SlideShare a Scribd company logo
Gezondheidsvoorlichting
en gedragsverandering
                 Deel 1 van 2 : Hoofdstuk 1 t/m 6
                     Ook verkrijgbaar : Deel 2 : Hoofdstuk 7 tot en met 13




Bronvermelding:

Titel: Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering : Een planmatige
aanpak
Vijfde druk
Auteurs: J. Brug, P. van Assema en E.H.S. Lechner
Uitgever: Koninklijke Van Gorcum BV
ISBN: 9789023243366

Aantal pagina’s boek: 356
Aantal hoofdstukken boek: 13



De inhoud van dit uittreksel is met de grootste zorg samengesteld. Incidentele onjuistheden kunnen niettemin voorkomen. Je
dient niet aan te nemen dat de informatie die Students Only B.V. biedt foutloos is, hoewel Students Only B.V. dat wel
nastreeft. Dit uittreksel is voor persoonlijk gebruik en is bedoeld als wegwijzer bij het originele boek. Wij raden altijd aan
het bijbehorende studieboek erbij te kopen en dit uittreksel als naslagwerk erbij te houden. In dit uittreksel worden diverse
verwijzingen gemaakt naar het studieboek op basis waarvan dit uittreksel is gemaakt.

Dit uittreksel is een uitgave van Students Only B.V. Copyright © 2008 StudentsOnly B.V. Alle rechten voorbehouden.
De uitgever van het studieboek is op generlei wijze betrokken bij het vervaardigen van dit uittreksel. Voor vragen
kan je je wenden per email aan info@studentsonly.nl.
Inhoudsopgave

Deel 1 De theorie van planmatige gezondheidsvoorlichting
Hoofdstuk 1         Planmatige bevordering van gezond gedrag           pag. 3
Hoofdstuk 2         Analyse van volksgezondheid                        pag. 6
Hoofdstuk 3         De analyse van gedrag                              pag. 9
Hoofdstuk 4         Determinanten van gedrag                           pag. 11
Hoofdstuk 5         Interventieontwikkeling                            pag. 14
Hoofdstuk 6         Theorieën en methodieken van verandering           pag. 16




www.studentsonly.nl    Voor de beste uittreksels !                               2
Bron : Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – J. Brug, e.a.
Hoofdstuk 1             Planmatige bevordering van gezond gedrag

1.1
Gezondheidsvoorlichting: een verzamelnaam voor verschillende activiteiten die zijn gericht
op bevordering van gezond(er) gedrag bij mensen. Kenmerken: mensen veranderen op
vrijwillige basis, multidisciplinaire aanpak; enerzijds gericht op analyse van
gezondheidsproblemen binnen de samenleving (de oorzaken van bepaald gedrag worden
onderzocht), anderzijds op beïnvloeding van gedrag waarbij begrip moet zijn voor de wijze
waarop de maatschappij is gestructureerd (er wordt gewerkt aan de hand van theorieën en
modellen). Aanpak is dus planmatig.

1.2
Primaire interventie: problemen waarvan de oorzaken bekend zijn, kunnen worden
aangepakt door mensen te wijzen op risicofactoren. Hiermee wordt een bepaald
gezondheidsprobleem gericht voorkomen. Secundaire preventie/vroegtijdige opsporing:
gericht op het tijdig onderkennen van bepaalde aandoeningen, waardoor behandeling (nog)
goed mogelijk is. Dit moet gebeuren middels goede (zelf)testen.
Tertiaire preventie/zorg: na de diagnose wordt getracht de gevolgen van de ziekte/handicap
zoveel mogelijk te beperken. Naast cure gaat het hier om care.
Hoe wordt dit bereikt?
    - Voorlichting gericht op vrijwillige gedragsverandering: interventies en
        voorlichtingsprogramma’s. Het gaat om meer dan overdragen van informatie.
    - Regelgeving, sancties en controle: gezond gedrag wordt door de overheid
        afgedwongen.
    - Voorzieningen die gericht zijn op het mogelijk/makkelijker maken van gezond gedrag.
Gezondheidsbevordering: voor een effectieve aanpak van de volksgezondheid is het
belangrijk dat er een heel pakket is van maatregelen op het gebied van
voorlichting/voorzieningen/regelgeving. Frustrerend hierbij zijn de zaken die juist niet
bevorderend zijn (overheid verdient via accijns ook aan ongezond gedrag). Er spelen veel
verschillende belangen mee. GVO= gezondheidsvoorlichting en –opvoeding.

1.3
Ecologische benadering: gericht op omgevingsfactoren en sociale groepsvorming. Dit
bepaald voor een groot deel het gedrag van een individu. Educatieve benadering: gericht op
voorlichting aan individuen. Momenteel steeds meer aandacht voor ecologische benadering.
Doelgroepen voor gezondheidsvoorlichting:
Individueel niveau; lokaal niveau; groepsniveau (=interpersoonlijk); organisatieniveau en
samenlevingsniveau. (Richard, Potvin e.a. 1996.)
Aanpak gericht op al deze doelgroepen is uiteraard het meest effectief. Verschillende
doelgroepen oefenen invloed op elkaar uit.

1.4
Op basis van nieuwe inzichten is een eenvoudig model ontwikkeld voor
gezondheidsinterventies.

Zie figuur 1.1; hfst 1; blz 23; het Model voor Planmatige Gezondheidsvoorlichting en
Gedragsverandering; Kok, Schaalma en Brug.




www.studentsonly.nl    Voor de beste uittreksels !                                           3
Bron : Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – J. Brug, e.a.
In dit model zien we terug dat voorlichting een systematische aanpak vereist aan de hand van
modellen/protocollen. Er zijn vijf stappen te doorlopen binnen deze aanpak beginnend bij
analyse van het gezondheidsprobleem en eindigend bij een evaluatie van de interventie en de
gekozen aanpak + de resultaten.

1.5
Het model is vooral nuttig omdat in de praktijk belangrijke stappen vaak worden
overgeslagen. Het model geeft dus een lijstje van stappen die je af kunt lopen om te zien of er
geen essentiële onderdelen zijn weggelaten. Het gaat daarbij vooral om het stellen van de
vragen: welk probleem, welke oorzaken/determinanten, welke aanpak past daarbij? Het
maken van een juiste analyse is van groot belang. Wanneer dit niet gebeurt, bestaat de kans
dat de verschillende onderdelen binnen het model niet op elkaar aansluiten. Dit zijn valkuilen.

1.6
Vooral de eerste twee stappen van het model (analyse van het probleem en het gedrag) vragen
om aandacht: hierbij moet gewerkt worden met een heldere vraagstelling (1); er moet
literatuuronderzoek worden gedaan (2); er dient veel gebruik te worden gemaakt van
bestaande kennis en ervaring (3); er dient gebruik te worden gemaakt van wetenschappelijke
theorieën/modellen (4); aangevuld door eigen onderzoek (5); trek uit het voorgaande
conclusies ten aanzien van ontwikkeling van oplossingen en interventies (6).




www.studentsonly.nl    Voor de beste uittreksels !                                            4
Bron : Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – J. Brug, e.a.
1.7
Ethische dilemma’s van gezondheidsvoorlichting: ondanks nadruk op vrijwillige verandering
van gedrag kan het leiden tot beperking van de autonomie van individuen omdat men
gefixeerd is op het bereiken van resultaat. Dit leidt tot paternalistisch denken bij
gezondheidsvoorlichters: het medische model. Buchanan (2006) zet hier het hoger-
onderwijsmodel tegenover, waarin meer aandacht is voor autonomie. Grenzen ten aanzien van
ingrijpen in autonomie van individu zijn zeer lastig te bepalen; wanneer iemand met zijn
gedrag ook de gezondheid van anderen schaadt, moet worden ingegrepen. Of als iemand niet
meer in staat is autonoom te handelen (bij verslaving of ziekten/handicaps). Voorlichting
moet over het algemeen vooral gericht zijn op het nemen van eigen verantwoordelijkheid.




www.studentsonly.nl    Voor de beste uittreksels !                                     5
Bron : Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – J. Brug, e.a.
Hoofdstuk 2             Analyse van volksgezondheid

2.1
Bij analyse van volksgezondheid gaat het om de hele bevolking; analyse zal dus vooral
kwantitatief van aard zijn. Aantal factoren zijn bij het onderzoek van belang: tijd
(gezondheid verandert); plaats (verschillen tussen woonplaatsen, streken); sociale groepen,
leeftijdsgroepen.

Zie tabel 2.1; hfst 2; blz 35; Omschrijving van kwantitatieve mate voor de beschrijving van de
staat van de volksgezondheid; Kunst en Van Lenthe.

2.2
In Nederland is de levensverwachting gemiddeld in vergelijking met andere Europese landen.
In Nederland is de ‘ervaren gezondheid’ (hoe gezond voelt men zich?) relatief hoog. Gewone
levensverwachting: hoeveel jaar zal iemand gemiddeld leven?

Gezonde levensverwachting: hoeveel jaar zal iemand leven in goede gezondheid? Lengte en
kwaliteit van het leven zijn dus allebei van belang als indicator voor volksgezondheid.
Internationaal gezien wordt onderzoek hiernaar gemeten met de QALE (Quality Adjusted
Life Expectancy). Uit onderzoek naar QALE blijkt dat niet alleen de levensverwachting in NL
is toegenomen, ook de leeftijd waarop men ernstige beperkingen ondervindt wegens
gezondheidsproblemen komt steeds hoger te liggen. Gezonde levensverwachting neemt dus
toe. Dit heet: compressie van morbiditeit.

2.3
Doodsoorzaakspecifieke sterfecijfer: in statistieken worden de doodsoorzaken in Nederland
bijgehouden. Hieruit blijkt dat aantal sterfgevallen aan long- en borstkanker in Nederland
relatief hoog is.
Prevalentiecijfer: percentage mensen dat aan een bepaalde aandoening lijdt, maar daar niet
aan sterft.
Incidentie: aantal mensen dat in een bepaalde periode een aandoening krijgt, gemeten per
1000/100 000 inwoners, gedeeld door totale levensjaren van die inwoners.
Herstel- en overlijdenscijfers zijn daarna van belang om te weten hoeveel van deze mensen
zijn hersteld of juist overleden.

2.4
Naast deze meetinstrumenten is ook het meten van de impact van bepaalde aandoeningen op
de kwaliteit van het leven van belang: ziekte- en sterftelast.
Verloren levensjaren: leeftijd van overlijden afgezet tegen de levensverwachting. Dit kan
ook nog in verband worden gebracht met een bepaalde aandoening. Als deze aandoening
bijvoorbeeld minder zou voorkomen, zou de gemiddelde levensverwachting een x aantal jaren
stijgen.
Ziektejaren: het aantal jaren dat verloren gaat aan de ziekte, waarbij de impact op de
kwaliteit van het leven dus groot is (burden of disease). Het jaar waarin deze impact het
grootste was, krijgt een lage wegingsfactor, waarbij de waarde 1 staat voor een ‘normaal jaar’
wat betreft de kwaliteit van leven. Deze maat wordt DALY (Disability-Adjusted Life Years)
genoemd.




www.studentsonly.nl    Voor de beste uittreksels !                                            6
Bron : Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – J. Brug, e.a.
Zie tabel 2.4; hfst 2; blz 45; De tien aandoeningen met de grootste impact (gemeten in
DALY’s) op de volksgezondheid in Nederland in 2003; De Hollander e.a. 2006.

Naast persoonlijke gevolgen hebben ziekten ook financiële impact op een samenleving.
Psychiatrische aandoeningen zoals schizofrenie en depressie zijn de duurste ziekten in
Nederland.

2.5
Bij beoordeling van de volksgezondheid moet rekening worden gehouden met veranderingen
in de tijd. Deze kunnen vaak historisch verklaard worden.

Epidemiologische transitie:
   - vanaf 19e eeuw structurele stijging levensverwachting
   - sterfte aan infectieziekten neemt af, maakt plaats voor kanker, hart- en vaatziekten
      (1875-1920)
   - laatste fase (na 1970) wordt gekenmerkt door delayed degenerative diseases (=uitstel
      van sterfte naar hogere leeftijd). Deze ontwikkeling komt voort uit industrialisatie en
      stijging van de welvaart (verbeterde kwaliteit gezondheidszorg).

CBS maakt aan de hand van algemene huidige ontwikkelingen prognoses voor de toekomst.
Daarnaast zijn er projecties: aan de hand van verschillende scenario’s worden
toekomstbeelden gemaakt.

Voor doelgroepgerichtheid bij gezondheidsvoorlichting is inzicht in aandoeningen en
doodsoorzaken aan de hand van leeftijdsgroepen ook van belang. Aan de hand van
leeftijdonderzoek kan ook worden vastgesteld vanaf welke leeftijd mensen last krijgen van
bepaalde aandoeningen, ook kunnen verschillen tussen generaties opgemerkt worden. Aan de
hand van dit soort onderzoeken kan een levensloopperspectief (de manier waarop groei,
ontwikkeling en veroudering als levensfases in de gezondheid van een individu verlopen)
worden beschreven.

2.6
Grote verschillen zien we tussen verschillende groepen in de samenleving als het gaat om
gezondheid/gezonde en gewone levensverwachting. Gezondheidsvoorlichting kan als doel
hebben deze ongelijkheid te verkleinen.
Belangrijke persoonskenmerken die invloed hebben op de gezondheid:
    1. Sociaaleconomische positie: maatschappelijke status heeft grote invloed op de
       gezondheid. Het houdt onder meer in: opleidingsniveau, inkomensniveau. De laagste
       inkomensgroepen die in slechte materiële omstandigheden wonen, kennen de meeste
       gezondheidsproblemen.

       Zie tabel 2.5; hfst 2; blz 50; Opleidingsverschillen in prevalentie van verschillende
       aandoeningen; De Hollander e.a. 2003
    2. Geografie: de grootste verschillen worden waargenomen tussen buurten binnen steden
       en dorpen. Hangt samen met sociaaleconomische verschillen.
    3. Etniciteit: er is een duidelijk verband tussen etniciteit en lage sociaaleconomische
       positie.




www.studentsonly.nl    Voor de beste uittreksels !                                              7
Bron : Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – J. Brug, e.a.
2.7
Informatiebronnen voor GVO-ers als het gaat om de volksgezondheid: CBS (statistieken en
prognoses), Landelijke Studie (gegevens van huisartsen), persoons-enquetes,
ziekenhuisgegevens, ziektespecifieke registraties (voorbeeld: Kankerregistratie), websites,
rapporten/publicaties van de GGD.




www.studentsonly.nl    Voor de beste uittreksels !                                            8
Bron : Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – J. Brug, e.a.
Hoofdstuk 3             De analyse van gedrag

3.1
De vraag is in hoeverre gedrag verantwoordelijk is voor het ontstaan van een
gezondheidprobleem. Bij interventies zal dit eerst moeten worden geanalyseerd. Hoe kan een
individu door middel van gedrag een ziekte voorkomen?

Zie tabel 3.1; hfst 3; blz 56; Doelen van de analyse van gedrag; Van Lenthe, Kunst en Brug.

3.2
Risicofactoren bij het ontstaan van een gezondheidsprobleem zijn onder te verdelen in 3
groepen: Persoonskenmerken (1); leefstijl en gedrag (2); en omgevingsfactoren (3). Bij veel
voorkomende ziekten/aandoeningen in Nederland blijkt gedrag een belangrijke factor te zijn.
Risicogedragingen: roken, veel alcoholgebruik, overgewicht (te weinig bewegen). Aangezien
dit gedragingen zijn die veranderd kunnen worden, richt de Nederlandse GVO zich vooral
hierop. Onder persoonskenmerken vallen onder meer: erfelijke factoren, psychische factoren
en somatische factoren.

3.3
Epidemiologie houdt zich bezig met onderzoek naar verband tussen gezondheidsproblemen
en het gedrag van de bevolking. Causaliteit is voor GVO van groot belang. Pas als deze
bewezen is, heeft het zin om gedrag te beïnvloeden.
Causaliteit wordt duidelijk aan de hand van 6 voorwaarden:
tijdsrelatie (oorzaak moet vóór het gevolg plaatsvinden), biologische plausibiliteit (verband
moet biologisch gezien ‘logisch’ zijn), sterkte van het verband, consistentie, analogie (uit
eerder onderzoek komt naar voren dat dit verband reëel is), dosis-effectrelatie (mate van
risicogedrag moet verband houden met mate van aandoening).

Kenmerken bij ieder onderzoek epidemiologie:
   - Twee soorten onderzoeksontwerp:
   1. Experimenteel: een interventiegroep en een controlegroep (at random geselecteerd),
   waarbij de ene groep wel wordt blootgesteld aan de risicofactor en de andere groep niet.
   Daarna volgt een vergelijking.
   2. Observationeel: drie voorbeelden: prospectief cohort onderzoek (het volgen over een
   langere periode, waarbij er follow-ups zijn, van een groep mensen) (1); patiënt-controle-
   onderzoek (gevallen die een bepaalde aandoening hebben worden vergeleken met mensen
   die het niet hebben: cases versus controlepersonen) (2); dwarsdoorsnede/cross-sectional
   (vragenlijsten worden ingevuld door een willekeurige groep mensen) (3).
   Daarnaast vinden ook onderzoeken plaats die meer uitgaan van een ecologische
   benadering.
   - meetmethoden: standaard medische onderzoeksmethoden, vragenlijsten over gedrag
       (=subjectief en niet zo betrouwbaar);
   - variabelen die verstorend werken/ confounders: zogenaamde risicofactoren
       die als zodanig worden benoemd, maar die bij nader inzien geen causaliteit
       kennen. Zij kunnen ruis opleveren en bij ieder onderzoek dient men dus alert te zijn op
       het risico op confounders;
   - Externe validiteit: in hoeverre kunnen de uitkomsten worden gegeneraliseerd? Na
       ieder onderzoek bekijkt men of de resultaten doorgetrokken kunnen worden naar
       grotere groepen mensen.

www.studentsonly.nl    Voor de beste uittreksels !                                              9
Bron : Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – J. Brug, e.a.
De kwaliteit van het onderzoek en de manier waarop het is uitgevoerd, geven informatie over
de betrouwbaarheid van de uitkomst.

3.4
Verbanden tussen gedrag – gezondheidsprobleem kunnen uitgedrukt worden door middel van
de maten van associatie.

Zie tabel 3.2; hfst 3; blz 66; Maten van associatie; Van Lenthe, Kunst en Brug

De beste maat voor het GVO is de PAR, omdat deze een combinatie maakt van het RR
(relatieve risico) en de prevalentie van een risicofactor.
Correlatieanalyse/regressieanalyse: meting van de variatie in de mate waarin risicogedrag
aanwezig is, waardoor verband tussen het gedrag en het gezondheidsprobleem preciezer kan
worden onderzocht.
Correlatiecoëfficiënt: meet de sterkte van het verband (niet de grootte).
Regressiecoëfficiënt: geeft de effecten aan op het gezondheidsprobleem bij afname of
toename van de risicofactor.

3.5
Incidentie en prevalentie zijn maten voor bepaalde ziektebeelden; deze termen zijn ook van
toepassing op het meten van risicofactoren. Zo kan er gesproken worden over de incidentie of
prevalentie van overmatig alcoholgebruik. Ongezond gedrag kan verschillen als we kijken
naar de factoren: geslacht, leeftijd, sociaaleconomische positie, geografie, tijd, etniciteit.
Ongezond gedrag kent bijvoorbeeld ook een levensloopperspectief: bepaalde gedragingen
komen vaker voor in een bepaalde levensfase. Zo zijn er ook verschillen tussen de seksen.
Mensen met een lage sociaaleconomische positie leven vaker ongezond.

3.6
Drie stappen bij het vaststellen van interventiedoelen: maak verschil tussen risicofactoren
die met gedrag te maken hebben en overige risicofactoren (1); omschrijf zo nauwkeurig
mogelijk het gedrag dat zou moeten veranderen. Soms zijn er meerdere risicogedragingen te
benoemen; bepaal dan waar de prioriteit ligt aan de hand van de maten van associatie (zoals
PAR) (2); bepaal de doelgroep (3).

3.7
GVO-er kan meestal niet zelf een uitgebreid epidemiologisch onderzoek opzetten om de
causaliteit tussen gedrag en gezondheidsproblemen te onderzoeken. Er zijn wel
informatiebronnen die geraadpleegd kunnen worden: overzichten van risicofactoren
(Nationaal Kompas Volksgezondheid) ; websites met daarop de meest recente
wetenschappelijke uitkomsten.

Zie tabel 3.4; hfst 3; blz 72; Overzicht van enkele Nederlandse websites met informatie over
risicofactoren van de meest voorkomende aandoeningen; Van Lenthe, Kunst en Brug.




www.studentsonly.nl    Voor de beste uittreksels !                                          10
Bron : Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – J. Brug, e.a.
Hoofdstuk 4             Determinanten van gedrag

4.1
Wat zijn de belangrijkste factoren die het gedrag van mensen bepalen? Bij
gedragsdeterminatieanalyse is het doel om inzicht te krijgen in hoe gedragsverandering tot
stand kan komen. Je moet er achterkomen welke determinanten belangrijk zijn én welke
relatief gemakkelijk veranderbaar zijn.

4.2
Over het ontstaan van gedrag bestaan verschillende theorieën: de Klassieke en Operante
Conditioneringstheorie en de Sociaal-Cognitieve theorie. Deze gaan uit van gedrag als
reactie op een stimulus. Deze reacties vinden bewust of onbewust (niet-intentioneel) plaats.
Gedrag in het verleden (past behaviour) kan dienen als indicatie voor gedrag in de toekomst.
Ons gedrag kan daarnaast worden bepaald door: biopsychologische determinanten (genetisch
bepaald gedrag of verschillen man/vrouw). Verschil in factoren die direct of indirect invloed
uitoefenen op gedrag wordt aangeduid met de termen: proximaal (directe invloed), distaal
(meer indirect) en ultiem (indirect).

4.3
Persoonlijke en omgevingsdeterminanten staan centraal bij gezondheidsgedrag.
Persoonlijke determinanten:
    - kennis en bewustzijn: mate van zelfkennis en aan-/afwezigheid van een bewuste
       houding ten aanzien van de eigen gezondheid en het gedrag;
    - eigen-effectiviteitsverwachting of waargenomen gedragscontroles: hoe schat iemand
       zichzelf in als het gaat om gedragsverandering? (Bandura 1986) en hoe moeilijk denkt
       die persoon dat het zal zijn?;
    - gedragsintentie: in hoeverre is iemand geneigd te willen veranderen?
    - risico-inschatting: in hoeverre denkt iemand dat hij zelf echt risico loopt als het gaat
       om bepaalde ziekten/aandoeningen?
    - attitude en uitkomstverwachtingen: attitudes zijn redelijk stabiel, beliefs geven aan
       welke verwachtingen iemand heeft,
    - subjectieve norm en ervaren sociale invloed: invloed van belangrijke personen en
       omgeving; wat anderen verwachten (normative beliefs) en in hoeverre iemand daaraan
       wil voldoen (motivation to comply); modelling: nadoen van gedrag dat men ziet in de
       eigen omgeving.
    - geanticipeerde spijt en morele verplichting: mate waarin iemand schuld en spijt
       ervaart wanneer hij niet voldoet aan bepaalde wensen en verwachtingen, en
       verantwoordelijkheidsgevoel.
    - Persoonlijkheidskenmerken: iemands karakter/persoonlijkheid bepaalt in hoeverre hij
       openstaat voor veranderingen e.d. Onderscheid tussen vijf persoonlijkheidskenmerken
       (Ajzen 2005): extraversion, conscientiousness, openness to experience, agreeableness,
       neuroticism.

Omgevingsdeterminanten (basis voor de ecologische benadering): sociale omgeving,
politieke omgeving, fysieke omgeving, economische omgeving.
Sommige determinanten zijn meer direct van invloed dan anderen. Niveaus: mesoniveau
(familie/nabije omgeving; contextbepalend); microniveau (directe
omgeving waarin wordt geopereerd en alle factoren die daarbij een rol spelen); macroniveau
(niveau van politiek en samenleving, economie).

www.studentsonly.nl    Voor de beste uittreksels !                                         11
Bron : Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – J. Brug, e.a.
4.4
Determinanten staan in verband met elkaar. Er is sprake van wederzijdse beïnvloeding. Hun
relatie wordt aan de hand van verschillende modellen bestudeerd en ganalyseerd.
Sociaal-Cognitieve Theorie: verwachtingen bepalen gedrag van de mens. Er is een
dynamisch proces van beïnvloeding gaande tussen de persoon, de omgeving, en het eigen
gedrag (of: de aandoening). Verwachting komen vanuit de omgeving, maar ook vanuit de
persoon zelf (self-efficacy)

Zie figuur 4.1; hfst 4; blz 91; Wederzijds determinisme; Bandura

Mensen gedragen zich aan de hand van wederzijdse verwachtingen en beïnvloeding, maar ook
via modelling: kopiëren van gedrag van anderen of lering daaruit trekken. Voorts stelt een
mens zichzelf ook doelen, waarbij hij eigen strategieën ontwikkelt (self-control).

Theorie van Gepland Gedrag: gedrag valt te voorspellen aan de hand van gedragsintentie.
Ook hierbij spelen eigen intenties/opvattingen en die van anderen een doorslaggevende rol.

Zie figuur 4.2; hfst 4; blz 92; Theorie van Gepland Gedrag; Ajzen

Na de intentie vindt uitvoering plaats; deze leidt tot feedback: uitvoering wordt
teruggekoppeld naar de verwachtingen. Op die manier kan iemand zichzelf corrigeren en het
gedrag veranderen. Dit model heeft een voorspellende waarde wanneer het gedrag duidelijk
gespecificeerd is in actie, doel van de actie, context, tijdstip.

ASE model: Nederlands model dat lijkt op Theorie van Gepland Gedrag. ASE= Attitude,
Sociale invloed, Eigen-effectiviteitsverwachting. Verschillen:
ASE spreek niet specifiek over opvattingen van anderen (de subjectieve normen) maar over
sociale invloed in het algemeen. Ook sociale druk en modelling worden meegenomen als
factoren (1). Er wordt een andere term gebruikt voor Waargenomen gedragscontrole: eigen-
effectiviteitsverandering. Inhoud van de termen is echter sterk gelijk (2).
Het Health Belief Model : in hoeverre mensen openstaan voor preventie en
gedragsverandering uit gezondheidsbevorderende overwegingen hangt samen met
waargenomen dreiging en de voordelen die gedragsverandering zal opleveren versus de
nadelen.

Zie figuur 4.3; hfst 4; blz 95; Het Health Belief Model; Lechner, Kremers, Meertens en De
Vries.

Mensen hebben over het algemeen een cue to action nodig. Het is een oud model
(jaren vijftig) en heeft ook kritiek gehad. Het zou teveel een verzameling variabelen zijn (1);
het biedt weinig duidelijkheid over hoe er gemeten moet worden (2).
De Protectie Motivatie Theorie: de theorie gaat uit van het idee dat mensen hun gedrag
zullen veranderen wanneer er sprake is van angst/bedreiging. Hieraan liggen twee processen
ten grondslag: de inschatting van het eigen vermogen om met de dreiging om te gaan. In het
geval van gevaar voor eigen gezondheid: in hoeverre denkt iemand vatbaar te zijn (1); de
inschatting van de ernst/aard van de dreiging zelf (2).

Zie figuur 4.4; hfst 4; blz 96; De Protectie Motivatie Theorie; Lechner, Kremers, Meertens en
De Vries.



www.studentsonly.nl    Voor de beste uittreksels !                                            12
Bron : Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – J. Brug, e.a.
Adaptieve respons: gedrag gericht op het beschermen van de gezondheid. Maladaptieve
respons: gedrag dat slecht is voor de gezondheid.

4.6
Modellen die inzicht geven in het proces van gedragsverandering:

Het Stages of Change-concept: binnen deze theorie wordt indeling gemaakt in vijf fasen van
verandering: precontemplatie (1), contemplatie (2), preparation (3), action (4) en maintenance
(5). Bij gezondheidsvoorlichting zal men rekening moeten houden met de fase waarin iemand
zich bevindt. Daardoor is dit concept goed bruikbaar voor de beroepspraktijk.

Het Precaution Adoption Process Model: in dit model staan centraal de verschillende stadia
van bewustzijn; in hoeverre is iemand zich bewust van het gezondheidsprobleem?

Zie figuur 4.5; hfst 4; blz 98; Het Stages of Change-concept vergeleken met het Precaution
Adoption Process Model; naar Sutton 2005.

Omdat er weinig modellen over gedragsverandering bestaan, hebben genoemde twee
modellen veel invloed gehad. Er is ook veel kritiek geweest, met name op het Stages of
Change-concept. Er is weinig empirisch bewijs dat dit model ondersteunt (1); het is te
eenvoudig/simplistisch (2). De laatste jaren zijn dan ook veel pogingen gedaan om nieuwe
modellen te ontwikkelen.

4.7
Algemene kenmerken van ecologische modellen (afgekort EM):
-in EM staat de volgende hypothese centaal: gedrag wordt direct beïnvloed door omgeving;
– EM maken onderscheid tussen verschillende typen omgevingsinvloeden en verschillende
niveaus;
- EM gaan uit van interactie tussen al deze invloeden en niveaus. Juist die interactie en de rol
van de verschillende factoren daarin, zorgt dat EM interessant zijn. Voorbeeld van EM:
Het ANGELO Model: Analysis Grid For Environments Linked To Obesity.

Zie figuur 4.6; hfst 4; blz 101; Het ANGELO Model; Swinburn e.a. 1999.

4.8
Adviezen voor het gebruik van determinantenanalyse met behulp van theoretische modellen:
    - Houdt steeds voor ogen wat het doel is van een determinantenanalyse; binnen de GVO
      is zo’n analyse geen doel op zichzelf (1);
    - Het is heel belangrijk om het juiste theoretische kader te kiezen; welke dat is, wordt
      bepaald door de onderzoeksvraag (2);
    - afhankelijk van de onderzoeksvraag is het goed mogelijk om bepaalde
      modellen/theorieën te combineren; hierover moet goed worden nagedacht (3);
    - aangezien de insteek GVO is, zal ook rekening gehouden moeten worden met de mate
      waarin bepaalde determinanten veranderbaar zijn (4).




www.studentsonly.nl    Voor de beste uittreksels !                                            13
Bron : Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – J. Brug, e.a.
Hoofdstuk 5             Interventieontwikkeling

5.1
Intervention mapping: via een planmatige beslisstructuur (=protocol) kan een programma
worden ontworpen voor gezondheidsbevorderende interventies. Intervention mapping is
verdeeld in zes stappen. Door te werken met Intervention Mapping kunnen theorieën en
onderzoeksgegevens op een systematisch manier worden verwerkt in concrete
uitvoeringsplannen. De activiteiten gericht op GVO zullen op die manier daadwerkelijk goed
onderbouwd zijn; verbinding tussen praktijk en theorie. Hiermee wordt voorkomen dat er te
snel een causaliteit of oplossing wordt gezien voor een bepaald gezondheidsprobleem.

Stap 1: inzicht in een bepaald gezondheidsprobleem inclusief de oorzaken aan de hand van
empirisch onderzoek en analyses.

Zie figuur 5.1; hfst 5; blz 109; Intervention Mapping; Schaalma en Kok.

5.2
Stap 2: veranderingsdoelen. Bij het kiezen van specifieke gedragsdoelen moet worden
bekeken wat een doelgroep moet doen, wie de verandering zal moeten teweegbrengen en wat
het gevolg zal zijn van de interventie en de gedragsverandering. Ook subgedragingen moeten
worden geformuleerd.
Daarna zullen bij de gedragsdeterminanten prioriteiten moeten worden gesteld aan de hand
van belangrijkheid en veranderbaarheid. Indien nodig, dienen vervolgens doelgroepen en
subgroepen verder gespecificeerd te worden. Bij het benoemen van subgroepen wordt
gesproken over doelgroepsegmentatie.
In een matrix worden veranderingsdoelen aangegeven. Veranderingsdoel: wat moet de
doelgroep leren en/of veranderen? Per subgroep worden aparte doelen genoemd

Zie tabel 5.1; hfst 5; blz 112; Voorbeelden van specifieke veranderingsdoelen; Schaalma
2000.

5.3
Stap 3: methodieken en technieken. Hoe moeten de doelen bereikt worden op een theoretisch
onderbouwde en verantwoorde wijze? Er zijn veel methodieken voorhanden. Daarom is het
van groot belang dat goed wordt afgewogen (aan de hand van de geformuleerde doelen en
doelgroepen) welke het meest geschikt zijn.
Vervolgens moeten de methodieken vertaald worden naar praktische technieken.

Zie tabel 5.3; hfst 5; blz 115; Voorbeelden van theorieën, methodieken en praktische
technieken; Schaalma 2000

5.4
Stap 4: Ontwerpen van het programma en uitvoering. In deze fases moet al het voorgaande,
met name de praktische technieken, worden samengevoegd in één samenhangend programma
van uitvoering. Bij de stappen in de uitvoering van een voorlichtingsprogramma dient ook
rekening gehouden te worden met theorieën over bijvoorbeeld gedragsverandering (Stage of
Changes-concept). Daarnaast moet worden nagedacht over: wie de voorlichting gaat doen
(boodschapper), welke boodschap gebracht moet worden, via welk kanaal, en aan wie het
gericht is (ontvanger).

www.studentsonly.nl    Voor de beste uittreksels !                                         14
Bron : Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – J. Brug, e.a.
Zie figuur 5.2; hfst 5; blz 117; Persuasion Communication Model; Bartholomew e.a. 2006

Belangrijk is dat de materialen en technieken worden uitgetest, zodat het geperfectioneerd kan
worden.
Stap 5: uitvoering van het programma; Stap 6: evaluatie.

5.5
Vanaf 2000 is Intervention Mapping (afgekort IM) gebruikt voor verschillende GVO
programma’s. Hierdoor is duidelijk geworden dat het werken met IM leidt tot meer
transparantie: het wordt veel inzichtelijker waarom is gekozen voor een bepaalde aanpak. Dit
is ook van belang voor beslissingen in de toekomst. Werken met IM is echter geen garantie
voor succes. Dit hangt immers ook af van andere factoren zoals het beschikbare budget en
tijd.

5.6
De praktijk van een GVO-er is vaak weerbarstig. Er kan een gebrek aan tijd zijn; weinig
toegang tot wetenschappelijke kennis enz. Dit mag geen reden zijn om IM helemaal niet te
gebruiken. Ook op kleine schaal en met minder tijd kan IM als houvast gebruikt worden.




www.studentsonly.nl    Voor de beste uittreksels !                                         15
Bron : Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – J. Brug, e.a.
Hoofdstuk 6             Theorieën en methodieken van verandering

6.1
Er bestaan zeer veel methodieken die zijn afgeleid van wetenschappelijke theorieën. Hier
worden alleen de belangrijkste behandeld. Voor het werk van GVO is altijd een combinatie
van theorieën en methodieken nodig.

6.2
Theoretische methodiek: het algemene proces van beïnvloeding van determinanten van
gedrags- en omgevingscondities wordt in de theorie beschreven. In IM wordt het begrip
methodiek als volgt beschreven: idee over de wijze waarop gedragsverandering tot stand kan
komen op basis van een theorie. Deze methodieken worden vertaald in ideeën, concrete
materialen en activiteiten: praktische technieken.

6.3
Algemene methodieken/uitgangspunten:
    - er dient effectieve communicatie plaats te vinden; het moet de aandacht trekken en
      begrijpelijk zijn voor de doelgroep;
    - tailoring: in de communicatie moet rekening worden gehouden met de doelgroep, wat
      is voor hen relevant, waardoor worden ze aangesproken? Dit leidt tot voorlichting-op-
      maat;
    - door middel van het geven van positieve feedback wanneer het gewenste gedrag
      vertoond wordt, bekrachtig je de boodschap;
    - door middel van voorlichting kun je mensen meer inzicht geven in hun eigen (slechte)
      gedrag waardoor zelfregulatie toeneemt;
    - om gewenst gedrag te stimuleren, moeten mensen in staat worden gesteld dit gedrag te
      vertonen: creëren van middelen en juiste omgevingscondities.




www.studentsonly.nl    Voor de beste uittreksels !                                         16
Bron : Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – J. Brug, e.a.
6.4
Veel voorkomende theoretische methodieken voor verandering in gedragsdeterminanten:
    - kennis(overdracht): de wijze van overdragen van kennis moet de ontvanger
       stimuleren de kennis te verwerken/onthouden;
    - gezondheidsrisico’s moeten gecommuniceerd worden aan de hand van twee soorten
       benaderingen: numerieke (kansinformatie en beïnvloeding van kanspercepties) en
       contextuele (informatie over oorzaken en gevolgen: geeft vaak een schrikeffect);
    - methodieken gericht op attitudeverandering. Je wilt dat mensen bepaalde
       ideeën/veronderstellingen/vooroordelen/meningen herzien, waardoor ook hun gedrag
       (positief) zal veranderen. Overtuigingskracht is hierbij van belang, evenals het
       inspelen op emoties. Soms kun je ook juist de attitude bevestigen/versterken: dit heet
       inoculatie.
    - Sociale invloed kan worden gebruikt/gemobiliseerd: misverstanden over wat de
       meeste mensen denken/doen corrigeren (false consensus of false uniqueness); mensen
       weerbaarder maken tegen de sociale norm; sociale steun mobiliseren.
    - Werken aan de eigen-effectiviteitsverwachting door middel van
       vaardigheidstrainingen (leren door observeren aan de hand van bijvoorbeeld
       rollenspellen en oefenen van gewenst gedrag) of (her)attributietrainingen (=
       verklaringen die mensen hebben voor hun gedrag; deze zijn vaak niet correct en
       zorgen dat mensen gedrag niet veranderen);
    - Doorbreken van slecht gewoontegedrag door: laten nadenken over die gewoonten,
       geven van feedback, benoemen van de consequenties van het gedrag, belonen van
       nieuw en gewenst gedrag, implementatie-interventies (vage voornemens omzetten in
       een helder actieplan dat past binnen de routine van het dagelijks leven, waardoor
       nieuwe gewoonten worden bestendigd).




www.studentsonly.nl    Voor de beste uittreksels !                                         17
Bron : Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – J. Brug, e.a.
6.5
Methodieken voor verandering/ beïnvloeding van omgevingsdeterminanten:
    - algemene methodieken:
      stimuleren van participatie in besluitvorming van de betreffende doelgroep (1);
      advocacy (pleitbezorging) waarmee onderwerpen aan de orde worden gesteld binnen
      organisaties en de samenleving. Lobbyen kan door de media te mobiliseren rond een
      bepaald onderwerp, of door invloed uit te oefenen op beleidsvorming (media advocacy
      en policy advocacy) (2);
      mensen voorbeelden laten zien van omgevingsbeïnvloeding waarbij ze worden
      gestimuleerd hetzelfde te doen, eventueel met ondersteuning door trainingen (3);
      mensen stimuleren doordat ze merken dat omgevingsbeïnvloeding mogelijk is, omdat
      de middelen er zijn (facilitatie) (4).
    - Methodieken gericht op verandering van de sociale omgeving:
      inzet van massamedia (entertainment education: mensen op een leuke manier iets
      laten leren over sociale normen, hierbij wordt vaak gebruik gemaakt van modelling)
      (1);
      inzet van sociale netwerken (die een bepaalde sociale norm uitdragen en
      ondersteunen) (2).
    - Methodiek gericht op organisaties: organisaties kunnen zich inzetten om
      gedragsverandering op het gebied van gezondheid te stimuleren bij het personeel. Dit
      verloopt via stadia die vergelijkbaar zijn met individuele veranderingsprocessen:
      bewustwording, adoptie, implementatie en institutionalisering.
    - Methodiek gericht op wijken of communities: wijkorganisaties kunnen betrokken
      worden bij het aanspreken van individuen. Er wordt vaak gewerkt met empowerment;
    - Methodiek gericht op wet- en regelgeving: soms zijn de regels strijdig met de
      gezondheidsverandering die wordt nagestreefd. GVO kan zich dan richten op eigen
      lobby-werk/advocacy.




www.studentsonly.nl    Voor de beste uittreksels !                                     18
Bron : Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – J. Brug, e.a.

More Related Content

What's hot

Procedura civile-rrustem-qehaja (1)
Procedura civile-rrustem-qehaja (1)Procedura civile-rrustem-qehaja (1)
Procedura civile-rrustem-qehaja (1)
Andi Kusari
 
Kristina Gjini(E drejta ndërkombëtare private)
Kristina Gjini(E drejta ndërkombëtare private)Kristina Gjini(E drejta ndërkombëtare private)
Kristina Gjini(E drejta ndërkombëtare private)
K. Gj.
 
Kontratë pune për kohë të caktuar të pacaktuar
Kontratë pune për kohë të caktuar   të pacaktuarKontratë pune për kohë të caktuar   të pacaktuar
Kontratë pune për kohë të caktuar të pacaktuar
Veton Sopjani
 
Punim seminarik e drejta biznesore kontraktore – shpejtim rudi
Punim seminarik e drejta biznesore kontraktore – shpejtim rudiPunim seminarik e drejta biznesore kontraktore – shpejtim rudi
Punim seminarik e drejta biznesore kontraktore – shpejtim rudiShpejtim Rudi
 
Contractul individual de munca
Contractul individual de muncaContractul individual de munca
Contractul individual de munca
Rodica B
 
E Drejta Tregtare
E Drejta TregtareE Drejta Tregtare
E Drejta TregtareMenaxherat
 
Scrivere una e-mail formale
Scrivere una e-mail formaleScrivere una e-mail formale
Scrivere una e-mail formaleIolanda Fevola
 
Combate a incendio
Combate a incendioCombate a incendio
Combate a incendio
Charlene Martins
 
Për dëmin pasuror dhe jopasuror në lidhje me aksident automobilistike.
Për dëmin pasuror dhe jopasuror në lidhje me aksident automobilistike.Për dëmin pasuror dhe jopasuror në lidhje me aksident automobilistike.
Për dëmin pasuror dhe jopasuror në lidhje me aksident automobilistike.
Arsid Hametaj
 
Kontrate mbi mbatjen e perjetshme
Kontrate mbi mbatjen e perjetshmeKontrate mbi mbatjen e perjetshme
Kontrate mbi mbatjen e perjetshmeHAMZA SADRIJA
 
L'impresa artigiana
L'impresa artigianaL'impresa artigiana
L'impresa artigianaptesone
 
Analisi SWOT
Analisi SWOTAnalisi SWOT
Analisi SWOT
Silvio Marzo
 
Attività economica e l'azienda
Attività economica e l'aziendaAttività economica e l'azienda
Attività economica e l'azienda
roberto cossu
 
E Drejta Nderkombtare Publike
E Drejta Nderkombtare Publike  E Drejta Nderkombtare Publike
E Drejta Nderkombtare Publike
Refik Mustafa
 
CONTRAT AGENT COMMERCIAL INTERNATIONAL - Modèle de Contrat et Exemple
CONTRAT AGENT COMMERCIAL INTERNATIONAL - Modèle de Contrat et ExempleCONTRAT AGENT COMMERCIAL INTERNATIONAL - Modèle de Contrat et Exemple
CONTRAT AGENT COMMERCIAL INTERNATIONAL - Modèle de Contrat et Exemple
Global Negotiator
 
Contoh Perjanjian Opsi Beli Sederhana Terbaru (Beli Perjanjian, Hub: 08118887...
Contoh Perjanjian Opsi Beli Sederhana Terbaru (Beli Perjanjian, Hub: 08118887...Contoh Perjanjian Opsi Beli Sederhana Terbaru (Beli Perjanjian, Hub: 08118887...
Contoh Perjanjian Opsi Beli Sederhana Terbaru (Beli Perjanjian, Hub: 08118887...
GLC
 
E Drejta Civile - Përmbledhje e Shkurtuar
E Drejta Civile - Përmbledhje e ShkurtuarE Drejta Civile - Përmbledhje e Shkurtuar
E Drejta Civile - Përmbledhje e Shkurtuar
Refik Mustafa
 
OSS 2010 — Diritto del lavoro, I lezione
OSS 2010 — Diritto del lavoro, I lezioneOSS 2010 — Diritto del lavoro, I lezione
OSS 2010 — Diritto del lavoro, I lezionedanielaramaglioni
 
Punim seminarik - Hipoteka
Punim seminarik - Hipoteka Punim seminarik - Hipoteka
Punim seminarik - Hipoteka
ArberSusuri
 
E DREJTA CIVILE
E DREJTA CIVILEE DREJTA CIVILE
E DREJTA CIVILE
Refik Mustafa
 

What's hot (20)

Procedura civile-rrustem-qehaja (1)
Procedura civile-rrustem-qehaja (1)Procedura civile-rrustem-qehaja (1)
Procedura civile-rrustem-qehaja (1)
 
Kristina Gjini(E drejta ndërkombëtare private)
Kristina Gjini(E drejta ndërkombëtare private)Kristina Gjini(E drejta ndërkombëtare private)
Kristina Gjini(E drejta ndërkombëtare private)
 
Kontratë pune për kohë të caktuar të pacaktuar
Kontratë pune për kohë të caktuar   të pacaktuarKontratë pune për kohë të caktuar   të pacaktuar
Kontratë pune për kohë të caktuar të pacaktuar
 
Punim seminarik e drejta biznesore kontraktore – shpejtim rudi
Punim seminarik e drejta biznesore kontraktore – shpejtim rudiPunim seminarik e drejta biznesore kontraktore – shpejtim rudi
Punim seminarik e drejta biznesore kontraktore – shpejtim rudi
 
Contractul individual de munca
Contractul individual de muncaContractul individual de munca
Contractul individual de munca
 
E Drejta Tregtare
E Drejta TregtareE Drejta Tregtare
E Drejta Tregtare
 
Scrivere una e-mail formale
Scrivere una e-mail formaleScrivere una e-mail formale
Scrivere una e-mail formale
 
Combate a incendio
Combate a incendioCombate a incendio
Combate a incendio
 
Për dëmin pasuror dhe jopasuror në lidhje me aksident automobilistike.
Për dëmin pasuror dhe jopasuror në lidhje me aksident automobilistike.Për dëmin pasuror dhe jopasuror në lidhje me aksident automobilistike.
Për dëmin pasuror dhe jopasuror në lidhje me aksident automobilistike.
 
Kontrate mbi mbatjen e perjetshme
Kontrate mbi mbatjen e perjetshmeKontrate mbi mbatjen e perjetshme
Kontrate mbi mbatjen e perjetshme
 
L'impresa artigiana
L'impresa artigianaL'impresa artigiana
L'impresa artigiana
 
Analisi SWOT
Analisi SWOTAnalisi SWOT
Analisi SWOT
 
Attività economica e l'azienda
Attività economica e l'aziendaAttività economica e l'azienda
Attività economica e l'azienda
 
E Drejta Nderkombtare Publike
E Drejta Nderkombtare Publike  E Drejta Nderkombtare Publike
E Drejta Nderkombtare Publike
 
CONTRAT AGENT COMMERCIAL INTERNATIONAL - Modèle de Contrat et Exemple
CONTRAT AGENT COMMERCIAL INTERNATIONAL - Modèle de Contrat et ExempleCONTRAT AGENT COMMERCIAL INTERNATIONAL - Modèle de Contrat et Exemple
CONTRAT AGENT COMMERCIAL INTERNATIONAL - Modèle de Contrat et Exemple
 
Contoh Perjanjian Opsi Beli Sederhana Terbaru (Beli Perjanjian, Hub: 08118887...
Contoh Perjanjian Opsi Beli Sederhana Terbaru (Beli Perjanjian, Hub: 08118887...Contoh Perjanjian Opsi Beli Sederhana Terbaru (Beli Perjanjian, Hub: 08118887...
Contoh Perjanjian Opsi Beli Sederhana Terbaru (Beli Perjanjian, Hub: 08118887...
 
E Drejta Civile - Përmbledhje e Shkurtuar
E Drejta Civile - Përmbledhje e ShkurtuarE Drejta Civile - Përmbledhje e Shkurtuar
E Drejta Civile - Përmbledhje e Shkurtuar
 
OSS 2010 — Diritto del lavoro, I lezione
OSS 2010 — Diritto del lavoro, I lezioneOSS 2010 — Diritto del lavoro, I lezione
OSS 2010 — Diritto del lavoro, I lezione
 
Punim seminarik - Hipoteka
Punim seminarik - Hipoteka Punim seminarik - Hipoteka
Punim seminarik - Hipoteka
 
E DREJTA CIVILE
E DREJTA CIVILEE DREJTA CIVILE
E DREJTA CIVILE
 

Viewers also liked

Intervention Mapping Final Paper
Intervention Mapping Final PaperIntervention Mapping Final Paper
Intervention Mapping Final Paper
Rachel Goodell
 
Intervention Mapping Approach
Intervention Mapping ApproachIntervention Mapping Approach
Intervention Mapping Approach
Mehdi Mirzaei-Alavijeh
 
congres podiumkunsten 2013 | Verleid het publiek | Mischa Coster
congres podiumkunsten 2013 | Verleid het publiek | Mischa Costercongres podiumkunsten 2013 | Verleid het publiek | Mischa Coster
congres podiumkunsten 2013 | Verleid het publiek | Mischa Coster
Promotie Podiumkunsten
 
Inleiding gvo deel 2
Inleiding gvo deel 2Inleiding gvo deel 2
Inleiding gvo deel 2
jeroenkraan
 
Naar een effectievere voorlichting
Naar een effectievere voorlichtingNaar een effectievere voorlichting
Naar een effectievere voorlichting
Gilbert Sewnandan
 
403 Intervention Logic Final
403 Intervention Logic Final403 Intervention Logic Final
403 Intervention Logic Final
Felicity Topp
 
Intervention impact logic for value chain
Intervention impact logic for value chain Intervention impact logic for value chain
Intervention impact logic for value chain
MOZHARUL ISLAM
 
Presentatie Gezondheidsadvies2
Presentatie Gezondheidsadvies2Presentatie Gezondheidsadvies2
Presentatie Gezondheidsadvies2
fgroen
 
1 why agricultural policies
1 why agricultural policies1 why agricultural policies
1 why agricultural policies
Tomas Garcia Azcarate
 
Elaboration Likelihood Model
Elaboration Likelihood ModelElaboration Likelihood Model
Elaboration Likelihood Model
Courtney Collins
 
Elaboration Likelihood Model
Elaboration Likelihood ModelElaboration Likelihood Model
Elaboration Likelihood Model
Arun Jacob
 
Project formulation
Project formulationProject formulation
Agricultural Economics
Agricultural EconomicsAgricultural Economics
Agricultural Economics
mangesh.marathe
 
Afstudeeronderzoek Universiteit Utrecht voor het behalen van de titel Mast…
Afstudeeronderzoek Universiteit Utrecht voor het behalen van de titel Mast…Afstudeeronderzoek Universiteit Utrecht voor het behalen van de titel Mast…
Afstudeeronderzoek Universiteit Utrecht voor het behalen van de titel Mast…
ejjlemmens
 

Viewers also liked (15)

Intervention Mapping Final Paper
Intervention Mapping Final PaperIntervention Mapping Final Paper
Intervention Mapping Final Paper
 
Intervention Mapping Approach
Intervention Mapping ApproachIntervention Mapping Approach
Intervention Mapping Approach
 
congres podiumkunsten 2013 | Verleid het publiek | Mischa Coster
congres podiumkunsten 2013 | Verleid het publiek | Mischa Costercongres podiumkunsten 2013 | Verleid het publiek | Mischa Coster
congres podiumkunsten 2013 | Verleid het publiek | Mischa Coster
 
Inleiding gvo deel 2
Inleiding gvo deel 2Inleiding gvo deel 2
Inleiding gvo deel 2
 
Naar een effectievere voorlichting
Naar een effectievere voorlichtingNaar een effectievere voorlichting
Naar een effectievere voorlichting
 
Trendrapport 2010 2011
Trendrapport 2010 2011Trendrapport 2010 2011
Trendrapport 2010 2011
 
403 Intervention Logic Final
403 Intervention Logic Final403 Intervention Logic Final
403 Intervention Logic Final
 
Intervention impact logic for value chain
Intervention impact logic for value chain Intervention impact logic for value chain
Intervention impact logic for value chain
 
Presentatie Gezondheidsadvies2
Presentatie Gezondheidsadvies2Presentatie Gezondheidsadvies2
Presentatie Gezondheidsadvies2
 
1 why agricultural policies
1 why agricultural policies1 why agricultural policies
1 why agricultural policies
 
Elaboration Likelihood Model
Elaboration Likelihood ModelElaboration Likelihood Model
Elaboration Likelihood Model
 
Elaboration Likelihood Model
Elaboration Likelihood ModelElaboration Likelihood Model
Elaboration Likelihood Model
 
Project formulation
Project formulationProject formulation
Project formulation
 
Agricultural Economics
Agricultural EconomicsAgricultural Economics
Agricultural Economics
 
Afstudeeronderzoek Universiteit Utrecht voor het behalen van de titel Mast…
Afstudeeronderzoek Universiteit Utrecht voor het behalen van de titel Mast…Afstudeeronderzoek Universiteit Utrecht voor het behalen van de titel Mast…
Afstudeeronderzoek Universiteit Utrecht voor het behalen van de titel Mast…
 

Similar to 1gezondheidsvoorlichtingengedragsverandering brug 1_466917

Seneca congres - Presentatie Machteld Huber
Seneca congres - Presentatie Machteld HuberSeneca congres - Presentatie Machteld Huber
Seneca congres - Presentatie Machteld Huber
Axioma Communicatie
 
Congres Gezonde Zorg - 4 december 2014 - Machteld Huber
Congres Gezonde Zorg - 4 december 2014 - Machteld HuberCongres Gezonde Zorg - 4 december 2014 - Machteld Huber
Congres Gezonde Zorg - 4 december 2014 - Machteld Huber
MVO Nederland
 
Maatschappelijk Werk - Psychisch welzijn en gezondheidszorg
Maatschappelijk Werk - Psychisch welzijn en gezondheidszorgMaatschappelijk Werk - Psychisch welzijn en gezondheidszorg
Maatschappelijk Werk - Psychisch welzijn en gezondheidszorg
APCommunicatie
 
rapport-posgez-innl2016-_zonmw_iph_def
rapport-posgez-innl2016-_zonmw_iph_defrapport-posgez-innl2016-_zonmw_iph_def
rapport-posgez-innl2016-_zonmw_iph_defIngrid Kersten
 
Presentatie Piet Van Herck
Presentatie Piet Van HerckPresentatie Piet Van Herck
Presentatie Piet Van Herck
Voka Health Community
 
1 baswao vandenberghe_tom
1 baswao vandenberghe_tom1 baswao vandenberghe_tom
1 baswao vandenberghe_tom
tomwiki
 
Seminariewerk ppt definitief (zonder notities)
Seminariewerk ppt definitief (zonder notities)Seminariewerk ppt definitief (zonder notities)
Seminariewerk ppt definitief (zonder notities)
Jolien VndrAuwera
 
Presentatie preventie kompas algemeen-small as
Presentatie preventie kompas  algemeen-small asPresentatie preventie kompas  algemeen-small as
Presentatie preventie kompas algemeen-small asannabelsplinter
 
Poli (Metabole) Stoornissen In De Psychiatrie
Poli (Metabole) Stoornissen  In De PsychiatriePoli (Metabole) Stoornissen  In De Psychiatrie
Poli (Metabole) Stoornissen In De Psychiatrie
Julian Hulst
 
Presentatie preventie kompas algemeen-small as
Presentatie preventie kompas  algemeen-small asPresentatie preventie kompas  algemeen-small as
Presentatie preventie kompas algemeen-small as
annabelsplinter
 
Beter in zorg, best practice .
Beter in zorg, best practice .Beter in zorg, best practice .
Beter in zorg, best practice .
centrummaliebaan24
 
Positieve gezondheid
Positieve gezondheid Positieve gezondheid
Positieve gezondheid
Trijntje Vollink
 
Samen werken aan preventie in het CJG, door Prof. dr. H. (Hein) Raat op 26 se...
Samen werken aan preventie in het CJG, door Prof. dr. H. (Hein) Raat op 26 se...Samen werken aan preventie in het CJG, door Prof. dr. H. (Hein) Raat op 26 se...
Samen werken aan preventie in het CJG, door Prof. dr. H. (Hein) Raat op 26 se...
Hein Raat, MD, PhD, MBA
 
Individueel Zorg Plan 16 11-2011
Individueel Zorg Plan  16 11-2011Individueel Zorg Plan  16 11-2011
Individueel Zorg Plan 16 11-2011
Leo Kliphuis
 
Onderzoek naar de zelfredzaamheid bij mensen met een depressieve stoornis
Onderzoek naar de zelfredzaamheid bij mensen met een depressieve stoornisOnderzoek naar de zelfredzaamheid bij mensen met een depressieve stoornis
Onderzoek naar de zelfredzaamheid bij mensen met een depressieve stoornisLilian Coenen
 
Eur congres11dec14 context.pptx
Eur congres11dec14 context.pptxEur congres11dec14 context.pptx
Eur congres11dec14 context.pptx
Buntinx Training & Consultancy
 
Gezondheid als duurzaam systeem
Gezondheid als duurzaam systeemGezondheid als duurzaam systeem
Gezondheid als duurzaam systeemJan van der Kamp
 

Similar to 1gezondheidsvoorlichtingengedragsverandering brug 1_466917 (20)

Seneca congres - Presentatie Machteld Huber
Seneca congres - Presentatie Machteld HuberSeneca congres - Presentatie Machteld Huber
Seneca congres - Presentatie Machteld Huber
 
Congres Gezonde Zorg - 4 december 2014 - Machteld Huber
Congres Gezonde Zorg - 4 december 2014 - Machteld HuberCongres Gezonde Zorg - 4 december 2014 - Machteld Huber
Congres Gezonde Zorg - 4 december 2014 - Machteld Huber
 
Maatschappelijk Werk - Psychisch welzijn en gezondheidszorg
Maatschappelijk Werk - Psychisch welzijn en gezondheidszorgMaatschappelijk Werk - Psychisch welzijn en gezondheidszorg
Maatschappelijk Werk - Psychisch welzijn en gezondheidszorg
 
rapport-posgez-innl2016-_zonmw_iph_def
rapport-posgez-innl2016-_zonmw_iph_defrapport-posgez-innl2016-_zonmw_iph_def
rapport-posgez-innl2016-_zonmw_iph_def
 
Masterpaper
MasterpaperMasterpaper
Masterpaper
 
Presentatie Piet Van Herck
Presentatie Piet Van HerckPresentatie Piet Van Herck
Presentatie Piet Van Herck
 
1 baswao vandenberghe_tom
1 baswao vandenberghe_tom1 baswao vandenberghe_tom
1 baswao vandenberghe_tom
 
Seminariewerk ppt definitief (zonder notities)
Seminariewerk ppt definitief (zonder notities)Seminariewerk ppt definitief (zonder notities)
Seminariewerk ppt definitief (zonder notities)
 
Presentatie preventie kompas algemeen-small as
Presentatie preventie kompas  algemeen-small asPresentatie preventie kompas  algemeen-small as
Presentatie preventie kompas algemeen-small as
 
Poli (Metabole) Stoornissen In De Psychiatrie
Poli (Metabole) Stoornissen  In De PsychiatriePoli (Metabole) Stoornissen  In De Psychiatrie
Poli (Metabole) Stoornissen In De Psychiatrie
 
Presentatie preventie kompas algemeen-small as
Presentatie preventie kompas  algemeen-small asPresentatie preventie kompas  algemeen-small as
Presentatie preventie kompas algemeen-small as
 
Beter in zorg, best practice .
Beter in zorg, best practice .Beter in zorg, best practice .
Beter in zorg, best practice .
 
Seminariewerk Sensewear
Seminariewerk SensewearSeminariewerk Sensewear
Seminariewerk Sensewear
 
Positieve gezondheid
Positieve gezondheid Positieve gezondheid
Positieve gezondheid
 
Samen werken aan preventie in het CJG, door Prof. dr. H. (Hein) Raat op 26 se...
Samen werken aan preventie in het CJG, door Prof. dr. H. (Hein) Raat op 26 se...Samen werken aan preventie in het CJG, door Prof. dr. H. (Hein) Raat op 26 se...
Samen werken aan preventie in het CJG, door Prof. dr. H. (Hein) Raat op 26 se...
 
Individueel Zorg Plan 16 11-2011
Individueel Zorg Plan  16 11-2011Individueel Zorg Plan  16 11-2011
Individueel Zorg Plan 16 11-2011
 
Onderzoek naar de zelfredzaamheid bij mensen met een depressieve stoornis
Onderzoek naar de zelfredzaamheid bij mensen met een depressieve stoornisOnderzoek naar de zelfredzaamheid bij mensen met een depressieve stoornis
Onderzoek naar de zelfredzaamheid bij mensen met een depressieve stoornis
 
Eur congres11dec14 context.pptx
Eur congres11dec14 context.pptxEur congres11dec14 context.pptx
Eur congres11dec14 context.pptx
 
EurCongres11dec14 Context.pptx
EurCongres11dec14 Context.pptxEurCongres11dec14 Context.pptx
EurCongres11dec14 Context.pptx
 
Gezondheid als duurzaam systeem
Gezondheid als duurzaam systeemGezondheid als duurzaam systeem
Gezondheid als duurzaam systeem
 

1gezondheidsvoorlichtingengedragsverandering brug 1_466917

  • 1. Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering Deel 1 van 2 : Hoofdstuk 1 t/m 6 Ook verkrijgbaar : Deel 2 : Hoofdstuk 7 tot en met 13 Bronvermelding: Titel: Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering : Een planmatige aanpak Vijfde druk Auteurs: J. Brug, P. van Assema en E.H.S. Lechner Uitgever: Koninklijke Van Gorcum BV ISBN: 9789023243366 Aantal pagina’s boek: 356 Aantal hoofdstukken boek: 13 De inhoud van dit uittreksel is met de grootste zorg samengesteld. Incidentele onjuistheden kunnen niettemin voorkomen. Je dient niet aan te nemen dat de informatie die Students Only B.V. biedt foutloos is, hoewel Students Only B.V. dat wel nastreeft. Dit uittreksel is voor persoonlijk gebruik en is bedoeld als wegwijzer bij het originele boek. Wij raden altijd aan het bijbehorende studieboek erbij te kopen en dit uittreksel als naslagwerk erbij te houden. In dit uittreksel worden diverse verwijzingen gemaakt naar het studieboek op basis waarvan dit uittreksel is gemaakt. Dit uittreksel is een uitgave van Students Only B.V. Copyright © 2008 StudentsOnly B.V. Alle rechten voorbehouden. De uitgever van het studieboek is op generlei wijze betrokken bij het vervaardigen van dit uittreksel. Voor vragen kan je je wenden per email aan info@studentsonly.nl.
  • 2. Inhoudsopgave Deel 1 De theorie van planmatige gezondheidsvoorlichting Hoofdstuk 1 Planmatige bevordering van gezond gedrag pag. 3 Hoofdstuk 2 Analyse van volksgezondheid pag. 6 Hoofdstuk 3 De analyse van gedrag pag. 9 Hoofdstuk 4 Determinanten van gedrag pag. 11 Hoofdstuk 5 Interventieontwikkeling pag. 14 Hoofdstuk 6 Theorieën en methodieken van verandering pag. 16 www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels ! 2 Bron : Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – J. Brug, e.a.
  • 3. Hoofdstuk 1 Planmatige bevordering van gezond gedrag 1.1 Gezondheidsvoorlichting: een verzamelnaam voor verschillende activiteiten die zijn gericht op bevordering van gezond(er) gedrag bij mensen. Kenmerken: mensen veranderen op vrijwillige basis, multidisciplinaire aanpak; enerzijds gericht op analyse van gezondheidsproblemen binnen de samenleving (de oorzaken van bepaald gedrag worden onderzocht), anderzijds op beïnvloeding van gedrag waarbij begrip moet zijn voor de wijze waarop de maatschappij is gestructureerd (er wordt gewerkt aan de hand van theorieën en modellen). Aanpak is dus planmatig. 1.2 Primaire interventie: problemen waarvan de oorzaken bekend zijn, kunnen worden aangepakt door mensen te wijzen op risicofactoren. Hiermee wordt een bepaald gezondheidsprobleem gericht voorkomen. Secundaire preventie/vroegtijdige opsporing: gericht op het tijdig onderkennen van bepaalde aandoeningen, waardoor behandeling (nog) goed mogelijk is. Dit moet gebeuren middels goede (zelf)testen. Tertiaire preventie/zorg: na de diagnose wordt getracht de gevolgen van de ziekte/handicap zoveel mogelijk te beperken. Naast cure gaat het hier om care. Hoe wordt dit bereikt? - Voorlichting gericht op vrijwillige gedragsverandering: interventies en voorlichtingsprogramma’s. Het gaat om meer dan overdragen van informatie. - Regelgeving, sancties en controle: gezond gedrag wordt door de overheid afgedwongen. - Voorzieningen die gericht zijn op het mogelijk/makkelijker maken van gezond gedrag. Gezondheidsbevordering: voor een effectieve aanpak van de volksgezondheid is het belangrijk dat er een heel pakket is van maatregelen op het gebied van voorlichting/voorzieningen/regelgeving. Frustrerend hierbij zijn de zaken die juist niet bevorderend zijn (overheid verdient via accijns ook aan ongezond gedrag). Er spelen veel verschillende belangen mee. GVO= gezondheidsvoorlichting en –opvoeding. 1.3 Ecologische benadering: gericht op omgevingsfactoren en sociale groepsvorming. Dit bepaald voor een groot deel het gedrag van een individu. Educatieve benadering: gericht op voorlichting aan individuen. Momenteel steeds meer aandacht voor ecologische benadering. Doelgroepen voor gezondheidsvoorlichting: Individueel niveau; lokaal niveau; groepsniveau (=interpersoonlijk); organisatieniveau en samenlevingsniveau. (Richard, Potvin e.a. 1996.) Aanpak gericht op al deze doelgroepen is uiteraard het meest effectief. Verschillende doelgroepen oefenen invloed op elkaar uit. 1.4 Op basis van nieuwe inzichten is een eenvoudig model ontwikkeld voor gezondheidsinterventies. Zie figuur 1.1; hfst 1; blz 23; het Model voor Planmatige Gezondheidsvoorlichting en Gedragsverandering; Kok, Schaalma en Brug. www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels ! 3 Bron : Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – J. Brug, e.a.
  • 4. In dit model zien we terug dat voorlichting een systematische aanpak vereist aan de hand van modellen/protocollen. Er zijn vijf stappen te doorlopen binnen deze aanpak beginnend bij analyse van het gezondheidsprobleem en eindigend bij een evaluatie van de interventie en de gekozen aanpak + de resultaten. 1.5 Het model is vooral nuttig omdat in de praktijk belangrijke stappen vaak worden overgeslagen. Het model geeft dus een lijstje van stappen die je af kunt lopen om te zien of er geen essentiële onderdelen zijn weggelaten. Het gaat daarbij vooral om het stellen van de vragen: welk probleem, welke oorzaken/determinanten, welke aanpak past daarbij? Het maken van een juiste analyse is van groot belang. Wanneer dit niet gebeurt, bestaat de kans dat de verschillende onderdelen binnen het model niet op elkaar aansluiten. Dit zijn valkuilen. 1.6 Vooral de eerste twee stappen van het model (analyse van het probleem en het gedrag) vragen om aandacht: hierbij moet gewerkt worden met een heldere vraagstelling (1); er moet literatuuronderzoek worden gedaan (2); er dient veel gebruik te worden gemaakt van bestaande kennis en ervaring (3); er dient gebruik te worden gemaakt van wetenschappelijke theorieën/modellen (4); aangevuld door eigen onderzoek (5); trek uit het voorgaande conclusies ten aanzien van ontwikkeling van oplossingen en interventies (6). www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels ! 4 Bron : Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – J. Brug, e.a.
  • 5. 1.7 Ethische dilemma’s van gezondheidsvoorlichting: ondanks nadruk op vrijwillige verandering van gedrag kan het leiden tot beperking van de autonomie van individuen omdat men gefixeerd is op het bereiken van resultaat. Dit leidt tot paternalistisch denken bij gezondheidsvoorlichters: het medische model. Buchanan (2006) zet hier het hoger- onderwijsmodel tegenover, waarin meer aandacht is voor autonomie. Grenzen ten aanzien van ingrijpen in autonomie van individu zijn zeer lastig te bepalen; wanneer iemand met zijn gedrag ook de gezondheid van anderen schaadt, moet worden ingegrepen. Of als iemand niet meer in staat is autonoom te handelen (bij verslaving of ziekten/handicaps). Voorlichting moet over het algemeen vooral gericht zijn op het nemen van eigen verantwoordelijkheid. www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels ! 5 Bron : Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – J. Brug, e.a.
  • 6. Hoofdstuk 2 Analyse van volksgezondheid 2.1 Bij analyse van volksgezondheid gaat het om de hele bevolking; analyse zal dus vooral kwantitatief van aard zijn. Aantal factoren zijn bij het onderzoek van belang: tijd (gezondheid verandert); plaats (verschillen tussen woonplaatsen, streken); sociale groepen, leeftijdsgroepen. Zie tabel 2.1; hfst 2; blz 35; Omschrijving van kwantitatieve mate voor de beschrijving van de staat van de volksgezondheid; Kunst en Van Lenthe. 2.2 In Nederland is de levensverwachting gemiddeld in vergelijking met andere Europese landen. In Nederland is de ‘ervaren gezondheid’ (hoe gezond voelt men zich?) relatief hoog. Gewone levensverwachting: hoeveel jaar zal iemand gemiddeld leven? Gezonde levensverwachting: hoeveel jaar zal iemand leven in goede gezondheid? Lengte en kwaliteit van het leven zijn dus allebei van belang als indicator voor volksgezondheid. Internationaal gezien wordt onderzoek hiernaar gemeten met de QALE (Quality Adjusted Life Expectancy). Uit onderzoek naar QALE blijkt dat niet alleen de levensverwachting in NL is toegenomen, ook de leeftijd waarop men ernstige beperkingen ondervindt wegens gezondheidsproblemen komt steeds hoger te liggen. Gezonde levensverwachting neemt dus toe. Dit heet: compressie van morbiditeit. 2.3 Doodsoorzaakspecifieke sterfecijfer: in statistieken worden de doodsoorzaken in Nederland bijgehouden. Hieruit blijkt dat aantal sterfgevallen aan long- en borstkanker in Nederland relatief hoog is. Prevalentiecijfer: percentage mensen dat aan een bepaalde aandoening lijdt, maar daar niet aan sterft. Incidentie: aantal mensen dat in een bepaalde periode een aandoening krijgt, gemeten per 1000/100 000 inwoners, gedeeld door totale levensjaren van die inwoners. Herstel- en overlijdenscijfers zijn daarna van belang om te weten hoeveel van deze mensen zijn hersteld of juist overleden. 2.4 Naast deze meetinstrumenten is ook het meten van de impact van bepaalde aandoeningen op de kwaliteit van het leven van belang: ziekte- en sterftelast. Verloren levensjaren: leeftijd van overlijden afgezet tegen de levensverwachting. Dit kan ook nog in verband worden gebracht met een bepaalde aandoening. Als deze aandoening bijvoorbeeld minder zou voorkomen, zou de gemiddelde levensverwachting een x aantal jaren stijgen. Ziektejaren: het aantal jaren dat verloren gaat aan de ziekte, waarbij de impact op de kwaliteit van het leven dus groot is (burden of disease). Het jaar waarin deze impact het grootste was, krijgt een lage wegingsfactor, waarbij de waarde 1 staat voor een ‘normaal jaar’ wat betreft de kwaliteit van leven. Deze maat wordt DALY (Disability-Adjusted Life Years) genoemd. www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels ! 6 Bron : Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – J. Brug, e.a.
  • 7. Zie tabel 2.4; hfst 2; blz 45; De tien aandoeningen met de grootste impact (gemeten in DALY’s) op de volksgezondheid in Nederland in 2003; De Hollander e.a. 2006. Naast persoonlijke gevolgen hebben ziekten ook financiële impact op een samenleving. Psychiatrische aandoeningen zoals schizofrenie en depressie zijn de duurste ziekten in Nederland. 2.5 Bij beoordeling van de volksgezondheid moet rekening worden gehouden met veranderingen in de tijd. Deze kunnen vaak historisch verklaard worden. Epidemiologische transitie: - vanaf 19e eeuw structurele stijging levensverwachting - sterfte aan infectieziekten neemt af, maakt plaats voor kanker, hart- en vaatziekten (1875-1920) - laatste fase (na 1970) wordt gekenmerkt door delayed degenerative diseases (=uitstel van sterfte naar hogere leeftijd). Deze ontwikkeling komt voort uit industrialisatie en stijging van de welvaart (verbeterde kwaliteit gezondheidszorg). CBS maakt aan de hand van algemene huidige ontwikkelingen prognoses voor de toekomst. Daarnaast zijn er projecties: aan de hand van verschillende scenario’s worden toekomstbeelden gemaakt. Voor doelgroepgerichtheid bij gezondheidsvoorlichting is inzicht in aandoeningen en doodsoorzaken aan de hand van leeftijdsgroepen ook van belang. Aan de hand van leeftijdonderzoek kan ook worden vastgesteld vanaf welke leeftijd mensen last krijgen van bepaalde aandoeningen, ook kunnen verschillen tussen generaties opgemerkt worden. Aan de hand van dit soort onderzoeken kan een levensloopperspectief (de manier waarop groei, ontwikkeling en veroudering als levensfases in de gezondheid van een individu verlopen) worden beschreven. 2.6 Grote verschillen zien we tussen verschillende groepen in de samenleving als het gaat om gezondheid/gezonde en gewone levensverwachting. Gezondheidsvoorlichting kan als doel hebben deze ongelijkheid te verkleinen. Belangrijke persoonskenmerken die invloed hebben op de gezondheid: 1. Sociaaleconomische positie: maatschappelijke status heeft grote invloed op de gezondheid. Het houdt onder meer in: opleidingsniveau, inkomensniveau. De laagste inkomensgroepen die in slechte materiële omstandigheden wonen, kennen de meeste gezondheidsproblemen. Zie tabel 2.5; hfst 2; blz 50; Opleidingsverschillen in prevalentie van verschillende aandoeningen; De Hollander e.a. 2003 2. Geografie: de grootste verschillen worden waargenomen tussen buurten binnen steden en dorpen. Hangt samen met sociaaleconomische verschillen. 3. Etniciteit: er is een duidelijk verband tussen etniciteit en lage sociaaleconomische positie. www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels ! 7 Bron : Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – J. Brug, e.a.
  • 8. 2.7 Informatiebronnen voor GVO-ers als het gaat om de volksgezondheid: CBS (statistieken en prognoses), Landelijke Studie (gegevens van huisartsen), persoons-enquetes, ziekenhuisgegevens, ziektespecifieke registraties (voorbeeld: Kankerregistratie), websites, rapporten/publicaties van de GGD. www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels ! 8 Bron : Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – J. Brug, e.a.
  • 9. Hoofdstuk 3 De analyse van gedrag 3.1 De vraag is in hoeverre gedrag verantwoordelijk is voor het ontstaan van een gezondheidprobleem. Bij interventies zal dit eerst moeten worden geanalyseerd. Hoe kan een individu door middel van gedrag een ziekte voorkomen? Zie tabel 3.1; hfst 3; blz 56; Doelen van de analyse van gedrag; Van Lenthe, Kunst en Brug. 3.2 Risicofactoren bij het ontstaan van een gezondheidsprobleem zijn onder te verdelen in 3 groepen: Persoonskenmerken (1); leefstijl en gedrag (2); en omgevingsfactoren (3). Bij veel voorkomende ziekten/aandoeningen in Nederland blijkt gedrag een belangrijke factor te zijn. Risicogedragingen: roken, veel alcoholgebruik, overgewicht (te weinig bewegen). Aangezien dit gedragingen zijn die veranderd kunnen worden, richt de Nederlandse GVO zich vooral hierop. Onder persoonskenmerken vallen onder meer: erfelijke factoren, psychische factoren en somatische factoren. 3.3 Epidemiologie houdt zich bezig met onderzoek naar verband tussen gezondheidsproblemen en het gedrag van de bevolking. Causaliteit is voor GVO van groot belang. Pas als deze bewezen is, heeft het zin om gedrag te beïnvloeden. Causaliteit wordt duidelijk aan de hand van 6 voorwaarden: tijdsrelatie (oorzaak moet vóór het gevolg plaatsvinden), biologische plausibiliteit (verband moet biologisch gezien ‘logisch’ zijn), sterkte van het verband, consistentie, analogie (uit eerder onderzoek komt naar voren dat dit verband reëel is), dosis-effectrelatie (mate van risicogedrag moet verband houden met mate van aandoening). Kenmerken bij ieder onderzoek epidemiologie: - Twee soorten onderzoeksontwerp: 1. Experimenteel: een interventiegroep en een controlegroep (at random geselecteerd), waarbij de ene groep wel wordt blootgesteld aan de risicofactor en de andere groep niet. Daarna volgt een vergelijking. 2. Observationeel: drie voorbeelden: prospectief cohort onderzoek (het volgen over een langere periode, waarbij er follow-ups zijn, van een groep mensen) (1); patiënt-controle- onderzoek (gevallen die een bepaalde aandoening hebben worden vergeleken met mensen die het niet hebben: cases versus controlepersonen) (2); dwarsdoorsnede/cross-sectional (vragenlijsten worden ingevuld door een willekeurige groep mensen) (3). Daarnaast vinden ook onderzoeken plaats die meer uitgaan van een ecologische benadering. - meetmethoden: standaard medische onderzoeksmethoden, vragenlijsten over gedrag (=subjectief en niet zo betrouwbaar); - variabelen die verstorend werken/ confounders: zogenaamde risicofactoren die als zodanig worden benoemd, maar die bij nader inzien geen causaliteit kennen. Zij kunnen ruis opleveren en bij ieder onderzoek dient men dus alert te zijn op het risico op confounders; - Externe validiteit: in hoeverre kunnen de uitkomsten worden gegeneraliseerd? Na ieder onderzoek bekijkt men of de resultaten doorgetrokken kunnen worden naar grotere groepen mensen. www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels ! 9 Bron : Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – J. Brug, e.a.
  • 10. De kwaliteit van het onderzoek en de manier waarop het is uitgevoerd, geven informatie over de betrouwbaarheid van de uitkomst. 3.4 Verbanden tussen gedrag – gezondheidsprobleem kunnen uitgedrukt worden door middel van de maten van associatie. Zie tabel 3.2; hfst 3; blz 66; Maten van associatie; Van Lenthe, Kunst en Brug De beste maat voor het GVO is de PAR, omdat deze een combinatie maakt van het RR (relatieve risico) en de prevalentie van een risicofactor. Correlatieanalyse/regressieanalyse: meting van de variatie in de mate waarin risicogedrag aanwezig is, waardoor verband tussen het gedrag en het gezondheidsprobleem preciezer kan worden onderzocht. Correlatiecoëfficiënt: meet de sterkte van het verband (niet de grootte). Regressiecoëfficiënt: geeft de effecten aan op het gezondheidsprobleem bij afname of toename van de risicofactor. 3.5 Incidentie en prevalentie zijn maten voor bepaalde ziektebeelden; deze termen zijn ook van toepassing op het meten van risicofactoren. Zo kan er gesproken worden over de incidentie of prevalentie van overmatig alcoholgebruik. Ongezond gedrag kan verschillen als we kijken naar de factoren: geslacht, leeftijd, sociaaleconomische positie, geografie, tijd, etniciteit. Ongezond gedrag kent bijvoorbeeld ook een levensloopperspectief: bepaalde gedragingen komen vaker voor in een bepaalde levensfase. Zo zijn er ook verschillen tussen de seksen. Mensen met een lage sociaaleconomische positie leven vaker ongezond. 3.6 Drie stappen bij het vaststellen van interventiedoelen: maak verschil tussen risicofactoren die met gedrag te maken hebben en overige risicofactoren (1); omschrijf zo nauwkeurig mogelijk het gedrag dat zou moeten veranderen. Soms zijn er meerdere risicogedragingen te benoemen; bepaal dan waar de prioriteit ligt aan de hand van de maten van associatie (zoals PAR) (2); bepaal de doelgroep (3). 3.7 GVO-er kan meestal niet zelf een uitgebreid epidemiologisch onderzoek opzetten om de causaliteit tussen gedrag en gezondheidsproblemen te onderzoeken. Er zijn wel informatiebronnen die geraadpleegd kunnen worden: overzichten van risicofactoren (Nationaal Kompas Volksgezondheid) ; websites met daarop de meest recente wetenschappelijke uitkomsten. Zie tabel 3.4; hfst 3; blz 72; Overzicht van enkele Nederlandse websites met informatie over risicofactoren van de meest voorkomende aandoeningen; Van Lenthe, Kunst en Brug. www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels ! 10 Bron : Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – J. Brug, e.a.
  • 11. Hoofdstuk 4 Determinanten van gedrag 4.1 Wat zijn de belangrijkste factoren die het gedrag van mensen bepalen? Bij gedragsdeterminatieanalyse is het doel om inzicht te krijgen in hoe gedragsverandering tot stand kan komen. Je moet er achterkomen welke determinanten belangrijk zijn én welke relatief gemakkelijk veranderbaar zijn. 4.2 Over het ontstaan van gedrag bestaan verschillende theorieën: de Klassieke en Operante Conditioneringstheorie en de Sociaal-Cognitieve theorie. Deze gaan uit van gedrag als reactie op een stimulus. Deze reacties vinden bewust of onbewust (niet-intentioneel) plaats. Gedrag in het verleden (past behaviour) kan dienen als indicatie voor gedrag in de toekomst. Ons gedrag kan daarnaast worden bepaald door: biopsychologische determinanten (genetisch bepaald gedrag of verschillen man/vrouw). Verschil in factoren die direct of indirect invloed uitoefenen op gedrag wordt aangeduid met de termen: proximaal (directe invloed), distaal (meer indirect) en ultiem (indirect). 4.3 Persoonlijke en omgevingsdeterminanten staan centraal bij gezondheidsgedrag. Persoonlijke determinanten: - kennis en bewustzijn: mate van zelfkennis en aan-/afwezigheid van een bewuste houding ten aanzien van de eigen gezondheid en het gedrag; - eigen-effectiviteitsverwachting of waargenomen gedragscontroles: hoe schat iemand zichzelf in als het gaat om gedragsverandering? (Bandura 1986) en hoe moeilijk denkt die persoon dat het zal zijn?; - gedragsintentie: in hoeverre is iemand geneigd te willen veranderen? - risico-inschatting: in hoeverre denkt iemand dat hij zelf echt risico loopt als het gaat om bepaalde ziekten/aandoeningen? - attitude en uitkomstverwachtingen: attitudes zijn redelijk stabiel, beliefs geven aan welke verwachtingen iemand heeft, - subjectieve norm en ervaren sociale invloed: invloed van belangrijke personen en omgeving; wat anderen verwachten (normative beliefs) en in hoeverre iemand daaraan wil voldoen (motivation to comply); modelling: nadoen van gedrag dat men ziet in de eigen omgeving. - geanticipeerde spijt en morele verplichting: mate waarin iemand schuld en spijt ervaart wanneer hij niet voldoet aan bepaalde wensen en verwachtingen, en verantwoordelijkheidsgevoel. - Persoonlijkheidskenmerken: iemands karakter/persoonlijkheid bepaalt in hoeverre hij openstaat voor veranderingen e.d. Onderscheid tussen vijf persoonlijkheidskenmerken (Ajzen 2005): extraversion, conscientiousness, openness to experience, agreeableness, neuroticism. Omgevingsdeterminanten (basis voor de ecologische benadering): sociale omgeving, politieke omgeving, fysieke omgeving, economische omgeving. Sommige determinanten zijn meer direct van invloed dan anderen. Niveaus: mesoniveau (familie/nabije omgeving; contextbepalend); microniveau (directe omgeving waarin wordt geopereerd en alle factoren die daarbij een rol spelen); macroniveau (niveau van politiek en samenleving, economie). www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels ! 11 Bron : Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – J. Brug, e.a.
  • 12. 4.4 Determinanten staan in verband met elkaar. Er is sprake van wederzijdse beïnvloeding. Hun relatie wordt aan de hand van verschillende modellen bestudeerd en ganalyseerd. Sociaal-Cognitieve Theorie: verwachtingen bepalen gedrag van de mens. Er is een dynamisch proces van beïnvloeding gaande tussen de persoon, de omgeving, en het eigen gedrag (of: de aandoening). Verwachting komen vanuit de omgeving, maar ook vanuit de persoon zelf (self-efficacy) Zie figuur 4.1; hfst 4; blz 91; Wederzijds determinisme; Bandura Mensen gedragen zich aan de hand van wederzijdse verwachtingen en beïnvloeding, maar ook via modelling: kopiëren van gedrag van anderen of lering daaruit trekken. Voorts stelt een mens zichzelf ook doelen, waarbij hij eigen strategieën ontwikkelt (self-control). Theorie van Gepland Gedrag: gedrag valt te voorspellen aan de hand van gedragsintentie. Ook hierbij spelen eigen intenties/opvattingen en die van anderen een doorslaggevende rol. Zie figuur 4.2; hfst 4; blz 92; Theorie van Gepland Gedrag; Ajzen Na de intentie vindt uitvoering plaats; deze leidt tot feedback: uitvoering wordt teruggekoppeld naar de verwachtingen. Op die manier kan iemand zichzelf corrigeren en het gedrag veranderen. Dit model heeft een voorspellende waarde wanneer het gedrag duidelijk gespecificeerd is in actie, doel van de actie, context, tijdstip. ASE model: Nederlands model dat lijkt op Theorie van Gepland Gedrag. ASE= Attitude, Sociale invloed, Eigen-effectiviteitsverwachting. Verschillen: ASE spreek niet specifiek over opvattingen van anderen (de subjectieve normen) maar over sociale invloed in het algemeen. Ook sociale druk en modelling worden meegenomen als factoren (1). Er wordt een andere term gebruikt voor Waargenomen gedragscontrole: eigen- effectiviteitsverandering. Inhoud van de termen is echter sterk gelijk (2). Het Health Belief Model : in hoeverre mensen openstaan voor preventie en gedragsverandering uit gezondheidsbevorderende overwegingen hangt samen met waargenomen dreiging en de voordelen die gedragsverandering zal opleveren versus de nadelen. Zie figuur 4.3; hfst 4; blz 95; Het Health Belief Model; Lechner, Kremers, Meertens en De Vries. Mensen hebben over het algemeen een cue to action nodig. Het is een oud model (jaren vijftig) en heeft ook kritiek gehad. Het zou teveel een verzameling variabelen zijn (1); het biedt weinig duidelijkheid over hoe er gemeten moet worden (2). De Protectie Motivatie Theorie: de theorie gaat uit van het idee dat mensen hun gedrag zullen veranderen wanneer er sprake is van angst/bedreiging. Hieraan liggen twee processen ten grondslag: de inschatting van het eigen vermogen om met de dreiging om te gaan. In het geval van gevaar voor eigen gezondheid: in hoeverre denkt iemand vatbaar te zijn (1); de inschatting van de ernst/aard van de dreiging zelf (2). Zie figuur 4.4; hfst 4; blz 96; De Protectie Motivatie Theorie; Lechner, Kremers, Meertens en De Vries. www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels ! 12 Bron : Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – J. Brug, e.a.
  • 13. Adaptieve respons: gedrag gericht op het beschermen van de gezondheid. Maladaptieve respons: gedrag dat slecht is voor de gezondheid. 4.6 Modellen die inzicht geven in het proces van gedragsverandering: Het Stages of Change-concept: binnen deze theorie wordt indeling gemaakt in vijf fasen van verandering: precontemplatie (1), contemplatie (2), preparation (3), action (4) en maintenance (5). Bij gezondheidsvoorlichting zal men rekening moeten houden met de fase waarin iemand zich bevindt. Daardoor is dit concept goed bruikbaar voor de beroepspraktijk. Het Precaution Adoption Process Model: in dit model staan centraal de verschillende stadia van bewustzijn; in hoeverre is iemand zich bewust van het gezondheidsprobleem? Zie figuur 4.5; hfst 4; blz 98; Het Stages of Change-concept vergeleken met het Precaution Adoption Process Model; naar Sutton 2005. Omdat er weinig modellen over gedragsverandering bestaan, hebben genoemde twee modellen veel invloed gehad. Er is ook veel kritiek geweest, met name op het Stages of Change-concept. Er is weinig empirisch bewijs dat dit model ondersteunt (1); het is te eenvoudig/simplistisch (2). De laatste jaren zijn dan ook veel pogingen gedaan om nieuwe modellen te ontwikkelen. 4.7 Algemene kenmerken van ecologische modellen (afgekort EM): -in EM staat de volgende hypothese centaal: gedrag wordt direct beïnvloed door omgeving; – EM maken onderscheid tussen verschillende typen omgevingsinvloeden en verschillende niveaus; - EM gaan uit van interactie tussen al deze invloeden en niveaus. Juist die interactie en de rol van de verschillende factoren daarin, zorgt dat EM interessant zijn. Voorbeeld van EM: Het ANGELO Model: Analysis Grid For Environments Linked To Obesity. Zie figuur 4.6; hfst 4; blz 101; Het ANGELO Model; Swinburn e.a. 1999. 4.8 Adviezen voor het gebruik van determinantenanalyse met behulp van theoretische modellen: - Houdt steeds voor ogen wat het doel is van een determinantenanalyse; binnen de GVO is zo’n analyse geen doel op zichzelf (1); - Het is heel belangrijk om het juiste theoretische kader te kiezen; welke dat is, wordt bepaald door de onderzoeksvraag (2); - afhankelijk van de onderzoeksvraag is het goed mogelijk om bepaalde modellen/theorieën te combineren; hierover moet goed worden nagedacht (3); - aangezien de insteek GVO is, zal ook rekening gehouden moeten worden met de mate waarin bepaalde determinanten veranderbaar zijn (4). www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels ! 13 Bron : Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – J. Brug, e.a.
  • 14. Hoofdstuk 5 Interventieontwikkeling 5.1 Intervention mapping: via een planmatige beslisstructuur (=protocol) kan een programma worden ontworpen voor gezondheidsbevorderende interventies. Intervention mapping is verdeeld in zes stappen. Door te werken met Intervention Mapping kunnen theorieën en onderzoeksgegevens op een systematisch manier worden verwerkt in concrete uitvoeringsplannen. De activiteiten gericht op GVO zullen op die manier daadwerkelijk goed onderbouwd zijn; verbinding tussen praktijk en theorie. Hiermee wordt voorkomen dat er te snel een causaliteit of oplossing wordt gezien voor een bepaald gezondheidsprobleem. Stap 1: inzicht in een bepaald gezondheidsprobleem inclusief de oorzaken aan de hand van empirisch onderzoek en analyses. Zie figuur 5.1; hfst 5; blz 109; Intervention Mapping; Schaalma en Kok. 5.2 Stap 2: veranderingsdoelen. Bij het kiezen van specifieke gedragsdoelen moet worden bekeken wat een doelgroep moet doen, wie de verandering zal moeten teweegbrengen en wat het gevolg zal zijn van de interventie en de gedragsverandering. Ook subgedragingen moeten worden geformuleerd. Daarna zullen bij de gedragsdeterminanten prioriteiten moeten worden gesteld aan de hand van belangrijkheid en veranderbaarheid. Indien nodig, dienen vervolgens doelgroepen en subgroepen verder gespecificeerd te worden. Bij het benoemen van subgroepen wordt gesproken over doelgroepsegmentatie. In een matrix worden veranderingsdoelen aangegeven. Veranderingsdoel: wat moet de doelgroep leren en/of veranderen? Per subgroep worden aparte doelen genoemd Zie tabel 5.1; hfst 5; blz 112; Voorbeelden van specifieke veranderingsdoelen; Schaalma 2000. 5.3 Stap 3: methodieken en technieken. Hoe moeten de doelen bereikt worden op een theoretisch onderbouwde en verantwoorde wijze? Er zijn veel methodieken voorhanden. Daarom is het van groot belang dat goed wordt afgewogen (aan de hand van de geformuleerde doelen en doelgroepen) welke het meest geschikt zijn. Vervolgens moeten de methodieken vertaald worden naar praktische technieken. Zie tabel 5.3; hfst 5; blz 115; Voorbeelden van theorieën, methodieken en praktische technieken; Schaalma 2000 5.4 Stap 4: Ontwerpen van het programma en uitvoering. In deze fases moet al het voorgaande, met name de praktische technieken, worden samengevoegd in één samenhangend programma van uitvoering. Bij de stappen in de uitvoering van een voorlichtingsprogramma dient ook rekening gehouden te worden met theorieën over bijvoorbeeld gedragsverandering (Stage of Changes-concept). Daarnaast moet worden nagedacht over: wie de voorlichting gaat doen (boodschapper), welke boodschap gebracht moet worden, via welk kanaal, en aan wie het gericht is (ontvanger). www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels ! 14 Bron : Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – J. Brug, e.a.
  • 15. Zie figuur 5.2; hfst 5; blz 117; Persuasion Communication Model; Bartholomew e.a. 2006 Belangrijk is dat de materialen en technieken worden uitgetest, zodat het geperfectioneerd kan worden. Stap 5: uitvoering van het programma; Stap 6: evaluatie. 5.5 Vanaf 2000 is Intervention Mapping (afgekort IM) gebruikt voor verschillende GVO programma’s. Hierdoor is duidelijk geworden dat het werken met IM leidt tot meer transparantie: het wordt veel inzichtelijker waarom is gekozen voor een bepaalde aanpak. Dit is ook van belang voor beslissingen in de toekomst. Werken met IM is echter geen garantie voor succes. Dit hangt immers ook af van andere factoren zoals het beschikbare budget en tijd. 5.6 De praktijk van een GVO-er is vaak weerbarstig. Er kan een gebrek aan tijd zijn; weinig toegang tot wetenschappelijke kennis enz. Dit mag geen reden zijn om IM helemaal niet te gebruiken. Ook op kleine schaal en met minder tijd kan IM als houvast gebruikt worden. www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels ! 15 Bron : Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – J. Brug, e.a.
  • 16. Hoofdstuk 6 Theorieën en methodieken van verandering 6.1 Er bestaan zeer veel methodieken die zijn afgeleid van wetenschappelijke theorieën. Hier worden alleen de belangrijkste behandeld. Voor het werk van GVO is altijd een combinatie van theorieën en methodieken nodig. 6.2 Theoretische methodiek: het algemene proces van beïnvloeding van determinanten van gedrags- en omgevingscondities wordt in de theorie beschreven. In IM wordt het begrip methodiek als volgt beschreven: idee over de wijze waarop gedragsverandering tot stand kan komen op basis van een theorie. Deze methodieken worden vertaald in ideeën, concrete materialen en activiteiten: praktische technieken. 6.3 Algemene methodieken/uitgangspunten: - er dient effectieve communicatie plaats te vinden; het moet de aandacht trekken en begrijpelijk zijn voor de doelgroep; - tailoring: in de communicatie moet rekening worden gehouden met de doelgroep, wat is voor hen relevant, waardoor worden ze aangesproken? Dit leidt tot voorlichting-op- maat; - door middel van het geven van positieve feedback wanneer het gewenste gedrag vertoond wordt, bekrachtig je de boodschap; - door middel van voorlichting kun je mensen meer inzicht geven in hun eigen (slechte) gedrag waardoor zelfregulatie toeneemt; - om gewenst gedrag te stimuleren, moeten mensen in staat worden gesteld dit gedrag te vertonen: creëren van middelen en juiste omgevingscondities. www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels ! 16 Bron : Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – J. Brug, e.a.
  • 17. 6.4 Veel voorkomende theoretische methodieken voor verandering in gedragsdeterminanten: - kennis(overdracht): de wijze van overdragen van kennis moet de ontvanger stimuleren de kennis te verwerken/onthouden; - gezondheidsrisico’s moeten gecommuniceerd worden aan de hand van twee soorten benaderingen: numerieke (kansinformatie en beïnvloeding van kanspercepties) en contextuele (informatie over oorzaken en gevolgen: geeft vaak een schrikeffect); - methodieken gericht op attitudeverandering. Je wilt dat mensen bepaalde ideeën/veronderstellingen/vooroordelen/meningen herzien, waardoor ook hun gedrag (positief) zal veranderen. Overtuigingskracht is hierbij van belang, evenals het inspelen op emoties. Soms kun je ook juist de attitude bevestigen/versterken: dit heet inoculatie. - Sociale invloed kan worden gebruikt/gemobiliseerd: misverstanden over wat de meeste mensen denken/doen corrigeren (false consensus of false uniqueness); mensen weerbaarder maken tegen de sociale norm; sociale steun mobiliseren. - Werken aan de eigen-effectiviteitsverwachting door middel van vaardigheidstrainingen (leren door observeren aan de hand van bijvoorbeeld rollenspellen en oefenen van gewenst gedrag) of (her)attributietrainingen (= verklaringen die mensen hebben voor hun gedrag; deze zijn vaak niet correct en zorgen dat mensen gedrag niet veranderen); - Doorbreken van slecht gewoontegedrag door: laten nadenken over die gewoonten, geven van feedback, benoemen van de consequenties van het gedrag, belonen van nieuw en gewenst gedrag, implementatie-interventies (vage voornemens omzetten in een helder actieplan dat past binnen de routine van het dagelijks leven, waardoor nieuwe gewoonten worden bestendigd). www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels ! 17 Bron : Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – J. Brug, e.a.
  • 18. 6.5 Methodieken voor verandering/ beïnvloeding van omgevingsdeterminanten: - algemene methodieken: stimuleren van participatie in besluitvorming van de betreffende doelgroep (1); advocacy (pleitbezorging) waarmee onderwerpen aan de orde worden gesteld binnen organisaties en de samenleving. Lobbyen kan door de media te mobiliseren rond een bepaald onderwerp, of door invloed uit te oefenen op beleidsvorming (media advocacy en policy advocacy) (2); mensen voorbeelden laten zien van omgevingsbeïnvloeding waarbij ze worden gestimuleerd hetzelfde te doen, eventueel met ondersteuning door trainingen (3); mensen stimuleren doordat ze merken dat omgevingsbeïnvloeding mogelijk is, omdat de middelen er zijn (facilitatie) (4). - Methodieken gericht op verandering van de sociale omgeving: inzet van massamedia (entertainment education: mensen op een leuke manier iets laten leren over sociale normen, hierbij wordt vaak gebruik gemaakt van modelling) (1); inzet van sociale netwerken (die een bepaalde sociale norm uitdragen en ondersteunen) (2). - Methodiek gericht op organisaties: organisaties kunnen zich inzetten om gedragsverandering op het gebied van gezondheid te stimuleren bij het personeel. Dit verloopt via stadia die vergelijkbaar zijn met individuele veranderingsprocessen: bewustwording, adoptie, implementatie en institutionalisering. - Methodiek gericht op wijken of communities: wijkorganisaties kunnen betrokken worden bij het aanspreken van individuen. Er wordt vaak gewerkt met empowerment; - Methodiek gericht op wet- en regelgeving: soms zijn de regels strijdig met de gezondheidsverandering die wordt nagestreefd. GVO kan zich dan richten op eigen lobby-werk/advocacy. www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels ! 18 Bron : Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – J. Brug, e.a.