Werk maken van de morele competentie - Werk in uitvoeringJurgen Marechal
Werk in uitvoering
De commissie identiteit van het Dr.-Knippenbergcollege heeft het stuk “Zingeving en goed onderwijs – Samen goed op weg”, van de werkgroep identiteit (OMO) , als uitgangspunt genomen om tot concrete handvatten te komen, met betrekking tot zichtbaar moreel gedrag en de hierbij behorende professionele (zelf)reflectie en communicatie .
De zichtbaarheid van de identiteit wordt bewust gelegd bij het getoonde gedrag en de onderlinge verantwoording hierover. De werkgroep identiteit van OMO gaat er vanuit dat het gedrag door diverse bronnen geïnspireerd mag zijn, als dat gedrag bijdraagt aan ‘goed onderwijs’, ‘een goed mens’ en ‘goed leven’. Goed onderwijs is niet alleen leerlingen voorbereiden op het eindexamen, maar is ook vormend levensbeschouwelijk onderwijs. De vraag mag gesteld worden wat je als docent (personeelslid), naast je vakkennis, bijdraagt aan de volwassenwording van leerlingen in moreel perspectief. De school, daar gaat de werkgroep identiteit (OMO) namelijk van uit, is een wegwijzer naar een humane samenleving: in hoeverre werk jij als professional de leerling, en daarmee de samenleving, hierin tegemoet?
De centrale vraag van de werkgroep identiteit (OMO) is: Hoe komen we met elkaar betekenisvol in gesprek over dieperliggende opvattingen over ‘goed onderwijs’? Niet iedereen gaat uit van traditioneel gedeelde visies. Hoe kunnen we met andere woorden identiteit een proces laten zijn van luisteren, in gesprek zijn en verstaan?
De commissie identiteit van het Dr.-Knippenbergcollege te Helmond wil een model aanbieden om concreet werk te maken van de morele competentie binnen het onderwijs. Een instrument om vanuit ieders individuele principes of bronnen in gesprek te geraken over goed onderwijs en om te zoeken naar gemeenschappelijke doelen die ons kunnen verbinden. We focussen ons op getoond gedrag: hoe laten we zelf zien wat een goed mens is en hoe we goed leven vorm geven?
Opvattingen over ‘een goed mens’ en ‘goed leven’ kunnen en mogen verschillen en vanuit diverse bronnen komen. Een doorgaande gedachte-wisseling zal nodig blijven. We zijn, volgens de werkgroep identiteit (OMO) op koers als uit ons gedrag blijkt dat we werk maken van een goed mens en goed leven.
Drs. J.L.C. Marechal
Prisma Co-Teaching: de leraar als scharnierpunt - White paper door Dian Fluijtuitgeverijacco
Alle leerlingen hebben recht op goed onderwijs dat is afgestemd op hun onderwijsbehoeften. De Rechten van het Kind, de Salamanca Statement en de Canon voor Wereldburgerschap getuigen daarvan. De uitvoering naar een weerbarstige praktijk van nu is een heel ander verhaal. Nog spannender wordt het als je deze uitdaging verbindt met een visie op onderwijs van morgen, waarin ontwikkelingskansen van leerlingen centraal staan, leraren lerende professionals zijn en schoolorganisaties zich aanpassen aan wat leerlingen en leraren echt nodig hebben.
Het boek Prisma Co-Teaching biedt een passend antwoord op toenemende diversiteit in de klas voor leraren en leerlingen in primair en voortgezet onderwijs. Het is een inspirerende
toekomstvisie op onderwijs en maatschappij gecombineerd met de praktijk.
Prisma Co-Teaching is een effectieve werkwijze die tegemoet komt aan het omgaan met een toenemende diversiteit in klassen en scholen. Meerdere onderwijsprofessionals nemen hierbij gezamenlijk de verantwoording voor een groep leerlingen en geven op gestructureerde wijze onderwijs op basis van evidence-based instructie- en ontwikkelstrategieën. Het principe hierbij is ‘back to basic’: alle beschikbare inzet van mensen en middelen wordt in de klas ingezet.
www.acco.be
Inkijkje in het curriculum 2015 van HZpabo. Deze presentatie is onderdeel van de studiedag 'Netwerk samen opleiden', met opleidingsmentoren van samenwerkende schoolbesturen.
Hoe positief omgaan met diversiteit in het onderwijsStudio Globo vzw
Presentatie van Danny Wildemeersch op de studiedag 'Klassen zonder grenzen. Positief omgaan met klasuitwisselingen', 29 februari 2012. Organisatie: Studio Globo
Werk maken van de morele competentie - Werk in uitvoeringJurgen Marechal
Werk in uitvoering
De commissie identiteit van het Dr.-Knippenbergcollege heeft het stuk “Zingeving en goed onderwijs – Samen goed op weg”, van de werkgroep identiteit (OMO) , als uitgangspunt genomen om tot concrete handvatten te komen, met betrekking tot zichtbaar moreel gedrag en de hierbij behorende professionele (zelf)reflectie en communicatie .
De zichtbaarheid van de identiteit wordt bewust gelegd bij het getoonde gedrag en de onderlinge verantwoording hierover. De werkgroep identiteit van OMO gaat er vanuit dat het gedrag door diverse bronnen geïnspireerd mag zijn, als dat gedrag bijdraagt aan ‘goed onderwijs’, ‘een goed mens’ en ‘goed leven’. Goed onderwijs is niet alleen leerlingen voorbereiden op het eindexamen, maar is ook vormend levensbeschouwelijk onderwijs. De vraag mag gesteld worden wat je als docent (personeelslid), naast je vakkennis, bijdraagt aan de volwassenwording van leerlingen in moreel perspectief. De school, daar gaat de werkgroep identiteit (OMO) namelijk van uit, is een wegwijzer naar een humane samenleving: in hoeverre werk jij als professional de leerling, en daarmee de samenleving, hierin tegemoet?
De centrale vraag van de werkgroep identiteit (OMO) is: Hoe komen we met elkaar betekenisvol in gesprek over dieperliggende opvattingen over ‘goed onderwijs’? Niet iedereen gaat uit van traditioneel gedeelde visies. Hoe kunnen we met andere woorden identiteit een proces laten zijn van luisteren, in gesprek zijn en verstaan?
De commissie identiteit van het Dr.-Knippenbergcollege te Helmond wil een model aanbieden om concreet werk te maken van de morele competentie binnen het onderwijs. Een instrument om vanuit ieders individuele principes of bronnen in gesprek te geraken over goed onderwijs en om te zoeken naar gemeenschappelijke doelen die ons kunnen verbinden. We focussen ons op getoond gedrag: hoe laten we zelf zien wat een goed mens is en hoe we goed leven vorm geven?
Opvattingen over ‘een goed mens’ en ‘goed leven’ kunnen en mogen verschillen en vanuit diverse bronnen komen. Een doorgaande gedachte-wisseling zal nodig blijven. We zijn, volgens de werkgroep identiteit (OMO) op koers als uit ons gedrag blijkt dat we werk maken van een goed mens en goed leven.
Drs. J.L.C. Marechal
Prisma Co-Teaching: de leraar als scharnierpunt - White paper door Dian Fluijtuitgeverijacco
Alle leerlingen hebben recht op goed onderwijs dat is afgestemd op hun onderwijsbehoeften. De Rechten van het Kind, de Salamanca Statement en de Canon voor Wereldburgerschap getuigen daarvan. De uitvoering naar een weerbarstige praktijk van nu is een heel ander verhaal. Nog spannender wordt het als je deze uitdaging verbindt met een visie op onderwijs van morgen, waarin ontwikkelingskansen van leerlingen centraal staan, leraren lerende professionals zijn en schoolorganisaties zich aanpassen aan wat leerlingen en leraren echt nodig hebben.
Het boek Prisma Co-Teaching biedt een passend antwoord op toenemende diversiteit in de klas voor leraren en leerlingen in primair en voortgezet onderwijs. Het is een inspirerende
toekomstvisie op onderwijs en maatschappij gecombineerd met de praktijk.
Prisma Co-Teaching is een effectieve werkwijze die tegemoet komt aan het omgaan met een toenemende diversiteit in klassen en scholen. Meerdere onderwijsprofessionals nemen hierbij gezamenlijk de verantwoording voor een groep leerlingen en geven op gestructureerde wijze onderwijs op basis van evidence-based instructie- en ontwikkelstrategieën. Het principe hierbij is ‘back to basic’: alle beschikbare inzet van mensen en middelen wordt in de klas ingezet.
www.acco.be
Inkijkje in het curriculum 2015 van HZpabo. Deze presentatie is onderdeel van de studiedag 'Netwerk samen opleiden', met opleidingsmentoren van samenwerkende schoolbesturen.
Hoe positief omgaan met diversiteit in het onderwijsStudio Globo vzw
Presentatie van Danny Wildemeersch op de studiedag 'Klassen zonder grenzen. Positief omgaan met klasuitwisselingen', 29 februari 2012. Organisatie: Studio Globo
Vandamme De leraar en zijn identiteit VELON VELOV 2015 becommentarieerde pres...Deep Evolvement Institute
Vandamme: de geleverde presentatie aangevuld met kernachtige commentaar.
Leraren bewegen zich binnen meerdere subidentiteiten, zij zijn docent, beoordelaar, begeleider en brengen daarnaast zichzelf in. Zowel hun persoonlijke identiteit als hun beroepsidentiteit beïnvloeden de wijze waarop zij hun praktijk vormgeven. In introduceer graag een nieuw vakgebied binnen lerarenopleidingen: de identiteitsontwikkeling van de leraar. Met als slogan: meer aandacht en gesprek over hoe leraren hun beroepsidentiteit construeren; meer hulp bij student leraren en startende leraren voor 'Bildung' - hoe ze zichzelf vorm geven doorheen het aangaan van een beroep.
Onderwijs als een avontuurlijke reis. Hoe geef je ruim baan aan verwondering,...Frederik Smit
In het onderwijs gaat het niet alleen om het effectief vullen van een emmer met kennis, maar ook om te focussen op persoonsvorming. Waarom maken we van het onderwijs geen avontuurlijke reis waarvan de bestemming niet vooraf exact vastligt? Besteed op basisscholen meer aandacht aan vakgebieden als filosofie, bewegingsonderwijs en
culturele vorming. Maar is dit wel haalbaar gezien de toch al volle onderwijsprogramma’s met een sterk accent op de kernvakken taal en rekenen?
Vragend veranderen in het onderwijs - Claire Boonstra - april 2016Claire Boonstra
Slides als achtergrond van de presentatie over Vragend Veranderen in het onderwijs door Claire Boonstra - verkennen van het leren van morgen, bevragen van het onderwijs van vandaag. Waarom doen we het zo in het onderwijs? Wat is het doel van onderwijs als we steeds langer leven in een samenleving die razendsnel verandert?
Versie: april 2016
Vandamme De leraar en zijn identiteit VELON VELOV 2015 becommentarieerde pres...Deep Evolvement Institute
Vandamme: de geleverde presentatie aangevuld met kernachtige commentaar.
Leraren bewegen zich binnen meerdere subidentiteiten, zij zijn docent, beoordelaar, begeleider en brengen daarnaast zichzelf in. Zowel hun persoonlijke identiteit als hun beroepsidentiteit beïnvloeden de wijze waarop zij hun praktijk vormgeven. In introduceer graag een nieuw vakgebied binnen lerarenopleidingen: de identiteitsontwikkeling van de leraar. Met als slogan: meer aandacht en gesprek over hoe leraren hun beroepsidentiteit construeren; meer hulp bij student leraren en startende leraren voor 'Bildung' - hoe ze zichzelf vorm geven doorheen het aangaan van een beroep.
Onderwijs als een avontuurlijke reis. Hoe geef je ruim baan aan verwondering,...Frederik Smit
In het onderwijs gaat het niet alleen om het effectief vullen van een emmer met kennis, maar ook om te focussen op persoonsvorming. Waarom maken we van het onderwijs geen avontuurlijke reis waarvan de bestemming niet vooraf exact vastligt? Besteed op basisscholen meer aandacht aan vakgebieden als filosofie, bewegingsonderwijs en
culturele vorming. Maar is dit wel haalbaar gezien de toch al volle onderwijsprogramma’s met een sterk accent op de kernvakken taal en rekenen?
Vragend veranderen in het onderwijs - Claire Boonstra - april 2016Claire Boonstra
Slides als achtergrond van de presentatie over Vragend Veranderen in het onderwijs door Claire Boonstra - verkennen van het leren van morgen, bevragen van het onderwijs van vandaag. Waarom doen we het zo in het onderwijs? Wat is het doel van onderwijs als we steeds langer leven in een samenleving die razendsnel verandert?
Versie: april 2016
4. “In the varied topography of professional practice, there
is a high, hard ground overlooking a swamp. On the
high ground, manageable problems lend themselves
to solution through the application of research-based
theory and technique. In the swampy lowland,
messy, confusing problems defy technical solution. ….
Shall he remain on the high ground where he can
solve relatively unimportant problems according to
prevailing standards of rigor, or shall he descend to
the swamp of important problems and nonrigorous
inquiry?”
Donald A. Schön, Educating the Reflective Practitioner, 1987, blz 3.
5. De 5 modules van de cursus
• De ab-er binnen de organisatie
• De ab-er en veranderingsprocessen
• De ab-er als professionele hulpverlener
• De ab-er in verschillende rollen
• De ab-er als coach
6. De 5 modules
In een onderling verband….
De 5 modules in een onderling verband
7. De ab-er binnen organisaties
De ab-er als professionele
hulpverlener
De ab-er in verschillende rollen
De ab-er en veranderingsprocessen
De ab-er als coach
8. “When we have learned how to do something,
we can execute smooth sequences of activity,
recognition, decision, and adjustment without
having, as we say, to ‘think about it’.
Spontaneous knowing-in-action usually gets us
through the day “.
Donald A. Schön, Educating the Reflective Practitioner, 1987, blz. 26.
10. AB binnen de organisatie,
enige punten:
• Beleidsnota’s van de overheid
• Ontwikkelingen op regionaal en landelijk niveau
voor de Waterlelie
• Management op schoolniveau
• Instrumenten om de “kwaliteit” van een
organisatie te meten
• Het beschrijven van aanbevelingen voor
verdere ontwikkeling van een organisatie
11. In 1994 heeft Nederland zich met 92 andere
landen en 25 internationale organisaties in het
“Salamanca Statement” uitgesproken voor de
noodzaak van onderwijs aan alle leerlingen,
dus ook gehandicapte kinderen, binnen het
regulier onderwijs. “Education for All” oftewel
inclusief onderwijs genoemd.
12. “Experience in many countries demonstrates
that the integration of children and youth with
special educational needs is best achieved
within inclusive schools that serve all children
within a community. It is within this context that
those with special educational needs can
achieve the fullest progress and social
integration”
World conference of special needs (1994): The Salamanca Statement Spain 7-10 June, 1994.
13. Een andere manier van denken over leren en
onderwijzen doet langzaam zijn intrede in het
onderwijs en maatschappij.
Een wijze van denken die uitgaat van de
mogelijkheden en de kwaliteiten van de totale
mens en niet uitgaat van gebreken.
Niet de leesstof maar de leerling staat centraal.
15. Welke weg gaan wij feitelijk kiezen?
De “two-track approach” wordt langzaam ingeruild
voor een “multi-track approach” om ………… uit te
komen bij een “one-track approach”….?
“assignment of children to special schools on a
permanent basis should be an exception”
World conference of special needs (1994): The Salamanca Statement Spain 7-10 June, 1994.
16. AB en veranderingsprocessen,
enkele punten:
• Het spel van de veranderingen
• De hoeden van Bono
• Kernkwaliteiten: kwaliteiten, valkuilen,
allergieën en uitdagingen
• Competenties
• Weerstand & Tegenstand
18. “… the self is a crucial element in the way
teachers themselves construe the nature of
their job. In turn, this directs attention to
theoretical formulations of the self, a
hypothetical construct which has been explored
by, among others, poets, philosophers,
psychologists, social psychologists and
sociologists “”.
19. Het Ministerie van Onderwijs heeft de
bekwaamheidseisen van de leraar in een soort 7 traps
model geformuleerd:
o interpersoonlijke competentie,
o pedagogische competentie,
o vakinhoudelijke en didactische competentie,
o organisatorische competentie,
o competentie gericht op samenwerken met collega’s
o competentie in het samenwerken met de omgeving
o de competentie op zelfreflectie.
www.lerarenweb.nl
21. “Reflection is an essential step in the lifelong process
of learning from our personal and professional
experiences. In order to understand an everyday
experience, we reflect, silently or audibly, deeply or
momentarily. Reflection is particularly valued in the
context of a professional life, because of its potential
to enhance learning while we are in the midst of
professional practice”.
J.Stapleton Watson & S. Wilcox, Reading for understanding: Methods of Reflecting on Practice, Reflective Practice, 1, 2000, blz. 57.
23. Ik wil poëtisch fietsen
met mijn handen
los van het stuur
Poëtisch !
Scheepmaker, nico, poëtisch fietsen, 1955, de windroos
24. AB als professionele hulpverlener,
enige punten:
• Tijdmanagement
• Netwerken
• Autonomie
25. Met betrekking tot autonomie:
“Een autonome keuze is altijd een geïnformeerde
keuze. De mate van geïnformeerdheid bepaalt mede
de mate waarin wij kunnen spreken van een
autonome keuze. Zelfbeschikking vraagt immers om
adequate informatie op grond waarvan iemand kan
‘beschikken’ wat hij of zij wil, wenst, weigert, opteert
etc. …”
Ethiek in Praktijk, T. van Willigenburg e.a
26. Dus:
De autonomie van de ambulant begeleider
staat in dienst van de autonomie van de dienst
en de collega’s en alle betrokkenen bij de
begeleiding.
27. AB in verschillende rollen,
enige punten:
Diverse beroepsrollen:
-interpersoonlijk handelen (relationeel)
-processen begeleiden (ondersteunend)
-expertise overdragen (informerend)
-vormgeven van onderneming (klantgericht)
Ondernemen op het niveau van de organisatie
Ondernemen op het persoonlijke niveau
Klantrelaties van voorbijganger tot co-therapeut
28. “… there is still limited evidence of action research which
combines both the story, the different selves of the
teacher, the action and change. Collaborative
researchers who themselves may be ideologically
committed to particular purposes and practices of
teaching, must work with the emotional and intellectual
selves of teachers who may have different beliefs,
values and practices from their own. They must learn
to listen to dissonant voices which may not always be
comfortable “.
C. Day, Working with Different Selves of Teachers: beyond comfortable collaboration, Educational Action Research, 6, 1998, blz. 272.
29. AB als coach,
enkele punten
• Supervisie
• Intervisie
• Gespreksmodellen
• Bewustwording en ervaren van de
mogelijkheden van diverse
gesprekstechnieken
30. In mijn nog korte periode dat ik als ambulant
begeleider betrokken ben bij de ondersteuning
van diverse leerlingen, ervaar ik het creëren
van een herkenningspunt en steunpunt voor
alle betrokkenen als het meest essentiële in de
gesprekken.
Hierbij en hierin kan ik gebruik maken van mijn
ervaringen op zowel pedagogisch als
didactisch gebied en trachten een gezonde
dosis relativering in te brengen.
31. ….want verder zijn ook nog renners zoals ik, die
geen druppel sprintersbloed hebben. Wij zijn de
krachtrijders, wij hebben het vermogen om 70
kilometer per uur te rijden, maar wij zijn
absoluut niet in staat om 150 meter lang 75 per
uur te rijden, en dat is precies wat een sprinter
wel kan met die dodelijke verandering van
ritme……ons werk bestaat uit het afschermen,
hem naar de kop brengen en zo goed mogelijk
gepositioneerd achterlaten ….
Horillo, pedro,vanaf mijn zadel, 2005.
32. En mochten dan alle wegen ogenschijnlijk
onbegaanbaar zijn dan….
33. …is het raadzaam om even terug te gaan
naar een punt waar het nog overzichtelijk
was
34. “Voor het ongeoefende oog zullen ego-klimmen
en onbaatzuchtig klimmen er precies hetzelfde
uitzien. Beide types klimmers plaatsen de ene
voet voor de andere. Beide ademen ze in
dezelfde mate in en uit. Beiden stoppen
wanneer ze moe zijn. Beiden gaan weer verder
na het rusten. Maar wat een verschil!
35. De ego-klimmer is als een ontregeld apparaat. Hij zet
zijn voet altijd een moment te vroeg of te laat neer. Hij
zal heel gemakkelijk een schitterende baan zonlicht
door de bomen missen. Hij loopt door terwijl de
slordigheid van zijn voetstappen aangeeft dat hij
vermoeid is….Hij is hier, maar hij is toch niet hier. Hij
verwerpt het hier, heeft er onvrede mee, hij wil
verderop op het pad zijn en zodra hij daar komt, zal hij
even ongelukkig zijn, omdat ‘dat’ dan ‘hier’ is. Waar hij
naar uitkijkt, wat hij wil, bevindt zich allemaal om hem
heen. Maar dat is niet wat hij wil omdat het om hem
heen is “.
Robert M. Pirsig, Zen en de Kunst van het Motoronderhoud, 1977, blz. 190-191.
37. De ervaring van pijn en zelfopgelegde ontbering
helpen om grip te krijgen op de materie.
Door te sporten kan de “fysieke conditie van de
moraal op peil worden gehouden…
… verworven uithoudingsvermogen in dienst
stellen van denkkracht.