4. Hebreeën 9
3 en achter het tweede voorhangsel
was een tent,
genaamd het heilige der heiligen,
Exodus 26:31
Gij zult een voorhangsel maken
van blauwpurper,
roodpurper,
scharlaken
en getweernd fijn linnen;
met kunstig geweven cherubs
zult gij het maken.
5. Hebreeën 9
3 en achter het tweede voorhangsel
was een tent,
genaamd het heilige der heiligen,
alleen door de hogepriester te betreden
- éénmaal per jaar
afmetingen: 10 el bij 10 el bij 10 el
10 symboliseert het woord Gods
6. Hebreeën 9
4 met een gouden reukwerkvat
en de ark van het verbond,
rondom met goud overtrokken,
waarin zich bevonden...
St.Vert. wierookvat
NBG: reukofferaltaar
7. Hebreeën 9
4 met een gouden reukwerkvat
en de ark van het verbond,
rondom met goud overtrokken,
waarin zich bevonden...
ark > Hebr. ARON
= (houten) kist (Gen.50:20)
type van vergankelijkheid
8. Hebreeën 9
4 met een gouden reukwerkvat
en de ark van het verbond,
rondom met goud overtrokken,
waarin zich bevonden...
= van binnen en van buiten
9. zoals alles in deze ruimte
goud = type van onvergankelijkheid
Hebreeën 9
4 met een gouden reukwerkvat
en de ark van het verbond,
rondom met goud overtrokken,
waarin zich bevonden...
10. Hebreeën 9
4 met een gouden reukwerkvat
en de ark van het verbond,
rondom met goud overtrokken,
waarin zich bevonden...
1
2
3
11. Hebreeën 9
4 ... een gouden kruik met het manna,
de staf van Aaron,
die gebloeid had,
en de tafelen van het verbond;
tegenover: "aarden vaten" (= vergankelijkheid)
gouden kruik: de opgewekte Christus!
12. Hebreeën 9
4 ... een gouden kruik met het manna,
de staf van Aaron,
die gebloeid had,
en de tafelen van het verbond;
brood uit de hemel =
"het brood van het leven" (Joh.6:31-35)
13. Hebreeën 9
4 ... een gouden kruik met het manna,
de staf van Aaron,
die gebloeid had,
en de tafelen van het verbond;
waardoor God de hogepriester
van zijn keuze aanwees
(Num.17)
"krachtens onvernietigbaar
leven" (Hebr.7:16)
14. Hebreeën 9
4 ... een gouden kruik met het manna,
de staf van Aaron,
die gebloeid had,
en de tafelen van het verbond;
amandelbloesem
de eerste boom die bloeit...!
(vergl. Jer.1:11,12)
15. Hebreeën 9
4 ... een gouden kruik met het manna,
de staf van Aaron,
die gebloeid had,
en de tafelen van het verbond;
het tweede stel - Deutero-nomium
niet opgelegd - verbroken
maar ingelegd - nieuwe verbond; Jer.31:31 >
16. Hebreeën 9
4 ... een gouden kruik met het manna,
de staf van Aaron,
die gebloeid had,
en de tafelen van het verbond;
het tweede stel - Deutero-nomium
Psalm 40
7 Toen zeide ik: Zie, ik kom;
in de boekrol is over mij geschreven;
8 ik heb lust om uw wil te doen, mijn God,
uw wet is in mijn binnenste.
17. Hebreeën 9
5 daarboven waren
de cherubs van heerlijkheid,
die de beschutplaats overschaduwen;
hierover kunnen wij nu niet
in bijzonderheden treden.
God zat (troont) op de cherubs
(1Sam.4:4; 2Sam.6:2; Ps.80:1; enz.)
18. Hebreeën 9
5 daarboven waren
de cherubs van heerlijkheid,
die de beschutplaats overschaduwen;
hierover kunnen wij nu niet
in bijzonderheden treden.
= een massief gouden deksel
omrand met een krans (bekroond)
hoezo 'verzoendeksel'? >
19. verzoenen =
1. vervreemding & vijandschap
veranderen in vrede
• betreft: vijanden en/of vervreemden
• Gr. KATALLASSO
2. bedekken, beschutten
• > zoals de ark van Noach bepekt werd
• betreft: zonden
• Hebr. KOPHER > JOM KIPOER
Gr. HILASKOMAI
20. Hebreeën 9
5 daarboven waren
de cherubs van heerlijkheid,
die de beschutplaats overschaduwen;
hierover kunnen wij nu niet
in bijzonderheden treden.
wel (voorlopig) concluderen: >
21. alles "achter het voorhangsel" spreekt van...
de gestorven (>hout) en opgewekte (>goud) Christus;
Hem die de wet vervulde (>tafelen);
Hem die verborgen is (>achter het voorhangsel);
het levende brood (>manna);
de Koning (>troon/kroon);
& de Priester (>de staf);
de Eersteling uit de doden (>amandelbloesem)