Future through God and Christ

1. OP55
Jeremia en
gericht over
Babylon
Openbaring,
16-09-2020
afbeelding:
Jeremia uit de
Sixtijnse kapel

2. OP55
Babylon
Jeremia 51
Overzicht:
51:1-14 Gericht over Babylon
51:15-19 Lofrede, apologie
51:20-26 Verwoester zelf verwoest
51:27-33 Internationale strijd tegen Babylon
51:34-44 Verlossing uit Babel
51:45-58 Geloof in Babels einde
51:59-64 Laatste symbolische handeling

3. OP55
Heiligt tegen haar de natiën
met de koningen van Medië*,
diens onderkoningen en al
diens hoge ambtenaren en elk
land waarover het regeert -
Jeremia 51:28
Strijd tegen Babylon 51:27-33
Jes.13:17; 21:2; Dan.8:20; 9:1
*Medië =
Koerdistan?

4. OP55
En de aarde zal beven* en pijn lijden,
want de beramingen van Jahweh
zijn opgekomen tegen Babylon,
om het land van Babylon te plaatsen
als een woestenij** zonder bewoner -
Jeremia 51:29
*aarde beeft – zie 50:46
zo ook landen: Juda 4:7; 44:22;
Egypte 46:19 en Moab 48:9
ook 49:21, Ri.5:4; Nah.1:2-6,
Hab.3:1-15
**woestenij = ruïnering
Openbaring 18:2,16,19

5. OP55
De meesters van Babylon zijn afkerig
van t vechten; zij zitten in bolwerken;
hun meesterschap is verschrompeld;
zij zijn als vrouwen* geworden; hun
tabernakels zijn verwoest; haar steun-
balken zijn gebroken Jeremia 51:30 Foto:
bolwerk/fort
*als vrouwen: verslagenheid,
men was door de poorten
heen gebroken – Amos 1:5
Nahum 3:13; Jesaja 45:2
poort van vijanden bezitten =
belofte Israël Genesis 22:17

6. OP55
De renner rent om renner te ontmoeten,
en boodschap-drager om boodschap-drager
te ontmoeten, om de koning van Babylon te
vertellen dat zijn stad van(af) eind (tot eind)
ingenomen is Jeremia 51:31

7. OP55
En de doorwaadbare plaatsen zijn
in bezit genomen, en zij hebben
de rietvelden met vuur verbrand,
en de mannen van oorlog zijn in
paniek. Jeremia 51:32
stad Babylon werd belaagd
en de omgeving platgebrand =
angst en paniek

8. OP55
Want zo spreekt Jahweh van de
menigten*, God (Elohim) van
Israël: de dochter van Babylon (is)
als een dorsvloer** in de tijd
van het vertrappen; binnenkort
komt de oogsttijd tot haar. Jer. 51:33
* 32x in Jeremia
**dorsvloer: beeld van
gericht – 4:11 + Micha 4:12,13
oogst 48:32 + Hosea 6:11,
Mattheüs 13 einde v.d. eon

9. OP55
Uit: Companion Bible-EWB
Jeremia 51:34-58 Overzicht:
34,35 Babylon, Sions strafbaarstelling van
36-38 Sion, Jahwehs verdediging van
39 Babylon dronken gemaakt
40-43 Overstroming
44 Babel, Jahwehs gericht over
45-56 Sion, Jahwehs wreken van
57 Babylon dronken gemaakt
58 Vuurzee

10. OP55
Jeremia 51:34
Hij verslond mij, verwarde mij,
Nebukadnezar, koning van Babylon;
hij zette mij als een leeg vat, hij
slokte mij op als (een) monster; hij
vulde zijn pens met mijn weelden;
hij spoelde mij uit.
51:34-44 (verlossing)
Jeruzalem spreekt in
de ik-vorm (49:14)
uitspoelen: beeld
van ballingschap

11. OP55
Het geweld en de verwoesting die
op mij kwam zij op Babylon, zegt de
bewoner van Sion, en mijn bloed zij
op de bewoners van Chaldea, zegt
Jeruzalem Jeremia 51:35
‘het gericht
andersom’ is het
gebed van Sion
en Jeruzalem
foto: Dormiton
Abbey op de berg
Sion te Jeruzalem

12. OP55
Jeremia 51:36
Daarom, zo spreekt Jahweh: Zie, Ik zal
voor jouw zaak strijden en vergelden
met vergelding voor jou; en Ik zal haar
zee draineren en haar bron opdrogen
droogte = gericht
Elia: 1 Koningen 17:1;
Jakobus 5:17
Zacharia 14:17,18
Openbaring 16:12

13. OP55
En Babylon zal worden als de (graf)-
heuvel, een woonplaats van wilde
jakhalzen, tot verbazing en aanfluiting,
zonder bewoner
Jeremia 51:37; zie
ook :29, 43; 50:23
Openbaring 18:21
Foto: wilde jakhalzen bij Jeruzalem

14. OP55
Zij brullen tezamen als beschermde
leeuwen; zij schudden als welpen
van leeuwen Jeremia 51:38
volk van Babel brult als hongerige
leeuwen, aan Babel wordt de beker
beloofd: Jeremia 25:27-29; andere
volken hebben die
eerst moeten drinken: 25:15-26

15. OP55
In hun warmte zal Ik hun feest
uitzetten, en Ik zal ze dronken
maken opdat zij vreugdevol mogen
zijn. En zij zullen een eonische slaap
slapen, en zij zullen niet ontwaken,
verklaart Jahweh Jeremia 51:39
bij de warmte van opwinding bij
leeuwen die eten krijgen, zal
Jahweh ze dronken maken:
Jer.46:10 (Egypte) en 28:26
(Moab),
bedwelmd en beschonken gaan ze
aan het zwaard ten onder. (51:7)

16. OP55
Ik zal ze neerbrengen als slachtscha-
pen, als rammen en geitebokken
Hoe is Seshak ingenomen, en hoe is
de lofprijs van heel de aarde in bezit
genomen! Hoe is Babylon geworden
tot verbazing te midden van de natiën!
Jeremia 51:40,41
Seshak is Babel, ook in
25:26 een atbasj.

17. OP55
De zee is opgekomen over Babylon, ze is bedekt in
haar lawaaiige golvenmf, haar steden zijn woes-
tenij geworden, droog land en steppe, een land
waarin totaal niemand zal wonen, noch
zal een zoon van Adam daar doorgaan.
Jeremia 51:42,43
golven = metafoor voor
volken die overspoelden,
Ps.65:8; Jes.17:12,13;
ook voor Babylon zelf,
Jer.46:7,8; 47:2

18. OP55
En Ik zal Bel oproepen tot
rekenschap in Babylon, en
uit zijn mond voortbrengen
wat hij opgeslokt heeft, en
niet langer zullen de natiën
naar hem stromen; zelfs de
muur van Babylon zal vallen Jeremia 51:44
Tempel van
Bel, Palmyra
- Syrië
Bel = heer, bezitter
apocrief boek:
Bel en de draak
Baäl

19. OP55
Kom uit haar midden, Mijn volk, en
ontsnap, ieder met zijn ziel, vanaf de
hitte van de verontwaardiging van
Jahweh! Jeremia 51:45
verontwaardiging
is aph (hb),  neus-
gaten: snelle adem uit
verontwaardiging
geloof in Babels einde, 51:45-58

20. OP55
En opdat je hart niet timide wordt en
je bevreesd bent over (een) bericht dat
in het land gehoord wordt, +een bericht
iover een jaar, en (nog een) bericht
erna in (het volgende) jaar: en geweld
in het land! En heerser tegen heerser!
Jeremia 51:46
Thessalonicenzen
waren verontrust
door berichten of
mogelijke brief van
Paulus