SlideShare a Scribd company logo
1 of 136
Download to read offline
BASISONDERWIJS: VELDWERKVERSLAG,
LEERLINGGEGEVENS EN OUDERVRAGENLIJSTEN
ii
Basisonderwijs: veldwerkverslag,
leerlinggegevens en oudervragenlijsten
Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek
G. Driessen
A. van Langen
H. Vierke
ITS - Nijmegen
iv
De particuliere prijs van deze uitgave is ¼ 13,00.
Deze uitgave is te bestellen bij het ITS, 024 - 365 35 00.
CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK DEN HAAG
Driessen, G., Langen, A. van, Vierke, H.
Basisonderwijs: veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage
PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000/2001/ G. Driessen, A. van Langen, H. Vierke –
Nijmegen:: ITS
ISBN 90 - 5554 - 190 - 7
NUGI 722
© 2002 ITS, Stichting Katholieke Universiteit te Nijmegen
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden
verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan
ook, en evenmin in een retrieval systeem worden opgeslagen, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van
het ITS van de Stichting Katholieke Universiteit te Nijmegen.
No part of this book/publication may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means
without written permission from the publisher.
v
Ten geleide
In het schooljaar 1994/95 is het cohortonderzoek Primair Onderwijs (PRIMA) van start gegaan.
Het onderzoek wordt uitgevoerd door het ITS te Nijmegen en het SCO-Kohnstamm Instituut te
Amsterdam, en gefinancierd door NWO-MaG op verzoek van het Ministerie van OC&W. Bij
het PRIMA-onderzoek zijn zowel basisscholen als ook scholen voor speciaal basisonderwijs
betrokken. Een kenmerk van cohortonderzoek is dat er verschillende jaargroepen (cohorten)
tegelijk worden onderzocht, en bovendien dat zoveel mogelijk dezelfde leerlingen worden ge-
volgd in hun gang door het onderwijs. In PRIMA worden om de twee jaar de leerlingen getoetst
en wordt informatie verzameld over het genoten onderwijs en over de achtergronden van de
leerlingen. Telkens wordt een nieuw cohort aan het onderzoek toegevoegd en stroomt een oud
cohort door naar het voortgezet onderwijs. Afgelopen schooljaar (2000/2001) heeft inmiddels
alweer de vierde meting van PRIMA plaatsgevonden. Over deze meting handelt dit rapport.
Het doel van het PRIMA-cohortonderzoek is een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van het
primair onderwijs in Nederland. In plaats van telkens afzonderlijke onderzoeken naar uiteenlo-
pende aspecten van het onderwijsbeleid worden met PRIMA in één onderzoek gegevens verza-
meld die voor verschillende doeleinden kunnen worden benut. Zo worden de gegevens onder
meer gebruikt voor de evaluatie van het Onderwijsachterstandenbeleid (OAB) en Weer Samen
Naar School (WSNS). Daarnaast geeft het onderzoek ook in algemene zin inzicht in de ontwik-
kelingen binnen het Nederlandse onderwijs. Naar de aan PRIMA deelnemende scholen toe geeft
het onderzoek een beeld van de relatieve positie van de eigen leerlingen ten opzichte van die
van hun jaargenoten in Nederland als geheel.
Bij de PRIMA-metingen worden op circa 600 basisscholen gegevens verzameld bij de leerlin-
gen in de jaargroepen 2, 4, 6 en 8; vergelijkbare gegevens worden verzameld bij de leerlingen
van de equivalenten van die jaargroepen op ruim 50 scholen voor speciaal basisonderwijs. Be-
halve bij de leerlingen is ook op uitgebreide wijze informatie verzameld via de leerkrachten, de
schooldirecties en de ouders. In totaal zijn bij de metingen in het basisonderwijs meer dan
60000 leerlingen betrokken en bij die in het speciaal onderwijs ongeveer 3600 leerlingen. Wat
het basisonderwijs betreft kan een onderscheid worden gemaakt tussen een landelijk representa-
tieve steekproef van scholen (de referentiesteekproef) en een aanvullende steekproef van scho-
len met een hoge concentratie van allochtone en autochtone kinderen uit de lagere sociaal-
economische milieus. De steekproef voor het speciaal basisonderwijs kent geen onderverdeling
meer; het onderscheid tussen LOM- en MLK-scholen dat in eerdere PRIMA-metingen nog is
gemaakt, is sinds PRIMA3 komen te vervallen als gevolg van de samenvoeging van deze
schooltypen in het speciaal basisonderwijs.
De onderhavige rapportage heeft betrekking op de basisscholen. In jaargroep 2 van die scholen
zijn twee toetsen afgenomen uit het CITO-Leerlingvolgsysteem, namelijk Ordenen en Begrip-
pen. In de groepen 4, 6 en 8 zijn toetsen afgenomen voor taal, rekenen en lezen. Deels zijn deze
speciaal ten behoeve van PRIMA geconstrueerd, deels zijn ze afkomstig uit het CITO-
Leerlingvolgsysteem. In de groepen 4, 6 en 8 zijn ook twee non-verbale intelligentietests afge-
nomen. Daarnaast hebben de leerlingen uit de groepen 6 en 8 een schoolwelbevinden-vragenlijst
ingevuld. De ouders uit groep 2 hebben een uitgebreide schriftelijke vragenlijst ingevuld. Daar-
vi
in wordt ingegaan op sociale, culturele en etnische achtergronden van het gezin waartoe de leer-
ling behoort, op kenmerken van de leerling zelf en op kenmerken van de ouders. Bij de directies
en leerkrachten is met behulp van schriftelijke vragenlijsten informatie verzameld over onder
meer het onderwijsaanbod. De groepsleerkrachten hebben bovendien hun leerlingen beoordeeld
op een aantal psycho-sociale kenmerken. Voor groep 8, ten slotte, hebben ze een zogenaamd
uitstroomformulier ingevuld. Bij deze vierde PRIMA-meting stond een thema centraal, namelijk
‘het jonge kind’. Bij verschillende instrumenten, te weten de oudervragenlijst groep 2, de direc-
tievragenlijst en de vragenlijst voor de leerkracht van groep 2, zijn speciaal daarvoor enkele
vragen over dit thema opgenomen.
Inmiddels is een groot aantal rapporten en (internationale) artikelen verschenen gebaseerd op
gegevens uit de eerste drie PRIMA-metingen. Het voorliggende rapport maakt deel uit van de
basisrapportage over de vierde PRIMA-meting. Dit rapport heeft betrekking op de gegevens die
zijn verzameld in het reguliere basisonderwijs en in principe liggen op het niveau van de leer-
lingen. Binnen het rapport kunnen drie delen worden onderscheiden. In het eerste deel wordt
een beschrijving gegeven van het verloop en de resultaten van het veldwerk. In het tweede deel
staan de leerlinggegevens centraal: de sociaal-etnische achtergronden, de taal-, reken- en
leestoetsen, de intelligentietests, het leerlingprofiel, het schoolwelbevinden, en de uitstroomge-
gevens. Behalve dat er verslag wordt gedaan van de variabelenconstructie, worden ook de eerste
resultaten gepresenteerd. Bij dat laatste vindt een uitsplitsing plaats naar jaargroep, sociaal-
etnische achtergrond en geslacht van de leerlingen. In het derde deel wordt ingegaan op de ou-
dervragenlijsten die zijn afgenomen in groep 2. Aan de orde komt de variabelenconstructie en er
wordt een eerste beschrijving gegeven van de resultaten, met daarbij een uitsplitsing naar refe-
rentie- en totale steekproef.
De onderhavige rapportage met betrekking tot de resultaten van de vierde PRIMA-meting
bouwt voort op de rapportages uit de eerdere metingen. Het doel van deze rapportage is meerle-
dig. Op de eerste plaats willen de onderzoekers een verantwoording geven van het verloop en de
resultaten van de complexe gegevensverzameling. Op de tweede plaats willen ze een overzicht
presenteren van alle in PRIMA opgenomen instrumenten en variabelen. Daarvoor wordt verslag
gedaan van de datacleaning en variabelenconstructie, en worden tevens de belangrijkste karakte-
ristieken van de verzamelde informatie gepresenteerd. Dat laatste gebeurt met name in de vorm
van gemiddelden en standaarddeviaties. Bij de presentatie van de gegevens wordt steeds een
onderscheid gemaakt tussen de referentie- en de totale steekproef. De referentiesteekproef geeft
een landelijk representatief beeld van de situatie op Nederlandse basisscholen; de totale steek-
proef bevat daarnaast nog een oververtegenwoordiging van scholen met relatief veel leerlingen
uit achterstandssituaties. Naast het onderscheid naar steekproef wordt in een deel van de over-
zichten ook nog een uitsplitsing gemaakt naar de sociaal-etnische achtergrond van de leerlingen.
De belangrijkste doelgroep van de rapportage zijn onderzoekers die met de onderzoeksbestan-
den gaan werken. Voor hen vormt dit rapport een compleet naslagwerk. Maar daarnaast is de
rapportage echter ook van belang voor allen die geïnteresseerd zijn in de situatie op Nederland-
se basisscholen. Het rapport geeft namelijk een uitgebreid overzicht van een groot aantal cogni-
tieve en niet-cognitieve kenmerken van de leerlingen en van hun thuissituatie.
Zoals al vermeld handelt het onderhavige rapport over de gegevens die bij of over de leerlingen
in het basisonderwijs zijn verzameld. Over de overeenkomstige gegevens in het speciaal onder-
wijs en over de school- en klas/leerkrachtkenmerken in zowel regulier basisonderwijs als speci-
vii
aal onderwijs zijn afzonderlijke rapportages verschenen. De rapporten zijn te bestellen bij de
uitvoerende onderzoeksinstituten.
Projectleider van het PRIMA-onderzoek op het ITS is L. Mulder en op het SCO-Kohnstamm
Instituut G. Ledoux. De auteurs van dit rapport willen H. Versteegen en N. Leenders van het
ITS en A. van der Meijden, A. Vestdijk en M. Robijns van het SCO-Kohnstamm Instituut be-
danken voor de wijze waarop zij het complexe veldwerk tot een goed einde hebben weten te
brengen.
viii
ix
Inhoud
Ten geleide v
Deel 1 Veldwerkverslag 1
1. De steekproef van scholen en leerlingen 3
1.1 Inleiding 3
1.2 Nagestreefde referentiesteekproef 3
1.3 Nagestreefde aanvullende steekproef 4
1.4 Omvang en representativiteit van de uiteindelijke scholensteekproef 5
1.5 Aantallen ‘oude’ en nieuwe PRIMA-basisscholen 8
1.6 Omvang van de leerlingensteekproef 9
2. Dataverzameling 11
2.1 Onderscheiden fasen en tijdsplanning 11
2.2 Benadering van scholen en opvragen van administratieve gegevens (fase 1) 11
2.3 Verzameling van leerlinggegevens (fase 2) 12
2.4 Toetsafnames en gelijktijdige overige dataverzameling (fase 3) 13
2.5 Uitstroom van leerlingen groep 8 en achtergronden van tussentijdse in-
en uitstroom (fase 4) 14
2.6 Overzicht van de verzamelde data 14
2.7 Rapportage aan de scholen 16
2.8 Taakverdeling tussen beide uitvoerende instituten 16
Deel II De leerlinggegevens 17
3 Achtergronden van de leerlingen 19
3.1 Achtergronden van de leerlingen 19
3.2 Sociaal-etnische achtergrond 22
4 De taal-, reken- en leestoetsen 25
4.1 Inleiding 25
4.2 De taal-, reken- en leestoetsen 25
4.3 Respons 26
4.4 De taal-, reken- en leesvaardigheid 27
5 De intelligentietests 33
5.1 De intelligentietests 33
5.2 Respons 33
5.3 Intelligentiescores 34
x
6 Leerlingprofielen 37
6.1 De leerlingprofielen 37
6.2 Respons 37
6.3 Schaalconstructie 38
6.3.1 Leerlingprestaties 38
6.3.2 Leerlinggedrag 39
6.3.3 Welzijn 40
6.3.4 Gezinsachtergrond 41
6.3.5 Aanpak 42
6.4 Schaalscores 43
6.5 Onderwijskundige bijzonderheden 67
6.5.1 Aanspreekbaarheid in het Nederlands 67
6.5.2 Het relatieve prestatieniveau 69
6.5.3 Prognose voor toekomstig onderwijs 71
6.5.4 Het AVI-leesniveau 75
6.5.5 OALT-lessen 76
7 De vragenlijst Schoolwelbevinden 79
7.1 De vragenlijst Schoolwelbevinden 79
7.2 Respons 79
7.3 Schaalconstructie 80
7.4 Schaalscores 81
8 Uitstroomgegevens groep 8 85
8.1 Het uitstroomformulier 85
8.2 Respons 85
8.3 Vervolgadvies voortgezet onderwijs 86
8.4 Potentiële voortijdig schoolverlaters 88
8.5 De Eindtoets Basisonderwijs 89
Deel III De oudervragenlijsten 93
9 De oudervragenlijst voor groep 2 95
9.1 Constructie 95
9.2 Afname 95
9.3 Verwerking 96
9.4 Respons 96
9.4.1 Aantallen 96
9.4.2 Respons, sociaal-etnische achtergrond en toetsprestaties 97
9.4.3 Respons en steekproeven 98
9.4.4 Respons op schoolniveau 99
9.4.5 Samenvatting 100
9.5 Een beschrijving van de oudergegevens 100
9.5.1 Inleiding 100
9.5.2 De oudergegevens 101
Literatuur 123
Deel I
Veldwerkverslag
2
3
1 De steekproef van scholen en leerlingen
1.1 Inleiding
Bij de derde PRIMA-meting in het basisonderwijs, in schooljaar 1998/99, waren circa 600 scho-
len betrokken geweest. Bij de start van de vierde PRIMA-meting werd besloten deze steek-
proefomvang te handhaven. Eveneens in overeenstemming met de vorige meting werd boven-
dien bepaald dat 420 van de scholen tezamen de referentiesteekproef zouden moeten vormen -
representatief voor alle Nederlandse basisscholen - terwijl de 180 resterende scholen zodanig
moesten worden geselecteerd dat in de totale PRIMA-steekproef voldoende allochtone en au-
tochtone leerlingen zouden voorkomen die behoren tot de doelgroepen van het Onderwijs-
achterstandenbeleid. Daarnaast was het net als in voorgaande jaren de bedoeling om de scholen-
steekproef van de vorige PRIMA-meting zo veel mogelijk intact te houden, om het longitudina-
le karakter van het onderzoek te waarborgen.
1.2 Nagestreefde referentiesteekproef
Voor het selecteren van de referentiesteekproef werden richting, provincie en urbanisatiegraad
van de vestigingsgemeente als belangrijkste kenmerken beschouwd, samen met de variabele
schoolscore. Deze laatste variabele is een indicatie voor de sociaal-etnische samenstelling van
de leerlingpopulatie van een school en wordt door het Ministerie van OC&W berekend door het
gewogen aantal leerlingen van een school (dus met verdiscontering van hun wegingsfactor) te
verminderen met 9% van het ongewogen aantal leerlingen en het resultaat te delen door het on-
gewogen aantal leerlingen. De uitkomst van deze rekensom wordt met 100 vermenigvuldigd en
is door ons vervolgens ingedikt tot zeven categorieën1
.
Met het meest recente scholenbestand van OC&W, gedateerd van najaar 1999, kon worden
vastgesteld hoe de landelijke verdeling van deze kenmerken er op dat moment uitzag. Door de-
zelfde percentuele verdeling over te brengen op een referentiesteekproef van 420 scholen werd
duidelijk naar welke aantallen diende te worden gestreefd.
In Tabel 1.1 geven we de procentuele landelijke verdeling en de nagestreefde aantallen scholen
weer.
1
In de basisrapportage over de vorige PRIMA-meting (Driessen e.a., 1999) is de berekening van schoolscore overi-
gens anders uitgevoerd.
4
Tabel 1.1 - Verhoudingen in de landelijke schoolpopulatie (okt. 1999, N=7208) t.a.v. schoolsco-
re, richting, provincie en urbanisatiegraad en bijbehorende streefaantallen in de referen-
tiesteekproef
landelijk % nagestreefde n
schoolscore
100-109 77.8 327
110-119 8.3 35
120-129 4.0 17
130-139 2.8 12
140-149 1.7 7
150-159 1.5 6
>159 3.9 16
richting
openbaar 33.5 141
protestants-christelijk 29.9 126
rooms-katholiek 29.5 124
overig bijzonder 7.1 30
provincie
Groningen 4.8 20
Friesland 6.9 29
Drenthe 4.3 18
Overijssel 8.0 34
Flevoland 2.5 11
Gelderland 13.5 57
Utrecht 6.6 28
Noord-Holland 12.9 54
Zuid-Holland 17.8 75
Zeeland 3.5 15
Noord-Brabant 13.0 55
Limburg 6.3 26
urbanisatiegraad
niet stedelijk 24.3 102
weinig stedelijk 26.2 110
matig stedelijk 19.3 81
sterk stedelijk 19.1 80
zeer sterk stedelijk 11.2 47
totaal 100 ± 420
1.3 Nagestreefde aanvullende steekproef
Net als in de derde PRIMA-meting werd als criterium voor de aanvullende steekproef uitslui-
tend de schoolscore-verdeling gebruikt. De omvang van de aanvullende steekproef werd be-
paald door de eis dat de totale PRIMA-steekproef per schoolscore-categorie ten minste 45 scho-
len zou moeten bevatten. Daarmee zouden naar verwachting voldoende achterstandsleerlingen
5
in de steekproef worden opgenomen en konden tevens uitspraken gedaan worden over scholen
met een uiteenlopende sociaal-etnische samenstelling.
Gegeven de nagestreefde aantallen in de referentiesteekproef (zie ook Tabel 1.1), leidde dat tot
de in Tabel 1.2 weergegeven aantallen voor de nagestreefde aanvullende steekproef.
Tabel 1.2 - Nagestreefde schoolscore-aantallen in de referentiesteekproef en aanvullende steek-
proef
schoolscore ref. aanv. totaal
100-109 327 0 327
110-119 35 10 45
120-129 17 28 45
130-139 12 33 45
140-149 7 38 45
150-159 6 39 45
>159 16 29 45
totaal 420 177 597
1.4 Omvang en representativiteit van de uiteindelijke scholensteekproef
De uiteindelijke totale steekproef van PRIMA in schooljaar 2000/2001 bestaat uit 600 basis-
scholen. Kanttekening bij dit aantal is dat verschillende dépendances van één school afzonder-
lijk in de steekproef kunnen voorkomen. In dat geval is er sprake van meer locaties waarop alle
toetsgroepen (2, 4, 6 en 8) aanwezig zijn. Achter deze werkwijze steekt zowel een inhoudelijk
als een financieel/organisatorisch motief. Ten eerste blijkt het vaak te gaan om gefuseerde scho-
len die slechts in beperkte mate samenwerken; ten tweede zou het alternatief (elke administra-
tieve eenheid met al zijn locaties beschouwen als één school) leiden tot een enorme verhoging
van het aantal te toetsen leerlingen.
Niet alle scholen met meerdere locaties zijn op deze manier opgesplitst: met name scholen die al
langere tijd in de PRIMA- of zelfs LEO-steekproef voorkomen, bestaan vaak nog onder één
PRIMA-schoolnummer. Het zou erg complex worden, om deze scholen en hun leerlingpopula-
tie met terugwerkende kracht ook op te splitsen per locatie. Schooldirecties vragen in verband
met de terugrapportage van toetsresultaten soms expliciet om een afzonderlijke benadering van
hun locaties of juist om het tegenovergestelde; voor zover dat binnen onze voorwaarden past,
komen we hieraan tegemoet. Uiteindelijk komen in de totale PRIMA-steekproef 60 scholen
voor met dubbele brinnummers. Hierachter schuilen administratief gezien 29 scholen: 27 scho-
len die met elk twee locaties aan het onderzoek deelnemen en twee scholen die zelfs met drie
locaties deelnemen.
In hoofdstuk 2 wordt beschreven op welke wijze de PRIMA-scholen geselecteerd en benaderd
zijn. Hier dient echter alvast enige toelichting gegeven te worden op de wijze waarop omgegaan
werd met de selectiecriteria tijdens de werving. Het bleek namelijk vrijwel onmogelijk om deze
alle vier (schoolscore, richting, provincie en urbanisatiegraad) steeds een even zwaar gewicht te
geven. Dat heeft te maken met de relatief beperkte periode waarin de werving diende plaats te
6
vinden, gecombineerd met het forse percentage scholen dat negatief op ons deelnameverzoek
bleek te reageren. Daardoor was het onmogelijk om de reactie van een in alle opzichten ge-
schikte school eerst af te wachten alvorens - bij een afwijzing - een even geschikte alternatieve
school te benaderen. In plaats daarvan werd een groot aantal scholen tegelijkertijd benaderd,
hetgeen consequenties had voor de precisie waarmee geselecteerd kon worden op alle relevante
schoolkenmerken.
Om die reden hebben we besloten om ons bij de scholenwerving in eerste instantie vooral te
richten op de na te streven aantallen scholen per schoolscore-categorie in zowel referentie- als
totale steekproef, vanwege de evidente relatie tussen schoolscore en schoolprestaties.
Ook bij het bepalen welk deel van de bereid gevonden 600 scholen in de referentiesteekproef,
en welk deel in de aanvullende steekproef werd ingedeeld, was het kenmerk schoolscore ons
belangrijkste criterium. Zoveel mogelijk is getracht de in de referentiesteekproef nagestreefde
aantallen scholen per schoolscore-categorie ook daadwerkelijk te bereiken. Het uiteindelijke
resultaat daarvan is af te lezen in Tabel 1.3.
Tabel 1.3 - Feitelijke schoolscore-verdeling in de referentiesteekproef, aanvullende steekproef
en totale steekproef
schoolscore ref. aanv. totaal
100-109 319 0 319
110-119 37 17 54
120-129 17 33 50
130-139 14 28 42
140-149 8 21 29
150-159 8 25 33
>159 17 56 73
totaal 420 180 600
In de referentiesteekproef komen 319 scholen met de laagste schoolscore (100-109) voor; dat
zijn er 8 minder dan in de referentiesteekproef nodig werden geacht (zie Tabel 1.1). Binnen de
referentiesteekproef zijn de nagestreefde aantallen in de overige schoolscore-categorieën wel
gehaald. Dat geldt niet voor de totale steekproef, waarbinnen niet elke schoolscore-categorie 45
scholen bevat. Vooral aan scholen met een schoolscore tussen 140 en 149 en tussen 150 en 159
is een tekort. Dat komt vooral doordat ook het totale aantal scholen in Nederland in deze twee
categorieën - absoluut gezien - laag is (resp. 122 en 111); gezien de zeer hoge non-respons (zie
hoofdstuk 2) leidt zelfs een wervingspoging onder alle scholen tot te lage deelnemersaantallen.
In Tabel 1.4 wordt de verdeling van de 420 scholen in de referentiesteekproef over de vier se-
lectiekenmerken (schoolscore, richting, provincie en urbanisatiegraad) weergegeven (‘feitelijke
n’). Daarbij moet bedacht worden dat de schoolkenmerken afkomstig zijn van het departementa-
le bestand van 1999, dat naar BRIN-nummer is gerangschikt. Dat betekent dat, waar er in de
PRIMA-steekproef sprake is van meer schoollocaties met elk een eigen schoolnummer, aan elk
van die locaties dus de kenmerken van de gehele school gekoppeld zijn. Bij richting, provincie
7
en urbanisatiegraad is dat ook zeer voor de hand liggend, maar bij de schoolscore zou er in prin-
cipe een discrepantie kunnen zitten tussen de schoolscore van de hele school en de ‘virtuele’
schoolscore van de locatie, als de verdeling van leerlingen over locaties niet willekeurig is ge-
weest.
De verwachte verdeling van de 420 scholen over de vier schoolkenmerken, gegeven de verhou-
dingen binnen de totale Nederlandse schoolpopulatie, is ook weergegeven in Tabel 1.4. Met de

2
-toets is uitgerekend of er sprake is van een significant verschil (p0.01) tussen de verwachte
en feitelijke n, waarmee de representativiteit van de steekproef in het geding zou zijn. Dat bleek
nergens het geval te zijn.
Tabel 1.4 - Feitelijke en verwachte verdeling van de 420 scholen in de referentiesteekproef naar
schoolscore, richting, provincie en urbanisatiegraad
feitelijke n verwachte n
schoolscore
100-109 319 327
110-119 37 35
120-129 17 17
130-139 14 12
140-149 8 7
150-159 8 6
159 17 16
richting
openbaar 143 141
protestants-christelijk 121 126
rooms-katholiek 126 124
overig bijzonder 30 30
provincie
Groningen 20 20
Friesland 28 29
Drenthe 19 18
Overijssel 29 34
Flevoland 7 11
Gelderland 55 57
Utrecht 23 28
Noord-Holland 62 54
Zuid-Holland 75 75
Zeeland 19 15
Noord-Brabant 56 55
Limburg 27 26
urbanisatiegraad
niet stedelijk 111 102
weinig stedelijk 109 110
matig stedelijk 82 81
sterk stedelijk 78 80
zeer sterk stedelijk 40 47
totaal 420 ± 420
8
De verhoudingen naar schoolscore, richting en urbanisatiegraad zijn in de referentiesteekproef
goed in overeenstemming met de landelijke verhoudingen. Dat betekent dat de referentiesteek-
proef representatief is in alle genoemde opzichten
Niet betrokken bij de selectiecriteria is schoolgrootte. Volledigheidshalve is achteraf echter wel
nagegaan of de scholen in de referentiesteekproef erg afwijken van de landelijke populatie qua
totale aantal leerlingen. Daartoe hebben we eveneens gebruik gemaakt van het scholenbestand
van OCW van oktober 1999. In de tabel hierna zijn de resultaten opgenomen van de vergelij-
king tussen populatie en referentiesteekproef.
Tabel 1.5 - Schoolgrootte in de landelijke schoolpopulatie (okt. 1999, N=7208) en in de referen-
tiesteekproef
landelijk % ref. steekproef
gem. aantal leerlingen 214,1 215,3
schoolgrootte % %
max. 100 17.8 14.3
101-150 14.7 15.0
151-200 17.1 17.6
201-250 18.5 19.5
251-300 12.3 14.3
301-350 7.7 10.7
351-450 7.8 5.5
 450 4.1 3.1
De referentiesteekproef lijkt qua gemiddeld aantal leerlingen vrij goed op de landelijke basis-
scholenpopulatie. Wel blijken er iets te weinig scholen met 351 tot 450 leerlingen in de steek-
proef te zitten en iets te veel scholen met 301 tot 350 leerlingen. In die twee categorieën is het
verschil tussen het verwachte en geobserveerde aantal scholen significant bij p0.05.
1.5 Aantallen ‘oude’ en nieuwe PRIMA-basisscholen
De totale PRIMA-steekproef bevat dus 600 basisscholen en valt uiteen in een referentiesteek-
proef van 420 scholen en een aanvullende steekproef van 180 scholen. Onder deze 600 steek-
proefscholen zijn er 174 die in 2000/2001 voor het eerst deelnamen aan het PRIMA-onderzoek;
426 scholen (71%) zijn dus al langer bij het onderzoek betrokken. Binnen de referentiesteek-
proef van 420 scholen zijn er 285 (68%) die al in 1998/99 deelnamen aan PRIMA. Onder de
174 nieuwe scholen zijn er overigens enkele (minder dan tien), die eerder wel aan aanverwant
onderzoek op verzoek van een lokale opdrachtgever hadden deelgenomen en waarvan dus toch
eerdere school- en leerlinggegevens bekend zijn.
9
1.6 Omvang van de leerlingensteekproef
Ten behoeve van de vierde PRIMA-meting hebben de 600 deelnemende basisscholen gegevens
verstrekt over hun leerlingen in de groepen 2, 4, 6 en 8. In totaal bleek het te gaan om 60237
leerlingen; een gemiddelde van 100 leerlingen per school in de vier jaargroepen tezamen. In
Tabel 1.6 is te zien hoeveel leerlingen per jaargroep en steekproef dit betreft. Ook is in de tabel
opgenomen welk deel van hen ook deelnam aan de derde PRIMA-meting in 1998/99, uitge-
splitst naar steekproef. Per definitie kan dit alleen betrekking hebben op de leerlingen die bij de
vierde meting in groep 4, 6 en 8 zaten.
Tabel 1.6 - Totale aantal opgegeven leerlingen per jaargroep, en percentage daarvan dat be-
kend is uit de vorige PRIMA-meting, naar steekproef
referentiesteekproef aanvullende steekproef totale steekproef
getoetste n % v. totaal getoetste n % v. totaal getoetste n % v. totaal
groep 2 10968 0.0 5213 0.0 16181 0.0
groep 4 10498 55.4 4725 56.2 15223 55.7
groep 6 10360 59.6 4585 62.2 14945 60.4
groep 8 9560 62.8 4328 67.3 13888 64.2
totaal 41386 18851 60237
Het gemiddeld aantal opgegeven leerlingen in groep 2, 4, 6 en 8 op de scholen uit de referen-
tiesteekproef is 98.5, terwijl op de scholen in de aanvullende steekproef gemiddeld 104.7 leer-
lingen zitten. Eerder zagen we dat het totale aantal leerlingen op de scholen in de referen-
tiesteekproef - althans volgens het bestand van OCW - gemiddeld 215 bedraagt. De verwach-
ting zou zijn dat de helft van hen (circa 107 leerlingen) in de even groepen zit. Dat het opgege-
ven aantal lager ligt, zou kunnen betekenen dat de scholen niet al hun leerlingen in de even
groepen aanmelden voor het PRIMA-onderzoek. Een andere, minder verontrustende verklaring
betreft echter de eerder beschreven opsplitsing in het PRIMA-onderzoek van locaties van scho-
len; via het OCW-bestand is aan elk van hen het leerlingenaantal van de totale school toege-
kend, terwijl de locaties feitelijk altijd slechts een deel van dit aantal leerlingen hebben.
In Tabel 1.6 valt verder op dat het percentage bekende leerlingen stijgt met de groep; vermoede-
lijk omdat in de lagere groepen relatief meer leerlingen naar het speciaal onderwijs worden ver-
wezen of van school veranderen.
Door ziekte, tussentijdse uitstroom of andere oorzaken hebben overigens niet alle door de scho-
len opgegeven leerlingen uiteindelijk ook deelgenomen aan de toetsen van PRIMA. De verhou-
dingen tussen het totale aantal opgegeven leerlingen en het aantal leerlingen dat ten minste één
toets (taal, rekenen of begrijpend lezen) heeft gemaakt, zijn in Tabel 1.7 weergegeven.
10
Tabel 1.7 - Aantal leerlingen per jaargroep dat ten minste één toets heeft gemaakt en % ten op-
zichte van het totale aantal opgegeven leerlingen, naar steekproef
referentiesteekproef aanvullende steekproef totale steekproef
getoetste n % v. totaal getoetste n % v. totaal getoetste n % v. totaal
groep 2 10255 93.5 4795 92.0 15050 93.0
groep 4 10170 96.9 4578 96.9 14748 96.9
groep 6 10119 97.7 4447 97.0 14566 97.5
groep 8 9369 98.0 4209 97.3 13578 97.8
totaal 39913 96.4 18029 95.6 57942 96.2
Het percentage getoetste ten opzichte van opgegeven leerlingen ligt een stuk hoger dan bij
PRIMA3. Dat zou te maken kunnen hebben met de veranderde toetsafname-procedures, waarop
we in het volgende hoofdstuk nader ingaan.
11
2 Dataverzameling
2.1 Onderscheiden fasen en tijdsplanning
In de dataverzameling ten behoeve van de vierde meting van het PRIMA-onderzoek zijn een
viertal fasen te onderscheiden: de benadering van scholen om ze te werven als deelnemers aan
het PRIMA-cohort, gecombineerd met het opvragen van enkele administratieve gegevens (fase
1), de verzameling van aantallen, namen en enkele achtergrondgegevens van de leerlingen in de
toetsgroepen (fase 2), de toetsafnames en gelijktijdige overige dataverzamelingen in groep 2, 4,
6 en 8 (fase 3), en ten slotte de verzameling van uitstroomgegevens van de leerlingen van groep
8, gecombineerd met een extra dataverzameling over tussentijdse in- en uitstroom van leerlin-
gen sinds 1998/99 (fase 4). De bijbehorende kalender staat hieronder vermeld.
Kalender dataverzameling vierde PRIMA-meting
fase 1: mei - oktober 2000
fase 2: september - december 2000
fase 3: januari - maart 2001
fase 4: mei - juni 2001
Elke fase wordt in de paragrafen hierna beschreven.
2.2 Benadering van scholen en opvragen van administratieve gegevens (fase 1)
De eerste benadering van scholen was vooral bedoeld om hun bereidheid tot deelname te chec-
ken, maar werd gecombineerd met het aanbieden van een kort vragenlijstje over een aantal ad-
ministratieve zaken.
Alle 602 scholen die twee jaar eerder aan PRIMA3 hadden deelgenomen, ontvingen eerst deze
vragenlijst. Daarna kon op basis van hun respons worden geïnventariseerd hoeveel nieuwe scho-
len nog nodig waren; dat bleken er ongeveer 175 te zijn. Nagegaan is wat de kenmerken moes-
ten zijn van deze nieuwe scholen, in eerste instantie qua schoolscore en vervolgens ook zoveel
mogelijk naar provincie, richting en urbanisatiegraad (zie ook paragraaf 1.4). Met het oog op de
te verwachten hoge non-respons werd uit het departementale bestand vervolgens een vijfvoud
van deze benodigde scholen geselecteerd en benaderd met dezelfde vragenlijst als de reeds be-
kende deelnemers uit PRIMA3.
Zodra de vragenlijstjes ingevuld terugkwamen van de scholen, werden zij ingevoerd in een
computerbestand. Geregeld werd de stand van zaken ten aanzien van deelnemers en weigeraars
opgemaakt. Uiteindelijk werd op grond daarvan in oktober nog een honderdtal extra scholen
geselecteerd en benaderd met hetzelfde vragenlijstje.
Op deze manier is uiteindelijk het benodigde aantal van 600 scholen gehaald. Daartoe zijn in
totaal wel bijna 1600 scholen benaderd; de 602 deelnemers van de vorige meting en daarnaast
circa 975 nieuwe scholen. Dat betekent dat het responspercentage onder de nieuwe scholen
12
minder dan 18 procent bedroeg. Onder de bekende scholen lag de respons veel hoger: bijna 71
procent.
2.3 Verzameling van leerlinggegevens (fase 2)
Zodra gebleken was dat een nieuwe school bereid was aan het onderzoek deel te nemen, werd
een aantal groepsformulieren verstuurd met het verzoek om hierop in te vullen welke leerlingen
in het lopende schooljaar in de even jaargroepen zaten. Per parallelgroep werden behalve de
namen van die leerlingen ook enkele achtergrondkenmerken opgevraagd (zie hoofdstuk 3). Het
was ook mogelijk voor scholen deze gegevens geautomatiseerd aan te leveren, mits zij gebruik
maakten van het administratieprogramma ESIS-A (Dos- of Windows-versie). Alle scholen ont-
vingen daartoe behalve bovengenoemde formulieren ook een diskette. Aan de hand van een bij-
gevoegde gebruiksaanwijzing konden de scholen met een paar eenvoudige handelingen de ge-
vraagde gegevens vanuit hun administratieprogramma op deze diskette zetten. Voor ESIS-A
was gekozen omdat dit programma door circa tweederde van de basisscholen wordt gebruikt.
De scholen die ook aan de vorige PRIMA-meting hadden deelgenomen, ontvingen een verge-
lijkbaar groepsformulier voor groep 2. De gegevensverzameling per formulier voor de groepen
4, 6 en 8 verliep echter anders: de meeste leerlingen uit deze groepen waren immers al bekend
van deze vorige meting; toen zaten ze namelijk in groep 2, 4 en 6. Daarom werden op formulie-
ren de namen van die bekende leerlingen al voorgedrukt, met het verzoek aan te geven of deze
leerlingen inderdaad normaal waren doorgestroomd. Van deze bekende leerlingen waren veel
achtergrondgegevens al bekend, zodat op de nieuwe formulieren nog slechts enkele aanvullin-
gen hoefden te worden gemaakt. Van eventuele nieuwe leerlingen in deze groepen (niet bekend
uit eerdere metingen) moesten natuurlijk wel nog alle gegevens worden opgegeven.
De diskette die de bekende scholen ook ontvingen, was geheel gelijk aan die van de nieuwe
scholen. Alle gegevens van de leerlingen in de even groepen konden daarmee worden afgetapt
uit het ESIS-administratiebestand van de scholen; ook die van de leerlingen die reeds bekend
waren uit voorgaande metingen. Pas naderhand, bij de verwerking van de diskette-gegevens van
de bekende scholen, werd de nieuwe informatie vergeleken met de bestanden van PRIMA3.
Aldus kon worden nagegaan welke leerlingen ook twee jaar eerder aan het onderzoek aan deel-
genomen en welke leerlingen nieuw waren.
Bij de verwerking van de opbrengst van fase 2 werd aan elke leerling die volgens de opgaven
van de scholen in de toetsgroepen zat, een uniek respondentnummer toegekend. In dit nummer
was ook het schoolnummer en de jaargroep verwerkt. De namen en respondentnummers werden
vervolgens voorgedrukt op alle instrumenten, toetsen en antwoordbladen die met betrekking tot
deze leerlingen in fase 3 en 4 zouden worden ingezet. Ook de directie- en leerkrachtvragenlijs-
ten werden zodanig genummerd dat er geen twijfel kon ontstaan over de identiteit van de res-
pondent.
De school- en respondentnummers vormen ook de basis van de opgebouwde school- en leer-
lingbestanden waarin alle in 2000/2001 en eventueel ook in de jaren daarvoor verzamelde gege-
vens zijn opgenomen.
Fase 2 was in principe in december 2000 voltooid. Over bepaalde leerlingen bleken echter door
de scholen niet alle achtergrondgegevens verstrekt te zijn. Voor zover het de gegevens betrof
waarop de in PRIMA veelvuldig gehanteerde indeling naar sociaal-etnische achtergrond is ge-
13
baseerd (zie hoofdstuk 3), is in fase 3 nog een poging gedaan deze informatie alsnog te verza-
melen. De toetsleider kreeg daartoe een overzicht met de ontbrekende gegevens mee, dat de
scholen alsnog konden aanvullen.
2.4 Toetsafnames en gelijktijdige overige dataverzameling (fase 3)
Bij de vierde PRIMA-meting zagen de toetsafname-procedures er wat anders uit dan voorheen.
Voor een deel was die verandering al ingezet bij de derde PRIMA-meting, toen voor het eerst
een belangrijk deel van de toetsen afkomstig was uit het CITO-Leerlingvolgsysteem (zie ook
hoofdstuk 4). Omdat veel scholen deze toetsen ook zelf gebruiken, namen vanaf dat moment in
principe de groepsleerkrachten de toetsen af. Wel was de PRIMA-toetsleider tijdens de gehele
toetsperiode op school aanwezig. Deze zorgde voor de administratie en organisatie van de toets-
afnames, fungeerde als vraagbaak voor de leerkrachten en verleende zo nodig assistentie.
De toetsperiode in het PRIMA-onderzoek loopt in principe van januari tot en met maart, maar
de meeste van de CITO-toetsen dienen volgens de handleiding in januari te worden afgenomen.
Het gevolg daarvan was dat veel directeuren en intern begeleiders er op stonden dat de PRIMA-
toetsleider in januari op hun school zou komen. Omdat dat organisatorisch gezien niet altijd
mogelijk was, is bij PRIMA4 een nieuwe procedure ingevoerd. Scholen konden er nu voor kie-
zen om zonder aanwezigheid van de toetsleider alle of bepaalde CITO-toetsen alvast af te ne-
men, op een zelfgekozen tijdstip (mits in de periode januari-maart), maar wel met gebruikma-
king van PRIMA-materiaal waarop de nummers en namen van leerlingen al waren aangebracht.
Scholen die kozen voor deze procedure kregen begin januari dit materiaal aangeleverd van de
toetsleider, samen met een uitgebreide schriftelijke instructie. Voorwaarde was wel dat de
school zelf moest beschikken over het algemene toetsmateriaal, zoals de handleiding. Op deze
scholen was de toetsleider uitsluitend aanwezig bij de afname van de overige (niet-CITO) toet-
sen en daarnaast bij de distributie van vragenlijsten en dergelijke. Andere scholen kozen niet
voor deze nieuwe procedure; op deze scholen was de toetsleider bij alle toetsafnames op school
aanwezig.
Voorafgaande aan de toetsafnames werden in een voorbereidend gesprek tussen toetsleider en
team de procedures doorgenomen, afspraken gemaakt en materiaal overgedragen. Tevens nam
de toetsleider bij dit eerste bezoek de vragenlijsten mee voor de leerkrachten van groep 2, 4, 6
en 8 en de directie, alsmede de zogenaamde leerlingprofielen met vragen voor de leerkrachten
over elke leerling in groep 2, 4, 6 en 8. Ten slotte werden ook de oudervragenlijsten voor de
ouders van leerlingen in groep 2 bij dit eerste bezoek door de toetsleider achtergelaten, met het
verzoek deze lijsten aan de leerlingen mee te geven. Ingevulde vragenlijsten werden aan het
einde van de toetsperiode door de toetsleiders weer meegenomen. Vragenlijsten die nog niet
waren ingevuld, konden de scholen per post later alsnog retourneren.
De meeste toetsleiders die betrokken waren bij fase 3, hadden al eerder ervaring opgedaan met
het PRIMA-onderzoek. Desondanks werden zij tevoren uitgebreid mondeling en schriftelijk
geïnstrueerd.
14
2.5 Uitstroom van leerlingen groep 8 en achtergronden van tussentijdse in- en uitstroom
(fase 4)
De laatste fase in de dataverzameling van de vierde PRIMA-meting bestond uit twee schriftelij-
ke onderdelen. De instrumenten werden in mei per post aan de PRIMA-scholen toegestuurd;
ook de retournering door de scholen verliep per post.
Het eerste onderdeel betrof de optisch inleesbare uitstroomformulieren groep 8, waarmee bij de
leerkracht van groep 8 of eventueel bij de directeur informatie per leerling van groep 8 gevraagd
werd over een aantal gegevens rond de overgang van basis- naar voortgezet onderwijs.
Het tweede onderdeel van fase 4 beoogde de oorzaken in kaart te brengen van tussentijds ver-
schenen en verdwenen leerlingen: leerlingen die - bijvoorbeeld door verhuizen of doubleren -
tussentijds zijn ingestroomd in de hogere groepen (4, 6 en 8) van de PRIMA-steekproef zonder
dat hun voorgeschiedenis bij de PRIMA-administratie bekend is, of leerlingen die - om verge-
lijkbare redenen - juist zijn verdwenen uit de steekproef zonder dat in de PRIMA-administratie
duidelijk is waar deze leerlingen zijn gebleven. Met behulp van deels voorgedrukte formulieren
werden over al deze leerlingen de redenen van de tussentijdse in- of uitstroom en de ontbreken-
de loopbaangegevens opgevraagd.
2.6 Overzicht van de verzamelde data
In de verschillende fasen van dataverzameling werd via diverse instrumenten en bronnen en op
verschillende niveaus informatie verzameld. Zonder in details te treden, laten we in Figuur 2.1
de herkomst en het niveau van de verzamelde informatie zien.
15
Figuur 2.1 - Verzamelde gegevens naar fase, instrument, bron en niveau
fase/instrument informatie verstrekt
door/verzameld bij
informatie(-niveau)
school groep leerling
1. scholenbestand min. OCW namen/adressen
algemene school
kenmerken
1. vragenlijst directie deelname-
bereidheid
administratieve
schoolkenmerken
2. groepsformulieren
of ESIS-diskette
directie, administratie of
leerkrachten groep 2, 4, 6
en 8
aantal groepen 2,
4, 6 en 8
groepsnamen,
locaties groep 2, 4,
6 en 8
groep, naam, ach-
tergrondken-
merken
3. toetsen (taal, re-
kenen en lezen) grp
2, 4, 6, 8
leerlingen groep 2, 4, 6 en
8
toetsscores
3. IQ-testen leerlingen groep 4, 6 en 8 testscores
3. schoolwelbevin-
denvragenlijst
leerlingen groep 6 en 8 schoolwelbe-
vinden, zelfver-
trouwen, sociale
integratie
3. leerlingprofielen leerkrachten groep 2, 4, 6
en 8
beoordeling van
leerling
3. directievragenlijst directie kenmerken van
schoolpopulatie,
team en inrichting
3. leerkracht-
vragenlijst
leerkrachten groep 2, 4, 6
en 8
klas-, leerkracht-,
onderwijskenmer-
ken
3. oudervragenlijst ouders groep 2 ouderkenmerken
gezinskenmerken
4. uitstroom-
formulieren
directie / leerkracht groep
8
uitstroomgegevens
overgang VO
4. formulieren over
tussentijdse in- en
uitstroom
directie / administratie oorzaken van tus-
sentijdse in- en
uitstroom , school-
loopbaangegevens
Over alle instrumenten op leerling-niveau wordt in het vervolg van dit rapport gerapporteerd,
met uitzondering van de formulieren over tussentijdse in- en uitstroom, waarover een afzonder-
lijke rapportage zal verschijnen. Over de vragenlijsten voor de leerkrachten en directies wordt
eveneens een rapport gepubliceerd.
16
2.7 Rapportage aan de scholen
De meeste deelnemende scholen hebben tweemaal een terugkoppeling ontvangen over de ver-
zamelde resultaten van hun leerlingen.
Een deel van de afgenomen toetsen is afkomstig uit het leerlingvolgsysteem van het CITO. Veel
scholen gebruiken deze toetsen ook zelf, om de vorderingen van hun leerlingen te registreren.
Daarom zijn de scores op deze toetsen binnen enkele weken na afname in de vorm van een zo-
genaamde ‘versnelde terugrapportage’ teruggekoppeld naar de scholen die dat wensten. Voor
zover van toepassing (afhankelijk van de toets) bevatte deze versnelde rapportage behalve ruwe
scores ook subtoets-scores en zogenaamde CITO-vaardigheidsscores per leerling.
Een totale rapportage van alle toetsresultaten is naar de scholen verzonden vlak vóór de zomer-
vakantie van 2001. In deze rapportage is veel aandacht besteed aan de prestaties van de leerlin-
gen en de school in relatie tot leerlingen en scholen elders in het land met een vergelijkbare so-
ciaal-etnische achtergrond. Ook van de leerlingprofielen en de schoolwelbevindenvragenlijst
zijn in het ‘landelijk vergelijkend schoolrapport’ enkele resultaten opgenomen.
2.8 Taakverdeling tussen beide uitvoerende instituten
Het PRIMA-onderzoek wordt door twee onderzoeksinstituten tezamen uitgevoerd. Tot nu toe is
in dit rapport in het midden gelaten welk onderzoeksinstituut welk gedeelte van de beschreven
werkzaamheden in het basisonderwijs nu precies heeft verricht. Tussen ITS en SCO-
Kohnstamm Instituut zijn voorafgaand aan de vierde meting afspraken over de werkverdeling
gemaakt.
Aan de basis daarvan staat de verdeling van de PRIMA-basisscholen tussen de onderzoeksinsti-
tuten naar regio. Deze verdeling komt er op neer dat het SCO-Kohnstamm Instituut verant-
woordelijk was voor alle dataverzameling bij de betrokken basisscholen in de provincie Noord-
Holland en in de stad Den Haag en het ITS overal elders in Nederland. Alle dataverzameling en
-verwerking is in alle fasen door beide instituten afzonderlijk uitgevoerd met betrekking tot de
eigen scholen.
In dit veldwerkverslag is geen aandacht besteed aan de toetsafnames en andere dataverzamelin-
gen die op lokaal niveau hebben plaatsgevonden in opdracht van schoolbesturen of gemeenten.
Dat is gebeurd in het kader van de School Prestatie Metingen (SPM) van het ITS en het project
PRIMA-plus van het SCO-Kohnstamm Instituut en staat daarmee buiten het PRIMA-cohort-
onderzoek.
Deel II
De leerlinggegevens
18
19
3 Achtergronden van de leerlingen
3.1 Achtergronden van de leerlingen
In deze paragraaf beschrijven we de samenstelling van de groep leerlingen die in het schooljaar
2000/2001 aan het PRIMA-onderzoek heeft deelgenomen. Bij deze beschrijving maken we steeds
een onderscheid naar de totale steekproef en de referentiesteekproef.
De achtergrondkenmerken van de leerlingen die in de tabellen worden gepresenteerd, zijn verstrekt
door de scholen (c.q. directies, leerkrachten, administratie), die daartoe enkele formulieren hebben
ingevuld. In totaal zijn van 60237 leerlingen deze kenmerken bekend. Van deze groep heeft 96.2%
ook aan de toetsafnames deelgenomen. In Tabel 3.1 staan allereerst enige kenmerken van de leer-
lingen zelf; deze zijn dus gebaseerd op de totale groep, inclusief degenen zonder toetsscores. De
leeftijd is overigens berekend per 1 januari 2001.
Uit Tabel 3.1 is op te maken dat de verschillende kenmerken betrekking hebben op een steeds wis-
selend aantal leerlingen. De vragen op de formulieren zijn dus niet allemaal even consequent inge-
vuld, met als gevolg dat we soms belangrijke achtergrondkenmerken moeten missen. Hierop komen
we later terug in verband met de indeling van leerlingen naar hun sociale achtergrond. Het verschil
in de samenstelling van de referentiesteekproef en de totale steekproef wordt vooral zichtbaar bij
het kenmerk wegingsfactor.
De totale scholensteekproef bevat naast de referentiesteekproef een aanvullende steekproef van
scholen met relatief veel leerlingen in achterstandssituaties, zodat het aandeel leerlingen uit de
OAB-doelgroepen sterk stijgt.
20
Tabel 3.1 - Achtergrondkenmerken van de leerlingen, naar steekproef en jaargroep
referentiesteekproef totale steekproef
2 4 6 8 totaal 2 4 6 8 totaal
maximaal aantal 10968 10498 10360 9560 41386 16181 15223 14945 13888 60237
leerlingen
leeftijd (
) 5.8 7.9 10.0 12.0 8.8 5.8 8.0 10.0 12.0 8.8
n 10841 10354 10244 9467 40906 15952 15029 14782 13769 59532
sekse (%)
jongens 51.4 51.0 49.9 50.5 50.7 51.3 50.3 49.8 50.2 50.4
meisjes 48.6 49.0 50.1 49.5 49.3 48.7 49.7 50.2 49.8 49.6
n 10911 10426 10257 9478 41072 16056 15117 14809 13745 59727
verblijfsduur in Nederland (%)
 1 jaar 0.3 0.2 0.2 0.1 0.2 0.4 0.3 0.3 0.2 0.3
1-3 jaar 1.3 1.5 1.3 1.0 1.3 1.9 2.3 1.9 1.5 1.9
4-5 jaar 1.2 0.7 0.9 0.6 0.8 1.8 0.8 1.2 0.9 1.2
 5 jaar 0.6 1.7 2.1 2.0 1.6 1.1 3.1 3.3 3.4 2.7
altijd 96.6 96.0 95.6 96.2 96.1 94.8 93.6 93.3 94.0 93.9
n 9879 9866 9856 9196 38797 14357 14283 14145 13312 56097
gezinssamenstelling (%)
vader en moeder 91.4 90.7 88.4 88.2 89.7 88.2 87.4 85.6 85.2 86.7
alleen moeder 7.7 8.1 9.7 9.8 8.8 10.7 11.2 12.4 12.7 11.7
alleen vader 0.5 0.4 0.6 0.7 0.5 0.6 0.5 0.7 0.7 0.6
anders/onbekend 0.5 0.8 1.4 1.3 1.0 0.4 0.9 1.3 1.4 1.0
n 10864 10393 10259 9509 41025 15929 15046 14752 13778 59505
OAB-wegingsfactor (%)
1.00 72.2 70.4 67.5 64.6 68.8 56.8 55.9 54.1 51.8 54.8
1.25 14.7 16.9 18.7 22.5 18.1 15.3 17.7 19.3 22.7 18.6
1.40 0 0.3 0.5 0.5 0.3 0 0.2 0.3 0.4 0.2
1.70 0.2 0.2 0.2 0.1 0.2 0.4 0.3 0.4 0.3 0.3
1.90 12.9 12.2 13.2 12.2 12.6 27.5 25.8 25.8 24.8 26.0
n 10563 10214 9999 9331 40107 15517 14752 14405 13523 58197
Het kenmerk ‘wegingsfactor’ is gebaseerd op enkele achtergrondgegevens van de ouders van de
leerling, met name hun etnische herkomst en opleiding. Specifieke gegevens hierover zijn weerge-
geven in de volgende tabellen. Tabel 3.2 bevat informatie omtrent het geboorteland van beide ou-
ders.
21
Tabel 3.2 - Geboorteland van de ouders, naar steekproef en jaargroep (in %)
referentiesteekproef totale steekproef
2 4 6 8 totaal 2 4 6 8 totaal
geboorteland vader
Nederland 84.6 84.2 83.8 84.9 84.4 70.5 71.1 71.8 72.7 71.5
Suriname 1.6 1.4 1.9 1.9 1.7 2.5 2.7 2.8 3.0 2.7
Antillen 0.5 0.6 0.4 0.4 0.5 0.9 0.9 0.7 0.7 0.8
Molukken 0 0.1 0.1 0.2 0.1 0.1 0.2 0.3 0.3 0.2
Turkije 3.6 3.9 3.7 3.3 3.6 8.5 8.2 8.1 7.3 8.1
Marokko 3.4 3.2 3.3 3.2 3.3 8.1 7.5 7.3 7.5 7.6
Griekenland 0.1 0.1 0 0.1 0.1 0.1 0.1 0.1 0.1 0.1
Spanje 0.1 0.2 0.1 0.1 0.1 0.1 0.2 0.1 0.1 0.1
Italië 0.1 0.1 0.1 0.1 0.1 0.1 0.2 0.1 0.1 0.1
Portugal 0 0.1 0.1 0.1 0.1 0.1 0.1 0.1 0.1 0.1
voorm. Joegoslavië 0.4 0.4 0.5 0.6 0.4 `0.7 0.7 0.8 0.8 0.7
China 0.2 0.2 0.3 0.4 0.3 0.4 0.3 0.4 0.5 0.4
Vietnam 0.3 0.2 0.2 0.3 0.2 0.4 0.3 0.3 0.3 0.3
overige landen 5.2 5.3 5.4 4.4 5.1 7.7 7.6 7.0 6.5 7.2
n 9985 9725 9573 8904 38187 14357 13711 13405 12546 54019
geboorteland moeder
Nederland 84.0 84.9 84.1 85.5 84.6 69.9 71.5 71.9 72.7 71.5
Suriname 1.7 1.6 2.2 2.1 1.9 3.0 3.4 3.6 4.1 3.5
Antillen 0.9 0.6 0.7 0.5 0.7 1.5 1.3 1.1 1.0 1.2
Molukken 0.1 0.1 0.1 0.1 0.1 0.1 0.1 0.2 0.2 0.2
Turkije 3.4 3.7 3.5 3.2 3.5 7.9 7.6 7.6 6.8 7.5
Marokko 3.3 3.1 3.1 3.1 3.2 7.5 7.1 6.9 7.1 7.1
Griekenland 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Spanje 0.1 0.2 0.1 0.1 0.1 0.1 0.2 0.1 0.1 0.1
Italië 0 0 0 0 0 0.1 0.1 0 0 0
Portugal 0 0.1 0.1 0.1 0.1 0 0.1 0.1 0.1 0.1
voorm. Joegoslavië 0.3 0.3 0.5 0.6 0.4 0.6 0.6 0.8 0.8 0.7
China 0.3 0.3 0.3 0.4 0.3 0.4 0.4 0.4 0.5 0.4
Vietnam 0.3 0.3 0.2 0.3 0.3 0.5 0.4 0.3 0.3 0.4
overige landen 5.4 4.8 5.0 4.2 4.8 8.2 7.3 6.9 6.3 7.2
n 10338 10181 10068 9331 39917 15253 14728 14436 13496 57913
Ook uit Tabel 3.2 blijkt het verschil tussen de referentiesteekproef en de totale steekproef: in de
totale steekproef bevinden zich circa 14% meer leerlingen wier ouders niet in Nederland geboren
zijn dan in de referentiesteekproef. Relatief veel allochtone ouders zijn geboren in Turkije, Marok-
ko en Suriname; daarnaast is de categorie ‘overige landen’ redelijk gevuld. De aantallen leerlingen
die in de tabel vermeld staan, kunnen worden afgezet tegen het maximale aantal leerlingen in Tabel
3.1. Dan wordt duidelijk dat van bijna 96% van alle leerlingen het geboorteland van ten minste een
van de ouders bekend is.Behalve naar geboorteland is op de formulieren ook gevraagd naar het
opleidingsniveau van de ouders. Het ging daarbij niet om gedetailleerde gegevens, maar om een
inschatting van het niveau. Gekozen kon worden uit vier niveaus: maximaal lager onderwijs, maxi-
maal lager beroepsonderwijs, maximaal middelbaar beroepsonderwijs (inclusief MAVO, HAVO,
VWO) of een HBO/WO-opleiding. In Tabel 3.3 staan de verdelingen.
22
Tabel 3.3 - Opleidingsniveau van de ouders, naar steekproef en jaargroep (in %)
referentiesteekproef totale steekproef
2 4 6 8 totaal 2 4 6 8 totaal
opleiding vader
max. LO 7.8 7.5 8.7 8.5 8.1 15.1 14.6 16.1 16.3 15.5
max. LBO 31.5 33.6 34.8 36.1 33.9 33.2 35.2 35.8 36.7 35.2
max. MBO 35.7 33.3 32.4 31.3 33.2 31.2 29.3 28.2 27.2 29.0
HBO/WO 25.0 25.6 24.1 24.1 24.7 20.5 21.0 19.9 19.7 20.3
n 9205 9071 8924 8280 35480 13336 12878 12643 11766 50623
opleiding moeder
max. LO 9.3 9.8 10.1 10.1 9.8 18.6 18.5 19.1 19.5 18.9
max. LBO 27.8 30.0 32.5 32.5 31.4 29.4 31.3 32.9 34.9 32.0
max. MBO 42.3 39.0 38.7 38.7 39.3 35.7 33.4 32.9 31.7 33.5
HBO/WO 20.7 21.1 18.7 18.7 19.5 16.3 16.8 15.1 14.0 15.6
n 9572 9534 9407 9407 37216 14262 13920 13648 12731 54561
Uit Tabel 3.3 wordt duidelijk dat we beschikken over het opleidingsniveau van ten minste een van
de ouders van ruim 90% van de leerlingen.
3.2 Sociaal-etnische achtergrond
In het PRIMA-onderzoek wordt naast de wegingsfactor nog een andere, gedetailleerdere maat voor
sociaal-etnische achtergrond gehanteerd. Aan de basis daarvan staan de in Tabel 3.2 en Tabel 3.3
weergegeven kenmerken herkomstland en opleiding van de ouders. Bij de bepaling van deze varia-
bele wordt in principe gebruik gemaakt van de gegevens van beide ouders. Alleen wanneer het een
eenoudergezin betreft, wordt uitgegaan van de gegevens van de ene, wel aanwezige ouder. Bij het
herkomstland van de ouders is het herkomstland van de vader als vertrekpunt genomen. De op basis
van deze gegevens geconstrueerde variabele ‘sociaal-etnische achtergrond’ kan de volgende waar-
den aannemen:
1. beide ouders hebben maximaal een LBO-opleiding en zijn van Turkse of Marokkaanse her-
komst;
2. beide ouders hebben maximaal een LBO-opleiding en zijn afkomstig uit andere landen dan Ne-
derland, Turkije of Marokko (overig allochtonen);
3. beide ouders hebben maximaal een LBO-opleiding en zijn van Nederlandse herkomst (autoch-
toon);
4. de hoogst opgeleide ouder heeft maximaal een MBO-opleiding;
5. de hoogst opgeleide ouder heeft een opleiding op HBO- of WO-niveau.
Bij de eerste drie categorieën speelt de etnische herkomst, i.c. het geboorteland, dus wel een rol,
maar bij de twee hoogste categorieën niet meer. De verdeling van de categorieën staat in Tabel 3.4.
23
Tabel 3.4 - Sociaal-etnische achtergrond, naar steekproef en jaargroep (in %)
referentiesteekproef totale steekproef
2 4 6 8 totaal 2 4 6 8 totaal
max LBO, Tu/Ma 5.2 5.8 5.8 5.4 5.6 12.2 12.5 12.5 12.3 12.4
max LBO, ov. all. 4.0 4.1 4.7 4.3 4.3 7.9 7.8 7.9 7.5 7.8
max LBO, aut. 19.0 20.3 23.0 26.2 22.0 18.8 20.3 22.9 25.4 21.7
max MBO 41.1 38.1 37.9 36.4 38.4 36.3 33.9 33.3 32.3 34.0
HBO/WO 30.7 31.8 28.6 27.7 29.8 24.7 25.6 23.3 22.4 24.1
n 9671 9582 9521 8820 37594 14403 14008 13828 12890 55129
Uit vergelijking van de aantallen in Tabel 3.4 met die in Tabel 3.1 maakt duidelijk dat we 5108
(8.5%) leerlingen uit de totale steekproef en 3792 (9.2%) leerlingen uit de referentiesteekproef niet
kunnen onderbrengen in een van de sociaal-etnische achtergrondcategorieën. Om na te gaan of er
eventueel sprake is van selectieve uitval hebben we deze achtergrondcategorieën afgezet tegen de
OAB-wegingsfactor (vgl. Tabel 3.1). Hieruit bleek dat binnen de totale steekproef van 10.1% van
de 1.00-leerlingen de achtergrond ontbrak; voor de 1.25- en 1.90-leerlingen ging het om 1.1, respec-
tievelijk 6.6%. Binnen de referentiesteekproef betrof het achtereenvolgens 10.8, 1.4 en 7.0%. In
beide steekproeven is de non-respons onder de niet-achterstandsleerlingen (1.00) het hoogst. De
non-respons onder de autochtone achterstandskinderen is betrekkelijk laag.
24
25
4 De taal-, reken- en leestoetsen
4.1 Inleiding
Evenals bij de derde meting van het PRIMA-onderzoek zijn voor dit onderzoek hoofdzakelijk toet-
sen uit CITO-leerlingvolgsysteem (CITO-LVS) afgenomen. Paragraaf 4.2 bevat een beknopte be-
schrijving van de gehanteerde toetsen. In de paragrafen daarna wordt ingegaan op de respons op
deze toetsen en de behaalde scores door diverse groepen en steekproeven in PRIMA4.
4.2 De taal-, reken- en leestoetsen
In Figuur 4.1 staat per jaargroep weergegeven welke toetsen in de vierde PRIMA-meting zijn afge-
nomen. De cursivering betekent dat de toets afkomstig is uit het CITO-LVS.
Figuur 1.1 - Overzicht afgenomen toetsen met tussen [ ] het aantal opgaven per toets
taal rekenen lezen
groep 2 Begrippentoets [60] Ordenen oudste kleuters
[42]
-
groep 4 PRIMA-taal [60] Rekenen /
Wiskunde M4 [58]
-
groep 6
PRIMA-taal [65] Rekenen /
Wiskunde M6 [115]
Begrijpend lezen 2 (deel 1
en 2 of deel 1 en 3) [50]
groep 8
PRIMA-taal [64] Rekenen /
Wiskunde M8 [120]
Begrijpend lezen 4 (deel 1
en 2 of deel 1 en 3) [50]
Als taaltoets voor groep 2 fungeerde de Begrippentoets, die ook al in de vorige metingen van
PRIMA gebruikt werd en klassikaal kan worden afgenomen. De toets meet kennis van begrippen
zoals veel, weinig, eerste en laatste. Met de toets kan worden vastgesteld of leerlingen met het aan-
vankelijk lees- en rekenonderwijs kunnen beginnen. Hij bestaat uit twee delen:
- opgaven over hoeveelheidsbegrippen, ordeningsbegrippen, ruimtelijke begrippen en verwijs-
woorden;
- opgaven omtrent begrippen die verband houden met de leesrichting en de verdeling van woorden
en zinnen op de bladspiegel, getoetst in de context van een woord of een zin.
Al eerder is het via een kalibratie-onderzoek mogelijk gemaakt dat de behaalde ruwe scores op de
Begrippentoets worden omgezet naar PRIMA-taalvaardigheidsscores, die op dezelfde schaal liggen
als de scores op de PRIMA-taaltoetsen in groep 4, 6 en 8. Wij verwijzen - ook voor deze laatste
toetsen - dan ook naar eerdere PRIMA-rapportages en naar de kalibratie-rapportage van Vierke
(1995).
26
Voor (voorbereidend) rekenen in groep 2 werd de toets Ordenen voor de oudste kleuters gebruikt.
Ook deze toets werd al bij vorige PRIMA-metingen ingezet. De toets is rond drie orde-
ningsprincipes opgebouwd:
- classificeren: bij elkaar horende voorwerpen bij elkaar plaatsen;
- seriëren: groepjes voorwerpen op bepaalde kenmerken rangschikken;
- vergelijken en tellen: het aantal of de volgorde in een reeks voorwerpen bepalen.
Na het reeds aangehaalde kalibratie-onderzoek was het mogelijk de scores op de toets Ordenen om
te zetten naar PRIMA-rekenvaardigheidsscores, die op dezelfde schaal lagen als de scores op de
PRIMA-rekentoetsen voor groep 4, 6 en 8. Bij de derde PRIMA-meting zijn deze laatste rekentoet-
sen echter vervangen door andere toetsen. Daarom zijn de ruwe scores op de toets Ordenen bij de
derde en vierde PRIMA-meting omgezet naar vaardigheidsscores via de tabel in de CITO-
handleiding. Deze scores worden in het vervolg van dit rapport gehanteerd als het gaat om de re-
kenscores van groep 2. Er is dus sprake van een schaalbreuk tussen de rekenscores van groep 2 en
van de hogere groepen.
Als rekentoets voor groep 4, 6 en 8 zijn de zogenaamde medio-versies voor deze leerjaren van de
toets Rekenen/Wiskunde uit het CITO-LVS afgenomen. Deze toets is ontwikkeld om de algemene
rekenvaardigheid te meten in de groepen 3 tot en met 8. In de lagere groepen is sprake van een ‘ge-
leide’ toets (de opgaven worden dus voorgelezen door de afname-leider) die bestaat uit twee delen
van elk circa 45 minuten. De toetsen voor groep 6 en 8 bestaan uit drie delen van elk circa 45 minu-
ten die de leerlingen zelfstandig doorwerken. De toetsen bevatten veel open vragen. Voor het
PRIMA-onderzoek moesten de toetsen daarom eerst worden nagekeken, waarna de scores vanaf de
opgavenboekjes (groep 4) of antwoordbladen (groep 6 en 8) werden overgebracht naar een databe-
stand.
Er bestaat een gekalibreerde schaal voor alle LVS-toetsen Rekenen/Wiskunde van het CITO. Vanaf
groep 6 is er in principe sprake van twee subschalen: Getallen  Bewerkingen naast Meten, Tijd 
Geld. Het is echter ook mogelijk om vaardigheidsscores voor de totale toets te berekenen. De om-
zetting van ruwe scores tot deze vaardigheidsscores voor rekenen-totaal - die in dit rapport worden
gehanteerd - is gebeurd aan de hand van gegevens die het CITO heeft verstrekt.
In groep 6 en 8 zijn ook deel 2 respectievelijk 4 van de toets Begrijpend Lezen afgenomen, even-
eens afkomstig uit het CITO-LVS. Deze toets bestaat voor beide leerjaren uit een algemeen deel
voor alle leerlingen, gevolgd door een optioneel gedeelte: de betere leerlingen maken een moeilijker
vervolgdeel dan de zwakkere leerlingen. In PRIMA3 is destijds besloten om bij alle leerlingen het
eerste deel plus het makkelijkste vervolgdeel af te nemen. In PRIMA4 is de toets Begrijpend Lezen
echter geheel volgens de regels afgenomen: afhankelijk van hun score op het eerste deel werd aan
de leerlingen deel 2 òf deel 3 voorgelegd.
De leestoetsen bevatten uitsluitend multiple-choice opgaven; de leerlingen van groep 6 en 8 hebben
hun antwoorden op optisch inleesbare antwoordbladen ingevuld. De ruwe scores zijn omgezet in
vaardigheidsscores volgens de tabellen uit de CITO-handleiding.
4.3 Respons
In totaal namen 60237 leerlingen deel aan de vierde meting van PRIMA; dit zijn de leerlingen
waarvan de scholen bij aanvang van het schooljaar hebben gemeld dat de leerlingen in de betreffen-
de klassen zaten. Van al deze leerlingen zijn - in principe - ook de achtergrondkenmerken bekend
die door de scholen (directies, administraties) zijn verstrekt en zijn opgeslagen in het administratie-
27
bestand. Ten opzichte van deze groep heeft 96.2% van de leerlingen ook de toetsen gemaakt. Dit
betekent dat van 3.8% van de leerlingen geen toetsgegevens bekend zijn. Dit kan onder meer te
maken hebben met absentie door ziekte, of door tussentijdse verhuizingen.
Om na te gaan of er eventueel sprake is van selectieve uitval hebben we de feitelijke verdeling van
de sociaal-etnische achtergrond in het administratiebestand afgezet tegen de verdeling in het toets-
bestand. Deze verdelingen geven we in Tabel 4.1, waarbij we een uitsplitsing hebben gemaakt naar
totale steekproef en referentiesteekproef. In de tabel staan alleen de leerlingen waarvan de sociaal-
etnische achtergrond bekend is.
Tabel 4.1 - Respons op de taal-, reken- en leestoetsen, naar steekproef en sociaal-etnische achter-
grond (in %
referentiesteekproef totale steekproef
verdeling respons verdeling respons
LBO Tu/Ma 5.6 5.5 12.4 12.3
LBO ov. all. 4.3 4.1 7.8 7.6
LBO aut. 22.0 21.9 21.7 21.7
MBO 38.4 38.5 34.0 34.2
HBO/WO 29.8 29.9 24.1 24.2
n 37594 36435 55129 53268
De verschillen tussen feitelijke verdeling en respons zijn uitermate klein. Zowel in de refe-
rentiesteekproef als ook in de totale steekproef is het verschil hoogstens .1 à .2%-punten.
4.4 De taal-, reken- en leesvaardigheid
In Tabel 4.2 worden eerst de gemiddelde scores op taal, rekenen en begrijpend lezen per jaargroep
weergegeven; daarna volgt in Tabel 4.3, 4.4 en 4.5 een uitsplitsing van deze gemiddelden naar soci-
aal-etnische achtergrond, en in Tabel 4.6, 4.7 en 4.8 een uitsplitsing naar geslacht. De gemiddelden
in de eerste tabel zijn gebaseerd op alle leerlingen; de totaalgemiddelden in de laatste vier tabellen
zijn gebaseerd op die leerlingen, van wie het betreffende achtergrondgegeven - sociaal-etnische
achtergrond, respectievelijk geslacht - bekend is (dus exclusief de missings op die variabele).
28
Tabel 4.2 - Vaardigheidsscores taal, rekenen en begrijpend lezen, naar steekproef en jaargroep
referentiesteekproef totale steekproef

 sd n 
 sd n
taal
groep 2 984.2 36.0 9645 979.3 36.7 14038
groep 4 1048.0 36.2 9853 1041.7 37.7 14247
groep 6 1080.5 34.0 9794 1075.7 34.2 14110
groep 8 1119.3 36.2 9116 1114.2 36.2 13222
rekenen
groep 2 56.6 14.1 10034 55.0 14.1 14707
groep 4 68.4 12.0 9893 66.7 12.2 14307
groep 6 94.8 9.8 9496 93.7 10.0 13587
groep 8 117.0 9.1 8607 116.2 9.2 12440
lezen
groep 6 35.9 15.0 9664 34.0 15.1 13782
groep 8 55.9 16.7 8837 53.9 16.8 12694
29
Tabel 4.3 - Vaardigheidsscores taal, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achtergrond
groep 2
referentiesteekproef totale steekproef

 sd n 
 sd n
LBO Tu/Ma 949.6 28.1 456 952.7 28.0 1534
LBO ov. all. 960.7 32.9 325 961.1 34.9 941
LBO aut. 979.5 32.4 1642 978.8 33.5 2358
MBO 986.1 34.8 3540 983.9 35.7 4619
HBO/WO 992.5 35.8 2680 990.7 36.5 3195
totaal 983.9 35.9 8643 979.2 36.7 12647
groep 4
LBO Tu/Ma 1009.6 30.0 518 1008.0 30.4 1636
LBO ov. all. 1023.3 34.4 356 1021.9 33.6 992
LBO aut. 1041.8 33.8 1800 1041.0 34.3 2638
MBO 1049.4 34.4 3458 1046.3 35.5 4499
HBO/WO 1059.2 34.4 2893 1057.1 35.3 3393
totaal 1047.7 36.3 9025 1041.4 37.8 13158
groep 6
LBO Tu/Ma 1050.1 25.3 508 1050.1 25.7 1639
LBO ov. all. 1060.7 27.7 411 1059.6 27.3 1011
LBO aut. 1071.4 29.7 2065 1070.2 29.5 2976
MBO 1083.0 32.8 3447 1081.1 33.0 4404
HBO/WO 1094.1 33.8 2601 1092.8 34.3 3074
totaal 1080.7 34.0 9032 1075.8 34.1 13104
groep 8
LBO Tu/Ma 1085.6 28.2 449 1085.4 27.6 1513
LBO ov. all. 1096.0 33.0 356 1097.8 31.9 920
LBO aut. 1109.9 32.1 2200 1109.0 31.5 3101
MBO 1120.7 33.0 3085 1118.6 33.3 4007
HBO/WO 1135.7 36.4 2336 1133.8 36.6 2766
totaal 1119.1 36.1 8426 1113.9 36.1 12307
30
Tabel 4.4 - Vaardigheidsscores rekenen, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achter-
grond
referentiesteekproef totale steekproef

 sd n 
 sd n
groep 2
LBO Tu/Ma 46.3 11.3 456 46.7 11.3 1579
LBO ov. all. 50.1 13.9 326 50.0 13.9 992
LBO aut. 53.0 12.5 1695 52.7 12.8 2484
MBO 57.3 13.9 3718 56.5 13.8 4869
HBO/WO 60.3 14.4 2777 59.8 14.5 3309
totaal 56.6 14.2 8972 55.0 14.2 13233
groep 4
LBO Tu/Ma 59.9 10.6 517 59.9 10.6 1641
LBO ov. all. 62.2 11.5 356 61.2 11.4 999
LBO aut. 65.5 11.1 1798 64.8 11.4 2635
MBO 68.5 11.6 3486 67.6 11.7 4535
HBO/WO 72.4 12.0 2896 71.7 12.2 3398
totaal 68.4 12.1 9053 66.6 12.2 13208
groep 6
LBO Tu/Ma 88.4 9.4 487 89.2 9.5 1554
LBO ov. all. 89.6 9.9 391 89.4 10.2 949
LBO aut. 92.1 9.4 1959 91.6 9.4 2817
MBO 95.2 9.2 3364 94.8 9.4 4279
HBO/WO 98.2 9.4 2549 97.8 9.6 3001
totaal 94.7 9.8 8750 93.7 10.0 12600
groep 8
LBO Tu/Ma 112.1 8.6 426 112.5 8.8 1416
LBO ov. all. 112.5 9.3 327 113.2 9.1 855
LBO aut. 114.1 8.9 2014 113.8 8.8 2848
MBO 117.2 8.5 2914 116.9 8.6 3780
HBO/WO 120.6 8.4 2264 120.4 8.6 2680
totaal 116.9 9.1 7945 116.1 9.2 11579
31
Tabel 4.5 - Vaardigheidsscores lezen, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achtergrond
referentiesteekproef totale steekproef

 sd n 
 sd n
groep 6
LBO Tu/Ma 24.3 11.5 516 23.9 11.7 1576
LBO ov. all. 27.9 13.6 410 27.4 13.4 958
LBO aut. 30.1 13.4 2022 30.2 13.5 2933
MBO 36.4 14.2 3396 35.7 14.4 4304
HBO/WO 42.6 14.7 2573 42.0 15.0 3028
totaal 35.8 15.0 8917 33.9 15.1 12799
groep 8
LBO Tu/Ma 44.1 12.8 432 43.8 13.7 1425
LBO ov. all. 46.4 14.9 343 47.7 15.3 869
LBO aut. 50.0 15.2 2155 49.3 15.1 3017
MBO 56.4 15.8 2983 55.8 15.9 3840
HBO/WO 64.4 16.1 2254 63.7 16.3 2663
totaal 55.9 16.8 8167 53.9 16.8 11814
Tabel 4.6 - Vaardigheidsscores taal, naar steekproef, jaargroep en geslacht
referentiesteekproef totale steekproef

 sd n 
 sd n
groep 2
jongens 980.3 34.9 4911 976.0 35.9 7118
meisjes 988.2 36.6 4684 982.7 37.3 6820
totaal 984.2 36.0 9495 979.3 36.8 13938
groep 4
jongens 1046.4 36.4 4989 1039.9 38.1 7113
meisjes 1049.8 35.9 4805 1043.7 37.2 7045
totaal 1048.1 36.2 9794 1041.8 37.7 14158
groep 6
jongens 1077.2 33.6 4830 1072.8 33.6 6942
meisjes 1083.7 34.1 4869 1078.5 34.4 7053
totaal 1080.5 34.0 9699 1075.7 34.1 13995
groep 8
jongens 1118.6 36.5 4563 1113.7 36.2 6574
meisjes 1120.2 35.9 4475 1114.8 36.1 6513
totaal 1119.4 36.2 9038 1114.2 36.2 13087
32
Tabel 4.7 - Vaardigheidsscores rekenen, naar steekproef, jaargroep en geslacht
referentiesteekproef totale steekproef

 sd n 
 sd n
groep 2
jongens 56.2 14.1 5115 54.8 14.2 7445
meisjes 57.0 14.2 4866 55.2 14.1 7151
totaal 56.6 14.1 9981 55.0 14.1 14596
groep 4
jongens 70.7 11.9 5014 68.9 12.1 7147
meisjes 66.1 11.8 4815 64.5 11.9 7069
totaal 68.4 12.1 9829 66.7 12.2 14216
groep 6
jongens 96.0 9.5 4710 94.9 9.7 6744
meisjes 93.6 10.0 4692 92.6 10.2 6721
totaal 94.8 9.8 9402 93.8 10.0 13465
groep 8
jongens 118.2 9.0 4323 117.4 9.1 6216
meisjes 115.8 9.0 4214 114.9 9.1 6103
totaal 117.0 9.1 8537 116.2 9.2 12319
Tabel 4.8 - Vaardigheidsscores lezen, naar steekproef, jaargroep en geslacht
referentiesteekproef totale steekproef

 sd n 
 sd n
groep 6
jongens 34.6 15.1 4751 32.7 15.1 6762
meisjes 37.3 14.9 4821 35.2 15.1 6902
totaal 36.0 15.0 9572 34.0 15.2 13664
groep 8
jongens 54.5 16.6 4448 52.7 16.7 6338
meisjes 57.4 16.7 4312 55.3 16.8 6233
totaal 55.9 16.7 8760 54.0 16.8 12571
33
5 De intelligentietests
5.1 De intelligentietests
Voor de intelligentietests is gebruik gemaakt van bestaand LEO-materiaal. De indertijd door het
RION ontwikkelde intelligentietests bestaan uit vijf onderdelen: figuren samenstellen, exclusie,
getallenreeksen, categorieën en analogieën. Voor het PRIMA-onderzoek is alleen gebruik gemaakt
van de non-verbale onderdelen ‘figuren samenstellen’ en ‘exclusie’. Ook deze tests zijn tijdens een
vooronderzoek op hun psychometrische eigenschappen onderzocht (Driessen, Van Langen  Ou-
denhoven, 1994). Op basis hiervan zijn enkele items uit de oorspronkelijke tests verwijderd. Intelli-
gentietests zijn alleen in de groepen 4, 6 en 8 afgenomen. Testafname van een geëigende test is in
groep 2 achterwege gebleven teneinde deze leerlingen niet te veel te belasten.
5.2 Respons
In totaal namen 44056 leerlingen uit de groepen 4, 6 en 8 deel aan de vierde meting van PRIMA; dit
zijn de leerlingen uit het administratiebestand. Ten opzichte van deze groep heeft 92.9% van de
leerlingen ook de intelligentietests gemaakt. Om na te gaan of er eventueel sprake is van selectieve
uitval hebben we de verdeling van de sociaal-etnische achtergrond in het administratiebestand afge-
zet tegen de verdeling in het bestand met de testresultaten. Deze verdelingen geven we in Tabel 5.1,
met daarbij een uitsplitsing naar totale steekproef en referentiesteekproef. In de tabel staan alleen de
leerlingen waarvan de sociaal-etnische achtergrond bekend is.
Tabel 5.1 - Respons op de intelligentietests, naar steekproef en sociaal-etnische achtergrond (in %)
referentiesteekproef totale steekproef
verdeling respons verdeling respons
LBO Tu/Ma 5.7 5.6 12.5 12.1
LBO ov. all. 4.4 4.2 7.8 7.5
LBO aut. 23.1 22.9 22.8 22.7
MBO 37.5 37.8 33.2 33.6
HBO/WO 29.4 29.5 23.8 24.0
n 27923 26233 40726 38110
De verschillen in sociaal-etnische achtergrond tussen verdeling en respons zijn uitermate klein. In
de referentiesteekproef is het verschil maximaal .3%-punten. In de totale steekproef is het verschil
maximaal .4%-punten.
Behalve naar de respons ten opzichte van de administratiesteekproef, hebben we ook gekeken naar
de respons met betrekking tot het toetsbestand. Uit deze analyses bleek dat 99.6% van de 40777 in
groep 4, 6 en 8 getoetste leerlingen ook de intelligentietests heeft gemaakt. Daarnaast zijn er ook
34
nog 149 leerlingen die weliswaar de intelligentietests hebben gemaakt, maar niet aan de toetsafna-
me hebben deelgenomen. Voor de hierna te beschrijven analyses nemen we ook deze laatstgenoem-
de groep mee; in totaal betreft het 40926 leerlingen.
5.3 Intelligentiescores
In Tabel 5.2 presenteren we allereerst per jaargroep de gemiddelde totaalscores op de intelligentie-
test in de referentiesteekproef en in de totale steekproef. Daarna worden in Tabel 5.3 en Tabel 5.4
deze scores verder uitgesplitst naar sociaal-etnische achtergrond, respectievelijk geslacht. Omdat
deze tests niet zijn gekalibreerd (zoals dat bij de taal- en rekentoetsen wel is gebeurd), is een verge-
lijking tussen de jaargroepen niet mogelijk. Ook hier geldt dat de scores in Tabel 5.2 zijn gebaseerd
op alle leerlingen, en de totaalscores in de twee daarop volgende tabellen op de leerlingen van wie
de sociaal-etnische achtergrond en het geslacht bekend zijn.
Tabel 5.2 - Intelligentiescores, naar steekproef en jaargroep
referentiesteekproef totale steekproef

 sd n 
 sd n
groep 4 28.1 5.2 9809 27.5 5.6 14056
groep 6 26.0 4.6 9689 25.6 4.7 13858
groep 8 26.4 4.2 9058 25.9 4.5 13012
35
Tabel 5.3 - Intelligentiescores, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achtergrond
referentiesteekproef totale steekproef

 sd n 
 sd n
groep 4
LBO Tu/Ma 24.8 6.0 512 24.9 6.0 1575
LBO ov.all. 25.8 5.8 344 25.3 6.0 962
LBO aut. 27.0 5.3 1790 26.7 5.4 2622
MBO 28.2 5.2 3457 27.9 5.2 4471
HBO/WO 29.4 4.7 2869 29.1 4.9 3361
totaal 28.0 5.3 8972 27.4 5.5 12991
groep 6
LBO Tu/Ma 24.3 4.9 505 24.3 5.1 1570
LBO ov.all. 24.4 5.0 400 24.4 5.2 986
LBO aut. 25.0 4.6 2038 24.9 4.7 2946
MBO 26.1 4.5 3419 26.0 4.5 4355
HBO/WO 27.2 4.2 2562 27.0 4.3 3031
totaal 26.0 4.6 8924 25.7 4.7 12888
groep 8
LBO Tu/Ma 24.4 4.7 454 24.8 4.6 1468
LBO ov.all. 24.8 4.8 352 25.0 4.8 897
LBO aut. 25.5 4.3 2192 25.4 4.4 3073
MBO 26.5 4.0 3051 26.4 4.1 3947
HBO/WO 27.6 3.8 2308 27.5 3.8 2735
totaal 26.4 4.2 8357 26.1 4.3 12120
36
Tabel 5.4 - Intelligentiescores, naar steekproef, jaargroep en geslacht
referentiesteekproef totale steekproef

 sd n 
 sd n
groep 4
jongens 27.9 5.4 4952 27.2 5.6 7005
meisjes 28.2 5.1 4797 27.7 5.4 6961
totaal 28.1 5.2 9749 27.5 5.5 13966
groep 6
jongens 25.8 4.7 4775 25.5 4.8 6819
meisjes 26.2 4.5 4813 25.8 4.7 6919
totaal 26.0 4.6 9588 25.7 4.7 13738
groep 8
jongens 26.3 4.3 4553 26.1 4.4 6488
meisjes 26.4 4.2 4425 26.2 4.3 6393
totaal 26.4 4.2 8978 26.1 4.3 12881
37
6 Leerlingprofielen
6.1 De leerlingprofielen
Bij alle PRIMA-metingen is aan de leerkrachten in groep 2, 4, 6 en 8 het zogenaamde leerlingpro-
fiel voorgelegd waarop zij hun mening over de leerlingen ten aanzien van een aantal gedrags- en
houdingsaspecten, het thuisklimaat en enkele onderwijskundige bijzonderheden konden weergeven.
In de loop van de tijd is dit leerlingprofiel al een aantal keren herzien. Tussen de derde en vierde
PRIMA-meting is in schooljaar 1999/2000 een valideringsonderzoek naar de laatste versie van het
instrument uitgevoerd (Jungbluth, Roede en Roeleveld, 2000). Naar aanleiding daarvan is het pro-
fiel bij de vierde meting opnieuw op enkele punten bijgesteld en uitgebreid.
6.2 Respons
Bij de eerdere PRIMA-metingen is aan de leerkrachten gevraagd voor elke leerling in hun klas een
leerlingprofiel in te vullen. Omdat het leerlingprofiel met enkele items is uitgebreid en daardoor de
belasting voor de leerkrachten (nog) groter is geworden, is besloten de afname te beperken tot de
helft van de leerlingen van een school, met dien verstande dat per school bij minimaal 30 leerlingen
een profiel zou worden afgenomen. Bij scholen met meer dan 60 leerlingen in de groepen 2, 4, 6 en
8 werd random de helft van de leerlingen getrokken. Op de scholen waar in de betreffende groepen
tussen 31 en 59 leerlingen zaten, zijn 30 leerlingen random getrokken. Bij scholen met 30 leerlin-
gen of minder werden alle leerlingen geselecteerd.
De leerlingprofielen zijn door de toetsleiders bij hun eerste bezoek op school achtergelaten, zodat
de leerkrachten ze in de periode totdat de feitelijke toetsafname plaatsvond konden invullen. Na de
toetsafnames hebben de toetsleiders de formulieren weer meegenomen. Nog niet ingevulde formu-
lieren konden de leerkrachten nazenden.
In totaal zijn 57942 leerlingen getoetst. Van 47.2% van deze leerlingen is ook het leerlingprofiel
beschikbaar. Daarnaast zijn er ook nog 511 leerlingen die niet zijn getoetst, maar waarvan wel het
profiel is ingevuld. In totaal betreft het 27894 leerlingprofielen. Het administratiebestand bevat
60237 leerlingen. Ten opzichte van dat bestand is de respons 46.3%.
Of er sprake is van selectieve uitval hebben we gecontroleerd door de feitelijke verdeling naar soci-
aal-etnische achtergrond van de leerlingen in het administratiebestand af te zetten tegen de respons
op de leerlingprofielen. De resultaten hiervan staan vermeld in Tabel 6.1, waarbij we een uitsplit-
sing hebben gemaakt naar totale steekproef en referentiesteekproef. De tabel bevat alleen de leerlin-
gen waarvan de sociaal-etnische achtergrond bekend is.
38
Tabel 6.1 - Respons op de leerlingprofielen, naar steekproef en sociaal-etnische achtergrond (in %)
referentiesteekproef totale steekproef
verdeling respons verdeling respons
LBO Tu/Ma 5.6 5.0 12.4 12.1
LBO ov. all. 4.3 4.3 7.8 7.6
LBO aut. 22.0 22.2 21.7 21.7
MBO 38.4 39.4 34.0 35.0
HBO/WO 29.8 29.1 24.1 23.7
n 37954 17934 55129 25973
In de referentiesteekproef wijkt de verdeling van de sociaal-etnische achtergrond tussen de admini-
stratiesteekproef en profielensteekproef nauwelijks af; het maximale verschil in de afzonderlijke
categorieën bedraagt 1.0%. Ook in de totale steekproef zijn de verschillen gering; daar bedraagt het
maximale verschil eveneens 1%.
6.3 Schaalconstructie
In de volgende paragrafen volgt een beschrijving van de schaalconstructie van de items uit de leer-
lingprofielen. De analyses zijn uitgevoerd over vijf blokken, namelijk:
1. leerlingprestaties
2. leerlinggedrag
3. welzijn
4. gezinsachtergrond
5. onderwijskundige aanpak
6.3.1 Leerlingprestaties
Het eerste blok vragen in het leerlingprofiel gaat over leerlingprestaties, hoe goed de leerling kan
leren en in hoeverre zijn prestaties achterblijven bij zijn/haar talenten.
(Bij) deze leerling(e):
a. heeft duidelijk problemen met leren
b. geven de prestaties een goed beeld van het talent
c. kan moeilijk meekomen op school
d. drijft meer op ijver dan op talent
e. kan goed leren
f. blijven de prestaties achter bij de capaciteiten
g. heeft minder inzicht dan de prestaties suggereren
h. kan eigenlijk (nog) beter presteren
i. presteert meer door oefening dan door talent
Voor de beantwoording konden leerkrachten kiezen uit vijf antwoordcategorieën: (1) beslist on-
waar, (2) onwaar, (3) niet onwaar, niet waar, (4) waar, en (5) beslist waar.
39
De op dit blok items uitgevoerde factoranalyse leverde drie factoren op die samen 76.7% van de
variantie verklaarden. De factoren kunnen als volgt worden geïnterpreteerd: cognitieve capaciteiten,
onderpresteerder en bovenpresteerder.
In Tabel 6.2 staan de resultaten van deze factoranalyse.
Tabel 6.2 - Factorladingen voor de schalen cognitieve capaciteiten en prestaties van de leerling
(ladingen  0.35)
cogn. cap. onderprest. bovenprest.
heeft duidelijk problemen met leren .89
geven de prestaties een goed beeld van het talent .76
kan moeilijk meekomen op school .89
drijft meer op ijver dan op talent .83
kan goed leren .83
blijven de prestaties achter bij de capaciteiten .86
heeft minder inzicht dan de prestaties suggereren .77
kan eigenlijk (nog) beter presteren .83
presteert meer door oefening dan door talent .79
betrouwbaarheid (alfa) .92 .79 .78
In het algemeen kunnen we stellen dat dit een duidelijk resultaat is. De factorstructuur is eenduidig
en ook de betrouwbaarheid van de schalen is goed te noemen.
6.3.2 Leerlinggedrag
Dit blok bevat 13 items met onderwerpen over het (probleem-)gedrag van de leerling en zijn/haar
werkhouding in de klas. De items luidden als volgt:
Deze leerling(e):
a. is snel van streek
b. kan goed met klasgenoten opschieten
c. is vaak brutaal
d. werkt nauwkeurig
e. is bang en angstig
f. is bij klasgenoten populair
g. houdt zich aan de regels
h. denkt al gauw dat het werk af is
i. probeert altijd de eigen zin door te drijven
j. houdt snel op als iets niet lukt
k. maakt nooit ruzie
l. heeft weinig vriend(inn)en in de klas
m. raakt gauw in paniek
40
De factoranalyse leverde vier factoren op die samen 74.3% van de variantie verklaren. Deze facto-
ren zijn te benoemen als gedrag, zelfvertrouwen, populariteit en werkhouding. De resultaten van
deze analyse laat Tabel 6.3 zien.
Tabel 6.3 - Factorladingen voor de schalen gedrags- en houdingsaspecten van de leerling (ladingen
 0.35)
gedrag zelfvertrouwen populariteit werkhouding
is snel van streek .85
kan goed met klasgenoten opschieten .80
is vaak brutaal .82
werkt nauwkeurig -.81
is bang en angstig .83
is bij klasgenoten populair .88
houdt zich aan de regels -.72 -.36
denkt al gauw dat het werk af is .85
probeert altijd de eigen zin door te drijven .77
houdt snel op als iets niet lukt .73
maakt nooit ruzie -.74
heeft weinig vriend(inn)en in de klas -.86
raakt gauw in paniek .89
betrouwbaarheid (alfa) .83 .85 .87 .81
Op één item na laden alle items op slechts één factor. Dit item is toegewezen aan de schaal waarop
het het hoogst laadt. De betrouwbaarheidscoëfficiënten liggen alle boven de .80, en zijn ruim vol-
doende te noemen.
6.3.3 Welzijn
Onder deze noemer vallen items die te maken hebben met het welbevinden van de leerlingen op
school en hun relatie met de leerkracht.
Deze leerling(e):
a. voelt zich bij mij op zijn/haar gemak
b. voelt zich op school onplezierig
c. heeft met mij een goede relatie
d. zou school liefst vermijden
e. heeft met mij een moeilijk contact
f. komt met tegenzin naar school
In het onderzoek door Jungbluth, Roede en Roeleveld (2000), waar deze items onderzocht zijn, is
een indeling in twee schalen gemaakt, welbevinden op school en de relatie van de leerling met de
leerkracht. Deze twee factoren konden in het onderhavige onderzoek niet gerepliceerd worden, de
analyses wijzen uit dat het om één factor gaat. Om inhoudelijke redenen is besloten hier toch twee
schalen van te maken, waarbij enerzijds de relatie met de leerkracht en anderzijds het welbevinden
41
op school belicht worden. De betrouwbaarheidscoëfficiënt bedraagt voor de schaal ‘schoolwelbe-
vinden’ alpha= .89 en voor de schaal ‘relatie met de leerkracht’ alpha= .86.
6.3.4 Gezinsachtergrond
Evenals bij de vorige metingen is ook nu bij de vierde PRIMA-meting aan de leerkrachten gevraagd
een inschatting te geven over de thuissituatie van de leerling en over de betrokkenheid van de ou-
ders bij het onderwijs. Sommige van de eerdere items zijn vervangen door items over taalgebruik en
cultuur in het gezin.
In dit gezin:
a. zijn de ouders actief betrokken bij school
b. hoort de levensstijl bij een andere cultuur
c. worden leren en nieuwsgierigheid bevorderd
d. spreken de ouders met mij goed Nederlands
e. zijn de ouders het kind bij het leren tot steun
f. wordt thuis een andere taal gesproken
g. zijn veel problemen
Bij item g. gaat het om een losstaand item dat verder niet in de schalen is opgenomen.
Ook hier kon men kiezen uit vijf antwoordcategorieën: (1) beslist onwaar, (2) onwaar, (3) niet on-
waar, niet waar, (4) waar, en (5) beslist waar.
Factoranalyse op deze items resulteerde in twee factoren die samen 81.6% van de variantie verkla-
ren.
Tabel 6.4 - Factorladingen voor de schalen ‘etnische breuk’ en ‘sociaal milieu’
(ladingen  0.35)
etnische breuk sociaal milieu
zijn de ouders actief betrokken bij school .79
hoort de levensstijl bij een andere cultuur .90
worden leren en nieuwsgierigheid bevorderd .91
spreken de ouders met mij goed Nederlands -.79 .36
zijn de ouders het kind bij het leren tot steun .88
wordt thuis een andere taal gesproken .93
betrouwbaarheid (alfa) .89 .87
Op één item na laden alle items op één factor. Het betreffende item is opgenomen in de schaal waar
het het hoogst op laadt. Ook hier is de betrouwbaarheid van de schalen hoog.
42
6.3.5 Aanpak
De items die betrekking hebben op de onderwijskundige c.q. pedagogische aanpak zijn bij deze
meting in grote lijnen dezelfde als bij de derde meting. Items die betrekking hebben op leerpresta-
ties en cognitieve capaciteiten zijn naar een andere schaal verhuisd (‘Leerlingprestaties’). Toege-
voegd zijn items over discipline.
De items luiden:
(Bij) deze leerling(e):
a. is er een individueel behandelingsplan
b. krijgt extra aandacht voor discipline
c. krijgt uitleg in kleine stappen
d. krijgt extra aanbod voor snelle leerlingen
e. wordt door mij kort gehouden
f. passen bescheiden leerdoelen
g. bereid ik voor op een hoge vervolgkeuze
h. krijgt van mij de ruimte
i. worden leerprestaties mild beoordeeld
j. krijgt ook de moeilijkere stof aangeboden
k. werkt vertraagd met herhalingsstof
l. krijgt remediële hulp.
Ook hier werd een factoranalyse uitgevoerd. Deze resulteerde in vier factoren, die gezamenlijk
78.4% van de variantie voor hun rekening nemen. Inhoudelijk kunnen deze factoren worden geïn-
terpreteerd als ‘remediërende maatregelen’, ‘aandacht voor discipline’, ‘extra leerstofaanbod voor
de slimme leerlingen’ en ‘gereduceerd leerstofaanbod voor de zwakkere leerlingen’. De ladingen
van de items op deze factoren zijn weergegeven in Tabel 6.5.
Tabel 6.5 – Factorladingen onderwijskundige aanpak (ladingen 0.35)
remediërende extra gereduceerd
maatregelen discipline aanbod aanbod
(Bij) deze leerling(e):
is er een individueel behandelingsplan .88
krijgt extra aandacht voor discipline .83
krijgt uitleg in kleine stappen .69 .43
krijgt extra aanbod voor snelle leerlingen .84
wordt door mij kort gehouden .91
passen bescheiden leerdoelen .52 -.39 .56
bereid ik voor op een hoge vervolgkeuze .79
krijgt van mij de ruimte -.67 .47
worden leerprestaties mild beoordeeld .81
krijgt ook de moeilijkere stof aangeboden .81
werkt vertraagd met herhalingsstof .65 .44
krijgt remediërende hulp .87
betrouwbaarheid (alfa) .88 .77 .85 .85
43
Bij deze laatste schaal is de factorstructuur niet eenduidig. Enkele items laden op twee factoren en
één item zelfs op drie factoren. Deze items zijn bij de dimensie ondergebracht waarop ze het hoogst
laden. De betrouwbaarheid van de schalen is voldoende tot hoog.
6.4 Schaalscores
Om een indruk te geven van de gemiddelde scores op de geconstrueerde schalen presenteren we
allereerst in Tabel 6.6 een overzicht van de schaalscores uitgesplitst naar steekproef en jaargroep.
De scores zijn berekend door het gemiddelde te nemen van de afzonderlijke items, voor zover ten
minste tweederde deel van de items over de betreffende leerling zijn ingevuld. Daarna volgt in Ta-
bel 6.7 tot en met Tabel 6.21 een verdere verbijzondering naar sociaal-etnische achtergrond.
Tabel 6.6 - Schaalscores op de leerlingprofielen, naar steekproef en jaargroep
referentiesteekproef totale steekproef

 sd n 
 sd n
cognitieve capaciteiten
groep 2 3.70 .90 4922 3.62 .92 7087
groep 4 3.53 1.02 4840 3.47 1.02 7056
groep 6 3.51 1.02 4897 3.47 1.02 6982
groep 8 3.51 1.06 4519 3.45 1.07 6449
onderpresteerder
groep 2 2.50 .75 4905 2.55 .74 7041
groep 4 2.50 .75 4799 2.54 .75 7004
groep 6 2.56 .78 4868 2.59 .77 6956
groep 8 2.53 .83 4490 2.56 .81 6408
bovenpresteerder
groep 2 2.39 .71 4908 2.44 .71 7055
groep 4 2.49 .77 4803 2.54 .77 7003
groep 6 2.51 .77 4876 2.54 .76 6957
groep 8 2.50 .80 4485 2.54 .80 6402
gedrag
groep 2 3.61 .74 4959 3.57 .75 7136
groep 4 3.64 .74 4841 3.60 .76 7068
groep 6 3.61 .78 4910 3.57 .80 7010
groep 8 3.58 .79 4502 3.56 .79 6431
zelfvertrouwen
groep 2 3.71 .80 4907 3.69 .81 7049
groep 4 3.70 .79 4805 3.69 .79 7003
groep 6 3.72 .77 4871 3.70 .77 6951
groep 8 3.76 .75 4478 3.74 .74 6394
populariteit
groep 2 3.74 .72 4918 3.71 .73 7068
groep 4 3.62 .72 4817 3.60 .73 7024
groep 6 3.56 .76 4876 3.54 .76 6965
groep 8 3.56 .79 4475 3.55 .78 6395
44
Vervolg Tabel 6.6 - Schaalscores op de leerlingprofielen, naar steekproef en jaargroep
referentiesteekproef totale steekproef

 sd n 
 sd n
werkhouding
groep 2 3.39 .88 4892 3.35 .88 7047
groep 4 3.43 .85 4814 3.40 .86 7029
groep 6 3.37 .87 4881 3.34 .87 6972
groep 8 3.38 .87 4492 3.35 .89 6414
schoolwelbevinden
groep 2 4.22 .59 4929 4.22 .59 7078
groep 4 4.09 .63 4801 4.07 .63 7001
groep 6 4.00 .65 4872 3.99 .64 6958
groep 8 3.93 .69 4468 3.92 .69 6384
relatie met de leerkracht
groep 2 4.17 .53 4927 4.16 .54 7080
groep 4 4.08 .53 4795 4.06 .53 6991
groep 6 4.00 .56 4883 3.97 .57 6962
groep 8 3.97 .58 4471 3.95 .58 6394
etnische breuk
groep 2 1.76 .95 4907 2.09 1.16 7036
groep 4 1.77 .92 4788 2.10 1.15 6967
groep 6 1.79 .96 4876 2.08 1.13 6945
groep 8 1.75 .92 4469 2.03 1.12 6356
sociaal milieu
groep 2 3.73 .81 4910 3.59 .87 7046
groep 4 3.69 .78 4791 3.54 .85 6970
groep 6 3.59 .82 4882 3.48 .86 6961
groep 8 3.55 .84 4494 3.44 .88 6400
remediërende maatregelen
groep 2 2.07 .95 4886 2.17 .97 7023
groep 4 2.30 1.07 4778 2.35 1.07 6958
groep 6 2.25 1.04 4859 2.28 1.02 6945
groep 8 2.09 .98 4465 2.16 .99 6379
discipline
groep 2 2.24 .82 4888 2.28 .83 7016
groep 4 2.38 .85 4799 2.42 .85 6985
groep 6 2.39 .86 4862 2.44 .85 6951
groep 8 2.36 .88 4461 2.39 .88 6377
extra leerstofaanbod voor slimme leerlingen
groep 2 2.68 .86 4718 2.68 .86 6744
groep 4 2.78 .99 4751 2.75 .98 6903
groep 6 2.77 1.02 4830 2.75 .99 6911
groep 8 2.84 1.11 4459 2.81 1.09 6370
gereduceerd leerstofaanbod voor zwakkere leerlingen
groep 2 4.17 .53 4927 4.16 .54 7080
groep 4 4.08 .53 4795 4.06 .53 6991
groep 6 4.00 .56 4883 3.97 .57 6962
groep 8 3.97 .58 4471 3.95 .58 6394
45
Tabel 6.7 - Schaalscores ‘cognitieve capaciteiten’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische
achtergrond
referentiesteekproef totale steekproef

 sd n 
 sd n
groep 2
LBO Tu/Ma 3.03 1.00 200 3.14 .97 731
LBO ov.all. 3.25 .93 172 3.33 .91 488
LBO aut. 3.37 .95 857 3.36 .96 1209
MBO 3.76 .84 1896 3.72 .85 2463
HBO/WO 3.99 .80 1344 3.96 .81 1595
groep 4
LBO Tu/Ma 3.16 .98 235 3.18 .98 823
LBO ov.all. 3.39 1.03 188 3.33 1.01 503
LBO aut. 3.18 1.04 932 3.2 1.03 1356
MBO 3.53 1.00 1761 3.52 1.00 2272
HBO/WO 3.84 .93 1391 3.82 .94 1651
groep 6
LBO Tu/Ma 3.13 1.02 249 3.18 .98 832
LBO ov.all. 3.23 .96 219 3.26 1.00 521
LBO aut. 3.16 1.01 1047 3.16 1.01 1457
MBO 3.54 1.00 1780 3.55 .99 2260
HBO/WO 3.87 .95 1254 3.87 .94 1464
groep 8
LBO Tu/Ma 2.99 1.08 197 3.04 1.09 698
LBO ov.all. 3.20 1.06 180 3.30 1.04 448
LBO aut. 3.13 1.05 1107 3.13 1.06 1542
MBO 3.55 1.01 1569 3.54 1.01 2003
HBO/WO 3.92 .92 1168 3.92 .92 1360
46
Tabel 6.8 - Schaalscores ‘onderpresteerder’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische ach-
tergrond
referentiesteekproef totale steekproef

 sd n 
 sd n
groep 2
LBO Tu/Ma 2.81 .71 199 2.72 .70 721
LBO ov.all. 2.81 .73 169 2.81 .72 485
LBO aut. 2.54 .68 860 2.56 .68 1209
MBO 2.49 .74 1893 2.52 .73 2451
HBO/WO 2.39 .77 1339 2.42 .77 1584
groep 4
LBO Tu/Ma 2.59 .67 233 2.60 .68 818
LBO ov.all. 2.67 .72 187 2.70 .72 500
LBO aut. 2.52 .69 923 2.55 .71 1345
MBO 2.52 .76 1741 2.54 .76 2249
HBO/WO 2.44 .79 1381 2.45 .80 1641
groep 6
LBO Tu/Ma 2.70 .71 245 2.68 .70 832
LBO ov.all. 2.66 .70 216 2.70 .72 518
LBO aut. 2.64 .77 1038 2.63 .77 1446
MBO 2.55 .78 1774 2.56 .78 2251
HBO/WO 2.48 .79 1247 2.5 .79 1461
groep 8
LBO Tu/Ma 2.72 .81 198 2.66 .75 698
LBO ov.all. 2.62 .81 176 2.67 .83 443
LBO aut. 2.57 .79 1100 2.57 .78 1530
MBO 2.52 .81 1559 2.55 .81 1990
HBO/WO 2.46 .85 1162 2.47 .85 1354
47
Tabel 6.9 - Schaalscores ‘bovenpresteerder’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische ach-
tergrond
referentiesteekproef totale steekproef

 sd n 
 sd n
groep 2
LBO Tu/Ma 2.79 .73 200 2.72 .74 727
LBO ov.all. 2.58 .66 169 2.61 .66 482
LBO aut. 2.61 .68 860 2.6 .67 1212
MBO 2.38 .70 1890 2.4 .69 2453
HBO/WO 2.17 .67 1338 2.18 .68 1582
groep 4
LBO Tu/Ma 2.80 .76 236 2.78 .75 816
LBO ov.all. 2.64 .72 185 2.72 .76 500
LBO aut. 2.71 .75 930 2.70 .75 1352
MBO 2.49 .74 1741 2.51 .74 2247
HBO/WO 2.30 .76 1380 2.32 .76 1639
groep 6
LBO Tu/Ma 2.77 .68 247 2.76 .70 831
LBO ov.all. 2.67 .73 215 2.66 .73 514
LBO aut. 2.70 .75 1039 2.69 .74 1447
MBO 2.51 .77 1777 2.50 .76 2253
HBO/WO 2.28 .74 1251 2.29 .75 1466
groep 8
LBO Tu/Ma 2.75 .89 198 2.80 .78 697
LBO ov.all. 2.54 .74 177 2.60 .76 445
LBO aut. 2.71 .79 1097 2.68 .77 1527
MBO 2.49 .77 1558 2.51 .77 1989
HBO/WO 2.29 .79 1158 2.29 .78 1350
48
Tabel 6.10 - Schaalscores ‘gedrag’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achtergrond
referentiesteekproef totale steekproef

 sd n 
 sd n
groep 2
LBO Tu/Ma 3.35 .78 204 3.47 .78 740
LBO ov.all. 3.53 .80 174 3.51 .77 490
LBO aut. 3.48 .77 865 3.46 .78 1220
MBO 3.62 .71 1913 3.59 .73 2481
HBO/WO 3.7 .73 1350 3.68 .72 1602
groep 4
LBO Tu/Ma 3.47 .74 236 3.49 .77 824
LBO ov.all. 3.52 .78 188 3.49 .81 506
LBO aut. 3.60 .73 937 3.56 .74 1362
MBO 3.62 .74 1754 3.61 .76 2268
HBO/WO 3.74 .73 1391 3.73 .73 1654
groep 6
LBO Tu/Ma 3.36 .86 250 3.38 .82 842
LBO ov.all. 3.46 .87 219 3.48 .88 522
LBO aut. 3.49 .82 1048 3.45 .83 1458
MBO 3.65 .76 1786 3.63 .77 2266
HBO/WO 3.73 .73 1257 3.71 .76 1472
groep 8
LBO Tu/Ma 3.27 .92 198 3.37 .87 698
LBO ov.all. 3.54 .76 179 3.54 .78 448
LBO aut. 3.52 .81 1107 3.49 .82 1542
MBO 3.60 .75 1563 3.58 .76 1996
HBO/WO 3.67 .77 1165 3.67 .76 1357
49
Tabel 6.11 - Schaalscores ‘zelfvertrouwen’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achter-
grond
referentiesteekproef totale steekproef

 sd n 
 sd n
groep 2
LBO Tu/Ma 3.78 .76 202 3.72 .80 728
LBO ov.all. 3.77 .66 171 3.77 .74 483
LBO aut. 3.63 .81 855 3.61 .82 1206
MBO 3.72 .79 1895 3.7 .81 2452
HBO/WO 3.73 .81 1339 3.71 .82 1588
groep 4
LBO Tu/Ma 3.81 .73 233 3.73 .74 813
LBO ov.all. 3.67 .76 187 3.69 .79 498
LBO aut. 3.66 .78 932 3.64 .78 1354
MBO 3.69 .80 1743 3.69 .80 2251
HBO/WO 3.72 .82 1379 3.7 .82 1638
groep 6
LBO Tu/Ma 3.78 .65 248 3.72 .68 835
LBO ov.all. 3.74 .68 218 3.72 .72 517
LBO aut. 3.62 .75 1037 3.58 .78 1447
MBO 3.70 .80 1776 3.69 .80 2250
HBO/WO 3.80 .79 1243 3.78 .78 1455
groep 8
LBO Tu/Ma 3.79 .75 196 3.74 .73 695
LBO ov.all. 3.79 .68 177 3.81 .68 444
LBO aut. 3.67 .76 1102 3.65 .76 1534
MBO 3.77 .72 1556 3.74 .73 1985
HBO/WO 3.83 .73 1156 3.82 .73 1346
50
Tabel 6.12 - Schaalscores ‘populariteit’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achter-
grond
referentiesteekproef totale steekproef

 sd n 
 sd n
groep 2
LBO Tu/Ma 3.46 .68 201 3.54 .71 731
LBO ov.all. 3.58 .73 171 3.59 .75 485
LBO aut. 3.62 .75 859 3.61 .75 1210
MBO 3.78 .70 1899 3.76 .71 2457
HBO/WO 3.83 .71 1341 3.82 .71 1590
groep 4
LBO Tu/Ma 3.50 .66 236 3.49 .71 816
LBO ov.all. 3.50 .69 187 3.50 .78 499
LBO aut. 3.49 .73 934 3.49 .75 1359
MBO 3.63 .72 1742 3.63 .72 2251
HBO/WO 3.72 .70 1384 3.72 .71 1646
groep 6
LBO Tu/Ma 3.50 .75 248 3.46 .70 836
LBO ov.all. 3.48 .80 216 3.51 .75 519
LBO aut. 3.42 .80 1041 3.41 .80 1451
MBO 3.60 .74 1779 3.58 .74 2255
HBO/WO 3.66 .76 1248 3.66 .76 1460
groep 8
LBO Tu/Ma 3.50 .76 197 3.50 .76 698
LBO ov.all. 3.53 .71 177 3.57 .76 444
LBO aut. 3.48 .79 1099 3.46 .79 1531
MBO 3.57 .77 1553 3.56 .76 1983
HBO/WO 3.66 .80 1161 3.65 .80 1352
51
Tabel 6.13 - Schaalscores ‘werkhouding’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achter-
grond
referentiesteekproef totale steekproef

 sd n 
 sd n
groep 2
LBO Tu/Ma 3.22 .90 198 3.27 .87 727
LBO ov.all. 3.32 .88 171 3.28 .89 484
LBO aut. 3.18 .88 853 3.17 .87 1207
MBO 3.41 .87 1888 3.39 .88 2450
HBO/WO 3.54 .85 1336 3.52 .86 1586
groep 4
LBO Tu/Ma 3.25 .82 234 3.32 .84 818
LBO ov.all. 3.37 .84 188 3.34 .89 503
LBO aut. 3.27 .86 931 3.25 .86 1356
MBO 3.40 .85 1744 3.40 .86 2253
HBO/WO 3.61 .83 1384 3.60 .83 1647
groep 6
LBO Tu/Ma 3.22 .85 246 3.22 .82 835
LBO ov.all. 3.22 .85 219 3.22 .87 521
LBO aut. 3.17 .89 1040 3.14 .88 1450
MBO 3.42 .88 1780 3.41 .87 2257
HBO/WO 3.52 .84 1248 3.52 .84 1461
groep 8
LBO Tu/Ma 3.20 .89 198 3.19 .90 698
LBO ov.all. 3.30 .82 179 3.32 .90 448
LBO aut. 3.20 .86 1106 3.18 .87 1537
MBO 3.41 .86 1559 3.39 .87 1989
HBO/WO 3.55 .85 1160 3.55 .84 1352
52
Tabel 6.14 - Schaalscores ‘schoolwelbevinden’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische
achtergrond
referentiesteekproef totale steekproef

 sd n 
 sd n
groep 2
LBO Tu/Ma 4.16 .54 203 4.20 .57 732
LBO ov.all. 4.14 .59 173 4.21 .59 483
LBO aut. 4.14 .60 861 4.13 .60 1214
MBO 4.23 .59 1902 4.23 .58 2460
HBO/WO 4.29 .60 1342 4.28 .60 1594
groep 4
LBO Tu/Ma 4.13 .54 236 4.07 .60 821
LBO ov.all. 4.01 .57 185 4.01 .65 496
LBO aut. 4.00 .65 928 3.97 .65 1352
MBO 4.10 .62 1741 4.09 .61 2249
HBO/WO 4.15 .64 1378 4.15 .63 1634
groep 6
LBO Tu/Ma 4.01 .58 250 3.99 .59 836
LBO ov.all. 3.98 .64 218 3.99 .63 519
LBO aut. 3.85 .68 1036 3.85 .67 1445
MBO 4.02 .63 1773 4.02 .62 2251
HBO/WO 4.12 .66 1246 4.10 .66 1459
groep 8
LBO Tu/Ma 3.84 .67 193 3.87 .73 695
LBO ov.all. 3.89 .60 178 3.94 .62 445
LBO aut. 3.80 .71 1095 3.78 .71 1523
MBO 3.94 .69 1556 3.93 .68 1988
HBO/WO 4.04 .66 1156 4.04 .65 1347
53
Tabel 6.15 - Schaalscores ‘relatie met de leerkracht’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-
etnische achtergrond
referentiesteekproef totale steekproef

 sd n 
 sd n
groep 2
LBO Tu/Ma 4.00 .55 203 4.07 .53 732
LBO ov.all. 4.03 .54 174 4.09 .55 489
LBO aut. 4.13 .52 862 4.11 .54 1216
MBO 4.19 .52 1895 4.18 .53 2456
HBO/WO 4.23 .54 1342 4.21 .55 1589
groep 4
LBO Tu/Ma 4.02 .53 236 4.02 .54 820
LBO ov.all. 4.00 .51 187 3.97 .57 498
LBO aut. 4.06 .51 926 4.04 .51 1350
MBO 4.09 .53 1735 4.08 .53 2239
HBO/WO 4.10 .52 1378 4.10 .53 1634
groep 6
LBO Tu/Ma 3.91 .59 248 3.88 .56 830
LBO ov.all. 3.89 .62 217 3.86 .61 516
LBO aut. 3.95 .54 1041 3.94 .54 1450
MBO 4.02 .55 1774 4.01 .55 2252
HBO/WO 4.05 .58 1256 4.04 .59 1469
groep 8
LBO Tu/Ma 3.80 .62 195 3.84 .63 696
LBO ov.all. 3.90 .56 178 3.92 .57 443
LBO aut. 3.95 .57 1095 3.93 .57 1528
MBO 3.97 .57 1554 3.96 .58 1987
HBO/WO 4.03 .57 1158 4.02 .57 1350
54
Tabel 6.16 - Schaalscores ‘etnische breuk’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achter-
grond
referentiesteekproef totale steekproef

 sd n 
 sd n
groep 2
LBO Tu/Ma 3.97 .74 197 3.91 .66 719
LBO ov.all. 3.47 1.06 170 3.46 1.00 481
LBO aut. 1.64 .63 861 1.67 .63 1212
MBO 1.61 .74 1890 1.79 .92 2439
HBO/WO 1.50 .75 1342 1.63 .88 1590
groep 4
LBO Tu/Ma 3.99 .64 228 3.98 .63 809
LBO ov.all. 3.16 1.08 184 3.30 1.00 496
LBO aut. 1.60 .56 931 1.63 .57 1352
MBO 1.61 .71 1736 1.77 .88 2230
HBO/WO 1.53 .72 1379 1.63 .84 1633
groep 6
LBO Tu/Ma 4.02 .66 244 3.91 .62 824
LBO ov.all. 3.27 1.03 216 3.22 .97 516
LBO aut. 1.63 .61 1042 1.65 .61 1445
MBO 1.63 .73 1770 1.75 .85 2252
HBO/WO 1.50 .73 1255 1.59 .83 1461
groep 8
LBO Tu/Ma 4.03 .73 193 3.98 .65 679
LBO ov.all. 3.21 .93 173 3.20 .94 426
LBO aut. 1.63 .60 1101 1.65 .60 1534
MBO 1.60 .75 1552 1.74 .86 1978
HBO/WO 1.47 .68 1161 1.56 .78 1352
55
Tabel 6.17 - Schaalscores ‘sociaal milieu’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achter-
grond
referentiesteekproef totale steekproef

 sd n 
 sd n
groep 2
LBO Tu/Ma 2.83 .84 202 2.88 .86 726
LBO ov.all. 2.83 .80 170 2.89 .88 477
LBO aut. 3.40 .82 859 3.35 .83 1209
MBO 3.80 .72 1897 3.75 .74 2457
HBO/WO 4.09 .68 1338 4.05 .70 1587
groep 4
LBO Tu/Ma 2.92 .94 228 2.84 .88 808
LBO ov.all. 3.05 .78 185 3.00 .82 491
LBO aut. 3.42 .75 928 3.35 .79 1348
MBO 3.73 .68 1736 3.69 .73 2241
HBO/WO 4.02 .68 1381 3.99 .70 1633
groep 6
LBO Tu/Ma 2.65 .80 247 2.76 .80 829
LBO ov.all. 2.75 .80 218 2.89 .81 519
LBO aut. 3.32 .82 1043 3.30 .82 1450
MBO 3.69 .71 1775 3.65 .73 2255
HBO/WO 4.00 .68 1252 3.98 .70 1463
groep 8
LBO Tu/Ma 2.71 .84 195 2.70 .87 691
LBO ov.all. 2.93 .86 178 3.01 .84 436
LBO aut. 3.26 .81 1104 3.24 .83 1537
MBO 3.62 .74 1564 3.59 .76 1994
HBO/WO 3.96 .71 1162 3.95 .72 1354
56
Tabel 6.18 - Schaalscores ‘remediërende maatregelen’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-
etnische achtergrond
referentiesteekproef totale steekproef

 sd n 
 sd n
groep 2
LBO Tu/Ma 3.01 .91 198 2.70 .99 723
LBO ov.all. 2.70 1.03 170 2.55 .99 483
LBO aut. 2.24 .99 851 2.29 .98 1197
MBO 1.99 .90 1887 2.07 .92 2445
HBO/WO 1.83 .83 1340 1.87 .86 1587
groep 4
LBO Tu/Ma 2.59 1.01 230 2.58 1.00 808
LBO ov.all. 2.42 1.05 186 2.47 1.06 497
LBO aut. 2.58 1.12 924 2.58 1.10 1341
MBO 2.27 1.06 1731 2.29 1.06 2236
HBO/WO 2.07 1.01 1379 2.09 1.02 1631
groep 6
LBO Tu/Ma 2.64 1.03 249 2.49 .98 835
LBO ov.all. 2.34 .98 216 2.45 1.01 516
LBO aut. 2.46 1.04 1042 2.46 1.03 1449
MBO 2.24 1.04 1767 2.22 1.02 2247
HBO/WO 2.00 .98 1240 2.01 .97 1453
groep 8
LBO Tu/Ma 2.51 .99 194 2.53 1.00 689
LBO ov.all. 2.38 1.06 178 2.32 .98 444
LBO aut. 2.33 .99 1095 2.34 1.00 1530
MBO 2.03 .95 1556 2.06 .95 1986
HBO/WO 1.85 .90 1157 1.86 .89 1348
57
Tabel 6.19 - Schaalscores ‘discipline’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achtergrond
referentiesteekproef totale steekproef

 sd n 
 sd n
groep 2
LBO Tu/Ma 2.60 .82 201 2.43 .80 724
LBO ov.all. 2.39 .78 170 2.43 .81 478
LBO aut. 2.39 .87 849 2.40 .86 1198
MBO 2.20 .79 1886 2.24 .82 2437
HBO/WO 2.11 .79 1340 2.12 .79 1588
groep 4
LBO Tu/Ma 2.59 .86 233 2.57 .85 814
LBO ov.all. 2.44 .83 187 2.50 .85 501
LBO aut. 2.50 .84 928 2.53 .85 1345
MBO 2.40 .86 1738 2.40 .86 2243
HBO/WO 2.23 .81 1382 2.24 .82 1633
groep 6
LBO Tu/Ma 2.78 .90 247 2.67 .88 833
LBO ov.all. 2.51 .88 216 2.54 .83 519
LBO aut. 2.55 .89 1036 2.58 .88 1445
MBO 2.34 .83 1770 2.35 .82 2247
HBO/WO 2.25 .82 1248 2.27 .83 1462
groep 8
LBO Tu/Ma 2.81 .94 192 2.64 .91 690
LBO ov.all. 2.55 .88 178 2.47 .91 443
LBO aut. 2.49 .90 1096 2.51 .90 1530
MBO 2.32 .83 1554 2.34 .84 1985
HBO/WO 2.18 .86 1153 2.18 .84 1343
58
Tabel 6.20 - Schaalscores ‘extra leerstofaanbod voor slimme leerlingen’, naar steekproef, jaar-
groep en sociaal-etnische achtergrond
referentiesteekproef totale steekproef

 sd n 
 sd n
groep 2
LBO Tu/Ma 2.39 .78 191 2.46 .79 690
LBO ov.all. 2.50 .82 162 2.55 .84 455
LBO aut. 2.43 .79 830 2.46 .81 1164
MBO 2.70 .84 1805 2.73 .84 2336
HBO/WO 2.90 .90 1304 2.93 .89 1534
groep 4
LBO Tu/Ma 2.49 .92 230 2.56 .94 804
LBO ov.all. 2.65 .98 188 2.68 .94 497
LBO aut. 2.50 .93 922 2.52 .92 1334
MBO 2.75 .96 1726 2.76 .96 2225
HBO/WO 3.07 1.01 1353 3.07 1.01 1595
groep 6
LBO Tu/Ma 2.36 .94 245 2.54 .90 830
LBO ov.all. 2.48 .87 217 2.58 .93 517
LBO aut. 2.44 .95 1035 2.45 .95 1443
MBO 2.81 .98 1755 2.82 .97 2231
HBO/WO 3.11 1.03 1238 3.11 1.01 1450
groep 8
LBO Tu/Ma 2.40 1.02 192 2.54 1.03 689
LBO ov.all. 2.60 1.09 179 2.66 1.05 443
LBO aut. 2.42 .99 1100 2.45 1.00 1533
MBO 2.87 1.06 1550 2.87 1.06 1979
HBO/WO 3.30 1.08 1150 3.29 1.07 1340
59
Tabel 6.21 - Schaalscores ‘gereduceerd leerstofaanbod voor zwakkere leerlingen’, naar steekproef,
jaargroep en sociaal-etnische achtergrond
referentiesteekproef totale steekproef

 sd n 
 sd n
groep 2
LBO Tu/Ma 2.73 .76 196 2.62 .82 715
LBO ov.all. 2.61 .82 166 2.55 .79 475
LBO aut. 2.40 .84 848 2.43 .83 1192
MBO 2.13 .73 1857 2.18 .75 2404
HBO/WO 1.98 .72 1321 2.01 .73 1563
groep 4
LBO Tu/Ma 2.53 .80 232 2.52 .83 812
LBO ov.all. 2.38 .86 190 2.43 .84 496
LBO aut. 2.55 .93 927 2.52 .91 1345
MBO 2.26 .87 1738 2.26 .86 2234
HBO/WO 2.00 .79 1377 2.02 .80 1628
groep 6
LBO Tu/Ma 2.50 .89 248 2.49 .84 826
LBO ov.all. 2.36 .81 216 2.44 .84 516
LBO aut. 2.49 .88 1040 2.49 .88 1446
MBO 2.25 .86 1757 2.25 .85 2228
HBO/WO 2.00 .81 1242 2.00 .80 1452
groep 8
LBO Tu/Ma 2.59 .88 192 2.60 .90 688
LBO ov.all. 2.45 .89 179 2.40 .86 444
LBO aut. 2.48 .94 1097 2.50 .93 1531
MBO 2.14 .86 1556 2.17 .85 1986
HBO/WO 1.90 .81 1154 1.91 .80 1344
In de voorgaande tabellen zijn de scores op de geconstrueerde schalen naast steekproef en jaargroep
afgezet tegen de sociaal-etnische herkomst van de leerlingen. In Tabel 6.22 tot en met Tabel 6.36
geven we de uitsplitsing naar geslacht weer.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.
Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.

More Related Content

Similar to Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.

Geert Driessen & Hetty Dekkers (1998) Schoolloopbanen van leerlingen in het v...
Geert Driessen & Hetty Dekkers (1998) Schoolloopbanen van leerlingen in het v...Geert Driessen & Hetty Dekkers (1998) Schoolloopbanen van leerlingen in het v...
Geert Driessen & Hetty Dekkers (1998) Schoolloopbanen van leerlingen in het v...Driessen Research
 
Frederik Smit, Jos van Kuijk & Hans van Gennip (2006). Leren zonder last. Pre...
Frederik Smit, Jos van Kuijk & Hans van Gennip (2006). Leren zonder last. Pre...Frederik Smit, Jos van Kuijk & Hans van Gennip (2006). Leren zonder last. Pre...
Frederik Smit, Jos van Kuijk & Hans van Gennip (2006). Leren zonder last. Pre...Frederik Smit
 
Geert Driessen (1999) Voor- en vroegschoolse programma's en onderwijsprestati...
Geert Driessen (1999) Voor- en vroegschoolse programma's en onderwijsprestati...Geert Driessen (1999) Voor- en vroegschoolse programma's en onderwijsprestati...
Geert Driessen (1999) Voor- en vroegschoolse programma's en onderwijsprestati...Driessen Research
 
Geert Driessen & Greetje van der Werf (1992) Het functioneren van het voortge...
Geert Driessen & Greetje van der Werf (1992) Het functioneren van het voortge...Geert Driessen & Greetje van der Werf (1992) Het functioneren van het voortge...
Geert Driessen & Greetje van der Werf (1992) Het functioneren van het voortge...Driessen Research
 
Geert Driessen (1996) Voor- en vroegschoolse programma's kinderopvang en onde...
Geert Driessen (1996) Voor- en vroegschoolse programma's kinderopvang en onde...Geert Driessen (1996) Voor- en vroegschoolse programma's kinderopvang en onde...
Geert Driessen (1996) Voor- en vroegschoolse programma's kinderopvang en onde...Driessen Research
 
Geert Driessen (1996) WJK Voorbereidend lezen en rekenen in groep 1 en 2.pdf
Geert Driessen (1996) WJK Voorbereidend lezen en rekenen in groep 1 en 2.pdfGeert Driessen (1996) WJK Voorbereidend lezen en rekenen in groep 1 en 2.pdf
Geert Driessen (1996) WJK Voorbereidend lezen en rekenen in groep 1 en 2.pdfDriessen Research
 
Geert Driessen (1997) Schoolloopbanen van leerlingen in het voortgezet onderw...
Geert Driessen (1997) Schoolloopbanen van leerlingen in het voortgezet onderw...Geert Driessen (1997) Schoolloopbanen van leerlingen in het voortgezet onderw...
Geert Driessen (1997) Schoolloopbanen van leerlingen in het voortgezet onderw...Driessen Research
 
Jaap Roeleveld, Geert Driessen et al. (2011) Doelgroepleerlingen in het basi...
 Jaap Roeleveld, Geert Driessen et al. (2011) Doelgroepleerlingen in het basi... Jaap Roeleveld, Geert Driessen et al. (2011) Doelgroepleerlingen in het basi...
Jaap Roeleveld, Geert Driessen et al. (2011) Doelgroepleerlingen in het basi...Driessen Research
 
Geert Driessen & Jan Doesborgh (2003) Voor- en vroegschoolse educatieve voorz...
Geert Driessen & Jan Doesborgh (2003) Voor- en vroegschoolse educatieve voorz...Geert Driessen & Jan Doesborgh (2003) Voor- en vroegschoolse educatieve voorz...
Geert Driessen & Jan Doesborgh (2003) Voor- en vroegschoolse educatieve voorz...Driessen Research
 
Frederik Smit, Geert Driessen & Jan Doesborgh (2002) Ouders en educatieve voo...
Frederik Smit, Geert Driessen & Jan Doesborgh (2002) Ouders en educatieve voo...Frederik Smit, Geert Driessen & Jan Doesborgh (2002) Ouders en educatieve voo...
Frederik Smit, Geert Driessen & Jan Doesborgh (2002) Ouders en educatieve voo...Driessen Research
 
Geert Driessen & Ed Smeets (2007) De relatie tussen prestaties en advies
Geert Driessen & Ed Smeets (2007) De relatie tussen prestaties en adviesGeert Driessen & Ed Smeets (2007) De relatie tussen prestaties en advies
Geert Driessen & Ed Smeets (2007) De relatie tussen prestaties en adviesDriessen Research
 
Frederik Smit, Geert Driessen & Jan Doesborgh (2002). Ouders en educatieve vo...
Frederik Smit, Geert Driessen & Jan Doesborgh (2002). Ouders en educatieve vo...Frederik Smit, Geert Driessen & Jan Doesborgh (2002). Ouders en educatieve vo...
Frederik Smit, Geert Driessen & Jan Doesborgh (2002). Ouders en educatieve vo...Frederik Smit
 
Rap2007 hoogbegaafden-driessenmooijdoesborgh
Rap2007 hoogbegaafden-driessenmooijdoesborghRap2007 hoogbegaafden-driessenmooijdoesborgh
Rap2007 hoogbegaafden-driessenmooijdoesborghAnne de Hulster
 
Geert Driessen & Hetty Dekkers (1997) Voortijdig schoolverlaten en de overgan...
Geert Driessen & Hetty Dekkers (1997) Voortijdig schoolverlaten en de overgan...Geert Driessen & Hetty Dekkers (1997) Voortijdig schoolverlaten en de overgan...
Geert Driessen & Hetty Dekkers (1997) Voortijdig schoolverlaten en de overgan...Driessen Research
 
Geert Driessen et al. (2007) Hoogbegaafdheid van leerlingen in het primair o...
 Geert Driessen et al. (2007) Hoogbegaafdheid van leerlingen in het primair o... Geert Driessen et al. (2007) Hoogbegaafdheid van leerlingen in het primair o...
Geert Driessen et al. (2007) Hoogbegaafdheid van leerlingen in het primair o...Driessen Research
 
Geert Driessen (2000) Islamitische basisscholen vergeleken.pdf
Geert Driessen (2000) Islamitische basisscholen vergeleken.pdfGeert Driessen (2000) Islamitische basisscholen vergeleken.pdf
Geert Driessen (2000) Islamitische basisscholen vergeleken.pdfDriessen Research
 
Geert Driessen & Jan Doesborgh (2003) Voor- en Vroegschoolse Educatie en cog...
 Geert Driessen & Jan Doesborgh (2003) Voor- en Vroegschoolse Educatie en cog... Geert Driessen & Jan Doesborgh (2003) Voor- en Vroegschoolse Educatie en cog...
Geert Driessen & Jan Doesborgh (2003) Voor- en Vroegschoolse Educatie en cog...Driessen Research
 
Geert Driessen & Jan Doesborgh (2003) Gezinsomstandigheden, opvoedingsfactor...
 Geert Driessen & Jan Doesborgh (2003) Gezinsomstandigheden, opvoedingsfactor... Geert Driessen & Jan Doesborgh (2003) Gezinsomstandigheden, opvoedingsfactor...
Geert Driessen & Jan Doesborgh (2003) Gezinsomstandigheden, opvoedingsfactor...Driessen Research
 
Guuske Ledoux, Geert Driessen et al. (2011). Prestaties en loopbanen van doe...
 Guuske Ledoux, Geert Driessen et al. (2011). Prestaties en loopbanen van doe... Guuske Ledoux, Geert Driessen et al. (2011). Prestaties en loopbanen van doe...
Guuske Ledoux, Geert Driessen et al. (2011). Prestaties en loopbanen van doe...Driessen Research
 

Similar to Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001. (20)

Geert Driessen & Hetty Dekkers (1998) Schoolloopbanen van leerlingen in het v...
Geert Driessen & Hetty Dekkers (1998) Schoolloopbanen van leerlingen in het v...Geert Driessen & Hetty Dekkers (1998) Schoolloopbanen van leerlingen in het v...
Geert Driessen & Hetty Dekkers (1998) Schoolloopbanen van leerlingen in het v...
 
Frederik Smit, Jos van Kuijk & Hans van Gennip (2006). Leren zonder last. Pre...
Frederik Smit, Jos van Kuijk & Hans van Gennip (2006). Leren zonder last. Pre...Frederik Smit, Jos van Kuijk & Hans van Gennip (2006). Leren zonder last. Pre...
Frederik Smit, Jos van Kuijk & Hans van Gennip (2006). Leren zonder last. Pre...
 
Geert Driessen (1999) Voor- en vroegschoolse programma's en onderwijsprestati...
Geert Driessen (1999) Voor- en vroegschoolse programma's en onderwijsprestati...Geert Driessen (1999) Voor- en vroegschoolse programma's en onderwijsprestati...
Geert Driessen (1999) Voor- en vroegschoolse programma's en onderwijsprestati...
 
Geert Driessen & Greetje van der Werf (1992) Het functioneren van het voortge...
Geert Driessen & Greetje van der Werf (1992) Het functioneren van het voortge...Geert Driessen & Greetje van der Werf (1992) Het functioneren van het voortge...
Geert Driessen & Greetje van der Werf (1992) Het functioneren van het voortge...
 
Geert Driessen (1996) Voor- en vroegschoolse programma's kinderopvang en onde...
Geert Driessen (1996) Voor- en vroegschoolse programma's kinderopvang en onde...Geert Driessen (1996) Voor- en vroegschoolse programma's kinderopvang en onde...
Geert Driessen (1996) Voor- en vroegschoolse programma's kinderopvang en onde...
 
Geert Driessen (1996) WJK Voorbereidend lezen en rekenen in groep 1 en 2.pdf
Geert Driessen (1996) WJK Voorbereidend lezen en rekenen in groep 1 en 2.pdfGeert Driessen (1996) WJK Voorbereidend lezen en rekenen in groep 1 en 2.pdf
Geert Driessen (1996) WJK Voorbereidend lezen en rekenen in groep 1 en 2.pdf
 
Geert Driessen (1997) Schoolloopbanen van leerlingen in het voortgezet onderw...
Geert Driessen (1997) Schoolloopbanen van leerlingen in het voortgezet onderw...Geert Driessen (1997) Schoolloopbanen van leerlingen in het voortgezet onderw...
Geert Driessen (1997) Schoolloopbanen van leerlingen in het voortgezet onderw...
 
Jaap Roeleveld, Geert Driessen et al. (2011) Doelgroepleerlingen in het basi...
 Jaap Roeleveld, Geert Driessen et al. (2011) Doelgroepleerlingen in het basi... Jaap Roeleveld, Geert Driessen et al. (2011) Doelgroepleerlingen in het basi...
Jaap Roeleveld, Geert Driessen et al. (2011) Doelgroepleerlingen in het basi...
 
Geert Driessen & Jan Doesborgh (2003) Voor- en vroegschoolse educatieve voorz...
Geert Driessen & Jan Doesborgh (2003) Voor- en vroegschoolse educatieve voorz...Geert Driessen & Jan Doesborgh (2003) Voor- en vroegschoolse educatieve voorz...
Geert Driessen & Jan Doesborgh (2003) Voor- en vroegschoolse educatieve voorz...
 
Frederik Smit, Geert Driessen & Jan Doesborgh (2002) Ouders en educatieve voo...
Frederik Smit, Geert Driessen & Jan Doesborgh (2002) Ouders en educatieve voo...Frederik Smit, Geert Driessen & Jan Doesborgh (2002) Ouders en educatieve voo...
Frederik Smit, Geert Driessen & Jan Doesborgh (2002) Ouders en educatieve voo...
 
Geert Driessen & Ed Smeets (2007) De relatie tussen prestaties en advies
Geert Driessen & Ed Smeets (2007) De relatie tussen prestaties en adviesGeert Driessen & Ed Smeets (2007) De relatie tussen prestaties en advies
Geert Driessen & Ed Smeets (2007) De relatie tussen prestaties en advies
 
Frederik Smit, Geert Driessen & Jan Doesborgh (2002). Ouders en educatieve vo...
Frederik Smit, Geert Driessen & Jan Doesborgh (2002). Ouders en educatieve vo...Frederik Smit, Geert Driessen & Jan Doesborgh (2002). Ouders en educatieve vo...
Frederik Smit, Geert Driessen & Jan Doesborgh (2002). Ouders en educatieve vo...
 
Rap2007 hoogbegaafden-driessenmooijdoesborgh
Rap2007 hoogbegaafden-driessenmooijdoesborghRap2007 hoogbegaafden-driessenmooijdoesborgh
Rap2007 hoogbegaafden-driessenmooijdoesborgh
 
Geert Driessen & Hetty Dekkers (1997) Voortijdig schoolverlaten en de overgan...
Geert Driessen & Hetty Dekkers (1997) Voortijdig schoolverlaten en de overgan...Geert Driessen & Hetty Dekkers (1997) Voortijdig schoolverlaten en de overgan...
Geert Driessen & Hetty Dekkers (1997) Voortijdig schoolverlaten en de overgan...
 
Geert Driessen et al. (2007) Hoogbegaafdheid van leerlingen in het primair o...
 Geert Driessen et al. (2007) Hoogbegaafdheid van leerlingen in het primair o... Geert Driessen et al. (2007) Hoogbegaafdheid van leerlingen in het primair o...
Geert Driessen et al. (2007) Hoogbegaafdheid van leerlingen in het primair o...
 
Geert Driessen (2000) Islamitische basisscholen vergeleken.pdf
Geert Driessen (2000) Islamitische basisscholen vergeleken.pdfGeert Driessen (2000) Islamitische basisscholen vergeleken.pdf
Geert Driessen (2000) Islamitische basisscholen vergeleken.pdf
 
Geert Driessen & Jan Doesborgh (2003) Voor- en Vroegschoolse Educatie en cog...
 Geert Driessen & Jan Doesborgh (2003) Voor- en Vroegschoolse Educatie en cog... Geert Driessen & Jan Doesborgh (2003) Voor- en Vroegschoolse Educatie en cog...
Geert Driessen & Jan Doesborgh (2003) Voor- en Vroegschoolse Educatie en cog...
 
Geert Driessen & Jan Doesborgh (2003) Gezinsomstandigheden, opvoedingsfactor...
 Geert Driessen & Jan Doesborgh (2003) Gezinsomstandigheden, opvoedingsfactor... Geert Driessen & Jan Doesborgh (2003) Gezinsomstandigheden, opvoedingsfactor...
Geert Driessen & Jan Doesborgh (2003) Gezinsomstandigheden, opvoedingsfactor...
 
Voor u gelezen...
Voor u gelezen...Voor u gelezen...
Voor u gelezen...
 
Guuske Ledoux, Geert Driessen et al. (2011). Prestaties en loopbanen van doe...
 Guuske Ledoux, Geert Driessen et al. (2011). Prestaties en loopbanen van doe... Guuske Ledoux, Geert Driessen et al. (2011). Prestaties en loopbanen van doe...
Guuske Ledoux, Geert Driessen et al. (2011). Prestaties en loopbanen van doe...
 

More from Driessen Research

Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....
Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....
Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....Driessen Research
 
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdf
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdfGeert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdf
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdfDriessen Research
 
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...Driessen Research
 
Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...
Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...
Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...Driessen Research
 
Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...
Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...
Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...Driessen Research
 
Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...
Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...
Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...Driessen Research
 
Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...
Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...
Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...Driessen Research
 
Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...
Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...
Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...Driessen Research
 
Geert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdf
Geert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdfGeert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdf
Geert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdfDriessen Research
 
Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...
Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...
Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...Driessen Research
 
Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...
Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...
Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...Driessen Research
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...Driessen Research
 
Geert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.ppt
Geert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.pptGeert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.ppt
Geert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.pptDriessen Research
 
Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...
Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...
Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...Driessen Research
 
Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...
Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...
Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...Driessen Research
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...Driessen Research
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...Driessen Research
 
Geert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdf
Geert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdfGeert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdf
Geert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdfDriessen Research
 
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...Driessen Research
 
Geert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptx
Geert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptxGeert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptx
Geert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptxDriessen Research
 

More from Driessen Research (20)

Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....
Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....
Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....
 
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdf
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdfGeert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdf
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdf
 
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...
 
Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...
Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...
Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...
 
Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...
Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...
Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...
 
Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...
Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...
Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...
 
Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...
Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...
Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...
 
Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...
Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...
Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...
 
Geert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdf
Geert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdfGeert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdf
Geert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdf
 
Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...
Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...
Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...
 
Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...
Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...
Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...
 
Geert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.ppt
Geert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.pptGeert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.ppt
Geert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.ppt
 
Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...
Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...
Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...
 
Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...
Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...
Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...
 
Geert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdf
Geert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdfGeert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdf
Geert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdf
 
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...
 
Geert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptx
Geert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptxGeert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptx
Geert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptx
 

Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2002) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000-2001.

  • 1.
  • 3. ii
  • 4. Basisonderwijs: veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek G. Driessen A. van Langen H. Vierke ITS - Nijmegen
  • 5. iv De particuliere prijs van deze uitgave is ¼ 13,00. Deze uitgave is te bestellen bij het ITS, 024 - 365 35 00. CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK DEN HAAG Driessen, G., Langen, A. van, Vierke, H. Basisonderwijs: veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting 2000/2001/ G. Driessen, A. van Langen, H. Vierke – Nijmegen:: ITS ISBN 90 - 5554 - 190 - 7 NUGI 722 © 2002 ITS, Stichting Katholieke Universiteit te Nijmegen Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, en evenmin in een retrieval systeem worden opgeslagen, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van het ITS van de Stichting Katholieke Universiteit te Nijmegen. No part of this book/publication may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher.
  • 6. v Ten geleide In het schooljaar 1994/95 is het cohortonderzoek Primair Onderwijs (PRIMA) van start gegaan. Het onderzoek wordt uitgevoerd door het ITS te Nijmegen en het SCO-Kohnstamm Instituut te Amsterdam, en gefinancierd door NWO-MaG op verzoek van het Ministerie van OC&W. Bij het PRIMA-onderzoek zijn zowel basisscholen als ook scholen voor speciaal basisonderwijs betrokken. Een kenmerk van cohortonderzoek is dat er verschillende jaargroepen (cohorten) tegelijk worden onderzocht, en bovendien dat zoveel mogelijk dezelfde leerlingen worden ge- volgd in hun gang door het onderwijs. In PRIMA worden om de twee jaar de leerlingen getoetst en wordt informatie verzameld over het genoten onderwijs en over de achtergronden van de leerlingen. Telkens wordt een nieuw cohort aan het onderzoek toegevoegd en stroomt een oud cohort door naar het voortgezet onderwijs. Afgelopen schooljaar (2000/2001) heeft inmiddels alweer de vierde meting van PRIMA plaatsgevonden. Over deze meting handelt dit rapport. Het doel van het PRIMA-cohortonderzoek is een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van het primair onderwijs in Nederland. In plaats van telkens afzonderlijke onderzoeken naar uiteenlo- pende aspecten van het onderwijsbeleid worden met PRIMA in één onderzoek gegevens verza- meld die voor verschillende doeleinden kunnen worden benut. Zo worden de gegevens onder meer gebruikt voor de evaluatie van het Onderwijsachterstandenbeleid (OAB) en Weer Samen Naar School (WSNS). Daarnaast geeft het onderzoek ook in algemene zin inzicht in de ontwik- kelingen binnen het Nederlandse onderwijs. Naar de aan PRIMA deelnemende scholen toe geeft het onderzoek een beeld van de relatieve positie van de eigen leerlingen ten opzichte van die van hun jaargenoten in Nederland als geheel. Bij de PRIMA-metingen worden op circa 600 basisscholen gegevens verzameld bij de leerlin- gen in de jaargroepen 2, 4, 6 en 8; vergelijkbare gegevens worden verzameld bij de leerlingen van de equivalenten van die jaargroepen op ruim 50 scholen voor speciaal basisonderwijs. Be- halve bij de leerlingen is ook op uitgebreide wijze informatie verzameld via de leerkrachten, de schooldirecties en de ouders. In totaal zijn bij de metingen in het basisonderwijs meer dan 60000 leerlingen betrokken en bij die in het speciaal onderwijs ongeveer 3600 leerlingen. Wat het basisonderwijs betreft kan een onderscheid worden gemaakt tussen een landelijk representa- tieve steekproef van scholen (de referentiesteekproef) en een aanvullende steekproef van scho- len met een hoge concentratie van allochtone en autochtone kinderen uit de lagere sociaal- economische milieus. De steekproef voor het speciaal basisonderwijs kent geen onderverdeling meer; het onderscheid tussen LOM- en MLK-scholen dat in eerdere PRIMA-metingen nog is gemaakt, is sinds PRIMA3 komen te vervallen als gevolg van de samenvoeging van deze schooltypen in het speciaal basisonderwijs. De onderhavige rapportage heeft betrekking op de basisscholen. In jaargroep 2 van die scholen zijn twee toetsen afgenomen uit het CITO-Leerlingvolgsysteem, namelijk Ordenen en Begrip- pen. In de groepen 4, 6 en 8 zijn toetsen afgenomen voor taal, rekenen en lezen. Deels zijn deze speciaal ten behoeve van PRIMA geconstrueerd, deels zijn ze afkomstig uit het CITO- Leerlingvolgsysteem. In de groepen 4, 6 en 8 zijn ook twee non-verbale intelligentietests afge- nomen. Daarnaast hebben de leerlingen uit de groepen 6 en 8 een schoolwelbevinden-vragenlijst ingevuld. De ouders uit groep 2 hebben een uitgebreide schriftelijke vragenlijst ingevuld. Daar-
  • 7. vi in wordt ingegaan op sociale, culturele en etnische achtergronden van het gezin waartoe de leer- ling behoort, op kenmerken van de leerling zelf en op kenmerken van de ouders. Bij de directies en leerkrachten is met behulp van schriftelijke vragenlijsten informatie verzameld over onder meer het onderwijsaanbod. De groepsleerkrachten hebben bovendien hun leerlingen beoordeeld op een aantal psycho-sociale kenmerken. Voor groep 8, ten slotte, hebben ze een zogenaamd uitstroomformulier ingevuld. Bij deze vierde PRIMA-meting stond een thema centraal, namelijk ‘het jonge kind’. Bij verschillende instrumenten, te weten de oudervragenlijst groep 2, de direc- tievragenlijst en de vragenlijst voor de leerkracht van groep 2, zijn speciaal daarvoor enkele vragen over dit thema opgenomen. Inmiddels is een groot aantal rapporten en (internationale) artikelen verschenen gebaseerd op gegevens uit de eerste drie PRIMA-metingen. Het voorliggende rapport maakt deel uit van de basisrapportage over de vierde PRIMA-meting. Dit rapport heeft betrekking op de gegevens die zijn verzameld in het reguliere basisonderwijs en in principe liggen op het niveau van de leer- lingen. Binnen het rapport kunnen drie delen worden onderscheiden. In het eerste deel wordt een beschrijving gegeven van het verloop en de resultaten van het veldwerk. In het tweede deel staan de leerlinggegevens centraal: de sociaal-etnische achtergronden, de taal-, reken- en leestoetsen, de intelligentietests, het leerlingprofiel, het schoolwelbevinden, en de uitstroomge- gevens. Behalve dat er verslag wordt gedaan van de variabelenconstructie, worden ook de eerste resultaten gepresenteerd. Bij dat laatste vindt een uitsplitsing plaats naar jaargroep, sociaal- etnische achtergrond en geslacht van de leerlingen. In het derde deel wordt ingegaan op de ou- dervragenlijsten die zijn afgenomen in groep 2. Aan de orde komt de variabelenconstructie en er wordt een eerste beschrijving gegeven van de resultaten, met daarbij een uitsplitsing naar refe- rentie- en totale steekproef. De onderhavige rapportage met betrekking tot de resultaten van de vierde PRIMA-meting bouwt voort op de rapportages uit de eerdere metingen. Het doel van deze rapportage is meerle- dig. Op de eerste plaats willen de onderzoekers een verantwoording geven van het verloop en de resultaten van de complexe gegevensverzameling. Op de tweede plaats willen ze een overzicht presenteren van alle in PRIMA opgenomen instrumenten en variabelen. Daarvoor wordt verslag gedaan van de datacleaning en variabelenconstructie, en worden tevens de belangrijkste karakte- ristieken van de verzamelde informatie gepresenteerd. Dat laatste gebeurt met name in de vorm van gemiddelden en standaarddeviaties. Bij de presentatie van de gegevens wordt steeds een onderscheid gemaakt tussen de referentie- en de totale steekproef. De referentiesteekproef geeft een landelijk representatief beeld van de situatie op Nederlandse basisscholen; de totale steek- proef bevat daarnaast nog een oververtegenwoordiging van scholen met relatief veel leerlingen uit achterstandssituaties. Naast het onderscheid naar steekproef wordt in een deel van de over- zichten ook nog een uitsplitsing gemaakt naar de sociaal-etnische achtergrond van de leerlingen. De belangrijkste doelgroep van de rapportage zijn onderzoekers die met de onderzoeksbestan- den gaan werken. Voor hen vormt dit rapport een compleet naslagwerk. Maar daarnaast is de rapportage echter ook van belang voor allen die geïnteresseerd zijn in de situatie op Nederland- se basisscholen. Het rapport geeft namelijk een uitgebreid overzicht van een groot aantal cogni- tieve en niet-cognitieve kenmerken van de leerlingen en van hun thuissituatie. Zoals al vermeld handelt het onderhavige rapport over de gegevens die bij of over de leerlingen in het basisonderwijs zijn verzameld. Over de overeenkomstige gegevens in het speciaal onder- wijs en over de school- en klas/leerkrachtkenmerken in zowel regulier basisonderwijs als speci-
  • 8. vii aal onderwijs zijn afzonderlijke rapportages verschenen. De rapporten zijn te bestellen bij de uitvoerende onderzoeksinstituten. Projectleider van het PRIMA-onderzoek op het ITS is L. Mulder en op het SCO-Kohnstamm Instituut G. Ledoux. De auteurs van dit rapport willen H. Versteegen en N. Leenders van het ITS en A. van der Meijden, A. Vestdijk en M. Robijns van het SCO-Kohnstamm Instituut be- danken voor de wijze waarop zij het complexe veldwerk tot een goed einde hebben weten te brengen.
  • 10. ix Inhoud Ten geleide v Deel 1 Veldwerkverslag 1 1. De steekproef van scholen en leerlingen 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Nagestreefde referentiesteekproef 3 1.3 Nagestreefde aanvullende steekproef 4 1.4 Omvang en representativiteit van de uiteindelijke scholensteekproef 5 1.5 Aantallen ‘oude’ en nieuwe PRIMA-basisscholen 8 1.6 Omvang van de leerlingensteekproef 9 2. Dataverzameling 11 2.1 Onderscheiden fasen en tijdsplanning 11 2.2 Benadering van scholen en opvragen van administratieve gegevens (fase 1) 11 2.3 Verzameling van leerlinggegevens (fase 2) 12 2.4 Toetsafnames en gelijktijdige overige dataverzameling (fase 3) 13 2.5 Uitstroom van leerlingen groep 8 en achtergronden van tussentijdse in- en uitstroom (fase 4) 14 2.6 Overzicht van de verzamelde data 14 2.7 Rapportage aan de scholen 16 2.8 Taakverdeling tussen beide uitvoerende instituten 16 Deel II De leerlinggegevens 17 3 Achtergronden van de leerlingen 19 3.1 Achtergronden van de leerlingen 19 3.2 Sociaal-etnische achtergrond 22 4 De taal-, reken- en leestoetsen 25 4.1 Inleiding 25 4.2 De taal-, reken- en leestoetsen 25 4.3 Respons 26 4.4 De taal-, reken- en leesvaardigheid 27 5 De intelligentietests 33 5.1 De intelligentietests 33 5.2 Respons 33 5.3 Intelligentiescores 34
  • 11. x 6 Leerlingprofielen 37 6.1 De leerlingprofielen 37 6.2 Respons 37 6.3 Schaalconstructie 38 6.3.1 Leerlingprestaties 38 6.3.2 Leerlinggedrag 39 6.3.3 Welzijn 40 6.3.4 Gezinsachtergrond 41 6.3.5 Aanpak 42 6.4 Schaalscores 43 6.5 Onderwijskundige bijzonderheden 67 6.5.1 Aanspreekbaarheid in het Nederlands 67 6.5.2 Het relatieve prestatieniveau 69 6.5.3 Prognose voor toekomstig onderwijs 71 6.5.4 Het AVI-leesniveau 75 6.5.5 OALT-lessen 76 7 De vragenlijst Schoolwelbevinden 79 7.1 De vragenlijst Schoolwelbevinden 79 7.2 Respons 79 7.3 Schaalconstructie 80 7.4 Schaalscores 81 8 Uitstroomgegevens groep 8 85 8.1 Het uitstroomformulier 85 8.2 Respons 85 8.3 Vervolgadvies voortgezet onderwijs 86 8.4 Potentiële voortijdig schoolverlaters 88 8.5 De Eindtoets Basisonderwijs 89 Deel III De oudervragenlijsten 93 9 De oudervragenlijst voor groep 2 95 9.1 Constructie 95 9.2 Afname 95 9.3 Verwerking 96 9.4 Respons 96 9.4.1 Aantallen 96 9.4.2 Respons, sociaal-etnische achtergrond en toetsprestaties 97 9.4.3 Respons en steekproeven 98 9.4.4 Respons op schoolniveau 99 9.4.5 Samenvatting 100 9.5 Een beschrijving van de oudergegevens 100 9.5.1 Inleiding 100 9.5.2 De oudergegevens 101 Literatuur 123
  • 13. 2
  • 14. 3 1 De steekproef van scholen en leerlingen 1.1 Inleiding Bij de derde PRIMA-meting in het basisonderwijs, in schooljaar 1998/99, waren circa 600 scho- len betrokken geweest. Bij de start van de vierde PRIMA-meting werd besloten deze steek- proefomvang te handhaven. Eveneens in overeenstemming met de vorige meting werd boven- dien bepaald dat 420 van de scholen tezamen de referentiesteekproef zouden moeten vormen - representatief voor alle Nederlandse basisscholen - terwijl de 180 resterende scholen zodanig moesten worden geselecteerd dat in de totale PRIMA-steekproef voldoende allochtone en au- tochtone leerlingen zouden voorkomen die behoren tot de doelgroepen van het Onderwijs- achterstandenbeleid. Daarnaast was het net als in voorgaande jaren de bedoeling om de scholen- steekproef van de vorige PRIMA-meting zo veel mogelijk intact te houden, om het longitudina- le karakter van het onderzoek te waarborgen. 1.2 Nagestreefde referentiesteekproef Voor het selecteren van de referentiesteekproef werden richting, provincie en urbanisatiegraad van de vestigingsgemeente als belangrijkste kenmerken beschouwd, samen met de variabele schoolscore. Deze laatste variabele is een indicatie voor de sociaal-etnische samenstelling van de leerlingpopulatie van een school en wordt door het Ministerie van OC&W berekend door het gewogen aantal leerlingen van een school (dus met verdiscontering van hun wegingsfactor) te verminderen met 9% van het ongewogen aantal leerlingen en het resultaat te delen door het on- gewogen aantal leerlingen. De uitkomst van deze rekensom wordt met 100 vermenigvuldigd en is door ons vervolgens ingedikt tot zeven categorieën1 . Met het meest recente scholenbestand van OC&W, gedateerd van najaar 1999, kon worden vastgesteld hoe de landelijke verdeling van deze kenmerken er op dat moment uitzag. Door de- zelfde percentuele verdeling over te brengen op een referentiesteekproef van 420 scholen werd duidelijk naar welke aantallen diende te worden gestreefd. In Tabel 1.1 geven we de procentuele landelijke verdeling en de nagestreefde aantallen scholen weer. 1 In de basisrapportage over de vorige PRIMA-meting (Driessen e.a., 1999) is de berekening van schoolscore overi- gens anders uitgevoerd.
  • 15. 4 Tabel 1.1 - Verhoudingen in de landelijke schoolpopulatie (okt. 1999, N=7208) t.a.v. schoolsco- re, richting, provincie en urbanisatiegraad en bijbehorende streefaantallen in de referen- tiesteekproef landelijk % nagestreefde n schoolscore 100-109 77.8 327 110-119 8.3 35 120-129 4.0 17 130-139 2.8 12 140-149 1.7 7 150-159 1.5 6 >159 3.9 16 richting openbaar 33.5 141 protestants-christelijk 29.9 126 rooms-katholiek 29.5 124 overig bijzonder 7.1 30 provincie Groningen 4.8 20 Friesland 6.9 29 Drenthe 4.3 18 Overijssel 8.0 34 Flevoland 2.5 11 Gelderland 13.5 57 Utrecht 6.6 28 Noord-Holland 12.9 54 Zuid-Holland 17.8 75 Zeeland 3.5 15 Noord-Brabant 13.0 55 Limburg 6.3 26 urbanisatiegraad niet stedelijk 24.3 102 weinig stedelijk 26.2 110 matig stedelijk 19.3 81 sterk stedelijk 19.1 80 zeer sterk stedelijk 11.2 47 totaal 100 ± 420 1.3 Nagestreefde aanvullende steekproef Net als in de derde PRIMA-meting werd als criterium voor de aanvullende steekproef uitslui- tend de schoolscore-verdeling gebruikt. De omvang van de aanvullende steekproef werd be- paald door de eis dat de totale PRIMA-steekproef per schoolscore-categorie ten minste 45 scho- len zou moeten bevatten. Daarmee zouden naar verwachting voldoende achterstandsleerlingen
  • 16. 5 in de steekproef worden opgenomen en konden tevens uitspraken gedaan worden over scholen met een uiteenlopende sociaal-etnische samenstelling. Gegeven de nagestreefde aantallen in de referentiesteekproef (zie ook Tabel 1.1), leidde dat tot de in Tabel 1.2 weergegeven aantallen voor de nagestreefde aanvullende steekproef. Tabel 1.2 - Nagestreefde schoolscore-aantallen in de referentiesteekproef en aanvullende steek- proef schoolscore ref. aanv. totaal 100-109 327 0 327 110-119 35 10 45 120-129 17 28 45 130-139 12 33 45 140-149 7 38 45 150-159 6 39 45 >159 16 29 45 totaal 420 177 597 1.4 Omvang en representativiteit van de uiteindelijke scholensteekproef De uiteindelijke totale steekproef van PRIMA in schooljaar 2000/2001 bestaat uit 600 basis- scholen. Kanttekening bij dit aantal is dat verschillende dépendances van één school afzonder- lijk in de steekproef kunnen voorkomen. In dat geval is er sprake van meer locaties waarop alle toetsgroepen (2, 4, 6 en 8) aanwezig zijn. Achter deze werkwijze steekt zowel een inhoudelijk als een financieel/organisatorisch motief. Ten eerste blijkt het vaak te gaan om gefuseerde scho- len die slechts in beperkte mate samenwerken; ten tweede zou het alternatief (elke administra- tieve eenheid met al zijn locaties beschouwen als één school) leiden tot een enorme verhoging van het aantal te toetsen leerlingen. Niet alle scholen met meerdere locaties zijn op deze manier opgesplitst: met name scholen die al langere tijd in de PRIMA- of zelfs LEO-steekproef voorkomen, bestaan vaak nog onder één PRIMA-schoolnummer. Het zou erg complex worden, om deze scholen en hun leerlingpopula- tie met terugwerkende kracht ook op te splitsen per locatie. Schooldirecties vragen in verband met de terugrapportage van toetsresultaten soms expliciet om een afzonderlijke benadering van hun locaties of juist om het tegenovergestelde; voor zover dat binnen onze voorwaarden past, komen we hieraan tegemoet. Uiteindelijk komen in de totale PRIMA-steekproef 60 scholen voor met dubbele brinnummers. Hierachter schuilen administratief gezien 29 scholen: 27 scho- len die met elk twee locaties aan het onderzoek deelnemen en twee scholen die zelfs met drie locaties deelnemen. In hoofdstuk 2 wordt beschreven op welke wijze de PRIMA-scholen geselecteerd en benaderd zijn. Hier dient echter alvast enige toelichting gegeven te worden op de wijze waarop omgegaan werd met de selectiecriteria tijdens de werving. Het bleek namelijk vrijwel onmogelijk om deze alle vier (schoolscore, richting, provincie en urbanisatiegraad) steeds een even zwaar gewicht te geven. Dat heeft te maken met de relatief beperkte periode waarin de werving diende plaats te
  • 17. 6 vinden, gecombineerd met het forse percentage scholen dat negatief op ons deelnameverzoek bleek te reageren. Daardoor was het onmogelijk om de reactie van een in alle opzichten ge- schikte school eerst af te wachten alvorens - bij een afwijzing - een even geschikte alternatieve school te benaderen. In plaats daarvan werd een groot aantal scholen tegelijkertijd benaderd, hetgeen consequenties had voor de precisie waarmee geselecteerd kon worden op alle relevante schoolkenmerken. Om die reden hebben we besloten om ons bij de scholenwerving in eerste instantie vooral te richten op de na te streven aantallen scholen per schoolscore-categorie in zowel referentie- als totale steekproef, vanwege de evidente relatie tussen schoolscore en schoolprestaties. Ook bij het bepalen welk deel van de bereid gevonden 600 scholen in de referentiesteekproef, en welk deel in de aanvullende steekproef werd ingedeeld, was het kenmerk schoolscore ons belangrijkste criterium. Zoveel mogelijk is getracht de in de referentiesteekproef nagestreefde aantallen scholen per schoolscore-categorie ook daadwerkelijk te bereiken. Het uiteindelijke resultaat daarvan is af te lezen in Tabel 1.3. Tabel 1.3 - Feitelijke schoolscore-verdeling in de referentiesteekproef, aanvullende steekproef en totale steekproef schoolscore ref. aanv. totaal 100-109 319 0 319 110-119 37 17 54 120-129 17 33 50 130-139 14 28 42 140-149 8 21 29 150-159 8 25 33 >159 17 56 73 totaal 420 180 600 In de referentiesteekproef komen 319 scholen met de laagste schoolscore (100-109) voor; dat zijn er 8 minder dan in de referentiesteekproef nodig werden geacht (zie Tabel 1.1). Binnen de referentiesteekproef zijn de nagestreefde aantallen in de overige schoolscore-categorieën wel gehaald. Dat geldt niet voor de totale steekproef, waarbinnen niet elke schoolscore-categorie 45 scholen bevat. Vooral aan scholen met een schoolscore tussen 140 en 149 en tussen 150 en 159 is een tekort. Dat komt vooral doordat ook het totale aantal scholen in Nederland in deze twee categorieën - absoluut gezien - laag is (resp. 122 en 111); gezien de zeer hoge non-respons (zie hoofdstuk 2) leidt zelfs een wervingspoging onder alle scholen tot te lage deelnemersaantallen. In Tabel 1.4 wordt de verdeling van de 420 scholen in de referentiesteekproef over de vier se- lectiekenmerken (schoolscore, richting, provincie en urbanisatiegraad) weergegeven (‘feitelijke n’). Daarbij moet bedacht worden dat de schoolkenmerken afkomstig zijn van het departementa- le bestand van 1999, dat naar BRIN-nummer is gerangschikt. Dat betekent dat, waar er in de PRIMA-steekproef sprake is van meer schoollocaties met elk een eigen schoolnummer, aan elk van die locaties dus de kenmerken van de gehele school gekoppeld zijn. Bij richting, provincie
  • 18. 7 en urbanisatiegraad is dat ook zeer voor de hand liggend, maar bij de schoolscore zou er in prin- cipe een discrepantie kunnen zitten tussen de schoolscore van de hele school en de ‘virtuele’ schoolscore van de locatie, als de verdeling van leerlingen over locaties niet willekeurig is ge- weest. De verwachte verdeling van de 420 scholen over de vier schoolkenmerken, gegeven de verhou- dingen binnen de totale Nederlandse schoolpopulatie, is ook weergegeven in Tabel 1.4. Met de 2 -toets is uitgerekend of er sprake is van een significant verschil (p0.01) tussen de verwachte en feitelijke n, waarmee de representativiteit van de steekproef in het geding zou zijn. Dat bleek nergens het geval te zijn. Tabel 1.4 - Feitelijke en verwachte verdeling van de 420 scholen in de referentiesteekproef naar schoolscore, richting, provincie en urbanisatiegraad feitelijke n verwachte n schoolscore 100-109 319 327 110-119 37 35 120-129 17 17 130-139 14 12 140-149 8 7 150-159 8 6 159 17 16 richting openbaar 143 141 protestants-christelijk 121 126 rooms-katholiek 126 124 overig bijzonder 30 30 provincie Groningen 20 20 Friesland 28 29 Drenthe 19 18 Overijssel 29 34 Flevoland 7 11 Gelderland 55 57 Utrecht 23 28 Noord-Holland 62 54 Zuid-Holland 75 75 Zeeland 19 15 Noord-Brabant 56 55 Limburg 27 26 urbanisatiegraad niet stedelijk 111 102 weinig stedelijk 109 110 matig stedelijk 82 81 sterk stedelijk 78 80 zeer sterk stedelijk 40 47 totaal 420 ± 420
  • 19. 8 De verhoudingen naar schoolscore, richting en urbanisatiegraad zijn in de referentiesteekproef goed in overeenstemming met de landelijke verhoudingen. Dat betekent dat de referentiesteek- proef representatief is in alle genoemde opzichten Niet betrokken bij de selectiecriteria is schoolgrootte. Volledigheidshalve is achteraf echter wel nagegaan of de scholen in de referentiesteekproef erg afwijken van de landelijke populatie qua totale aantal leerlingen. Daartoe hebben we eveneens gebruik gemaakt van het scholenbestand van OCW van oktober 1999. In de tabel hierna zijn de resultaten opgenomen van de vergelij- king tussen populatie en referentiesteekproef. Tabel 1.5 - Schoolgrootte in de landelijke schoolpopulatie (okt. 1999, N=7208) en in de referen- tiesteekproef landelijk % ref. steekproef gem. aantal leerlingen 214,1 215,3 schoolgrootte % % max. 100 17.8 14.3 101-150 14.7 15.0 151-200 17.1 17.6 201-250 18.5 19.5 251-300 12.3 14.3 301-350 7.7 10.7 351-450 7.8 5.5 450 4.1 3.1 De referentiesteekproef lijkt qua gemiddeld aantal leerlingen vrij goed op de landelijke basis- scholenpopulatie. Wel blijken er iets te weinig scholen met 351 tot 450 leerlingen in de steek- proef te zitten en iets te veel scholen met 301 tot 350 leerlingen. In die twee categorieën is het verschil tussen het verwachte en geobserveerde aantal scholen significant bij p0.05. 1.5 Aantallen ‘oude’ en nieuwe PRIMA-basisscholen De totale PRIMA-steekproef bevat dus 600 basisscholen en valt uiteen in een referentiesteek- proef van 420 scholen en een aanvullende steekproef van 180 scholen. Onder deze 600 steek- proefscholen zijn er 174 die in 2000/2001 voor het eerst deelnamen aan het PRIMA-onderzoek; 426 scholen (71%) zijn dus al langer bij het onderzoek betrokken. Binnen de referentiesteek- proef van 420 scholen zijn er 285 (68%) die al in 1998/99 deelnamen aan PRIMA. Onder de 174 nieuwe scholen zijn er overigens enkele (minder dan tien), die eerder wel aan aanverwant onderzoek op verzoek van een lokale opdrachtgever hadden deelgenomen en waarvan dus toch eerdere school- en leerlinggegevens bekend zijn.
  • 20. 9 1.6 Omvang van de leerlingensteekproef Ten behoeve van de vierde PRIMA-meting hebben de 600 deelnemende basisscholen gegevens verstrekt over hun leerlingen in de groepen 2, 4, 6 en 8. In totaal bleek het te gaan om 60237 leerlingen; een gemiddelde van 100 leerlingen per school in de vier jaargroepen tezamen. In Tabel 1.6 is te zien hoeveel leerlingen per jaargroep en steekproef dit betreft. Ook is in de tabel opgenomen welk deel van hen ook deelnam aan de derde PRIMA-meting in 1998/99, uitge- splitst naar steekproef. Per definitie kan dit alleen betrekking hebben op de leerlingen die bij de vierde meting in groep 4, 6 en 8 zaten. Tabel 1.6 - Totale aantal opgegeven leerlingen per jaargroep, en percentage daarvan dat be- kend is uit de vorige PRIMA-meting, naar steekproef referentiesteekproef aanvullende steekproef totale steekproef getoetste n % v. totaal getoetste n % v. totaal getoetste n % v. totaal groep 2 10968 0.0 5213 0.0 16181 0.0 groep 4 10498 55.4 4725 56.2 15223 55.7 groep 6 10360 59.6 4585 62.2 14945 60.4 groep 8 9560 62.8 4328 67.3 13888 64.2 totaal 41386 18851 60237 Het gemiddeld aantal opgegeven leerlingen in groep 2, 4, 6 en 8 op de scholen uit de referen- tiesteekproef is 98.5, terwijl op de scholen in de aanvullende steekproef gemiddeld 104.7 leer- lingen zitten. Eerder zagen we dat het totale aantal leerlingen op de scholen in de referen- tiesteekproef - althans volgens het bestand van OCW - gemiddeld 215 bedraagt. De verwach- ting zou zijn dat de helft van hen (circa 107 leerlingen) in de even groepen zit. Dat het opgege- ven aantal lager ligt, zou kunnen betekenen dat de scholen niet al hun leerlingen in de even groepen aanmelden voor het PRIMA-onderzoek. Een andere, minder verontrustende verklaring betreft echter de eerder beschreven opsplitsing in het PRIMA-onderzoek van locaties van scho- len; via het OCW-bestand is aan elk van hen het leerlingenaantal van de totale school toege- kend, terwijl de locaties feitelijk altijd slechts een deel van dit aantal leerlingen hebben. In Tabel 1.6 valt verder op dat het percentage bekende leerlingen stijgt met de groep; vermoede- lijk omdat in de lagere groepen relatief meer leerlingen naar het speciaal onderwijs worden ver- wezen of van school veranderen. Door ziekte, tussentijdse uitstroom of andere oorzaken hebben overigens niet alle door de scho- len opgegeven leerlingen uiteindelijk ook deelgenomen aan de toetsen van PRIMA. De verhou- dingen tussen het totale aantal opgegeven leerlingen en het aantal leerlingen dat ten minste één toets (taal, rekenen of begrijpend lezen) heeft gemaakt, zijn in Tabel 1.7 weergegeven.
  • 21. 10 Tabel 1.7 - Aantal leerlingen per jaargroep dat ten minste één toets heeft gemaakt en % ten op- zichte van het totale aantal opgegeven leerlingen, naar steekproef referentiesteekproef aanvullende steekproef totale steekproef getoetste n % v. totaal getoetste n % v. totaal getoetste n % v. totaal groep 2 10255 93.5 4795 92.0 15050 93.0 groep 4 10170 96.9 4578 96.9 14748 96.9 groep 6 10119 97.7 4447 97.0 14566 97.5 groep 8 9369 98.0 4209 97.3 13578 97.8 totaal 39913 96.4 18029 95.6 57942 96.2 Het percentage getoetste ten opzichte van opgegeven leerlingen ligt een stuk hoger dan bij PRIMA3. Dat zou te maken kunnen hebben met de veranderde toetsafname-procedures, waarop we in het volgende hoofdstuk nader ingaan.
  • 22. 11 2 Dataverzameling 2.1 Onderscheiden fasen en tijdsplanning In de dataverzameling ten behoeve van de vierde meting van het PRIMA-onderzoek zijn een viertal fasen te onderscheiden: de benadering van scholen om ze te werven als deelnemers aan het PRIMA-cohort, gecombineerd met het opvragen van enkele administratieve gegevens (fase 1), de verzameling van aantallen, namen en enkele achtergrondgegevens van de leerlingen in de toetsgroepen (fase 2), de toetsafnames en gelijktijdige overige dataverzamelingen in groep 2, 4, 6 en 8 (fase 3), en ten slotte de verzameling van uitstroomgegevens van de leerlingen van groep 8, gecombineerd met een extra dataverzameling over tussentijdse in- en uitstroom van leerlin- gen sinds 1998/99 (fase 4). De bijbehorende kalender staat hieronder vermeld. Kalender dataverzameling vierde PRIMA-meting fase 1: mei - oktober 2000 fase 2: september - december 2000 fase 3: januari - maart 2001 fase 4: mei - juni 2001 Elke fase wordt in de paragrafen hierna beschreven. 2.2 Benadering van scholen en opvragen van administratieve gegevens (fase 1) De eerste benadering van scholen was vooral bedoeld om hun bereidheid tot deelname te chec- ken, maar werd gecombineerd met het aanbieden van een kort vragenlijstje over een aantal ad- ministratieve zaken. Alle 602 scholen die twee jaar eerder aan PRIMA3 hadden deelgenomen, ontvingen eerst deze vragenlijst. Daarna kon op basis van hun respons worden geïnventariseerd hoeveel nieuwe scho- len nog nodig waren; dat bleken er ongeveer 175 te zijn. Nagegaan is wat de kenmerken moes- ten zijn van deze nieuwe scholen, in eerste instantie qua schoolscore en vervolgens ook zoveel mogelijk naar provincie, richting en urbanisatiegraad (zie ook paragraaf 1.4). Met het oog op de te verwachten hoge non-respons werd uit het departementale bestand vervolgens een vijfvoud van deze benodigde scholen geselecteerd en benaderd met dezelfde vragenlijst als de reeds be- kende deelnemers uit PRIMA3. Zodra de vragenlijstjes ingevuld terugkwamen van de scholen, werden zij ingevoerd in een computerbestand. Geregeld werd de stand van zaken ten aanzien van deelnemers en weigeraars opgemaakt. Uiteindelijk werd op grond daarvan in oktober nog een honderdtal extra scholen geselecteerd en benaderd met hetzelfde vragenlijstje. Op deze manier is uiteindelijk het benodigde aantal van 600 scholen gehaald. Daartoe zijn in totaal wel bijna 1600 scholen benaderd; de 602 deelnemers van de vorige meting en daarnaast circa 975 nieuwe scholen. Dat betekent dat het responspercentage onder de nieuwe scholen
  • 23. 12 minder dan 18 procent bedroeg. Onder de bekende scholen lag de respons veel hoger: bijna 71 procent. 2.3 Verzameling van leerlinggegevens (fase 2) Zodra gebleken was dat een nieuwe school bereid was aan het onderzoek deel te nemen, werd een aantal groepsformulieren verstuurd met het verzoek om hierop in te vullen welke leerlingen in het lopende schooljaar in de even jaargroepen zaten. Per parallelgroep werden behalve de namen van die leerlingen ook enkele achtergrondkenmerken opgevraagd (zie hoofdstuk 3). Het was ook mogelijk voor scholen deze gegevens geautomatiseerd aan te leveren, mits zij gebruik maakten van het administratieprogramma ESIS-A (Dos- of Windows-versie). Alle scholen ont- vingen daartoe behalve bovengenoemde formulieren ook een diskette. Aan de hand van een bij- gevoegde gebruiksaanwijzing konden de scholen met een paar eenvoudige handelingen de ge- vraagde gegevens vanuit hun administratieprogramma op deze diskette zetten. Voor ESIS-A was gekozen omdat dit programma door circa tweederde van de basisscholen wordt gebruikt. De scholen die ook aan de vorige PRIMA-meting hadden deelgenomen, ontvingen een verge- lijkbaar groepsformulier voor groep 2. De gegevensverzameling per formulier voor de groepen 4, 6 en 8 verliep echter anders: de meeste leerlingen uit deze groepen waren immers al bekend van deze vorige meting; toen zaten ze namelijk in groep 2, 4 en 6. Daarom werden op formulie- ren de namen van die bekende leerlingen al voorgedrukt, met het verzoek aan te geven of deze leerlingen inderdaad normaal waren doorgestroomd. Van deze bekende leerlingen waren veel achtergrondgegevens al bekend, zodat op de nieuwe formulieren nog slechts enkele aanvullin- gen hoefden te worden gemaakt. Van eventuele nieuwe leerlingen in deze groepen (niet bekend uit eerdere metingen) moesten natuurlijk wel nog alle gegevens worden opgegeven. De diskette die de bekende scholen ook ontvingen, was geheel gelijk aan die van de nieuwe scholen. Alle gegevens van de leerlingen in de even groepen konden daarmee worden afgetapt uit het ESIS-administratiebestand van de scholen; ook die van de leerlingen die reeds bekend waren uit voorgaande metingen. Pas naderhand, bij de verwerking van de diskette-gegevens van de bekende scholen, werd de nieuwe informatie vergeleken met de bestanden van PRIMA3. Aldus kon worden nagegaan welke leerlingen ook twee jaar eerder aan het onderzoek aan deel- genomen en welke leerlingen nieuw waren. Bij de verwerking van de opbrengst van fase 2 werd aan elke leerling die volgens de opgaven van de scholen in de toetsgroepen zat, een uniek respondentnummer toegekend. In dit nummer was ook het schoolnummer en de jaargroep verwerkt. De namen en respondentnummers werden vervolgens voorgedrukt op alle instrumenten, toetsen en antwoordbladen die met betrekking tot deze leerlingen in fase 3 en 4 zouden worden ingezet. Ook de directie- en leerkrachtvragenlijs- ten werden zodanig genummerd dat er geen twijfel kon ontstaan over de identiteit van de res- pondent. De school- en respondentnummers vormen ook de basis van de opgebouwde school- en leer- lingbestanden waarin alle in 2000/2001 en eventueel ook in de jaren daarvoor verzamelde gege- vens zijn opgenomen. Fase 2 was in principe in december 2000 voltooid. Over bepaalde leerlingen bleken echter door de scholen niet alle achtergrondgegevens verstrekt te zijn. Voor zover het de gegevens betrof waarop de in PRIMA veelvuldig gehanteerde indeling naar sociaal-etnische achtergrond is ge-
  • 24. 13 baseerd (zie hoofdstuk 3), is in fase 3 nog een poging gedaan deze informatie alsnog te verza- melen. De toetsleider kreeg daartoe een overzicht met de ontbrekende gegevens mee, dat de scholen alsnog konden aanvullen. 2.4 Toetsafnames en gelijktijdige overige dataverzameling (fase 3) Bij de vierde PRIMA-meting zagen de toetsafname-procedures er wat anders uit dan voorheen. Voor een deel was die verandering al ingezet bij de derde PRIMA-meting, toen voor het eerst een belangrijk deel van de toetsen afkomstig was uit het CITO-Leerlingvolgsysteem (zie ook hoofdstuk 4). Omdat veel scholen deze toetsen ook zelf gebruiken, namen vanaf dat moment in principe de groepsleerkrachten de toetsen af. Wel was de PRIMA-toetsleider tijdens de gehele toetsperiode op school aanwezig. Deze zorgde voor de administratie en organisatie van de toets- afnames, fungeerde als vraagbaak voor de leerkrachten en verleende zo nodig assistentie. De toetsperiode in het PRIMA-onderzoek loopt in principe van januari tot en met maart, maar de meeste van de CITO-toetsen dienen volgens de handleiding in januari te worden afgenomen. Het gevolg daarvan was dat veel directeuren en intern begeleiders er op stonden dat de PRIMA- toetsleider in januari op hun school zou komen. Omdat dat organisatorisch gezien niet altijd mogelijk was, is bij PRIMA4 een nieuwe procedure ingevoerd. Scholen konden er nu voor kie- zen om zonder aanwezigheid van de toetsleider alle of bepaalde CITO-toetsen alvast af te ne- men, op een zelfgekozen tijdstip (mits in de periode januari-maart), maar wel met gebruikma- king van PRIMA-materiaal waarop de nummers en namen van leerlingen al waren aangebracht. Scholen die kozen voor deze procedure kregen begin januari dit materiaal aangeleverd van de toetsleider, samen met een uitgebreide schriftelijke instructie. Voorwaarde was wel dat de school zelf moest beschikken over het algemene toetsmateriaal, zoals de handleiding. Op deze scholen was de toetsleider uitsluitend aanwezig bij de afname van de overige (niet-CITO) toet- sen en daarnaast bij de distributie van vragenlijsten en dergelijke. Andere scholen kozen niet voor deze nieuwe procedure; op deze scholen was de toetsleider bij alle toetsafnames op school aanwezig. Voorafgaande aan de toetsafnames werden in een voorbereidend gesprek tussen toetsleider en team de procedures doorgenomen, afspraken gemaakt en materiaal overgedragen. Tevens nam de toetsleider bij dit eerste bezoek de vragenlijsten mee voor de leerkrachten van groep 2, 4, 6 en 8 en de directie, alsmede de zogenaamde leerlingprofielen met vragen voor de leerkrachten over elke leerling in groep 2, 4, 6 en 8. Ten slotte werden ook de oudervragenlijsten voor de ouders van leerlingen in groep 2 bij dit eerste bezoek door de toetsleider achtergelaten, met het verzoek deze lijsten aan de leerlingen mee te geven. Ingevulde vragenlijsten werden aan het einde van de toetsperiode door de toetsleiders weer meegenomen. Vragenlijsten die nog niet waren ingevuld, konden de scholen per post later alsnog retourneren. De meeste toetsleiders die betrokken waren bij fase 3, hadden al eerder ervaring opgedaan met het PRIMA-onderzoek. Desondanks werden zij tevoren uitgebreid mondeling en schriftelijk geïnstrueerd.
  • 25. 14 2.5 Uitstroom van leerlingen groep 8 en achtergronden van tussentijdse in- en uitstroom (fase 4) De laatste fase in de dataverzameling van de vierde PRIMA-meting bestond uit twee schriftelij- ke onderdelen. De instrumenten werden in mei per post aan de PRIMA-scholen toegestuurd; ook de retournering door de scholen verliep per post. Het eerste onderdeel betrof de optisch inleesbare uitstroomformulieren groep 8, waarmee bij de leerkracht van groep 8 of eventueel bij de directeur informatie per leerling van groep 8 gevraagd werd over een aantal gegevens rond de overgang van basis- naar voortgezet onderwijs. Het tweede onderdeel van fase 4 beoogde de oorzaken in kaart te brengen van tussentijds ver- schenen en verdwenen leerlingen: leerlingen die - bijvoorbeeld door verhuizen of doubleren - tussentijds zijn ingestroomd in de hogere groepen (4, 6 en 8) van de PRIMA-steekproef zonder dat hun voorgeschiedenis bij de PRIMA-administratie bekend is, of leerlingen die - om verge- lijkbare redenen - juist zijn verdwenen uit de steekproef zonder dat in de PRIMA-administratie duidelijk is waar deze leerlingen zijn gebleven. Met behulp van deels voorgedrukte formulieren werden over al deze leerlingen de redenen van de tussentijdse in- of uitstroom en de ontbreken- de loopbaangegevens opgevraagd. 2.6 Overzicht van de verzamelde data In de verschillende fasen van dataverzameling werd via diverse instrumenten en bronnen en op verschillende niveaus informatie verzameld. Zonder in details te treden, laten we in Figuur 2.1 de herkomst en het niveau van de verzamelde informatie zien.
  • 26. 15 Figuur 2.1 - Verzamelde gegevens naar fase, instrument, bron en niveau fase/instrument informatie verstrekt door/verzameld bij informatie(-niveau) school groep leerling 1. scholenbestand min. OCW namen/adressen algemene school kenmerken 1. vragenlijst directie deelname- bereidheid administratieve schoolkenmerken 2. groepsformulieren of ESIS-diskette directie, administratie of leerkrachten groep 2, 4, 6 en 8 aantal groepen 2, 4, 6 en 8 groepsnamen, locaties groep 2, 4, 6 en 8 groep, naam, ach- tergrondken- merken 3. toetsen (taal, re- kenen en lezen) grp 2, 4, 6, 8 leerlingen groep 2, 4, 6 en 8 toetsscores 3. IQ-testen leerlingen groep 4, 6 en 8 testscores 3. schoolwelbevin- denvragenlijst leerlingen groep 6 en 8 schoolwelbe- vinden, zelfver- trouwen, sociale integratie 3. leerlingprofielen leerkrachten groep 2, 4, 6 en 8 beoordeling van leerling 3. directievragenlijst directie kenmerken van schoolpopulatie, team en inrichting 3. leerkracht- vragenlijst leerkrachten groep 2, 4, 6 en 8 klas-, leerkracht-, onderwijskenmer- ken 3. oudervragenlijst ouders groep 2 ouderkenmerken gezinskenmerken 4. uitstroom- formulieren directie / leerkracht groep 8 uitstroomgegevens overgang VO 4. formulieren over tussentijdse in- en uitstroom directie / administratie oorzaken van tus- sentijdse in- en uitstroom , school- loopbaangegevens Over alle instrumenten op leerling-niveau wordt in het vervolg van dit rapport gerapporteerd, met uitzondering van de formulieren over tussentijdse in- en uitstroom, waarover een afzonder- lijke rapportage zal verschijnen. Over de vragenlijsten voor de leerkrachten en directies wordt eveneens een rapport gepubliceerd.
  • 27. 16 2.7 Rapportage aan de scholen De meeste deelnemende scholen hebben tweemaal een terugkoppeling ontvangen over de ver- zamelde resultaten van hun leerlingen. Een deel van de afgenomen toetsen is afkomstig uit het leerlingvolgsysteem van het CITO. Veel scholen gebruiken deze toetsen ook zelf, om de vorderingen van hun leerlingen te registreren. Daarom zijn de scores op deze toetsen binnen enkele weken na afname in de vorm van een zo- genaamde ‘versnelde terugrapportage’ teruggekoppeld naar de scholen die dat wensten. Voor zover van toepassing (afhankelijk van de toets) bevatte deze versnelde rapportage behalve ruwe scores ook subtoets-scores en zogenaamde CITO-vaardigheidsscores per leerling. Een totale rapportage van alle toetsresultaten is naar de scholen verzonden vlak vóór de zomer- vakantie van 2001. In deze rapportage is veel aandacht besteed aan de prestaties van de leerlin- gen en de school in relatie tot leerlingen en scholen elders in het land met een vergelijkbare so- ciaal-etnische achtergrond. Ook van de leerlingprofielen en de schoolwelbevindenvragenlijst zijn in het ‘landelijk vergelijkend schoolrapport’ enkele resultaten opgenomen. 2.8 Taakverdeling tussen beide uitvoerende instituten Het PRIMA-onderzoek wordt door twee onderzoeksinstituten tezamen uitgevoerd. Tot nu toe is in dit rapport in het midden gelaten welk onderzoeksinstituut welk gedeelte van de beschreven werkzaamheden in het basisonderwijs nu precies heeft verricht. Tussen ITS en SCO- Kohnstamm Instituut zijn voorafgaand aan de vierde meting afspraken over de werkverdeling gemaakt. Aan de basis daarvan staat de verdeling van de PRIMA-basisscholen tussen de onderzoeksinsti- tuten naar regio. Deze verdeling komt er op neer dat het SCO-Kohnstamm Instituut verant- woordelijk was voor alle dataverzameling bij de betrokken basisscholen in de provincie Noord- Holland en in de stad Den Haag en het ITS overal elders in Nederland. Alle dataverzameling en -verwerking is in alle fasen door beide instituten afzonderlijk uitgevoerd met betrekking tot de eigen scholen. In dit veldwerkverslag is geen aandacht besteed aan de toetsafnames en andere dataverzamelin- gen die op lokaal niveau hebben plaatsgevonden in opdracht van schoolbesturen of gemeenten. Dat is gebeurd in het kader van de School Prestatie Metingen (SPM) van het ITS en het project PRIMA-plus van het SCO-Kohnstamm Instituut en staat daarmee buiten het PRIMA-cohort- onderzoek.
  • 29. 18
  • 30. 19 3 Achtergronden van de leerlingen 3.1 Achtergronden van de leerlingen In deze paragraaf beschrijven we de samenstelling van de groep leerlingen die in het schooljaar 2000/2001 aan het PRIMA-onderzoek heeft deelgenomen. Bij deze beschrijving maken we steeds een onderscheid naar de totale steekproef en de referentiesteekproef. De achtergrondkenmerken van de leerlingen die in de tabellen worden gepresenteerd, zijn verstrekt door de scholen (c.q. directies, leerkrachten, administratie), die daartoe enkele formulieren hebben ingevuld. In totaal zijn van 60237 leerlingen deze kenmerken bekend. Van deze groep heeft 96.2% ook aan de toetsafnames deelgenomen. In Tabel 3.1 staan allereerst enige kenmerken van de leer- lingen zelf; deze zijn dus gebaseerd op de totale groep, inclusief degenen zonder toetsscores. De leeftijd is overigens berekend per 1 januari 2001. Uit Tabel 3.1 is op te maken dat de verschillende kenmerken betrekking hebben op een steeds wis- selend aantal leerlingen. De vragen op de formulieren zijn dus niet allemaal even consequent inge- vuld, met als gevolg dat we soms belangrijke achtergrondkenmerken moeten missen. Hierop komen we later terug in verband met de indeling van leerlingen naar hun sociale achtergrond. Het verschil in de samenstelling van de referentiesteekproef en de totale steekproef wordt vooral zichtbaar bij het kenmerk wegingsfactor. De totale scholensteekproef bevat naast de referentiesteekproef een aanvullende steekproef van scholen met relatief veel leerlingen in achterstandssituaties, zodat het aandeel leerlingen uit de OAB-doelgroepen sterk stijgt.
  • 31. 20 Tabel 3.1 - Achtergrondkenmerken van de leerlingen, naar steekproef en jaargroep referentiesteekproef totale steekproef 2 4 6 8 totaal 2 4 6 8 totaal maximaal aantal 10968 10498 10360 9560 41386 16181 15223 14945 13888 60237 leerlingen leeftijd ( ) 5.8 7.9 10.0 12.0 8.8 5.8 8.0 10.0 12.0 8.8 n 10841 10354 10244 9467 40906 15952 15029 14782 13769 59532 sekse (%) jongens 51.4 51.0 49.9 50.5 50.7 51.3 50.3 49.8 50.2 50.4 meisjes 48.6 49.0 50.1 49.5 49.3 48.7 49.7 50.2 49.8 49.6 n 10911 10426 10257 9478 41072 16056 15117 14809 13745 59727 verblijfsduur in Nederland (%) 1 jaar 0.3 0.2 0.2 0.1 0.2 0.4 0.3 0.3 0.2 0.3 1-3 jaar 1.3 1.5 1.3 1.0 1.3 1.9 2.3 1.9 1.5 1.9 4-5 jaar 1.2 0.7 0.9 0.6 0.8 1.8 0.8 1.2 0.9 1.2 5 jaar 0.6 1.7 2.1 2.0 1.6 1.1 3.1 3.3 3.4 2.7 altijd 96.6 96.0 95.6 96.2 96.1 94.8 93.6 93.3 94.0 93.9 n 9879 9866 9856 9196 38797 14357 14283 14145 13312 56097 gezinssamenstelling (%) vader en moeder 91.4 90.7 88.4 88.2 89.7 88.2 87.4 85.6 85.2 86.7 alleen moeder 7.7 8.1 9.7 9.8 8.8 10.7 11.2 12.4 12.7 11.7 alleen vader 0.5 0.4 0.6 0.7 0.5 0.6 0.5 0.7 0.7 0.6 anders/onbekend 0.5 0.8 1.4 1.3 1.0 0.4 0.9 1.3 1.4 1.0 n 10864 10393 10259 9509 41025 15929 15046 14752 13778 59505 OAB-wegingsfactor (%) 1.00 72.2 70.4 67.5 64.6 68.8 56.8 55.9 54.1 51.8 54.8 1.25 14.7 16.9 18.7 22.5 18.1 15.3 17.7 19.3 22.7 18.6 1.40 0 0.3 0.5 0.5 0.3 0 0.2 0.3 0.4 0.2 1.70 0.2 0.2 0.2 0.1 0.2 0.4 0.3 0.4 0.3 0.3 1.90 12.9 12.2 13.2 12.2 12.6 27.5 25.8 25.8 24.8 26.0 n 10563 10214 9999 9331 40107 15517 14752 14405 13523 58197 Het kenmerk ‘wegingsfactor’ is gebaseerd op enkele achtergrondgegevens van de ouders van de leerling, met name hun etnische herkomst en opleiding. Specifieke gegevens hierover zijn weerge- geven in de volgende tabellen. Tabel 3.2 bevat informatie omtrent het geboorteland van beide ou- ders.
  • 32. 21 Tabel 3.2 - Geboorteland van de ouders, naar steekproef en jaargroep (in %) referentiesteekproef totale steekproef 2 4 6 8 totaal 2 4 6 8 totaal geboorteland vader Nederland 84.6 84.2 83.8 84.9 84.4 70.5 71.1 71.8 72.7 71.5 Suriname 1.6 1.4 1.9 1.9 1.7 2.5 2.7 2.8 3.0 2.7 Antillen 0.5 0.6 0.4 0.4 0.5 0.9 0.9 0.7 0.7 0.8 Molukken 0 0.1 0.1 0.2 0.1 0.1 0.2 0.3 0.3 0.2 Turkije 3.6 3.9 3.7 3.3 3.6 8.5 8.2 8.1 7.3 8.1 Marokko 3.4 3.2 3.3 3.2 3.3 8.1 7.5 7.3 7.5 7.6 Griekenland 0.1 0.1 0 0.1 0.1 0.1 0.1 0.1 0.1 0.1 Spanje 0.1 0.2 0.1 0.1 0.1 0.1 0.2 0.1 0.1 0.1 Italië 0.1 0.1 0.1 0.1 0.1 0.1 0.2 0.1 0.1 0.1 Portugal 0 0.1 0.1 0.1 0.1 0.1 0.1 0.1 0.1 0.1 voorm. Joegoslavië 0.4 0.4 0.5 0.6 0.4 `0.7 0.7 0.8 0.8 0.7 China 0.2 0.2 0.3 0.4 0.3 0.4 0.3 0.4 0.5 0.4 Vietnam 0.3 0.2 0.2 0.3 0.2 0.4 0.3 0.3 0.3 0.3 overige landen 5.2 5.3 5.4 4.4 5.1 7.7 7.6 7.0 6.5 7.2 n 9985 9725 9573 8904 38187 14357 13711 13405 12546 54019 geboorteland moeder Nederland 84.0 84.9 84.1 85.5 84.6 69.9 71.5 71.9 72.7 71.5 Suriname 1.7 1.6 2.2 2.1 1.9 3.0 3.4 3.6 4.1 3.5 Antillen 0.9 0.6 0.7 0.5 0.7 1.5 1.3 1.1 1.0 1.2 Molukken 0.1 0.1 0.1 0.1 0.1 0.1 0.1 0.2 0.2 0.2 Turkije 3.4 3.7 3.5 3.2 3.5 7.9 7.6 7.6 6.8 7.5 Marokko 3.3 3.1 3.1 3.1 3.2 7.5 7.1 6.9 7.1 7.1 Griekenland 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Spanje 0.1 0.2 0.1 0.1 0.1 0.1 0.2 0.1 0.1 0.1 Italië 0 0 0 0 0 0.1 0.1 0 0 0 Portugal 0 0.1 0.1 0.1 0.1 0 0.1 0.1 0.1 0.1 voorm. Joegoslavië 0.3 0.3 0.5 0.6 0.4 0.6 0.6 0.8 0.8 0.7 China 0.3 0.3 0.3 0.4 0.3 0.4 0.4 0.4 0.5 0.4 Vietnam 0.3 0.3 0.2 0.3 0.3 0.5 0.4 0.3 0.3 0.4 overige landen 5.4 4.8 5.0 4.2 4.8 8.2 7.3 6.9 6.3 7.2 n 10338 10181 10068 9331 39917 15253 14728 14436 13496 57913 Ook uit Tabel 3.2 blijkt het verschil tussen de referentiesteekproef en de totale steekproef: in de totale steekproef bevinden zich circa 14% meer leerlingen wier ouders niet in Nederland geboren zijn dan in de referentiesteekproef. Relatief veel allochtone ouders zijn geboren in Turkije, Marok- ko en Suriname; daarnaast is de categorie ‘overige landen’ redelijk gevuld. De aantallen leerlingen die in de tabel vermeld staan, kunnen worden afgezet tegen het maximale aantal leerlingen in Tabel 3.1. Dan wordt duidelijk dat van bijna 96% van alle leerlingen het geboorteland van ten minste een van de ouders bekend is.Behalve naar geboorteland is op de formulieren ook gevraagd naar het opleidingsniveau van de ouders. Het ging daarbij niet om gedetailleerde gegevens, maar om een inschatting van het niveau. Gekozen kon worden uit vier niveaus: maximaal lager onderwijs, maxi- maal lager beroepsonderwijs, maximaal middelbaar beroepsonderwijs (inclusief MAVO, HAVO, VWO) of een HBO/WO-opleiding. In Tabel 3.3 staan de verdelingen.
  • 33. 22 Tabel 3.3 - Opleidingsniveau van de ouders, naar steekproef en jaargroep (in %) referentiesteekproef totale steekproef 2 4 6 8 totaal 2 4 6 8 totaal opleiding vader max. LO 7.8 7.5 8.7 8.5 8.1 15.1 14.6 16.1 16.3 15.5 max. LBO 31.5 33.6 34.8 36.1 33.9 33.2 35.2 35.8 36.7 35.2 max. MBO 35.7 33.3 32.4 31.3 33.2 31.2 29.3 28.2 27.2 29.0 HBO/WO 25.0 25.6 24.1 24.1 24.7 20.5 21.0 19.9 19.7 20.3 n 9205 9071 8924 8280 35480 13336 12878 12643 11766 50623 opleiding moeder max. LO 9.3 9.8 10.1 10.1 9.8 18.6 18.5 19.1 19.5 18.9 max. LBO 27.8 30.0 32.5 32.5 31.4 29.4 31.3 32.9 34.9 32.0 max. MBO 42.3 39.0 38.7 38.7 39.3 35.7 33.4 32.9 31.7 33.5 HBO/WO 20.7 21.1 18.7 18.7 19.5 16.3 16.8 15.1 14.0 15.6 n 9572 9534 9407 9407 37216 14262 13920 13648 12731 54561 Uit Tabel 3.3 wordt duidelijk dat we beschikken over het opleidingsniveau van ten minste een van de ouders van ruim 90% van de leerlingen. 3.2 Sociaal-etnische achtergrond In het PRIMA-onderzoek wordt naast de wegingsfactor nog een andere, gedetailleerdere maat voor sociaal-etnische achtergrond gehanteerd. Aan de basis daarvan staan de in Tabel 3.2 en Tabel 3.3 weergegeven kenmerken herkomstland en opleiding van de ouders. Bij de bepaling van deze varia- bele wordt in principe gebruik gemaakt van de gegevens van beide ouders. Alleen wanneer het een eenoudergezin betreft, wordt uitgegaan van de gegevens van de ene, wel aanwezige ouder. Bij het herkomstland van de ouders is het herkomstland van de vader als vertrekpunt genomen. De op basis van deze gegevens geconstrueerde variabele ‘sociaal-etnische achtergrond’ kan de volgende waar- den aannemen: 1. beide ouders hebben maximaal een LBO-opleiding en zijn van Turkse of Marokkaanse her- komst; 2. beide ouders hebben maximaal een LBO-opleiding en zijn afkomstig uit andere landen dan Ne- derland, Turkije of Marokko (overig allochtonen); 3. beide ouders hebben maximaal een LBO-opleiding en zijn van Nederlandse herkomst (autoch- toon); 4. de hoogst opgeleide ouder heeft maximaal een MBO-opleiding; 5. de hoogst opgeleide ouder heeft een opleiding op HBO- of WO-niveau. Bij de eerste drie categorieën speelt de etnische herkomst, i.c. het geboorteland, dus wel een rol, maar bij de twee hoogste categorieën niet meer. De verdeling van de categorieën staat in Tabel 3.4.
  • 34. 23 Tabel 3.4 - Sociaal-etnische achtergrond, naar steekproef en jaargroep (in %) referentiesteekproef totale steekproef 2 4 6 8 totaal 2 4 6 8 totaal max LBO, Tu/Ma 5.2 5.8 5.8 5.4 5.6 12.2 12.5 12.5 12.3 12.4 max LBO, ov. all. 4.0 4.1 4.7 4.3 4.3 7.9 7.8 7.9 7.5 7.8 max LBO, aut. 19.0 20.3 23.0 26.2 22.0 18.8 20.3 22.9 25.4 21.7 max MBO 41.1 38.1 37.9 36.4 38.4 36.3 33.9 33.3 32.3 34.0 HBO/WO 30.7 31.8 28.6 27.7 29.8 24.7 25.6 23.3 22.4 24.1 n 9671 9582 9521 8820 37594 14403 14008 13828 12890 55129 Uit vergelijking van de aantallen in Tabel 3.4 met die in Tabel 3.1 maakt duidelijk dat we 5108 (8.5%) leerlingen uit de totale steekproef en 3792 (9.2%) leerlingen uit de referentiesteekproef niet kunnen onderbrengen in een van de sociaal-etnische achtergrondcategorieën. Om na te gaan of er eventueel sprake is van selectieve uitval hebben we deze achtergrondcategorieën afgezet tegen de OAB-wegingsfactor (vgl. Tabel 3.1). Hieruit bleek dat binnen de totale steekproef van 10.1% van de 1.00-leerlingen de achtergrond ontbrak; voor de 1.25- en 1.90-leerlingen ging het om 1.1, respec- tievelijk 6.6%. Binnen de referentiesteekproef betrof het achtereenvolgens 10.8, 1.4 en 7.0%. In beide steekproeven is de non-respons onder de niet-achterstandsleerlingen (1.00) het hoogst. De non-respons onder de autochtone achterstandskinderen is betrekkelijk laag.
  • 35. 24
  • 36. 25 4 De taal-, reken- en leestoetsen 4.1 Inleiding Evenals bij de derde meting van het PRIMA-onderzoek zijn voor dit onderzoek hoofdzakelijk toet- sen uit CITO-leerlingvolgsysteem (CITO-LVS) afgenomen. Paragraaf 4.2 bevat een beknopte be- schrijving van de gehanteerde toetsen. In de paragrafen daarna wordt ingegaan op de respons op deze toetsen en de behaalde scores door diverse groepen en steekproeven in PRIMA4. 4.2 De taal-, reken- en leestoetsen In Figuur 4.1 staat per jaargroep weergegeven welke toetsen in de vierde PRIMA-meting zijn afge- nomen. De cursivering betekent dat de toets afkomstig is uit het CITO-LVS. Figuur 1.1 - Overzicht afgenomen toetsen met tussen [ ] het aantal opgaven per toets taal rekenen lezen groep 2 Begrippentoets [60] Ordenen oudste kleuters [42] - groep 4 PRIMA-taal [60] Rekenen / Wiskunde M4 [58] - groep 6 PRIMA-taal [65] Rekenen / Wiskunde M6 [115] Begrijpend lezen 2 (deel 1 en 2 of deel 1 en 3) [50] groep 8 PRIMA-taal [64] Rekenen / Wiskunde M8 [120] Begrijpend lezen 4 (deel 1 en 2 of deel 1 en 3) [50] Als taaltoets voor groep 2 fungeerde de Begrippentoets, die ook al in de vorige metingen van PRIMA gebruikt werd en klassikaal kan worden afgenomen. De toets meet kennis van begrippen zoals veel, weinig, eerste en laatste. Met de toets kan worden vastgesteld of leerlingen met het aan- vankelijk lees- en rekenonderwijs kunnen beginnen. Hij bestaat uit twee delen: - opgaven over hoeveelheidsbegrippen, ordeningsbegrippen, ruimtelijke begrippen en verwijs- woorden; - opgaven omtrent begrippen die verband houden met de leesrichting en de verdeling van woorden en zinnen op de bladspiegel, getoetst in de context van een woord of een zin. Al eerder is het via een kalibratie-onderzoek mogelijk gemaakt dat de behaalde ruwe scores op de Begrippentoets worden omgezet naar PRIMA-taalvaardigheidsscores, die op dezelfde schaal liggen als de scores op de PRIMA-taaltoetsen in groep 4, 6 en 8. Wij verwijzen - ook voor deze laatste toetsen - dan ook naar eerdere PRIMA-rapportages en naar de kalibratie-rapportage van Vierke (1995).
  • 37. 26 Voor (voorbereidend) rekenen in groep 2 werd de toets Ordenen voor de oudste kleuters gebruikt. Ook deze toets werd al bij vorige PRIMA-metingen ingezet. De toets is rond drie orde- ningsprincipes opgebouwd: - classificeren: bij elkaar horende voorwerpen bij elkaar plaatsen; - seriëren: groepjes voorwerpen op bepaalde kenmerken rangschikken; - vergelijken en tellen: het aantal of de volgorde in een reeks voorwerpen bepalen. Na het reeds aangehaalde kalibratie-onderzoek was het mogelijk de scores op de toets Ordenen om te zetten naar PRIMA-rekenvaardigheidsscores, die op dezelfde schaal lagen als de scores op de PRIMA-rekentoetsen voor groep 4, 6 en 8. Bij de derde PRIMA-meting zijn deze laatste rekentoet- sen echter vervangen door andere toetsen. Daarom zijn de ruwe scores op de toets Ordenen bij de derde en vierde PRIMA-meting omgezet naar vaardigheidsscores via de tabel in de CITO- handleiding. Deze scores worden in het vervolg van dit rapport gehanteerd als het gaat om de re- kenscores van groep 2. Er is dus sprake van een schaalbreuk tussen de rekenscores van groep 2 en van de hogere groepen. Als rekentoets voor groep 4, 6 en 8 zijn de zogenaamde medio-versies voor deze leerjaren van de toets Rekenen/Wiskunde uit het CITO-LVS afgenomen. Deze toets is ontwikkeld om de algemene rekenvaardigheid te meten in de groepen 3 tot en met 8. In de lagere groepen is sprake van een ‘ge- leide’ toets (de opgaven worden dus voorgelezen door de afname-leider) die bestaat uit twee delen van elk circa 45 minuten. De toetsen voor groep 6 en 8 bestaan uit drie delen van elk circa 45 minu- ten die de leerlingen zelfstandig doorwerken. De toetsen bevatten veel open vragen. Voor het PRIMA-onderzoek moesten de toetsen daarom eerst worden nagekeken, waarna de scores vanaf de opgavenboekjes (groep 4) of antwoordbladen (groep 6 en 8) werden overgebracht naar een databe- stand. Er bestaat een gekalibreerde schaal voor alle LVS-toetsen Rekenen/Wiskunde van het CITO. Vanaf groep 6 is er in principe sprake van twee subschalen: Getallen Bewerkingen naast Meten, Tijd Geld. Het is echter ook mogelijk om vaardigheidsscores voor de totale toets te berekenen. De om- zetting van ruwe scores tot deze vaardigheidsscores voor rekenen-totaal - die in dit rapport worden gehanteerd - is gebeurd aan de hand van gegevens die het CITO heeft verstrekt. In groep 6 en 8 zijn ook deel 2 respectievelijk 4 van de toets Begrijpend Lezen afgenomen, even- eens afkomstig uit het CITO-LVS. Deze toets bestaat voor beide leerjaren uit een algemeen deel voor alle leerlingen, gevolgd door een optioneel gedeelte: de betere leerlingen maken een moeilijker vervolgdeel dan de zwakkere leerlingen. In PRIMA3 is destijds besloten om bij alle leerlingen het eerste deel plus het makkelijkste vervolgdeel af te nemen. In PRIMA4 is de toets Begrijpend Lezen echter geheel volgens de regels afgenomen: afhankelijk van hun score op het eerste deel werd aan de leerlingen deel 2 òf deel 3 voorgelegd. De leestoetsen bevatten uitsluitend multiple-choice opgaven; de leerlingen van groep 6 en 8 hebben hun antwoorden op optisch inleesbare antwoordbladen ingevuld. De ruwe scores zijn omgezet in vaardigheidsscores volgens de tabellen uit de CITO-handleiding. 4.3 Respons In totaal namen 60237 leerlingen deel aan de vierde meting van PRIMA; dit zijn de leerlingen waarvan de scholen bij aanvang van het schooljaar hebben gemeld dat de leerlingen in de betreffen- de klassen zaten. Van al deze leerlingen zijn - in principe - ook de achtergrondkenmerken bekend die door de scholen (directies, administraties) zijn verstrekt en zijn opgeslagen in het administratie-
  • 38. 27 bestand. Ten opzichte van deze groep heeft 96.2% van de leerlingen ook de toetsen gemaakt. Dit betekent dat van 3.8% van de leerlingen geen toetsgegevens bekend zijn. Dit kan onder meer te maken hebben met absentie door ziekte, of door tussentijdse verhuizingen. Om na te gaan of er eventueel sprake is van selectieve uitval hebben we de feitelijke verdeling van de sociaal-etnische achtergrond in het administratiebestand afgezet tegen de verdeling in het toets- bestand. Deze verdelingen geven we in Tabel 4.1, waarbij we een uitsplitsing hebben gemaakt naar totale steekproef en referentiesteekproef. In de tabel staan alleen de leerlingen waarvan de sociaal- etnische achtergrond bekend is. Tabel 4.1 - Respons op de taal-, reken- en leestoetsen, naar steekproef en sociaal-etnische achter- grond (in % referentiesteekproef totale steekproef verdeling respons verdeling respons LBO Tu/Ma 5.6 5.5 12.4 12.3 LBO ov. all. 4.3 4.1 7.8 7.6 LBO aut. 22.0 21.9 21.7 21.7 MBO 38.4 38.5 34.0 34.2 HBO/WO 29.8 29.9 24.1 24.2 n 37594 36435 55129 53268 De verschillen tussen feitelijke verdeling en respons zijn uitermate klein. Zowel in de refe- rentiesteekproef als ook in de totale steekproef is het verschil hoogstens .1 à .2%-punten. 4.4 De taal-, reken- en leesvaardigheid In Tabel 4.2 worden eerst de gemiddelde scores op taal, rekenen en begrijpend lezen per jaargroep weergegeven; daarna volgt in Tabel 4.3, 4.4 en 4.5 een uitsplitsing van deze gemiddelden naar soci- aal-etnische achtergrond, en in Tabel 4.6, 4.7 en 4.8 een uitsplitsing naar geslacht. De gemiddelden in de eerste tabel zijn gebaseerd op alle leerlingen; de totaalgemiddelden in de laatste vier tabellen zijn gebaseerd op die leerlingen, van wie het betreffende achtergrondgegeven - sociaal-etnische achtergrond, respectievelijk geslacht - bekend is (dus exclusief de missings op die variabele).
  • 39. 28 Tabel 4.2 - Vaardigheidsscores taal, rekenen en begrijpend lezen, naar steekproef en jaargroep referentiesteekproef totale steekproef sd n sd n taal groep 2 984.2 36.0 9645 979.3 36.7 14038 groep 4 1048.0 36.2 9853 1041.7 37.7 14247 groep 6 1080.5 34.0 9794 1075.7 34.2 14110 groep 8 1119.3 36.2 9116 1114.2 36.2 13222 rekenen groep 2 56.6 14.1 10034 55.0 14.1 14707 groep 4 68.4 12.0 9893 66.7 12.2 14307 groep 6 94.8 9.8 9496 93.7 10.0 13587 groep 8 117.0 9.1 8607 116.2 9.2 12440 lezen groep 6 35.9 15.0 9664 34.0 15.1 13782 groep 8 55.9 16.7 8837 53.9 16.8 12694
  • 40. 29 Tabel 4.3 - Vaardigheidsscores taal, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achtergrond groep 2 referentiesteekproef totale steekproef sd n sd n LBO Tu/Ma 949.6 28.1 456 952.7 28.0 1534 LBO ov. all. 960.7 32.9 325 961.1 34.9 941 LBO aut. 979.5 32.4 1642 978.8 33.5 2358 MBO 986.1 34.8 3540 983.9 35.7 4619 HBO/WO 992.5 35.8 2680 990.7 36.5 3195 totaal 983.9 35.9 8643 979.2 36.7 12647 groep 4 LBO Tu/Ma 1009.6 30.0 518 1008.0 30.4 1636 LBO ov. all. 1023.3 34.4 356 1021.9 33.6 992 LBO aut. 1041.8 33.8 1800 1041.0 34.3 2638 MBO 1049.4 34.4 3458 1046.3 35.5 4499 HBO/WO 1059.2 34.4 2893 1057.1 35.3 3393 totaal 1047.7 36.3 9025 1041.4 37.8 13158 groep 6 LBO Tu/Ma 1050.1 25.3 508 1050.1 25.7 1639 LBO ov. all. 1060.7 27.7 411 1059.6 27.3 1011 LBO aut. 1071.4 29.7 2065 1070.2 29.5 2976 MBO 1083.0 32.8 3447 1081.1 33.0 4404 HBO/WO 1094.1 33.8 2601 1092.8 34.3 3074 totaal 1080.7 34.0 9032 1075.8 34.1 13104 groep 8 LBO Tu/Ma 1085.6 28.2 449 1085.4 27.6 1513 LBO ov. all. 1096.0 33.0 356 1097.8 31.9 920 LBO aut. 1109.9 32.1 2200 1109.0 31.5 3101 MBO 1120.7 33.0 3085 1118.6 33.3 4007 HBO/WO 1135.7 36.4 2336 1133.8 36.6 2766 totaal 1119.1 36.1 8426 1113.9 36.1 12307
  • 41. 30 Tabel 4.4 - Vaardigheidsscores rekenen, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achter- grond referentiesteekproef totale steekproef sd n sd n groep 2 LBO Tu/Ma 46.3 11.3 456 46.7 11.3 1579 LBO ov. all. 50.1 13.9 326 50.0 13.9 992 LBO aut. 53.0 12.5 1695 52.7 12.8 2484 MBO 57.3 13.9 3718 56.5 13.8 4869 HBO/WO 60.3 14.4 2777 59.8 14.5 3309 totaal 56.6 14.2 8972 55.0 14.2 13233 groep 4 LBO Tu/Ma 59.9 10.6 517 59.9 10.6 1641 LBO ov. all. 62.2 11.5 356 61.2 11.4 999 LBO aut. 65.5 11.1 1798 64.8 11.4 2635 MBO 68.5 11.6 3486 67.6 11.7 4535 HBO/WO 72.4 12.0 2896 71.7 12.2 3398 totaal 68.4 12.1 9053 66.6 12.2 13208 groep 6 LBO Tu/Ma 88.4 9.4 487 89.2 9.5 1554 LBO ov. all. 89.6 9.9 391 89.4 10.2 949 LBO aut. 92.1 9.4 1959 91.6 9.4 2817 MBO 95.2 9.2 3364 94.8 9.4 4279 HBO/WO 98.2 9.4 2549 97.8 9.6 3001 totaal 94.7 9.8 8750 93.7 10.0 12600 groep 8 LBO Tu/Ma 112.1 8.6 426 112.5 8.8 1416 LBO ov. all. 112.5 9.3 327 113.2 9.1 855 LBO aut. 114.1 8.9 2014 113.8 8.8 2848 MBO 117.2 8.5 2914 116.9 8.6 3780 HBO/WO 120.6 8.4 2264 120.4 8.6 2680 totaal 116.9 9.1 7945 116.1 9.2 11579
  • 42. 31 Tabel 4.5 - Vaardigheidsscores lezen, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achtergrond referentiesteekproef totale steekproef sd n sd n groep 6 LBO Tu/Ma 24.3 11.5 516 23.9 11.7 1576 LBO ov. all. 27.9 13.6 410 27.4 13.4 958 LBO aut. 30.1 13.4 2022 30.2 13.5 2933 MBO 36.4 14.2 3396 35.7 14.4 4304 HBO/WO 42.6 14.7 2573 42.0 15.0 3028 totaal 35.8 15.0 8917 33.9 15.1 12799 groep 8 LBO Tu/Ma 44.1 12.8 432 43.8 13.7 1425 LBO ov. all. 46.4 14.9 343 47.7 15.3 869 LBO aut. 50.0 15.2 2155 49.3 15.1 3017 MBO 56.4 15.8 2983 55.8 15.9 3840 HBO/WO 64.4 16.1 2254 63.7 16.3 2663 totaal 55.9 16.8 8167 53.9 16.8 11814 Tabel 4.6 - Vaardigheidsscores taal, naar steekproef, jaargroep en geslacht referentiesteekproef totale steekproef sd n sd n groep 2 jongens 980.3 34.9 4911 976.0 35.9 7118 meisjes 988.2 36.6 4684 982.7 37.3 6820 totaal 984.2 36.0 9495 979.3 36.8 13938 groep 4 jongens 1046.4 36.4 4989 1039.9 38.1 7113 meisjes 1049.8 35.9 4805 1043.7 37.2 7045 totaal 1048.1 36.2 9794 1041.8 37.7 14158 groep 6 jongens 1077.2 33.6 4830 1072.8 33.6 6942 meisjes 1083.7 34.1 4869 1078.5 34.4 7053 totaal 1080.5 34.0 9699 1075.7 34.1 13995 groep 8 jongens 1118.6 36.5 4563 1113.7 36.2 6574 meisjes 1120.2 35.9 4475 1114.8 36.1 6513 totaal 1119.4 36.2 9038 1114.2 36.2 13087
  • 43. 32 Tabel 4.7 - Vaardigheidsscores rekenen, naar steekproef, jaargroep en geslacht referentiesteekproef totale steekproef sd n sd n groep 2 jongens 56.2 14.1 5115 54.8 14.2 7445 meisjes 57.0 14.2 4866 55.2 14.1 7151 totaal 56.6 14.1 9981 55.0 14.1 14596 groep 4 jongens 70.7 11.9 5014 68.9 12.1 7147 meisjes 66.1 11.8 4815 64.5 11.9 7069 totaal 68.4 12.1 9829 66.7 12.2 14216 groep 6 jongens 96.0 9.5 4710 94.9 9.7 6744 meisjes 93.6 10.0 4692 92.6 10.2 6721 totaal 94.8 9.8 9402 93.8 10.0 13465 groep 8 jongens 118.2 9.0 4323 117.4 9.1 6216 meisjes 115.8 9.0 4214 114.9 9.1 6103 totaal 117.0 9.1 8537 116.2 9.2 12319 Tabel 4.8 - Vaardigheidsscores lezen, naar steekproef, jaargroep en geslacht referentiesteekproef totale steekproef sd n sd n groep 6 jongens 34.6 15.1 4751 32.7 15.1 6762 meisjes 37.3 14.9 4821 35.2 15.1 6902 totaal 36.0 15.0 9572 34.0 15.2 13664 groep 8 jongens 54.5 16.6 4448 52.7 16.7 6338 meisjes 57.4 16.7 4312 55.3 16.8 6233 totaal 55.9 16.7 8760 54.0 16.8 12571
  • 44. 33 5 De intelligentietests 5.1 De intelligentietests Voor de intelligentietests is gebruik gemaakt van bestaand LEO-materiaal. De indertijd door het RION ontwikkelde intelligentietests bestaan uit vijf onderdelen: figuren samenstellen, exclusie, getallenreeksen, categorieën en analogieën. Voor het PRIMA-onderzoek is alleen gebruik gemaakt van de non-verbale onderdelen ‘figuren samenstellen’ en ‘exclusie’. Ook deze tests zijn tijdens een vooronderzoek op hun psychometrische eigenschappen onderzocht (Driessen, Van Langen Ou- denhoven, 1994). Op basis hiervan zijn enkele items uit de oorspronkelijke tests verwijderd. Intelli- gentietests zijn alleen in de groepen 4, 6 en 8 afgenomen. Testafname van een geëigende test is in groep 2 achterwege gebleven teneinde deze leerlingen niet te veel te belasten. 5.2 Respons In totaal namen 44056 leerlingen uit de groepen 4, 6 en 8 deel aan de vierde meting van PRIMA; dit zijn de leerlingen uit het administratiebestand. Ten opzichte van deze groep heeft 92.9% van de leerlingen ook de intelligentietests gemaakt. Om na te gaan of er eventueel sprake is van selectieve uitval hebben we de verdeling van de sociaal-etnische achtergrond in het administratiebestand afge- zet tegen de verdeling in het bestand met de testresultaten. Deze verdelingen geven we in Tabel 5.1, met daarbij een uitsplitsing naar totale steekproef en referentiesteekproef. In de tabel staan alleen de leerlingen waarvan de sociaal-etnische achtergrond bekend is. Tabel 5.1 - Respons op de intelligentietests, naar steekproef en sociaal-etnische achtergrond (in %) referentiesteekproef totale steekproef verdeling respons verdeling respons LBO Tu/Ma 5.7 5.6 12.5 12.1 LBO ov. all. 4.4 4.2 7.8 7.5 LBO aut. 23.1 22.9 22.8 22.7 MBO 37.5 37.8 33.2 33.6 HBO/WO 29.4 29.5 23.8 24.0 n 27923 26233 40726 38110 De verschillen in sociaal-etnische achtergrond tussen verdeling en respons zijn uitermate klein. In de referentiesteekproef is het verschil maximaal .3%-punten. In de totale steekproef is het verschil maximaal .4%-punten. Behalve naar de respons ten opzichte van de administratiesteekproef, hebben we ook gekeken naar de respons met betrekking tot het toetsbestand. Uit deze analyses bleek dat 99.6% van de 40777 in groep 4, 6 en 8 getoetste leerlingen ook de intelligentietests heeft gemaakt. Daarnaast zijn er ook
  • 45. 34 nog 149 leerlingen die weliswaar de intelligentietests hebben gemaakt, maar niet aan de toetsafna- me hebben deelgenomen. Voor de hierna te beschrijven analyses nemen we ook deze laatstgenoem- de groep mee; in totaal betreft het 40926 leerlingen. 5.3 Intelligentiescores In Tabel 5.2 presenteren we allereerst per jaargroep de gemiddelde totaalscores op de intelligentie- test in de referentiesteekproef en in de totale steekproef. Daarna worden in Tabel 5.3 en Tabel 5.4 deze scores verder uitgesplitst naar sociaal-etnische achtergrond, respectievelijk geslacht. Omdat deze tests niet zijn gekalibreerd (zoals dat bij de taal- en rekentoetsen wel is gebeurd), is een verge- lijking tussen de jaargroepen niet mogelijk. Ook hier geldt dat de scores in Tabel 5.2 zijn gebaseerd op alle leerlingen, en de totaalscores in de twee daarop volgende tabellen op de leerlingen van wie de sociaal-etnische achtergrond en het geslacht bekend zijn. Tabel 5.2 - Intelligentiescores, naar steekproef en jaargroep referentiesteekproef totale steekproef sd n sd n groep 4 28.1 5.2 9809 27.5 5.6 14056 groep 6 26.0 4.6 9689 25.6 4.7 13858 groep 8 26.4 4.2 9058 25.9 4.5 13012
  • 46. 35 Tabel 5.3 - Intelligentiescores, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achtergrond referentiesteekproef totale steekproef sd n sd n groep 4 LBO Tu/Ma 24.8 6.0 512 24.9 6.0 1575 LBO ov.all. 25.8 5.8 344 25.3 6.0 962 LBO aut. 27.0 5.3 1790 26.7 5.4 2622 MBO 28.2 5.2 3457 27.9 5.2 4471 HBO/WO 29.4 4.7 2869 29.1 4.9 3361 totaal 28.0 5.3 8972 27.4 5.5 12991 groep 6 LBO Tu/Ma 24.3 4.9 505 24.3 5.1 1570 LBO ov.all. 24.4 5.0 400 24.4 5.2 986 LBO aut. 25.0 4.6 2038 24.9 4.7 2946 MBO 26.1 4.5 3419 26.0 4.5 4355 HBO/WO 27.2 4.2 2562 27.0 4.3 3031 totaal 26.0 4.6 8924 25.7 4.7 12888 groep 8 LBO Tu/Ma 24.4 4.7 454 24.8 4.6 1468 LBO ov.all. 24.8 4.8 352 25.0 4.8 897 LBO aut. 25.5 4.3 2192 25.4 4.4 3073 MBO 26.5 4.0 3051 26.4 4.1 3947 HBO/WO 27.6 3.8 2308 27.5 3.8 2735 totaal 26.4 4.2 8357 26.1 4.3 12120
  • 47. 36 Tabel 5.4 - Intelligentiescores, naar steekproef, jaargroep en geslacht referentiesteekproef totale steekproef sd n sd n groep 4 jongens 27.9 5.4 4952 27.2 5.6 7005 meisjes 28.2 5.1 4797 27.7 5.4 6961 totaal 28.1 5.2 9749 27.5 5.5 13966 groep 6 jongens 25.8 4.7 4775 25.5 4.8 6819 meisjes 26.2 4.5 4813 25.8 4.7 6919 totaal 26.0 4.6 9588 25.7 4.7 13738 groep 8 jongens 26.3 4.3 4553 26.1 4.4 6488 meisjes 26.4 4.2 4425 26.2 4.3 6393 totaal 26.4 4.2 8978 26.1 4.3 12881
  • 48. 37 6 Leerlingprofielen 6.1 De leerlingprofielen Bij alle PRIMA-metingen is aan de leerkrachten in groep 2, 4, 6 en 8 het zogenaamde leerlingpro- fiel voorgelegd waarop zij hun mening over de leerlingen ten aanzien van een aantal gedrags- en houdingsaspecten, het thuisklimaat en enkele onderwijskundige bijzonderheden konden weergeven. In de loop van de tijd is dit leerlingprofiel al een aantal keren herzien. Tussen de derde en vierde PRIMA-meting is in schooljaar 1999/2000 een valideringsonderzoek naar de laatste versie van het instrument uitgevoerd (Jungbluth, Roede en Roeleveld, 2000). Naar aanleiding daarvan is het pro- fiel bij de vierde meting opnieuw op enkele punten bijgesteld en uitgebreid. 6.2 Respons Bij de eerdere PRIMA-metingen is aan de leerkrachten gevraagd voor elke leerling in hun klas een leerlingprofiel in te vullen. Omdat het leerlingprofiel met enkele items is uitgebreid en daardoor de belasting voor de leerkrachten (nog) groter is geworden, is besloten de afname te beperken tot de helft van de leerlingen van een school, met dien verstande dat per school bij minimaal 30 leerlingen een profiel zou worden afgenomen. Bij scholen met meer dan 60 leerlingen in de groepen 2, 4, 6 en 8 werd random de helft van de leerlingen getrokken. Op de scholen waar in de betreffende groepen tussen 31 en 59 leerlingen zaten, zijn 30 leerlingen random getrokken. Bij scholen met 30 leerlin- gen of minder werden alle leerlingen geselecteerd. De leerlingprofielen zijn door de toetsleiders bij hun eerste bezoek op school achtergelaten, zodat de leerkrachten ze in de periode totdat de feitelijke toetsafname plaatsvond konden invullen. Na de toetsafnames hebben de toetsleiders de formulieren weer meegenomen. Nog niet ingevulde formu- lieren konden de leerkrachten nazenden. In totaal zijn 57942 leerlingen getoetst. Van 47.2% van deze leerlingen is ook het leerlingprofiel beschikbaar. Daarnaast zijn er ook nog 511 leerlingen die niet zijn getoetst, maar waarvan wel het profiel is ingevuld. In totaal betreft het 27894 leerlingprofielen. Het administratiebestand bevat 60237 leerlingen. Ten opzichte van dat bestand is de respons 46.3%. Of er sprake is van selectieve uitval hebben we gecontroleerd door de feitelijke verdeling naar soci- aal-etnische achtergrond van de leerlingen in het administratiebestand af te zetten tegen de respons op de leerlingprofielen. De resultaten hiervan staan vermeld in Tabel 6.1, waarbij we een uitsplit- sing hebben gemaakt naar totale steekproef en referentiesteekproef. De tabel bevat alleen de leerlin- gen waarvan de sociaal-etnische achtergrond bekend is.
  • 49. 38 Tabel 6.1 - Respons op de leerlingprofielen, naar steekproef en sociaal-etnische achtergrond (in %) referentiesteekproef totale steekproef verdeling respons verdeling respons LBO Tu/Ma 5.6 5.0 12.4 12.1 LBO ov. all. 4.3 4.3 7.8 7.6 LBO aut. 22.0 22.2 21.7 21.7 MBO 38.4 39.4 34.0 35.0 HBO/WO 29.8 29.1 24.1 23.7 n 37954 17934 55129 25973 In de referentiesteekproef wijkt de verdeling van de sociaal-etnische achtergrond tussen de admini- stratiesteekproef en profielensteekproef nauwelijks af; het maximale verschil in de afzonderlijke categorieën bedraagt 1.0%. Ook in de totale steekproef zijn de verschillen gering; daar bedraagt het maximale verschil eveneens 1%. 6.3 Schaalconstructie In de volgende paragrafen volgt een beschrijving van de schaalconstructie van de items uit de leer- lingprofielen. De analyses zijn uitgevoerd over vijf blokken, namelijk: 1. leerlingprestaties 2. leerlinggedrag 3. welzijn 4. gezinsachtergrond 5. onderwijskundige aanpak 6.3.1 Leerlingprestaties Het eerste blok vragen in het leerlingprofiel gaat over leerlingprestaties, hoe goed de leerling kan leren en in hoeverre zijn prestaties achterblijven bij zijn/haar talenten. (Bij) deze leerling(e): a. heeft duidelijk problemen met leren b. geven de prestaties een goed beeld van het talent c. kan moeilijk meekomen op school d. drijft meer op ijver dan op talent e. kan goed leren f. blijven de prestaties achter bij de capaciteiten g. heeft minder inzicht dan de prestaties suggereren h. kan eigenlijk (nog) beter presteren i. presteert meer door oefening dan door talent Voor de beantwoording konden leerkrachten kiezen uit vijf antwoordcategorieën: (1) beslist on- waar, (2) onwaar, (3) niet onwaar, niet waar, (4) waar, en (5) beslist waar.
  • 50. 39 De op dit blok items uitgevoerde factoranalyse leverde drie factoren op die samen 76.7% van de variantie verklaarden. De factoren kunnen als volgt worden geïnterpreteerd: cognitieve capaciteiten, onderpresteerder en bovenpresteerder. In Tabel 6.2 staan de resultaten van deze factoranalyse. Tabel 6.2 - Factorladingen voor de schalen cognitieve capaciteiten en prestaties van de leerling (ladingen 0.35) cogn. cap. onderprest. bovenprest. heeft duidelijk problemen met leren .89 geven de prestaties een goed beeld van het talent .76 kan moeilijk meekomen op school .89 drijft meer op ijver dan op talent .83 kan goed leren .83 blijven de prestaties achter bij de capaciteiten .86 heeft minder inzicht dan de prestaties suggereren .77 kan eigenlijk (nog) beter presteren .83 presteert meer door oefening dan door talent .79 betrouwbaarheid (alfa) .92 .79 .78 In het algemeen kunnen we stellen dat dit een duidelijk resultaat is. De factorstructuur is eenduidig en ook de betrouwbaarheid van de schalen is goed te noemen. 6.3.2 Leerlinggedrag Dit blok bevat 13 items met onderwerpen over het (probleem-)gedrag van de leerling en zijn/haar werkhouding in de klas. De items luidden als volgt: Deze leerling(e): a. is snel van streek b. kan goed met klasgenoten opschieten c. is vaak brutaal d. werkt nauwkeurig e. is bang en angstig f. is bij klasgenoten populair g. houdt zich aan de regels h. denkt al gauw dat het werk af is i. probeert altijd de eigen zin door te drijven j. houdt snel op als iets niet lukt k. maakt nooit ruzie l. heeft weinig vriend(inn)en in de klas m. raakt gauw in paniek
  • 51. 40 De factoranalyse leverde vier factoren op die samen 74.3% van de variantie verklaren. Deze facto- ren zijn te benoemen als gedrag, zelfvertrouwen, populariteit en werkhouding. De resultaten van deze analyse laat Tabel 6.3 zien. Tabel 6.3 - Factorladingen voor de schalen gedrags- en houdingsaspecten van de leerling (ladingen 0.35) gedrag zelfvertrouwen populariteit werkhouding is snel van streek .85 kan goed met klasgenoten opschieten .80 is vaak brutaal .82 werkt nauwkeurig -.81 is bang en angstig .83 is bij klasgenoten populair .88 houdt zich aan de regels -.72 -.36 denkt al gauw dat het werk af is .85 probeert altijd de eigen zin door te drijven .77 houdt snel op als iets niet lukt .73 maakt nooit ruzie -.74 heeft weinig vriend(inn)en in de klas -.86 raakt gauw in paniek .89 betrouwbaarheid (alfa) .83 .85 .87 .81 Op één item na laden alle items op slechts één factor. Dit item is toegewezen aan de schaal waarop het het hoogst laadt. De betrouwbaarheidscoëfficiënten liggen alle boven de .80, en zijn ruim vol- doende te noemen. 6.3.3 Welzijn Onder deze noemer vallen items die te maken hebben met het welbevinden van de leerlingen op school en hun relatie met de leerkracht. Deze leerling(e): a. voelt zich bij mij op zijn/haar gemak b. voelt zich op school onplezierig c. heeft met mij een goede relatie d. zou school liefst vermijden e. heeft met mij een moeilijk contact f. komt met tegenzin naar school In het onderzoek door Jungbluth, Roede en Roeleveld (2000), waar deze items onderzocht zijn, is een indeling in twee schalen gemaakt, welbevinden op school en de relatie van de leerling met de leerkracht. Deze twee factoren konden in het onderhavige onderzoek niet gerepliceerd worden, de analyses wijzen uit dat het om één factor gaat. Om inhoudelijke redenen is besloten hier toch twee schalen van te maken, waarbij enerzijds de relatie met de leerkracht en anderzijds het welbevinden
  • 52. 41 op school belicht worden. De betrouwbaarheidscoëfficiënt bedraagt voor de schaal ‘schoolwelbe- vinden’ alpha= .89 en voor de schaal ‘relatie met de leerkracht’ alpha= .86. 6.3.4 Gezinsachtergrond Evenals bij de vorige metingen is ook nu bij de vierde PRIMA-meting aan de leerkrachten gevraagd een inschatting te geven over de thuissituatie van de leerling en over de betrokkenheid van de ou- ders bij het onderwijs. Sommige van de eerdere items zijn vervangen door items over taalgebruik en cultuur in het gezin. In dit gezin: a. zijn de ouders actief betrokken bij school b. hoort de levensstijl bij een andere cultuur c. worden leren en nieuwsgierigheid bevorderd d. spreken de ouders met mij goed Nederlands e. zijn de ouders het kind bij het leren tot steun f. wordt thuis een andere taal gesproken g. zijn veel problemen Bij item g. gaat het om een losstaand item dat verder niet in de schalen is opgenomen. Ook hier kon men kiezen uit vijf antwoordcategorieën: (1) beslist onwaar, (2) onwaar, (3) niet on- waar, niet waar, (4) waar, en (5) beslist waar. Factoranalyse op deze items resulteerde in twee factoren die samen 81.6% van de variantie verkla- ren. Tabel 6.4 - Factorladingen voor de schalen ‘etnische breuk’ en ‘sociaal milieu’ (ladingen 0.35) etnische breuk sociaal milieu zijn de ouders actief betrokken bij school .79 hoort de levensstijl bij een andere cultuur .90 worden leren en nieuwsgierigheid bevorderd .91 spreken de ouders met mij goed Nederlands -.79 .36 zijn de ouders het kind bij het leren tot steun .88 wordt thuis een andere taal gesproken .93 betrouwbaarheid (alfa) .89 .87 Op één item na laden alle items op één factor. Het betreffende item is opgenomen in de schaal waar het het hoogst op laadt. Ook hier is de betrouwbaarheid van de schalen hoog.
  • 53. 42 6.3.5 Aanpak De items die betrekking hebben op de onderwijskundige c.q. pedagogische aanpak zijn bij deze meting in grote lijnen dezelfde als bij de derde meting. Items die betrekking hebben op leerpresta- ties en cognitieve capaciteiten zijn naar een andere schaal verhuisd (‘Leerlingprestaties’). Toege- voegd zijn items over discipline. De items luiden: (Bij) deze leerling(e): a. is er een individueel behandelingsplan b. krijgt extra aandacht voor discipline c. krijgt uitleg in kleine stappen d. krijgt extra aanbod voor snelle leerlingen e. wordt door mij kort gehouden f. passen bescheiden leerdoelen g. bereid ik voor op een hoge vervolgkeuze h. krijgt van mij de ruimte i. worden leerprestaties mild beoordeeld j. krijgt ook de moeilijkere stof aangeboden k. werkt vertraagd met herhalingsstof l. krijgt remediële hulp. Ook hier werd een factoranalyse uitgevoerd. Deze resulteerde in vier factoren, die gezamenlijk 78.4% van de variantie voor hun rekening nemen. Inhoudelijk kunnen deze factoren worden geïn- terpreteerd als ‘remediërende maatregelen’, ‘aandacht voor discipline’, ‘extra leerstofaanbod voor de slimme leerlingen’ en ‘gereduceerd leerstofaanbod voor de zwakkere leerlingen’. De ladingen van de items op deze factoren zijn weergegeven in Tabel 6.5. Tabel 6.5 – Factorladingen onderwijskundige aanpak (ladingen 0.35) remediërende extra gereduceerd maatregelen discipline aanbod aanbod (Bij) deze leerling(e): is er een individueel behandelingsplan .88 krijgt extra aandacht voor discipline .83 krijgt uitleg in kleine stappen .69 .43 krijgt extra aanbod voor snelle leerlingen .84 wordt door mij kort gehouden .91 passen bescheiden leerdoelen .52 -.39 .56 bereid ik voor op een hoge vervolgkeuze .79 krijgt van mij de ruimte -.67 .47 worden leerprestaties mild beoordeeld .81 krijgt ook de moeilijkere stof aangeboden .81 werkt vertraagd met herhalingsstof .65 .44 krijgt remediërende hulp .87 betrouwbaarheid (alfa) .88 .77 .85 .85
  • 54. 43 Bij deze laatste schaal is de factorstructuur niet eenduidig. Enkele items laden op twee factoren en één item zelfs op drie factoren. Deze items zijn bij de dimensie ondergebracht waarop ze het hoogst laden. De betrouwbaarheid van de schalen is voldoende tot hoog. 6.4 Schaalscores Om een indruk te geven van de gemiddelde scores op de geconstrueerde schalen presenteren we allereerst in Tabel 6.6 een overzicht van de schaalscores uitgesplitst naar steekproef en jaargroep. De scores zijn berekend door het gemiddelde te nemen van de afzonderlijke items, voor zover ten minste tweederde deel van de items over de betreffende leerling zijn ingevuld. Daarna volgt in Ta- bel 6.7 tot en met Tabel 6.21 een verdere verbijzondering naar sociaal-etnische achtergrond. Tabel 6.6 - Schaalscores op de leerlingprofielen, naar steekproef en jaargroep referentiesteekproef totale steekproef sd n sd n cognitieve capaciteiten groep 2 3.70 .90 4922 3.62 .92 7087 groep 4 3.53 1.02 4840 3.47 1.02 7056 groep 6 3.51 1.02 4897 3.47 1.02 6982 groep 8 3.51 1.06 4519 3.45 1.07 6449 onderpresteerder groep 2 2.50 .75 4905 2.55 .74 7041 groep 4 2.50 .75 4799 2.54 .75 7004 groep 6 2.56 .78 4868 2.59 .77 6956 groep 8 2.53 .83 4490 2.56 .81 6408 bovenpresteerder groep 2 2.39 .71 4908 2.44 .71 7055 groep 4 2.49 .77 4803 2.54 .77 7003 groep 6 2.51 .77 4876 2.54 .76 6957 groep 8 2.50 .80 4485 2.54 .80 6402 gedrag groep 2 3.61 .74 4959 3.57 .75 7136 groep 4 3.64 .74 4841 3.60 .76 7068 groep 6 3.61 .78 4910 3.57 .80 7010 groep 8 3.58 .79 4502 3.56 .79 6431 zelfvertrouwen groep 2 3.71 .80 4907 3.69 .81 7049 groep 4 3.70 .79 4805 3.69 .79 7003 groep 6 3.72 .77 4871 3.70 .77 6951 groep 8 3.76 .75 4478 3.74 .74 6394 populariteit groep 2 3.74 .72 4918 3.71 .73 7068 groep 4 3.62 .72 4817 3.60 .73 7024 groep 6 3.56 .76 4876 3.54 .76 6965 groep 8 3.56 .79 4475 3.55 .78 6395
  • 55. 44 Vervolg Tabel 6.6 - Schaalscores op de leerlingprofielen, naar steekproef en jaargroep referentiesteekproef totale steekproef sd n sd n werkhouding groep 2 3.39 .88 4892 3.35 .88 7047 groep 4 3.43 .85 4814 3.40 .86 7029 groep 6 3.37 .87 4881 3.34 .87 6972 groep 8 3.38 .87 4492 3.35 .89 6414 schoolwelbevinden groep 2 4.22 .59 4929 4.22 .59 7078 groep 4 4.09 .63 4801 4.07 .63 7001 groep 6 4.00 .65 4872 3.99 .64 6958 groep 8 3.93 .69 4468 3.92 .69 6384 relatie met de leerkracht groep 2 4.17 .53 4927 4.16 .54 7080 groep 4 4.08 .53 4795 4.06 .53 6991 groep 6 4.00 .56 4883 3.97 .57 6962 groep 8 3.97 .58 4471 3.95 .58 6394 etnische breuk groep 2 1.76 .95 4907 2.09 1.16 7036 groep 4 1.77 .92 4788 2.10 1.15 6967 groep 6 1.79 .96 4876 2.08 1.13 6945 groep 8 1.75 .92 4469 2.03 1.12 6356 sociaal milieu groep 2 3.73 .81 4910 3.59 .87 7046 groep 4 3.69 .78 4791 3.54 .85 6970 groep 6 3.59 .82 4882 3.48 .86 6961 groep 8 3.55 .84 4494 3.44 .88 6400 remediërende maatregelen groep 2 2.07 .95 4886 2.17 .97 7023 groep 4 2.30 1.07 4778 2.35 1.07 6958 groep 6 2.25 1.04 4859 2.28 1.02 6945 groep 8 2.09 .98 4465 2.16 .99 6379 discipline groep 2 2.24 .82 4888 2.28 .83 7016 groep 4 2.38 .85 4799 2.42 .85 6985 groep 6 2.39 .86 4862 2.44 .85 6951 groep 8 2.36 .88 4461 2.39 .88 6377 extra leerstofaanbod voor slimme leerlingen groep 2 2.68 .86 4718 2.68 .86 6744 groep 4 2.78 .99 4751 2.75 .98 6903 groep 6 2.77 1.02 4830 2.75 .99 6911 groep 8 2.84 1.11 4459 2.81 1.09 6370 gereduceerd leerstofaanbod voor zwakkere leerlingen groep 2 4.17 .53 4927 4.16 .54 7080 groep 4 4.08 .53 4795 4.06 .53 6991 groep 6 4.00 .56 4883 3.97 .57 6962 groep 8 3.97 .58 4471 3.95 .58 6394
  • 56. 45 Tabel 6.7 - Schaalscores ‘cognitieve capaciteiten’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achtergrond referentiesteekproef totale steekproef sd n sd n groep 2 LBO Tu/Ma 3.03 1.00 200 3.14 .97 731 LBO ov.all. 3.25 .93 172 3.33 .91 488 LBO aut. 3.37 .95 857 3.36 .96 1209 MBO 3.76 .84 1896 3.72 .85 2463 HBO/WO 3.99 .80 1344 3.96 .81 1595 groep 4 LBO Tu/Ma 3.16 .98 235 3.18 .98 823 LBO ov.all. 3.39 1.03 188 3.33 1.01 503 LBO aut. 3.18 1.04 932 3.2 1.03 1356 MBO 3.53 1.00 1761 3.52 1.00 2272 HBO/WO 3.84 .93 1391 3.82 .94 1651 groep 6 LBO Tu/Ma 3.13 1.02 249 3.18 .98 832 LBO ov.all. 3.23 .96 219 3.26 1.00 521 LBO aut. 3.16 1.01 1047 3.16 1.01 1457 MBO 3.54 1.00 1780 3.55 .99 2260 HBO/WO 3.87 .95 1254 3.87 .94 1464 groep 8 LBO Tu/Ma 2.99 1.08 197 3.04 1.09 698 LBO ov.all. 3.20 1.06 180 3.30 1.04 448 LBO aut. 3.13 1.05 1107 3.13 1.06 1542 MBO 3.55 1.01 1569 3.54 1.01 2003 HBO/WO 3.92 .92 1168 3.92 .92 1360
  • 57. 46 Tabel 6.8 - Schaalscores ‘onderpresteerder’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische ach- tergrond referentiesteekproef totale steekproef sd n sd n groep 2 LBO Tu/Ma 2.81 .71 199 2.72 .70 721 LBO ov.all. 2.81 .73 169 2.81 .72 485 LBO aut. 2.54 .68 860 2.56 .68 1209 MBO 2.49 .74 1893 2.52 .73 2451 HBO/WO 2.39 .77 1339 2.42 .77 1584 groep 4 LBO Tu/Ma 2.59 .67 233 2.60 .68 818 LBO ov.all. 2.67 .72 187 2.70 .72 500 LBO aut. 2.52 .69 923 2.55 .71 1345 MBO 2.52 .76 1741 2.54 .76 2249 HBO/WO 2.44 .79 1381 2.45 .80 1641 groep 6 LBO Tu/Ma 2.70 .71 245 2.68 .70 832 LBO ov.all. 2.66 .70 216 2.70 .72 518 LBO aut. 2.64 .77 1038 2.63 .77 1446 MBO 2.55 .78 1774 2.56 .78 2251 HBO/WO 2.48 .79 1247 2.5 .79 1461 groep 8 LBO Tu/Ma 2.72 .81 198 2.66 .75 698 LBO ov.all. 2.62 .81 176 2.67 .83 443 LBO aut. 2.57 .79 1100 2.57 .78 1530 MBO 2.52 .81 1559 2.55 .81 1990 HBO/WO 2.46 .85 1162 2.47 .85 1354
  • 58. 47 Tabel 6.9 - Schaalscores ‘bovenpresteerder’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische ach- tergrond referentiesteekproef totale steekproef sd n sd n groep 2 LBO Tu/Ma 2.79 .73 200 2.72 .74 727 LBO ov.all. 2.58 .66 169 2.61 .66 482 LBO aut. 2.61 .68 860 2.6 .67 1212 MBO 2.38 .70 1890 2.4 .69 2453 HBO/WO 2.17 .67 1338 2.18 .68 1582 groep 4 LBO Tu/Ma 2.80 .76 236 2.78 .75 816 LBO ov.all. 2.64 .72 185 2.72 .76 500 LBO aut. 2.71 .75 930 2.70 .75 1352 MBO 2.49 .74 1741 2.51 .74 2247 HBO/WO 2.30 .76 1380 2.32 .76 1639 groep 6 LBO Tu/Ma 2.77 .68 247 2.76 .70 831 LBO ov.all. 2.67 .73 215 2.66 .73 514 LBO aut. 2.70 .75 1039 2.69 .74 1447 MBO 2.51 .77 1777 2.50 .76 2253 HBO/WO 2.28 .74 1251 2.29 .75 1466 groep 8 LBO Tu/Ma 2.75 .89 198 2.80 .78 697 LBO ov.all. 2.54 .74 177 2.60 .76 445 LBO aut. 2.71 .79 1097 2.68 .77 1527 MBO 2.49 .77 1558 2.51 .77 1989 HBO/WO 2.29 .79 1158 2.29 .78 1350
  • 59. 48 Tabel 6.10 - Schaalscores ‘gedrag’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achtergrond referentiesteekproef totale steekproef sd n sd n groep 2 LBO Tu/Ma 3.35 .78 204 3.47 .78 740 LBO ov.all. 3.53 .80 174 3.51 .77 490 LBO aut. 3.48 .77 865 3.46 .78 1220 MBO 3.62 .71 1913 3.59 .73 2481 HBO/WO 3.7 .73 1350 3.68 .72 1602 groep 4 LBO Tu/Ma 3.47 .74 236 3.49 .77 824 LBO ov.all. 3.52 .78 188 3.49 .81 506 LBO aut. 3.60 .73 937 3.56 .74 1362 MBO 3.62 .74 1754 3.61 .76 2268 HBO/WO 3.74 .73 1391 3.73 .73 1654 groep 6 LBO Tu/Ma 3.36 .86 250 3.38 .82 842 LBO ov.all. 3.46 .87 219 3.48 .88 522 LBO aut. 3.49 .82 1048 3.45 .83 1458 MBO 3.65 .76 1786 3.63 .77 2266 HBO/WO 3.73 .73 1257 3.71 .76 1472 groep 8 LBO Tu/Ma 3.27 .92 198 3.37 .87 698 LBO ov.all. 3.54 .76 179 3.54 .78 448 LBO aut. 3.52 .81 1107 3.49 .82 1542 MBO 3.60 .75 1563 3.58 .76 1996 HBO/WO 3.67 .77 1165 3.67 .76 1357
  • 60. 49 Tabel 6.11 - Schaalscores ‘zelfvertrouwen’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achter- grond referentiesteekproef totale steekproef sd n sd n groep 2 LBO Tu/Ma 3.78 .76 202 3.72 .80 728 LBO ov.all. 3.77 .66 171 3.77 .74 483 LBO aut. 3.63 .81 855 3.61 .82 1206 MBO 3.72 .79 1895 3.7 .81 2452 HBO/WO 3.73 .81 1339 3.71 .82 1588 groep 4 LBO Tu/Ma 3.81 .73 233 3.73 .74 813 LBO ov.all. 3.67 .76 187 3.69 .79 498 LBO aut. 3.66 .78 932 3.64 .78 1354 MBO 3.69 .80 1743 3.69 .80 2251 HBO/WO 3.72 .82 1379 3.7 .82 1638 groep 6 LBO Tu/Ma 3.78 .65 248 3.72 .68 835 LBO ov.all. 3.74 .68 218 3.72 .72 517 LBO aut. 3.62 .75 1037 3.58 .78 1447 MBO 3.70 .80 1776 3.69 .80 2250 HBO/WO 3.80 .79 1243 3.78 .78 1455 groep 8 LBO Tu/Ma 3.79 .75 196 3.74 .73 695 LBO ov.all. 3.79 .68 177 3.81 .68 444 LBO aut. 3.67 .76 1102 3.65 .76 1534 MBO 3.77 .72 1556 3.74 .73 1985 HBO/WO 3.83 .73 1156 3.82 .73 1346
  • 61. 50 Tabel 6.12 - Schaalscores ‘populariteit’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achter- grond referentiesteekproef totale steekproef sd n sd n groep 2 LBO Tu/Ma 3.46 .68 201 3.54 .71 731 LBO ov.all. 3.58 .73 171 3.59 .75 485 LBO aut. 3.62 .75 859 3.61 .75 1210 MBO 3.78 .70 1899 3.76 .71 2457 HBO/WO 3.83 .71 1341 3.82 .71 1590 groep 4 LBO Tu/Ma 3.50 .66 236 3.49 .71 816 LBO ov.all. 3.50 .69 187 3.50 .78 499 LBO aut. 3.49 .73 934 3.49 .75 1359 MBO 3.63 .72 1742 3.63 .72 2251 HBO/WO 3.72 .70 1384 3.72 .71 1646 groep 6 LBO Tu/Ma 3.50 .75 248 3.46 .70 836 LBO ov.all. 3.48 .80 216 3.51 .75 519 LBO aut. 3.42 .80 1041 3.41 .80 1451 MBO 3.60 .74 1779 3.58 .74 2255 HBO/WO 3.66 .76 1248 3.66 .76 1460 groep 8 LBO Tu/Ma 3.50 .76 197 3.50 .76 698 LBO ov.all. 3.53 .71 177 3.57 .76 444 LBO aut. 3.48 .79 1099 3.46 .79 1531 MBO 3.57 .77 1553 3.56 .76 1983 HBO/WO 3.66 .80 1161 3.65 .80 1352
  • 62. 51 Tabel 6.13 - Schaalscores ‘werkhouding’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achter- grond referentiesteekproef totale steekproef sd n sd n groep 2 LBO Tu/Ma 3.22 .90 198 3.27 .87 727 LBO ov.all. 3.32 .88 171 3.28 .89 484 LBO aut. 3.18 .88 853 3.17 .87 1207 MBO 3.41 .87 1888 3.39 .88 2450 HBO/WO 3.54 .85 1336 3.52 .86 1586 groep 4 LBO Tu/Ma 3.25 .82 234 3.32 .84 818 LBO ov.all. 3.37 .84 188 3.34 .89 503 LBO aut. 3.27 .86 931 3.25 .86 1356 MBO 3.40 .85 1744 3.40 .86 2253 HBO/WO 3.61 .83 1384 3.60 .83 1647 groep 6 LBO Tu/Ma 3.22 .85 246 3.22 .82 835 LBO ov.all. 3.22 .85 219 3.22 .87 521 LBO aut. 3.17 .89 1040 3.14 .88 1450 MBO 3.42 .88 1780 3.41 .87 2257 HBO/WO 3.52 .84 1248 3.52 .84 1461 groep 8 LBO Tu/Ma 3.20 .89 198 3.19 .90 698 LBO ov.all. 3.30 .82 179 3.32 .90 448 LBO aut. 3.20 .86 1106 3.18 .87 1537 MBO 3.41 .86 1559 3.39 .87 1989 HBO/WO 3.55 .85 1160 3.55 .84 1352
  • 63. 52 Tabel 6.14 - Schaalscores ‘schoolwelbevinden’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achtergrond referentiesteekproef totale steekproef sd n sd n groep 2 LBO Tu/Ma 4.16 .54 203 4.20 .57 732 LBO ov.all. 4.14 .59 173 4.21 .59 483 LBO aut. 4.14 .60 861 4.13 .60 1214 MBO 4.23 .59 1902 4.23 .58 2460 HBO/WO 4.29 .60 1342 4.28 .60 1594 groep 4 LBO Tu/Ma 4.13 .54 236 4.07 .60 821 LBO ov.all. 4.01 .57 185 4.01 .65 496 LBO aut. 4.00 .65 928 3.97 .65 1352 MBO 4.10 .62 1741 4.09 .61 2249 HBO/WO 4.15 .64 1378 4.15 .63 1634 groep 6 LBO Tu/Ma 4.01 .58 250 3.99 .59 836 LBO ov.all. 3.98 .64 218 3.99 .63 519 LBO aut. 3.85 .68 1036 3.85 .67 1445 MBO 4.02 .63 1773 4.02 .62 2251 HBO/WO 4.12 .66 1246 4.10 .66 1459 groep 8 LBO Tu/Ma 3.84 .67 193 3.87 .73 695 LBO ov.all. 3.89 .60 178 3.94 .62 445 LBO aut. 3.80 .71 1095 3.78 .71 1523 MBO 3.94 .69 1556 3.93 .68 1988 HBO/WO 4.04 .66 1156 4.04 .65 1347
  • 64. 53 Tabel 6.15 - Schaalscores ‘relatie met de leerkracht’, naar steekproef, jaargroep en sociaal- etnische achtergrond referentiesteekproef totale steekproef sd n sd n groep 2 LBO Tu/Ma 4.00 .55 203 4.07 .53 732 LBO ov.all. 4.03 .54 174 4.09 .55 489 LBO aut. 4.13 .52 862 4.11 .54 1216 MBO 4.19 .52 1895 4.18 .53 2456 HBO/WO 4.23 .54 1342 4.21 .55 1589 groep 4 LBO Tu/Ma 4.02 .53 236 4.02 .54 820 LBO ov.all. 4.00 .51 187 3.97 .57 498 LBO aut. 4.06 .51 926 4.04 .51 1350 MBO 4.09 .53 1735 4.08 .53 2239 HBO/WO 4.10 .52 1378 4.10 .53 1634 groep 6 LBO Tu/Ma 3.91 .59 248 3.88 .56 830 LBO ov.all. 3.89 .62 217 3.86 .61 516 LBO aut. 3.95 .54 1041 3.94 .54 1450 MBO 4.02 .55 1774 4.01 .55 2252 HBO/WO 4.05 .58 1256 4.04 .59 1469 groep 8 LBO Tu/Ma 3.80 .62 195 3.84 .63 696 LBO ov.all. 3.90 .56 178 3.92 .57 443 LBO aut. 3.95 .57 1095 3.93 .57 1528 MBO 3.97 .57 1554 3.96 .58 1987 HBO/WO 4.03 .57 1158 4.02 .57 1350
  • 65. 54 Tabel 6.16 - Schaalscores ‘etnische breuk’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achter- grond referentiesteekproef totale steekproef sd n sd n groep 2 LBO Tu/Ma 3.97 .74 197 3.91 .66 719 LBO ov.all. 3.47 1.06 170 3.46 1.00 481 LBO aut. 1.64 .63 861 1.67 .63 1212 MBO 1.61 .74 1890 1.79 .92 2439 HBO/WO 1.50 .75 1342 1.63 .88 1590 groep 4 LBO Tu/Ma 3.99 .64 228 3.98 .63 809 LBO ov.all. 3.16 1.08 184 3.30 1.00 496 LBO aut. 1.60 .56 931 1.63 .57 1352 MBO 1.61 .71 1736 1.77 .88 2230 HBO/WO 1.53 .72 1379 1.63 .84 1633 groep 6 LBO Tu/Ma 4.02 .66 244 3.91 .62 824 LBO ov.all. 3.27 1.03 216 3.22 .97 516 LBO aut. 1.63 .61 1042 1.65 .61 1445 MBO 1.63 .73 1770 1.75 .85 2252 HBO/WO 1.50 .73 1255 1.59 .83 1461 groep 8 LBO Tu/Ma 4.03 .73 193 3.98 .65 679 LBO ov.all. 3.21 .93 173 3.20 .94 426 LBO aut. 1.63 .60 1101 1.65 .60 1534 MBO 1.60 .75 1552 1.74 .86 1978 HBO/WO 1.47 .68 1161 1.56 .78 1352
  • 66. 55 Tabel 6.17 - Schaalscores ‘sociaal milieu’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achter- grond referentiesteekproef totale steekproef sd n sd n groep 2 LBO Tu/Ma 2.83 .84 202 2.88 .86 726 LBO ov.all. 2.83 .80 170 2.89 .88 477 LBO aut. 3.40 .82 859 3.35 .83 1209 MBO 3.80 .72 1897 3.75 .74 2457 HBO/WO 4.09 .68 1338 4.05 .70 1587 groep 4 LBO Tu/Ma 2.92 .94 228 2.84 .88 808 LBO ov.all. 3.05 .78 185 3.00 .82 491 LBO aut. 3.42 .75 928 3.35 .79 1348 MBO 3.73 .68 1736 3.69 .73 2241 HBO/WO 4.02 .68 1381 3.99 .70 1633 groep 6 LBO Tu/Ma 2.65 .80 247 2.76 .80 829 LBO ov.all. 2.75 .80 218 2.89 .81 519 LBO aut. 3.32 .82 1043 3.30 .82 1450 MBO 3.69 .71 1775 3.65 .73 2255 HBO/WO 4.00 .68 1252 3.98 .70 1463 groep 8 LBO Tu/Ma 2.71 .84 195 2.70 .87 691 LBO ov.all. 2.93 .86 178 3.01 .84 436 LBO aut. 3.26 .81 1104 3.24 .83 1537 MBO 3.62 .74 1564 3.59 .76 1994 HBO/WO 3.96 .71 1162 3.95 .72 1354
  • 67. 56 Tabel 6.18 - Schaalscores ‘remediërende maatregelen’, naar steekproef, jaargroep en sociaal- etnische achtergrond referentiesteekproef totale steekproef sd n sd n groep 2 LBO Tu/Ma 3.01 .91 198 2.70 .99 723 LBO ov.all. 2.70 1.03 170 2.55 .99 483 LBO aut. 2.24 .99 851 2.29 .98 1197 MBO 1.99 .90 1887 2.07 .92 2445 HBO/WO 1.83 .83 1340 1.87 .86 1587 groep 4 LBO Tu/Ma 2.59 1.01 230 2.58 1.00 808 LBO ov.all. 2.42 1.05 186 2.47 1.06 497 LBO aut. 2.58 1.12 924 2.58 1.10 1341 MBO 2.27 1.06 1731 2.29 1.06 2236 HBO/WO 2.07 1.01 1379 2.09 1.02 1631 groep 6 LBO Tu/Ma 2.64 1.03 249 2.49 .98 835 LBO ov.all. 2.34 .98 216 2.45 1.01 516 LBO aut. 2.46 1.04 1042 2.46 1.03 1449 MBO 2.24 1.04 1767 2.22 1.02 2247 HBO/WO 2.00 .98 1240 2.01 .97 1453 groep 8 LBO Tu/Ma 2.51 .99 194 2.53 1.00 689 LBO ov.all. 2.38 1.06 178 2.32 .98 444 LBO aut. 2.33 .99 1095 2.34 1.00 1530 MBO 2.03 .95 1556 2.06 .95 1986 HBO/WO 1.85 .90 1157 1.86 .89 1348
  • 68. 57 Tabel 6.19 - Schaalscores ‘discipline’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achtergrond referentiesteekproef totale steekproef sd n sd n groep 2 LBO Tu/Ma 2.60 .82 201 2.43 .80 724 LBO ov.all. 2.39 .78 170 2.43 .81 478 LBO aut. 2.39 .87 849 2.40 .86 1198 MBO 2.20 .79 1886 2.24 .82 2437 HBO/WO 2.11 .79 1340 2.12 .79 1588 groep 4 LBO Tu/Ma 2.59 .86 233 2.57 .85 814 LBO ov.all. 2.44 .83 187 2.50 .85 501 LBO aut. 2.50 .84 928 2.53 .85 1345 MBO 2.40 .86 1738 2.40 .86 2243 HBO/WO 2.23 .81 1382 2.24 .82 1633 groep 6 LBO Tu/Ma 2.78 .90 247 2.67 .88 833 LBO ov.all. 2.51 .88 216 2.54 .83 519 LBO aut. 2.55 .89 1036 2.58 .88 1445 MBO 2.34 .83 1770 2.35 .82 2247 HBO/WO 2.25 .82 1248 2.27 .83 1462 groep 8 LBO Tu/Ma 2.81 .94 192 2.64 .91 690 LBO ov.all. 2.55 .88 178 2.47 .91 443 LBO aut. 2.49 .90 1096 2.51 .90 1530 MBO 2.32 .83 1554 2.34 .84 1985 HBO/WO 2.18 .86 1153 2.18 .84 1343
  • 69. 58 Tabel 6.20 - Schaalscores ‘extra leerstofaanbod voor slimme leerlingen’, naar steekproef, jaar- groep en sociaal-etnische achtergrond referentiesteekproef totale steekproef sd n sd n groep 2 LBO Tu/Ma 2.39 .78 191 2.46 .79 690 LBO ov.all. 2.50 .82 162 2.55 .84 455 LBO aut. 2.43 .79 830 2.46 .81 1164 MBO 2.70 .84 1805 2.73 .84 2336 HBO/WO 2.90 .90 1304 2.93 .89 1534 groep 4 LBO Tu/Ma 2.49 .92 230 2.56 .94 804 LBO ov.all. 2.65 .98 188 2.68 .94 497 LBO aut. 2.50 .93 922 2.52 .92 1334 MBO 2.75 .96 1726 2.76 .96 2225 HBO/WO 3.07 1.01 1353 3.07 1.01 1595 groep 6 LBO Tu/Ma 2.36 .94 245 2.54 .90 830 LBO ov.all. 2.48 .87 217 2.58 .93 517 LBO aut. 2.44 .95 1035 2.45 .95 1443 MBO 2.81 .98 1755 2.82 .97 2231 HBO/WO 3.11 1.03 1238 3.11 1.01 1450 groep 8 LBO Tu/Ma 2.40 1.02 192 2.54 1.03 689 LBO ov.all. 2.60 1.09 179 2.66 1.05 443 LBO aut. 2.42 .99 1100 2.45 1.00 1533 MBO 2.87 1.06 1550 2.87 1.06 1979 HBO/WO 3.30 1.08 1150 3.29 1.07 1340
  • 70. 59 Tabel 6.21 - Schaalscores ‘gereduceerd leerstofaanbod voor zwakkere leerlingen’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achtergrond referentiesteekproef totale steekproef sd n sd n groep 2 LBO Tu/Ma 2.73 .76 196 2.62 .82 715 LBO ov.all. 2.61 .82 166 2.55 .79 475 LBO aut. 2.40 .84 848 2.43 .83 1192 MBO 2.13 .73 1857 2.18 .75 2404 HBO/WO 1.98 .72 1321 2.01 .73 1563 groep 4 LBO Tu/Ma 2.53 .80 232 2.52 .83 812 LBO ov.all. 2.38 .86 190 2.43 .84 496 LBO aut. 2.55 .93 927 2.52 .91 1345 MBO 2.26 .87 1738 2.26 .86 2234 HBO/WO 2.00 .79 1377 2.02 .80 1628 groep 6 LBO Tu/Ma 2.50 .89 248 2.49 .84 826 LBO ov.all. 2.36 .81 216 2.44 .84 516 LBO aut. 2.49 .88 1040 2.49 .88 1446 MBO 2.25 .86 1757 2.25 .85 2228 HBO/WO 2.00 .81 1242 2.00 .80 1452 groep 8 LBO Tu/Ma 2.59 .88 192 2.60 .90 688 LBO ov.all. 2.45 .89 179 2.40 .86 444 LBO aut. 2.48 .94 1097 2.50 .93 1531 MBO 2.14 .86 1556 2.17 .85 1986 HBO/WO 1.90 .81 1154 1.91 .80 1344 In de voorgaande tabellen zijn de scores op de geconstrueerde schalen naast steekproef en jaargroep afgezet tegen de sociaal-etnische herkomst van de leerlingen. In Tabel 6.22 tot en met Tabel 6.36 geven we de uitsplitsing naar geslacht weer.