoine (ook: Antoon) Spinoy. Hij werd geboren in Mechelen in 1906. Spinoy werd de eerste socialist die minister van Defensie werd. Op hem kon men vertrouwen omdat hij een natuurlijke zoon van de koning was. Spinoy stierf in 1967 in Hasselt. Auteur Leo Van Audenhaeghe: ‘Ov