SlideShare a Scribd company logo
Fysische landschappen 
van excursiegebieden 
Wereldvisie H22 e.v. (p 184 tot einde)
Kempen 
 Vlak gebied; 
 (eerder) gesloten door de vele bomenrijen en bosjes; 
 geschikt voor veeteelt en (dankzij de mest) akkerbouw.
Kempen 
Grote delen (vooral noordelijk) zijn open natuurgebied: 
de heide.
Kempen 
Ondergrond = zand  armere bodem, lage grondwatertafel 
 weiland en/of bos / natuurgebied
Kempen 
Tussen E313 en Albertkanaal: industrie (bereikbaarheid) 
Vb. verdeelcentrum Nike, met windmolens 
voor het groene imago…
Vochtig Haspengouw 
 Golvend gebied; 
 (eerder) gesloten door de bomenrijen en boomgaarden; 
 geschikt voor veeteelt en fruitteelt.
Bodem = zandleem 
(dunne leemlaag) 
met daaronder klei 
uit het Paleogeen. 
 hoge watertafel en 
veel bronnen 
Vochtig Haspengouw
Bodem = zandleem 
(dunne leemlaag) 
met daaronder klei 
uit het Paleogeen 
 hoge watertafel en 
veel bronnen 
Vochtig Haspengouw 
leem 
klei 
Veel oppervlaktewater 
Veel erosie 
Versneden landschap 
Minder vruchtbaar
 Sterk versnipperd 
landschap: 
- beekjes 
- wegen 
- kleine percelen 
Vochtig Haspengouw
Droog Haspengouw 
 Golvend gebied; 
 (eerder) open door de grote akkers; 
 geschikt voor akkerbouw (o.a. suikerbiet - Tienen).
Bodem = leem 
(dunne leemlaag) 
met daaronder 
kalk uit het Krijt. 
 Lage watertafel en 
weinig bronnen 
Droog Haspengouw
Bodem = leem 
(dunne leemlaag) 
met daaronder 
kalk uit het Krijt. 
 Lage watertafel en 
weinig bronnen 
Weinig oppervlaktewater 
Weinig erosie 
 Zachtgolvend landschap 
Vruchtbaar 
Droog Haspengouw
Weinig oppervlaktewater 
Weinig erosie, behalve 
door foute landbouw-gebruiken 
Droog Haspengouw
Condroz 
 Gebied met grotere hoogteverschillen; 
 (eerder) open op de kammen; gesloten in de valleien; 
 Op de hoogste kammen: akkerbouw, verder enkel 
weiland en onbeheerd bosgebied.
Condroz 
 Gebied met grotere hoogteverschillen; 
 (eerder) open op de kammen; gesloten in de valleien; 
 Op de hoogste kammen: akkerbouw, verder enkel 
weiland en onbeheerd bosgebied.
Condroz 
Valleien uit kalk-steen 
(O-Carboon) 
Kammen uit harde 
zandsteen (B-Devoon) 
De hoogste toppen 
hebben nog een 
ultradunne leem-laag
Kalksteen wordt ontgonnen; 
Kalksteen geeft karstverschijnselen 
zoals dolines en grotten 
Condroz
Condroz 
Duid op deze 
kaart aan: 
- de “Grotte de 
l’Abîme”: G 
- steengroeve 
Géromont: S 
- minimaal 2 
dolines: O 
- het Ourthedal 
akkers 
G 
S 
Ourthedal in zandsteen 
S 
Ourthedal in kleisteen
Condroz 
 Steengroeve: mooie kijk op de gelaagdheid
Condroz 
 Steengroeve: mooie kijk op de gelaagdheid
Ardennen - Hoge Venen 
 Gebied met grotere hoogteverschillen; hoogste van België 
 (eerder) open in de Hoge Venen; (elders = bos: gesloten); 
HV = natuurgebied; elders weiland en bosbouw
Ardennen - Hoge Venen 
Extreem vochtig gebied door 
 zeer harde ondergrond 
(Cambrium – Siluur); 
 erosie tot schiervlakte: vlak 
plateau, door Alpiene 
orogenese opnieuw opgetild 
en ingesneden; 
 scheiding tussen 
stroombekken Maas en Rijn; 
 > 500 m: stijgingsregens; 
regenval van ca. 1200 mm; 
gem. 190 regendagen + 30 
sneeuwdagen 
Sphagnum of veenmos 
houdt water vast.
Ardennen - Hoge Venen 
Lithalsa = palsa op harde 
ondergrond
Ardennen - Hoge Venen 
Spa: brongebied!
Ardennen 
kwartsiet 
 
leisteen 


More Related Content

More from RPHwetenschappen

19 endogene processen
19 endogene processen19 endogene processen
19 endogene processen
RPHwetenschappen
 
4 ontstaan en evolutie van het heelal
4 ontstaan en evolutie van het heelal4 ontstaan en evolutie van het heelal
4 ontstaan en evolutie van het heelal
RPHwetenschappen
 
7w ruimtevaart en toepassingen
7w ruimtevaart en toepassingen7w ruimtevaart en toepassingen
7w ruimtevaart en toepassingen
RPHwetenschappen
 
4w ontstaan en evolutie van het heelal
4w ontstaan en evolutie van het heelal4w ontstaan en evolutie van het heelal
4w ontstaan en evolutie van het heelal
RPHwetenschappen
 
Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens
Nw iii 3 erfelijkheid bij de mensNw iii 3 erfelijkheid bij de mens
Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens
RPHwetenschappen
 
Nw iii 2 gametogenese
Nw iii 2 gametogeneseNw iii 2 gametogenese
Nw iii 2 gametogenese
RPHwetenschappen
 
21 gesteenten
21 gesteenten21 gesteenten
21 gesteenten
RPHwetenschappen
 
25 gesteenten
25 gesteenten25 gesteenten
25 gesteenten
RPHwetenschappen
 
20 de geologische tijdschaal
20 de geologische tijdschaal20 de geologische tijdschaal
20 de geologische tijdschaal
RPHwetenschappen
 
24 de geologische tijdschaal
24 de geologische tijdschaal24 de geologische tijdschaal
24 de geologische tijdschaal
RPHwetenschappen
 
5w de aardrotatie
5w de aardrotatie5w de aardrotatie
5w de aardrotatie
RPHwetenschappen
 
5 de aardrotatie
5 de aardrotatie5 de aardrotatie
5 de aardrotatie
RPHwetenschappen
 
Nw i 5 geluid en muziek
Nw i 5 geluid en muziekNw i 5 geluid en muziek
Nw i 5 geluid en muziek
RPHwetenschappen
 
Nw i 4 elektromagnetisme
Nw i 4 elektromagnetismeNw i 4 elektromagnetisme
Nw i 4 elektromagnetisme
RPHwetenschappen
 
Nw i 2 straling
Nw i 2 stralingNw i 2 straling
Nw i 2 straling
RPHwetenschappen
 
Nw i 3 elektriciteit
Nw i 3 elektriciteitNw i 3 elektriciteit
Nw i 3 elektriciteit
RPHwetenschappen
 
Nw iii 1 variatie in voortplanting
Nw iii 1 variatie in voortplantingNw iii 1 variatie in voortplanting
Nw iii 1 variatie in voortplanting
RPHwetenschappen
 
Nw i 1 materie & energie
Nw i 1 materie & energieNw i 1 materie & energie
Nw i 1 materie & energie
RPHwetenschappen
 

More from RPHwetenschappen (20)

19 endogene processen
19 endogene processen19 endogene processen
19 endogene processen
 
6w de aardrevolutie
6w de aardrevolutie6w de aardrevolutie
6w de aardrevolutie
 
6 de aardrevolutie
6 de aardrevolutie6 de aardrevolutie
6 de aardrevolutie
 
4 ontstaan en evolutie van het heelal
4 ontstaan en evolutie van het heelal4 ontstaan en evolutie van het heelal
4 ontstaan en evolutie van het heelal
 
7w ruimtevaart en toepassingen
7w ruimtevaart en toepassingen7w ruimtevaart en toepassingen
7w ruimtevaart en toepassingen
 
4w ontstaan en evolutie van het heelal
4w ontstaan en evolutie van het heelal4w ontstaan en evolutie van het heelal
4w ontstaan en evolutie van het heelal
 
Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens
Nw iii 3 erfelijkheid bij de mensNw iii 3 erfelijkheid bij de mens
Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens
 
Nw iii 2 gametogenese
Nw iii 2 gametogeneseNw iii 2 gametogenese
Nw iii 2 gametogenese
 
21 gesteenten
21 gesteenten21 gesteenten
21 gesteenten
 
25 gesteenten
25 gesteenten25 gesteenten
25 gesteenten
 
20 de geologische tijdschaal
20 de geologische tijdschaal20 de geologische tijdschaal
20 de geologische tijdschaal
 
24 de geologische tijdschaal
24 de geologische tijdschaal24 de geologische tijdschaal
24 de geologische tijdschaal
 
5w de aardrotatie
5w de aardrotatie5w de aardrotatie
5w de aardrotatie
 
5 de aardrotatie
5 de aardrotatie5 de aardrotatie
5 de aardrotatie
 
Nw i 5 geluid en muziek
Nw i 5 geluid en muziekNw i 5 geluid en muziek
Nw i 5 geluid en muziek
 
Nw i 4 elektromagnetisme
Nw i 4 elektromagnetismeNw i 4 elektromagnetisme
Nw i 4 elektromagnetisme
 
Nw i 2 straling
Nw i 2 stralingNw i 2 straling
Nw i 2 straling
 
Nw i 3 elektriciteit
Nw i 3 elektriciteitNw i 3 elektriciteit
Nw i 3 elektriciteit
 
Nw iii 1 variatie in voortplanting
Nw iii 1 variatie in voortplantingNw iii 1 variatie in voortplanting
Nw iii 1 variatie in voortplanting
 
Nw i 1 materie & energie
Nw i 1 materie & energieNw i 1 materie & energie
Nw i 1 materie & energie
 

22 24 landschappen excursie

  • 1. Fysische landschappen van excursiegebieden Wereldvisie H22 e.v. (p 184 tot einde)
  • 2. Kempen  Vlak gebied;  (eerder) gesloten door de vele bomenrijen en bosjes;  geschikt voor veeteelt en (dankzij de mest) akkerbouw.
  • 3. Kempen Grote delen (vooral noordelijk) zijn open natuurgebied: de heide.
  • 4. Kempen Ondergrond = zand  armere bodem, lage grondwatertafel  weiland en/of bos / natuurgebied
  • 5. Kempen Tussen E313 en Albertkanaal: industrie (bereikbaarheid) Vb. verdeelcentrum Nike, met windmolens voor het groene imago…
  • 6. Vochtig Haspengouw  Golvend gebied;  (eerder) gesloten door de bomenrijen en boomgaarden;  geschikt voor veeteelt en fruitteelt.
  • 7. Bodem = zandleem (dunne leemlaag) met daaronder klei uit het Paleogeen.  hoge watertafel en veel bronnen Vochtig Haspengouw
  • 8. Bodem = zandleem (dunne leemlaag) met daaronder klei uit het Paleogeen  hoge watertafel en veel bronnen Vochtig Haspengouw leem klei Veel oppervlaktewater Veel erosie Versneden landschap Minder vruchtbaar
  • 9.  Sterk versnipperd landschap: - beekjes - wegen - kleine percelen Vochtig Haspengouw
  • 10. Droog Haspengouw  Golvend gebied;  (eerder) open door de grote akkers;  geschikt voor akkerbouw (o.a. suikerbiet - Tienen).
  • 11. Bodem = leem (dunne leemlaag) met daaronder kalk uit het Krijt.  Lage watertafel en weinig bronnen Droog Haspengouw
  • 12. Bodem = leem (dunne leemlaag) met daaronder kalk uit het Krijt.  Lage watertafel en weinig bronnen Weinig oppervlaktewater Weinig erosie  Zachtgolvend landschap Vruchtbaar Droog Haspengouw
  • 13. Weinig oppervlaktewater Weinig erosie, behalve door foute landbouw-gebruiken Droog Haspengouw
  • 14. Condroz  Gebied met grotere hoogteverschillen;  (eerder) open op de kammen; gesloten in de valleien;  Op de hoogste kammen: akkerbouw, verder enkel weiland en onbeheerd bosgebied.
  • 15. Condroz  Gebied met grotere hoogteverschillen;  (eerder) open op de kammen; gesloten in de valleien;  Op de hoogste kammen: akkerbouw, verder enkel weiland en onbeheerd bosgebied.
  • 16. Condroz Valleien uit kalk-steen (O-Carboon) Kammen uit harde zandsteen (B-Devoon) De hoogste toppen hebben nog een ultradunne leem-laag
  • 17. Kalksteen wordt ontgonnen; Kalksteen geeft karstverschijnselen zoals dolines en grotten Condroz
  • 18. Condroz Duid op deze kaart aan: - de “Grotte de l’Abîme”: G - steengroeve Géromont: S - minimaal 2 dolines: O - het Ourthedal akkers G S Ourthedal in zandsteen S Ourthedal in kleisteen
  • 19. Condroz  Steengroeve: mooie kijk op de gelaagdheid
  • 20. Condroz  Steengroeve: mooie kijk op de gelaagdheid
  • 21. Ardennen - Hoge Venen  Gebied met grotere hoogteverschillen; hoogste van België  (eerder) open in de Hoge Venen; (elders = bos: gesloten); HV = natuurgebied; elders weiland en bosbouw
  • 22. Ardennen - Hoge Venen Extreem vochtig gebied door  zeer harde ondergrond (Cambrium – Siluur);  erosie tot schiervlakte: vlak plateau, door Alpiene orogenese opnieuw opgetild en ingesneden;  scheiding tussen stroombekken Maas en Rijn;  > 500 m: stijgingsregens; regenval van ca. 1200 mm; gem. 190 regendagen + 30 sneeuwdagen Sphagnum of veenmos houdt water vast.
  • 23. Ardennen - Hoge Venen Lithalsa = palsa op harde ondergrond
  • 24. Ardennen - Hoge Venen Spa: brongebied!
  • 25. Ardennen kwartsiet  leisteen 