SlideShare a Scribd company logo
1 of 23
Didactiek van
interactieve video
Helder & Wijzer, Isabelle Langeveld
Wat is het?
De basis is een video of een animatie. Nadat de
leerling op Play heeft geklikt, kan hij interacteren
met de media. Hij wordt uitgenodigd om in het
filmbeeld te klikken. Met zijn actie bepaalt hij het
verloop van de film: een andere volgorde, nieuwe
informatie of er verschijnt een vraag om te
beantwoorden.
Je bent gewend aan interactie in bijvoorbeeld
meerkeuze- of sleepvragen die naast een beeld of
video staan. De leerling kijkt naar het beeld, klikt in
de vraag op een antwoord en het systeem toont
feedback. Bij interactieve video liggen de
interactiemogelijkheden in lagen op de video die de
basislaag vormt.
Video: real life, opgenomen met acteurs
Animatie: getekend, eventueel met karakters
Helder & Wijzer, Isabelle Langeveld
Toolkeuze
MAKER
TOOL
DOEL EN
DOELGROEP
Er zijn veel tools waarmee interactieve video
gemaakt kan worden:
• BlueBillyWig
• Explorit
• H5P
• HiHaHo
• Ivory Studio
Al deze tools, behalve H5P, zijn van Nederlandse
origine.
Ze verschillen op allerlei vlakken, van
functionaliteiten tot kosten. Voor elke maker, doel en
doelgroep is er een ‘gouden driehoek’ met de
optimale tool. Bedenk eerst een script en vraag
vervolgens demo-accounts aan, zodat je kunt
uitproberen.
Helder & Wijzer, Isabelle Langeveld
Basisvideo
Voor interacties is een basis nodig in de vorm van een video of
animatie. Deze kun je zelf hebben gevonden op een videokanaal, je
hebt hem zelf gemaakt of laten produceren.
Het spreekt voor zich dat de didactische kwaliteit van de interactieve
video in grote mate afhangt van de basis. Een video die eigenlijk niet
goed aansluit bij doel en doelgroep, is met interacties niet te redden.
Een aantal tools biedt de mogelijkheid om een link van YouTube of
Vimeo binnen te halen. Je speelt deze video dan in de editor af en
voegt er interacties aan toe. Je kunt een seintje krijgen als de video
van het kanaal verdwijnt. Toch blijft het riskant om een video te
gebruiken waarvan je geen eigenaar bent.
De tool kan je ook zelf een mp4-bestand laten uploaden, bijvoorbeeld
van beelden die je zelf hebt geschoten van een situatie die je niet
zomaar opnieuw in scène kunt zetten.
De beste kwaliteit bereik je door het script voor de basisvideo of
animatie tegelijk met de interacties, vragen en/of branching
(vertakkende scenario’s) te schrijven.
Bedenk dat een filmscript schrijven al moeilijk is. De
interactiemogelijkheden die op de volgende slides worden uitgelegd,
stellen je voor een nog grotere uitdaging.
Ben je vooral learning designer en geen multimediaproducent, vraag daar
dan hulp bij van specialist.
Je hebt maar één kans om je organisatie en je publiek te overtuigen van de
waarde van interactieve video.
Helder & Wijzer, Isabelle Langeveld
‘Interactie’ betekent dat de lerende kan klikken op buttons of labels
(actie) waarna een reactie volgt. Met interactie beïnvloedt de lerende
wat er wordt getoond. Ze zijn in te delen in:
• Navigeren binnen een video
• Navigeren vanuit de basis naar andere video’s
• Oproepen van Extra/verrijkende informatie
• Beantwoorden van vragen met automatische feedback
• Antwoorden leiden naar andere fragmenten in de video of naar
andere video’s
Helder & Wijzer, Isabelle Langeveld
Navigeren binnen video met menu
Onderwerp 1
Bookmarks Tijdlijn
Onderwerp 2
Onderwerp 3
MENU
Leerling kan kiezen in
welke volgorde hij
stukjes video bekijkt.
Hij kan altijd terug
naar een menu.
Navigatie naar
deelonderwerpen of
naar leerfuncties
(uitleg, voorbeeld,
vragen).
Navigatie op knoppen
in een menu dat
steeds toegankelijk is
en/of met bookmarks
op de tijdlijn.Onderwerp 1 Onderwerp 2 Onderwerp 3
1
Helder & Wijzer, Isabelle Langeveld
Navigeren van video naar video
Tijdlijn
Lerende kan vanuit een
startvideo kiezen voor
een vervolgvideo. De
start introduceert de
topic; de vervolgvideo’s
diepen de topic op
enkele manieren uit in
‘vertakte’ video’s. Aan
het eind van de
vervolgvideo maakt de
leerling een nieuwe
keuze.
Je kunt afdwingen dat
alle video’s bekeken
worden, maar de
leerling kiest zelf zijn
takken.
Branching
2
Helder & Wijzer, Isabelle Langeveld
Extra informatie oproepen met hotspot
Terwijl de video afspeelt
verschijnen hotspots in beeld
bij onderdelen van het beeld
waarover meer informatie op
te halen is.
De lerende moet weten wat hij
kan verwachten vóór hij klikt.
Plaatst hij de muis op een
hotspot, dan verschijnt een tip
over de inhoud.
Na klikken komt een tekstveld
over de video heen, een
afbeelding (uitvergroting),
video of zelfs een scherm met
een combinatie van media.
Als hij deze overlay sluit, speelt
de video verder.
Plaats een hotspot op:
• Jaartal
• Belangrijk persoon
• Begrip
• Verschijnsel
• Oorzaak
• Samenvatting
• …
Hotspot
3
Bekend voorbeeld: interactive timeline. Leerling wandelt door de tijd langs belangrijke
events in de ontwikkeling van bv een oorlog, technologie of in het leven van een
historische figuur. Momenten zijn hotspots en events worden gevisualiseerd.
Helder & Wijzer, Isabelle Langeveld
Vraag
Terwijl de video afspeelt
verschijnt een vraag in beeld
in een laag over de video.
De vraag heeft betrekking op
een fragment uit de video dat
eraan voorafgaat (heb je het
begrepen?) of op een
fragment dat er direct op volgt
(wat denk je dat gaat
gebeuren?).
Welke interactietypes?
• Single choice
• Multi choice
• Meer…
Als hij deze overlay sluit, speelt
de video verder.
Vraag 1
4
Helder & Wijzer, Isabelle Langeveld
Antwoord op vraag linkt naar
vervolgvideo (adaptive branching) Als een interactieve vraag met
branching wordt
gecombineerd ontstaat
adaptiviteit.
Op basis van het gegeven
antwoord wordt de leerling
naar een nieuwe video of
media gestuurd of naar een
andere vraag:
• Verdiepend
• Remediërend
• Versnellend
Bezint voor je begint: dit is
heel complex voor auteurs om
te bedenken en gepiel voor
makers
Vraag 1
5
Helder & Wijzer, Isabelle Langeveld
Denk in lagen
Basislaag: video of beeld
Laag om te navigeren mbv menu of
hotspots die naar extra informatie
linken
Laag met interactieve vragen
Een interactieve video of beeld met interacties wordt in lagen (overlays)
opgebouwd. Dat maakt het mogelijk om de lagen aan/uit te zetten.
Elke laag wordt apart gemaakt én opgeslagen. Zo houden we de content
flexibel herbruikbaar.
Je kunt de basislaag :
1. inzetten zonder extra lagen, bij voorbeeld alleen met de functie van
theorie of bron.
2. combineren met een laag waarop de leerling kan navigeren (nog
steeds alleen theorie of bron
3. combineren met vragen (de interactieve video wordt theorie en
opdracht inéén)
4. combineren met een navigatie- én een vragenlaag (idem)
Helder & Wijzer, Isabelle Langeveld
Vergelijking interacties
Navigatie Hotspot Vragen
Wat doet de leerling Kiest eigen volgorde,
springt naar
deelonderwerpen of
leerfunctie
Vraagt meer informatie
op over een specifiek
beeldelement, en
leest/bekijkt deze in een
laag die over de video
heen ligt
Denkt na over wat hij
heeft gezien/gaat zien
en checkt juistheid van
gedachte
Relatie interactie en
basislaag
Interactie is gekoppeld
aan ‘hoofdstukken’ met
elk een eigen speelduur.
Interactie is gekoppeld
aan een beeldelement
in de basislaag. Hotspot
staat op een
betekenisvolle plek
Interactie verschijnt na
afloop van of
voorafgaand een stukje
uitleg in de basislaag
Navigatie Vergelijk met een
inhoudsopgave
Vergelijk met
aanwijzen/inzoomen
Beeld staat stil bij de
vraag en gaat verder na
beantwoording
Helder & Wijzer, Isabelle Langeveld
Leren van multimedia
Dankzij het onderzoek van
Richard E. Mayer en anderen, is
het brein dat leert uit
combinaties van (bewegend)
beeld, audio en tekst geen magic
box meer.
Begrip van cognitieve processen
helpt je om betere
interactiekeuzes te maken.
De basis
Cognitieve theorie van multimedia learning
Drie aannames waarvoor bewijs is gevonden:
1. Visuele en auditieve informatie wordt in aparte kanalen verwerkt (modaliteit,
gescheiden aandacht Paivio 1986, Baddely 1992)
2. De verwerkingsactiviteit per kanaal is beperkt (Baddely 1992, Chandler en
Sweller 1991)
3. Voor leren is actieve verwerking nodig (Mayer 1999, Wittock 1989)
IN SCHEMA >>
Cognitieve
belasting
Leereffect
Lerende krijgt multimedia (video)
gepresenteerd
Woorden
Woorden
luisteren
lezen
Beelden kijken
Multimedia worden verdeeld in woorden en beelden en
even vastgehouden in het zintuiglijk geheugen
In deze video wordt uitgelegd dat beuken en
eiken allebei loofbomen zijn.
Een video of animatie voegt informatie in de
vorm van bewegend beeld, gesproken woorden
en vaak ook nog geschreven tekst samen. De
lerende trekt dat weer uit elkaar en verwerkt
deze input achtereenvolgens in het zintuiglijk
geheugen, werkgeheugen en lange termijn
geheugen.
Woorden
Woorden
Multimedia worden gesplitst
luisteren
lezen
Beelden kijken
en even vastgehouden in het
zintuiglijk geheugen
VerbaalkanaalVisueelkanaal
Het brein van de lerende heeft twee kanalen
ter beschikking voor de informatieverwerking:
een verbaal kanaal voor de gesproken woorden
en een visueel kanaal voor de gepresenteerde
woorden en de beelden.
Die twee kanalen werken samen om beeld en
woorden in het geheugen bij elkaar te houden.
Wie multimedia maakt, zorgt ervoor dat deze
kanalen elkaar nooit verstoren, bijvoorbeeld
door in beeld andere tekst te tonen dan wordt
uitgesproken door de stem.
Uit het zintuiglijk geheugen selecteert het werkgeheugen ruw materiaal
Geluiden
Beelden
Het werkgeheugen (WG) is de centrale plek
waar van multimedia geleerd wordt.
Het WG kan maar beperkt informatie
vasthouden. Van alles wat gehoord, gelezen en
gezien wordt, maakt het WG een selectie in de
vorm van ‘plaatjes’.
De geluiden van beuk en eik worden als
plaatjes van een rechte boom en van een ronde
boom bewaard en van het beeld van de bomen
maakt het WG een ‘geluidsplaatje’. Als je denkt
aan een beuk, hoor je namelijk het woord beuk.
Horen en zien gaan via aparte kanalen, maar
kunnen elkaars input vertalen. Dat hebben
lerenden ook nodig om van informatie kennis
te maken die op verschillende plekken in het
geheugen kan worden vastgelegd.
Dat cognitief proces kan verstoord worden.
Denk aan afasiepatiënten die wat ze willen ze
zeggen wel voor zich zien, maar het verkeerde
woord zeggen.
De geselecteerde informatie wordt in het WG
georganiseerd tot kennis in de vorm van een
verbaal en een visueel (ruimtelijk) model. Beuk
en eik horen nu bij elkaar als specifieke
representaties van ‘boom’ die allebei in de
categorie ‘loofbomen’ thuishoren.
Hier is informatie in het WG geconstrueerd tot
kennis.
Maar deze kennis blijft maar kort in het WG
‘hangen’.
en organiseert dit tot kennis
Verbaal model
Visueel model
Voorkennis
die met voorkennis wordt geïntegreerd in het lange
termijn geheugen
De nieuwe kennis over beuken en eiken als
loofbomen wordt in het lange termijn
geheugen (LTG) geïntegreerd.
In tegenstelling tot het WG kan het LTG
grote hoeveelheden kennis bewaren én
voor lange tijd. Maar, om het terug te halen,
en er weer nieuwe kennis aan te plakken
(bijvoorbeeld ‘loofbomen verliezen blad’),
moet de lerende ertoe geactiveerd worden
om het naar het WG te halen, want alleen
daar kan kennis bewerkt worden.
Helder & Wijzer, Isabelle Langeveld
Je hebt nu gezien dat er drie processen nodig
zijn om informatie die in multimedia is
verpakt vast houden als kennsi:
• Selecteren wat onthouden moet worden
• Organiseren tot mentale modellen
• Integreren met voorkennis
Je wilt dat alle cognitieve capaciteit daarvoor
wordt ingezet. Interacties kunnen de lerende
helpen om de cognitieve belasting te
reduceren en om die essentiële processen te
activeren.
Pas de principes op de volgende slide toe in je
interactieve video.
Cognitieve belasting reduceren
Helder & Wijzer, Isabelle Langeveld
Signaleren (cues geven)
aanwijzingen worden gegeven die de aandacht sturen en helpen om
de meest relevante elementen van het materiaal te selecteren of de
opbouw te verhelderen (organisatie).
Nabijheid in locatie en tijd
tekst en beeld dat bij elkaar hoort dicht bij elkaar staat op het
scherm en als animatie en voice over tegelijk worden
gepresenteerd. Het auditieve/verbale en visuele kanaal versterken
elkaar.
Mensen leren dieper van multimedia als …
Pre-training
ze bekend zijn met de belangrijkste namen en kenmerken van de
besproken concepten, voordat kan worden geoefend met
toepassing. Zonder deze voorkennis gaat de cognitieve investering
naar proberen de taal te begrijpen en dan kan nieuwe kennis niet
hechten.
Feedback
vragen zijn verrijkt met uitleg waarom een antwoord goed of fout is.
De modellen worden dan correct vastgelegd en transfer naar andere
contexten wordt bevorderd.
Actief
ze met vragen geactiveerd worden om informatie te verwerken tot
mentale modellen en die te verbinden aan voorkennis.
Controle over tempo en selectie
het mogelijk is om zelf te kiezen waaraan aandacht wordt besteed. Dit
geldt alleen voor lerenden met voorkennis en die hun eigen leren goed
kunnen sturen.
Segmenteren
veel materiaal in hoog tempo wordt gepresenteerd en veel
essentiële informatie bevat, in korte segmenten is verdeeld.
Modaliteit
tekst wordt uitgesproken in plaats van in woorden wordt
gepresenteerd. (Pleit in algemene zin voor video/animatie
met voice over voor uitleg.)
Algemene principes vertaald naar didactische
voordelen, specifiek voor interactieve video
• Alle leerfuncties voor één specifieke topic krachtig
combineren in beeld, geluid én interactieve vragen
(minimale cognitieve belasting: zonder dat de
leerling hoeft te zoeken of de blik moet wisselen
van beeld naar tekst)
• Bij één video meer vragen stellen, zonder dat de
leerling een nieuwe pagina moet openen
• Direct aansluiten op vragen die een specifiek
fragment oproept (‘just-in-time’) en feedback om
te corrigeren, uitleggen of te bekrachtigen
• Informatie in segmenten en lagen aanbieden,
zodat de leerling een concept stap voor stap, in
eigen tempo kan opbouwen en verwerken
• Leerlingen leren naar behoefte/interesse (eigen
volgorde in deelonderwerpen of eerst theorie dan
vragen of andersom)
• Overslaan wat je al denkt te weten
• Gericht ophalen wat je even kwijt was of nog
niet hebt geleerd
• Inzoomen op iets waar je méér over wilt
weten
Zoals bij elk leermiddel werkt het alleen als het
leerdoel de leerling duidelijk is en als er slechts
één doel per video gesteld wordt.
Helder & Wijzer, Isabelle Langeveld
Valkuil
Pas op voor extra materiaal in de vorm van tekst of beeld dat
op basis van het leerdoel als overbodig kan worden gezien, of
‘de kanalen verstopt’. Daarvan is sprake als tegelijkertijd
video/animatie, voice over én tekst op het scherm wordt
gepresenteerd.
Het is al gauw te veel! Maximaal 1 interactie per 45
seconden.
Helder & Wijzer, Isabelle Langeveld
Vrij navigeren of interactie afdwingen?
Bedenk bij het ontwerp of je de leerling volledig
de vrijheid geeft om te bepalen welke inhoud hij
bekijkt óf dat je afdwingt dat alle interacties
uitgevoerd moeten worden. Bij het programmeren
kan worden ingesteld dat de leerling vragen of
hotspots mag negeren of dat de leerling pas
verder kan nadat hij de interactie heeft
uitgevoerd.
Als leerlingen weinig voorkennis van de topic
hebben, kan de navigatie beter worden
afgedwongen. Ze weten nog niet wat ze niet
weten. Komt dezelfde interactieve video nog een
keer terug, eventueel met meer lagen, dan kan hij
wél zelf navigeren.

More Related Content

Similar to Didactiek interactieve video

Visie op ICT taak ICT B ppt.pptx
Visie op ICT taak ICT B         ppt.pptxVisie op ICT taak ICT B         ppt.pptx
Visie op ICT taak ICT B ppt.pptx
FemkeNijs
 
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxVisie_Op_ICT.pdf
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxVisie_Op_ICT.pdfxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxVisie_Op_ICT.pdf
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxVisie_Op_ICT.pdf
EvyDeSaeger
 
OWD2010 - 1 - Instructievideo op de mobiel - Arie van der Graaf
OWD2010 - 1 - Instructievideo op de mobiel - Arie van der GraafOWD2010 - 1 - Instructievideo op de mobiel - Arie van der Graaf
OWD2010 - 1 - Instructievideo op de mobiel - Arie van der Graaf
SURF Events
 
Meerwaarde ICT in het onderwijs Fundeon
Meerwaarde ICT in het onderwijs Fundeon Meerwaarde ICT in het onderwijs Fundeon
Meerwaarde ICT in het onderwijs Fundeon
WilfredRubens.com
 

Similar to Didactiek interactieve video (20)

Robert - DN2ICT - Bijeenkomst 3 - studenten.pptx
Robert - DN2ICT - Bijeenkomst 3 - studenten.pptxRobert - DN2ICT - Bijeenkomst 3 - studenten.pptx
Robert - DN2ICT - Bijeenkomst 3 - studenten.pptx
 
Productiestraat e-learning Deltion College
Productiestraat e-learning Deltion CollegeProductiestraat e-learning Deltion College
Productiestraat e-learning Deltion College
 
Visie op ICT taak ICT B ppt.pptx
Visie op ICT taak ICT B         ppt.pptxVisie op ICT taak ICT B         ppt.pptx
Visie op ICT taak ICT B ppt.pptx
 
Ontwerpen en beoordelen
Ontwerpen en beoordelenOntwerpen en beoordelen
Ontwerpen en beoordelen
 
Deltion College; webcolleges en andere videotoepassingen die werken op het MB...
Deltion College; webcolleges en andere videotoepassingen die werken op het MB...Deltion College; webcolleges en andere videotoepassingen die werken op het MB...
Deltion College; webcolleges en andere videotoepassingen die werken op het MB...
 
Visie op ICT.docx
Visie op ICT.docxVisie op ICT.docx
Visie op ICT.docx
 
Visie op ICT (1).pdf
Visie op ICT (1).pdfVisie op ICT (1).pdf
Visie op ICT (1).pdf
 
Visie op ICT.docx
Visie op ICT.docxVisie op ICT.docx
Visie op ICT.docx
 
Ivm projectpresentatie - uitkomsten instructie video's op de mobiel
Ivm   projectpresentatie - uitkomsten instructie video's op de mobielIvm   projectpresentatie - uitkomsten instructie video's op de mobiel
Ivm projectpresentatie - uitkomsten instructie video's op de mobiel
 
Visie op ICT.pdf
Visie op ICT.pdfVisie op ICT.pdf
Visie op ICT.pdf
 
Visie op ICT
Visie op ICTVisie op ICT
Visie op ICT
 
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxVisie_Op_ICT.pdf
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxVisie_Op_ICT.pdfxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxVisie_Op_ICT.pdf
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxVisie_Op_ICT.pdf
 
Visie op ICT
Visie op ICTVisie op ICT
Visie op ICT
 
Flipping the classroom AH
Flipping the classroom AHFlipping the classroom AH
Flipping the classroom AH
 
Visie op ICT taak.pdf
Visie op ICT taak.pdfVisie op ICT taak.pdf
Visie op ICT taak.pdf
 
Visie op ICT.
Visie op ICT.Visie op ICT.
Visie op ICT.
 
Visie op ICT
Visie op ICTVisie op ICT
Visie op ICT
 
200602 (wr) v1 webinar activerend leren avans plus 2020
200602 (wr) v1 webinar activerend leren avans plus 2020200602 (wr) v1 webinar activerend leren avans plus 2020
200602 (wr) v1 webinar activerend leren avans plus 2020
 
OWD2010 - 1 - Instructievideo op de mobiel - Arie van der Graaf
OWD2010 - 1 - Instructievideo op de mobiel - Arie van der GraafOWD2010 - 1 - Instructievideo op de mobiel - Arie van der Graaf
OWD2010 - 1 - Instructievideo op de mobiel - Arie van der Graaf
 
Meerwaarde ICT in het onderwijs Fundeon
Meerwaarde ICT in het onderwijs Fundeon Meerwaarde ICT in het onderwijs Fundeon
Meerwaarde ICT in het onderwijs Fundeon
 

More from Isabelle Langeveld

More from Isabelle Langeveld (12)

Stappenplan om samen een animatie te maken
Stappenplan om samen een animatie te makenStappenplan om samen een animatie te maken
Stappenplan om samen een animatie te maken
 
Blendwielvoorbeeld Escape room
Blendwielvoorbeeld Escape roomBlendwielvoorbeeld Escape room
Blendwielvoorbeeld Escape room
 
Atelier apprentissage par objectifs
Atelier apprentissage par objectifsAtelier apprentissage par objectifs
Atelier apprentissage par objectifs
 
Strategies pédagogiques
Strategies pédagogiquesStrategies pédagogiques
Strategies pédagogiques
 
Dynamique d'apprentissage
Dynamique d'apprentissageDynamique d'apprentissage
Dynamique d'apprentissage
 
Atelier apprentissage par objectifs
Atelier apprentissage par objectifsAtelier apprentissage par objectifs
Atelier apprentissage par objectifs
 
De teamrollen van Belbin in makkelijk te onthouden steekwoorden
De teamrollen van Belbin in makkelijk te onthouden steekwoordenDe teamrollen van Belbin in makkelijk te onthouden steekwoorden
De teamrollen van Belbin in makkelijk te onthouden steekwoorden
 
Waarom Moodle?
Waarom Moodle?Waarom Moodle?
Waarom Moodle?
 
Leer presenteren voor de webcam
Leer presenteren voor de webcamLeer presenteren voor de webcam
Leer presenteren voor de webcam
 
Voorbeelden van Nederlandse Moodlesites
Voorbeelden van Nederlandse MoodlesitesVoorbeelden van Nederlandse Moodlesites
Voorbeelden van Nederlandse Moodlesites
 
Soepkokeninstappen
SoepkokeninstappenSoepkokeninstappen
Soepkokeninstappen
 
Slides van webinar Moodle proeven
Slides van webinar Moodle proevenSlides van webinar Moodle proeven
Slides van webinar Moodle proeven
 

Didactiek interactieve video

  • 2. Helder & Wijzer, Isabelle Langeveld Wat is het? De basis is een video of een animatie. Nadat de leerling op Play heeft geklikt, kan hij interacteren met de media. Hij wordt uitgenodigd om in het filmbeeld te klikken. Met zijn actie bepaalt hij het verloop van de film: een andere volgorde, nieuwe informatie of er verschijnt een vraag om te beantwoorden. Je bent gewend aan interactie in bijvoorbeeld meerkeuze- of sleepvragen die naast een beeld of video staan. De leerling kijkt naar het beeld, klikt in de vraag op een antwoord en het systeem toont feedback. Bij interactieve video liggen de interactiemogelijkheden in lagen op de video die de basislaag vormt. Video: real life, opgenomen met acteurs Animatie: getekend, eventueel met karakters
  • 3. Helder & Wijzer, Isabelle Langeveld Toolkeuze MAKER TOOL DOEL EN DOELGROEP Er zijn veel tools waarmee interactieve video gemaakt kan worden: • BlueBillyWig • Explorit • H5P • HiHaHo • Ivory Studio Al deze tools, behalve H5P, zijn van Nederlandse origine. Ze verschillen op allerlei vlakken, van functionaliteiten tot kosten. Voor elke maker, doel en doelgroep is er een ‘gouden driehoek’ met de optimale tool. Bedenk eerst een script en vraag vervolgens demo-accounts aan, zodat je kunt uitproberen.
  • 4. Helder & Wijzer, Isabelle Langeveld Basisvideo Voor interacties is een basis nodig in de vorm van een video of animatie. Deze kun je zelf hebben gevonden op een videokanaal, je hebt hem zelf gemaakt of laten produceren. Het spreekt voor zich dat de didactische kwaliteit van de interactieve video in grote mate afhangt van de basis. Een video die eigenlijk niet goed aansluit bij doel en doelgroep, is met interacties niet te redden. Een aantal tools biedt de mogelijkheid om een link van YouTube of Vimeo binnen te halen. Je speelt deze video dan in de editor af en voegt er interacties aan toe. Je kunt een seintje krijgen als de video van het kanaal verdwijnt. Toch blijft het riskant om een video te gebruiken waarvan je geen eigenaar bent. De tool kan je ook zelf een mp4-bestand laten uploaden, bijvoorbeeld van beelden die je zelf hebt geschoten van een situatie die je niet zomaar opnieuw in scène kunt zetten. De beste kwaliteit bereik je door het script voor de basisvideo of animatie tegelijk met de interacties, vragen en/of branching (vertakkende scenario’s) te schrijven. Bedenk dat een filmscript schrijven al moeilijk is. De interactiemogelijkheden die op de volgende slides worden uitgelegd, stellen je voor een nog grotere uitdaging. Ben je vooral learning designer en geen multimediaproducent, vraag daar dan hulp bij van specialist. Je hebt maar één kans om je organisatie en je publiek te overtuigen van de waarde van interactieve video.
  • 5. Helder & Wijzer, Isabelle Langeveld ‘Interactie’ betekent dat de lerende kan klikken op buttons of labels (actie) waarna een reactie volgt. Met interactie beïnvloedt de lerende wat er wordt getoond. Ze zijn in te delen in: • Navigeren binnen een video • Navigeren vanuit de basis naar andere video’s • Oproepen van Extra/verrijkende informatie • Beantwoorden van vragen met automatische feedback • Antwoorden leiden naar andere fragmenten in de video of naar andere video’s
  • 6. Helder & Wijzer, Isabelle Langeveld Navigeren binnen video met menu Onderwerp 1 Bookmarks Tijdlijn Onderwerp 2 Onderwerp 3 MENU Leerling kan kiezen in welke volgorde hij stukjes video bekijkt. Hij kan altijd terug naar een menu. Navigatie naar deelonderwerpen of naar leerfuncties (uitleg, voorbeeld, vragen). Navigatie op knoppen in een menu dat steeds toegankelijk is en/of met bookmarks op de tijdlijn.Onderwerp 1 Onderwerp 2 Onderwerp 3 1
  • 7. Helder & Wijzer, Isabelle Langeveld Navigeren van video naar video Tijdlijn Lerende kan vanuit een startvideo kiezen voor een vervolgvideo. De start introduceert de topic; de vervolgvideo’s diepen de topic op enkele manieren uit in ‘vertakte’ video’s. Aan het eind van de vervolgvideo maakt de leerling een nieuwe keuze. Je kunt afdwingen dat alle video’s bekeken worden, maar de leerling kiest zelf zijn takken. Branching 2
  • 8. Helder & Wijzer, Isabelle Langeveld Extra informatie oproepen met hotspot Terwijl de video afspeelt verschijnen hotspots in beeld bij onderdelen van het beeld waarover meer informatie op te halen is. De lerende moet weten wat hij kan verwachten vóór hij klikt. Plaatst hij de muis op een hotspot, dan verschijnt een tip over de inhoud. Na klikken komt een tekstveld over de video heen, een afbeelding (uitvergroting), video of zelfs een scherm met een combinatie van media. Als hij deze overlay sluit, speelt de video verder. Plaats een hotspot op: • Jaartal • Belangrijk persoon • Begrip • Verschijnsel • Oorzaak • Samenvatting • … Hotspot 3 Bekend voorbeeld: interactive timeline. Leerling wandelt door de tijd langs belangrijke events in de ontwikkeling van bv een oorlog, technologie of in het leven van een historische figuur. Momenten zijn hotspots en events worden gevisualiseerd.
  • 9. Helder & Wijzer, Isabelle Langeveld Vraag Terwijl de video afspeelt verschijnt een vraag in beeld in een laag over de video. De vraag heeft betrekking op een fragment uit de video dat eraan voorafgaat (heb je het begrepen?) of op een fragment dat er direct op volgt (wat denk je dat gaat gebeuren?). Welke interactietypes? • Single choice • Multi choice • Meer… Als hij deze overlay sluit, speelt de video verder. Vraag 1 4
  • 10. Helder & Wijzer, Isabelle Langeveld Antwoord op vraag linkt naar vervolgvideo (adaptive branching) Als een interactieve vraag met branching wordt gecombineerd ontstaat adaptiviteit. Op basis van het gegeven antwoord wordt de leerling naar een nieuwe video of media gestuurd of naar een andere vraag: • Verdiepend • Remediërend • Versnellend Bezint voor je begint: dit is heel complex voor auteurs om te bedenken en gepiel voor makers Vraag 1 5
  • 11. Helder & Wijzer, Isabelle Langeveld Denk in lagen Basislaag: video of beeld Laag om te navigeren mbv menu of hotspots die naar extra informatie linken Laag met interactieve vragen Een interactieve video of beeld met interacties wordt in lagen (overlays) opgebouwd. Dat maakt het mogelijk om de lagen aan/uit te zetten. Elke laag wordt apart gemaakt én opgeslagen. Zo houden we de content flexibel herbruikbaar. Je kunt de basislaag : 1. inzetten zonder extra lagen, bij voorbeeld alleen met de functie van theorie of bron. 2. combineren met een laag waarop de leerling kan navigeren (nog steeds alleen theorie of bron 3. combineren met vragen (de interactieve video wordt theorie en opdracht inéén) 4. combineren met een navigatie- én een vragenlaag (idem)
  • 12. Helder & Wijzer, Isabelle Langeveld Vergelijking interacties Navigatie Hotspot Vragen Wat doet de leerling Kiest eigen volgorde, springt naar deelonderwerpen of leerfunctie Vraagt meer informatie op over een specifiek beeldelement, en leest/bekijkt deze in een laag die over de video heen ligt Denkt na over wat hij heeft gezien/gaat zien en checkt juistheid van gedachte Relatie interactie en basislaag Interactie is gekoppeld aan ‘hoofdstukken’ met elk een eigen speelduur. Interactie is gekoppeld aan een beeldelement in de basislaag. Hotspot staat op een betekenisvolle plek Interactie verschijnt na afloop van of voorafgaand een stukje uitleg in de basislaag Navigatie Vergelijk met een inhoudsopgave Vergelijk met aanwijzen/inzoomen Beeld staat stil bij de vraag en gaat verder na beantwoording
  • 13. Helder & Wijzer, Isabelle Langeveld Leren van multimedia Dankzij het onderzoek van Richard E. Mayer en anderen, is het brein dat leert uit combinaties van (bewegend) beeld, audio en tekst geen magic box meer. Begrip van cognitieve processen helpt je om betere interactiekeuzes te maken.
  • 14. De basis Cognitieve theorie van multimedia learning Drie aannames waarvoor bewijs is gevonden: 1. Visuele en auditieve informatie wordt in aparte kanalen verwerkt (modaliteit, gescheiden aandacht Paivio 1986, Baddely 1992) 2. De verwerkingsactiviteit per kanaal is beperkt (Baddely 1992, Chandler en Sweller 1991) 3. Voor leren is actieve verwerking nodig (Mayer 1999, Wittock 1989) IN SCHEMA >> Cognitieve belasting Leereffect
  • 15. Lerende krijgt multimedia (video) gepresenteerd Woorden Woorden luisteren lezen Beelden kijken Multimedia worden verdeeld in woorden en beelden en even vastgehouden in het zintuiglijk geheugen In deze video wordt uitgelegd dat beuken en eiken allebei loofbomen zijn. Een video of animatie voegt informatie in de vorm van bewegend beeld, gesproken woorden en vaak ook nog geschreven tekst samen. De lerende trekt dat weer uit elkaar en verwerkt deze input achtereenvolgens in het zintuiglijk geheugen, werkgeheugen en lange termijn geheugen.
  • 16. Woorden Woorden Multimedia worden gesplitst luisteren lezen Beelden kijken en even vastgehouden in het zintuiglijk geheugen VerbaalkanaalVisueelkanaal Het brein van de lerende heeft twee kanalen ter beschikking voor de informatieverwerking: een verbaal kanaal voor de gesproken woorden en een visueel kanaal voor de gepresenteerde woorden en de beelden. Die twee kanalen werken samen om beeld en woorden in het geheugen bij elkaar te houden. Wie multimedia maakt, zorgt ervoor dat deze kanalen elkaar nooit verstoren, bijvoorbeeld door in beeld andere tekst te tonen dan wordt uitgesproken door de stem.
  • 17. Uit het zintuiglijk geheugen selecteert het werkgeheugen ruw materiaal Geluiden Beelden Het werkgeheugen (WG) is de centrale plek waar van multimedia geleerd wordt. Het WG kan maar beperkt informatie vasthouden. Van alles wat gehoord, gelezen en gezien wordt, maakt het WG een selectie in de vorm van ‘plaatjes’. De geluiden van beuk en eik worden als plaatjes van een rechte boom en van een ronde boom bewaard en van het beeld van de bomen maakt het WG een ‘geluidsplaatje’. Als je denkt aan een beuk, hoor je namelijk het woord beuk. Horen en zien gaan via aparte kanalen, maar kunnen elkaars input vertalen. Dat hebben lerenden ook nodig om van informatie kennis te maken die op verschillende plekken in het geheugen kan worden vastgelegd. Dat cognitief proces kan verstoord worden. Denk aan afasiepatiënten die wat ze willen ze zeggen wel voor zich zien, maar het verkeerde woord zeggen.
  • 18. De geselecteerde informatie wordt in het WG georganiseerd tot kennis in de vorm van een verbaal en een visueel (ruimtelijk) model. Beuk en eik horen nu bij elkaar als specifieke representaties van ‘boom’ die allebei in de categorie ‘loofbomen’ thuishoren. Hier is informatie in het WG geconstrueerd tot kennis. Maar deze kennis blijft maar kort in het WG ‘hangen’. en organiseert dit tot kennis Verbaal model Visueel model Voorkennis die met voorkennis wordt geïntegreerd in het lange termijn geheugen De nieuwe kennis over beuken en eiken als loofbomen wordt in het lange termijn geheugen (LTG) geïntegreerd. In tegenstelling tot het WG kan het LTG grote hoeveelheden kennis bewaren én voor lange tijd. Maar, om het terug te halen, en er weer nieuwe kennis aan te plakken (bijvoorbeeld ‘loofbomen verliezen blad’), moet de lerende ertoe geactiveerd worden om het naar het WG te halen, want alleen daar kan kennis bewerkt worden.
  • 19. Helder & Wijzer, Isabelle Langeveld Je hebt nu gezien dat er drie processen nodig zijn om informatie die in multimedia is verpakt vast houden als kennsi: • Selecteren wat onthouden moet worden • Organiseren tot mentale modellen • Integreren met voorkennis Je wilt dat alle cognitieve capaciteit daarvoor wordt ingezet. Interacties kunnen de lerende helpen om de cognitieve belasting te reduceren en om die essentiële processen te activeren. Pas de principes op de volgende slide toe in je interactieve video. Cognitieve belasting reduceren
  • 20. Helder & Wijzer, Isabelle Langeveld Signaleren (cues geven) aanwijzingen worden gegeven die de aandacht sturen en helpen om de meest relevante elementen van het materiaal te selecteren of de opbouw te verhelderen (organisatie). Nabijheid in locatie en tijd tekst en beeld dat bij elkaar hoort dicht bij elkaar staat op het scherm en als animatie en voice over tegelijk worden gepresenteerd. Het auditieve/verbale en visuele kanaal versterken elkaar. Mensen leren dieper van multimedia als … Pre-training ze bekend zijn met de belangrijkste namen en kenmerken van de besproken concepten, voordat kan worden geoefend met toepassing. Zonder deze voorkennis gaat de cognitieve investering naar proberen de taal te begrijpen en dan kan nieuwe kennis niet hechten. Feedback vragen zijn verrijkt met uitleg waarom een antwoord goed of fout is. De modellen worden dan correct vastgelegd en transfer naar andere contexten wordt bevorderd. Actief ze met vragen geactiveerd worden om informatie te verwerken tot mentale modellen en die te verbinden aan voorkennis. Controle over tempo en selectie het mogelijk is om zelf te kiezen waaraan aandacht wordt besteed. Dit geldt alleen voor lerenden met voorkennis en die hun eigen leren goed kunnen sturen. Segmenteren veel materiaal in hoog tempo wordt gepresenteerd en veel essentiële informatie bevat, in korte segmenten is verdeeld. Modaliteit tekst wordt uitgesproken in plaats van in woorden wordt gepresenteerd. (Pleit in algemene zin voor video/animatie met voice over voor uitleg.)
  • 21. Algemene principes vertaald naar didactische voordelen, specifiek voor interactieve video • Alle leerfuncties voor één specifieke topic krachtig combineren in beeld, geluid én interactieve vragen (minimale cognitieve belasting: zonder dat de leerling hoeft te zoeken of de blik moet wisselen van beeld naar tekst) • Bij één video meer vragen stellen, zonder dat de leerling een nieuwe pagina moet openen • Direct aansluiten op vragen die een specifiek fragment oproept (‘just-in-time’) en feedback om te corrigeren, uitleggen of te bekrachtigen • Informatie in segmenten en lagen aanbieden, zodat de leerling een concept stap voor stap, in eigen tempo kan opbouwen en verwerken • Leerlingen leren naar behoefte/interesse (eigen volgorde in deelonderwerpen of eerst theorie dan vragen of andersom) • Overslaan wat je al denkt te weten • Gericht ophalen wat je even kwijt was of nog niet hebt geleerd • Inzoomen op iets waar je méér over wilt weten Zoals bij elk leermiddel werkt het alleen als het leerdoel de leerling duidelijk is en als er slechts één doel per video gesteld wordt.
  • 22. Helder & Wijzer, Isabelle Langeveld Valkuil Pas op voor extra materiaal in de vorm van tekst of beeld dat op basis van het leerdoel als overbodig kan worden gezien, of ‘de kanalen verstopt’. Daarvan is sprake als tegelijkertijd video/animatie, voice over én tekst op het scherm wordt gepresenteerd. Het is al gauw te veel! Maximaal 1 interactie per 45 seconden.
  • 23. Helder & Wijzer, Isabelle Langeveld Vrij navigeren of interactie afdwingen? Bedenk bij het ontwerp of je de leerling volledig de vrijheid geeft om te bepalen welke inhoud hij bekijkt óf dat je afdwingt dat alle interacties uitgevoerd moeten worden. Bij het programmeren kan worden ingesteld dat de leerling vragen of hotspots mag negeren of dat de leerling pas verder kan nadat hij de interactie heeft uitgevoerd. Als leerlingen weinig voorkennis van de topic hebben, kan de navigatie beter worden afgedwongen. Ze weten nog niet wat ze niet weten. Komt dezelfde interactieve video nog een keer terug, eventueel met meer lagen, dan kan hij wél zelf navigeren.

Editor's Notes

  1. SLN-impact: een video kan de leerfunctie theorie of bron hebben. De video zit in één van deze topics opgeslagen in het SLN, gekoppeld vanuit VMS. Een vraag in een video verandert de leerfunctie naar opdracht bij theorie of bron. Bij uitlevering moet hij in een Q-topic geplaatst worden. Vandaar ‘denk in lagen’. De onderste laag kan in een reading of theory topic zijn opgeslagen, maar als de vraaglaag erbij komt, kan het geheel naar een opdracht verhuizen, zodat hij ook bij uitlevering in het juiste venster wordt getoond. Dit is een vervolgstory.