1. 1) Jan kijkt er naar uit als hij het vak ICT op school krijgt, dan gaat hij met veel plezier naar die
les.
2) Tijdens de les spelen de leerlingen geen spelletjes maar zoeken ze informatie op over school,
ze kunnen ook zeggen of de bron betrouwbaar is of niet.
3) Als de leerlingen een moment vrij hebben mogen ze op de computer, ze weten hier welke
leerzame spelletjes ze allemaal kunnen raadplegen.
4) De leerlingen kunnen zelfstandig informatie opzoeken en weten of deze betrouwbaar is.
5) Ze kennen de mogelijkheden van een computer/tablet, ze kunnen tekenen, verhaaltjes
schrijven maar ook zelf oefeningen maken om hunzelf te testen.
6) Ze weten hoe ze bestanden downloaden en ze in het juiste mapje zetten, dit kunnen ze ook
met zelf geschreven documenten over een bepaald onderwerp.
7) Ze kunnen hun gevonden informatie bijvoorbeeld in een PowerPoint of een prezi zetten om
dit voor te stellen aan de klas bij bijvoorbeeld een spreekbeurt.
8) Ze weten dat er verschillende vorm van communiceren bestaan via de computer en weten
dat ze hier ook respect moeten hebben voor iedereen, net zoals in het echt