26. Matteus 16
28 Voorwaar, Ik zeg u:
Er zijn sommigen onder degenen,
die hier staan,
die de dood voorzeker niet zullen smaken,
voordat zij de Zoon des mensen
hebben zien komen
in zijn koninklijke waardigheid.
lett. in het Koninkrijk van-Hem >
27. Matteus 17
1 En zes dagen later
nam Jezus Petrus en Jakobus
en zijn broeder Johannes mede
en Hij leidde hen een hoge berg op,
in de eenzaamheid.
Luc.9:28
En het geschiedde ongeveer acht dagen na deze
woorden...
"na zes dagen" = zevende dag > de sabbat
"na acht dagen" = gerekend vanaf donderdag
28. Matteus 17
1 En zes dagen later
nam Jezus Petrus en Jakobus
en zijn broeder Johannes mede
en Hij leidde hen een hoge berg op,
in de eenzaamheid.
"sommigen van die hier staan"; 16:28
29. Matteus 17
1 En zes dagen later
nam Jezus Petrus en Jakobus
en zijn broeder Johannes mede
en Hij leidde hen een hoge berg op,
in de eenzaamheid.
de Hermon?! > 2800 meter hoog!
30. Matteus 17
2 En zijn gedaante veranderde voor hun ogen
en zijn gelaat straalde gelijk de zon
en zijn klederen werden wit als het licht.
= preview van het toekomende Koninkrijk
zie 2Petrus 1:16 >>>
31. 2Petrus 1
16 Want wij zijn geen
vernuftig gevonden verdichtsels nagevolgd,
toen wij u de kracht
en de komst van onze Here Jezus Christus
hebben verkondigd,
maar wij zijn ooggetuigen geweest
van zijn majesteit.
Gr. de PAROUSIA
32. 2Petrus 1
17 Want Hij heeft van God, de Vader,
eer en heerlijkheid ontvangen,
toen zulk een stem
van de hoogwaardige heerlijkheid
tot Hem kwam:
Deze is mijn Zoon, mijn geliefde,
in wie Ik mijn welbehagen heb.
33. 2Petrus 1
18 En deze stem hebben ook wij
uit de hemel horen komen,
toen wij met Hem op de heilige berg waren.
34. 2Petrus 1
19 En wij achten
het profetische woord daarom des te vaster,
en gij doet wel er acht op te geven
als op een lamp,
die schijnt in een duistere plaats,
totdat DE DAG aanbreekt
en de lichtbrenger opgaat...
= de zevende dag, de SABBAT!
35.
36. Hebreeën 4
8 Want indien Jozua
hen in de rust gebracht had,
zou Hij niet meer over een andere,
latere dag gesproken hebben.
37. Hebreeën 4
8 Want indien Jozua
hen in de rust gebracht had,
zou Hij niet meer over een andere,
latere dag gesproken hebben.
Jozua die eerst niet geloofd werd...
zodat het volk niet mocht ingaan...
38. Hebreeën 4
8 Want indien Jozua
hen in de rust gebracht had,
zou Hij niet meer over een andere,
latere dag gesproken hebben.
= God heeft een sabbatsrust belooft voor zijn volk
39. Hebreeën 4
9 Er blijft dus een sabbatsrust
voor het volk van God.
de beloofde rust van de Sabbat wacht nog...
de zevende dag!
40.
41. De visie die het meest veelvuldig
naar voren wordt gebracht… is dat
het Messiaanse koninkrijk duizend
jaar zal duren… De wereld zal zes
duizend jaar arbeiden en zwoegen;
dan zal de duizendjarige
Sabbatsrust aanbreken voor het
volk van God in het koninkrijk van
de Messias.
In de Encyclopedia Britannica staat over de
Talmoed te lezen:
42. Het vers ‘duizend jaar zijn in Uw
ogen als de dag van gisteren”
(Ps.90:4), suggereert het idee dat
de tegenwoordige wereld van
arbeid zal worden opgevolgd door
een Sabbats-millenium, “de
komende wereld”. >>>
In de The Jewish Encyclopedia, (V, pag. 211):
43. <<< Deze zes millennia zijn
onderverdeeld… in drie perioden:
de eerste tweeduizend jaar zonder
de wet, de volgende tweeduizend
jaar onder de heerschappij van de
wet en de laatste tweeduizend jaar
als voorbereiding voor de
heerschappij van de Messias,
temidden van strijd en catastrofes.
In de The Jewish Encyclopedia, (V, pag. 211):
44. In zoveel dagen als de wereld is
gemaakt, in zoveel duizend jaar zal
het worden voltooid …. Want de
dag des Heren is als duizend jaar
en in zes dagen is de schepping
compleet gemaakt, dus is het
duidelijk dat zij ook voleindigd zal
worden na zesduizend jaar.
Irenaeus, een leerling van Polycarpus, die op
zijn beurt de apostel Johannes nog gekend
heeft, schreef:
45. Let op kinderen, wat Hij bedoelde
met “in zes dagen voltooide Hij”.
Hij bedoelde dit: dat de Here in
zesduizend jaar alle dingen tot een
einde zal brengen.
In 'de brief van Barnabas' (rond 200 na Chr.),
lezen we:
46. In 1540 schreef Maarten Luther een werkje
genaamd ‘berekeningen van de jaren van de
wereld’. Dat jaar was het precies (volgens zijn
berekening) het jaar 5500*. Met instemming
citeert hij in zijn voorwoord ene Paul van
Burgos, die schreef:
De wereld zal zesduizend jaar
bestaan. Twee duizend jaar in
ledigheid, tweeduizend jaar voor de
wet en tweeduizend jaar voor de
Messias.
* m.a.w. het jaar 6000 is volgens Luther 2040 AD
47.
48.
49. Psalm 90
4 Want duizend jaren
zijn in uw ogen
als de dag van gisteren,
wanneer hij voorbijgegaan is...
vergl. 2Petr.3:8:
dit ene mag jullie niet ontgaan...
50. Psalm 90
(...)
12 Leer ons zo onze dagen tellen,
dat wij een wijs hart bekomen.
d.w.z. zoals God rekent
51. Psalm 90
13 Keer weder, o HERE! Hoelang nog?
en ontferm U over uw knechten.
na zes dagen... na twee dagen
52. Psalm 90
14 Verzadig ons in de morgenstond
met uw goedertierenheid,
opdat wij jubelen
en ons verheugen al onze dagen.
= het aanbreken van derde dag/ zevende dag