2. OP51
18. En de vrouw die jij waargenomen hebt is de grote stad die
een koninkrijk heeft over de koningen van de aarde.
Openbaring 17:18, pNCV
3. OP51
18:1 Na deze dingen nam ik een andere boodschapper waar,
afdalend uit de hemel, grote volmacht hebbend. En de aarde werd
verlicht door zijn heerlijkheid.
2 En hij schreeuwde met een sterke stem, zeggend: "Gevallen!
Gevallen is het grote Babylon!” En het is een woonplaats geworden
van demonen en een gevangenis van iedere onreine geest en een
gevangenis van iedere onreine en gehate vogel,
Openbaring 17:18-18:2, pNCV
4. OP51
4 En ik hoorde een andere stem uit de hemel, zeggend: "Komt uit haar,
Mijn volk, opdat jullie niet tezamen deelnemen aan haar zonden, en
opdat jullie niet uit haar slagen ontvangen,
5 want haar zonden reiken tot de hemel, en God heeft zich haar
onrechten herinnerd.
3 want door de wijn van de gramschap van haar hoererij zijn alle
natiën gevallen, en de koningen van de aarde hebben met haar
gehoereerd, en de koopmannen van de aarde zijn rijk uit de kracht
van haar weelde.
Openbaring 18:3-5, pNCV
5. OP51
Gericht van Jahweh over Babel – 3 keer
1e : Babel in Genesis 10-11
God verwart (desintegreert) de taal/spraak
en God roept daarna Abram aan Zijn zijde
6. OP51
2e : Babel moet door Kores – Jesaja 44,45
het volk laten vertrekken
9. 1Lasten van de natiën en Israëls zegeningen Jesaja 13:1 – 27:13
(= Jesaja 28:1 – 35:10, weeën en heerlijkheid)
OP51
13:1-14:32 Babylon en Filistea ..... lasten …… Sion en Tyrus 22:1-27:13
15:1-16:14 Moab ….. lasten …… Arabië 21:13-17
17:1-14 Damascus ….. lasten …… Duma 21:11-12
18:1-7 Ethiopië ….. lasten …… Wildernis 21:1-10
19:1-4 Verwarring Egypte-Assyrië Ballingschap 20:1-6
19:5-10 Verwoesting toestand Genezing 19:18-25
19:11 dwazen 12 oorzaak vorsten dwazen 13-15, oorzaak 16-17
1Bron: concordant version of the old testament, Isaiah, 2nd printing, 1978, CPC
10. OP51
Jesaja 21:1
Last over Babel
Last, Hb: משא massa
Vb van last:
Levieten in dienst, Numeri 4
van het volk op Mozes, Numeri 11
muziek, 1 Kronieken 15:22
schatting, 2 Kronieken 17:11
ongerechtigheden, Psalm 38:4
de profetie, Jesaja 13:1, Jeremia 23:34-36
11. OP51
In 21:1 wordt visioen verteld, in 13:1 gezien. Het visioen is als een
wervelwind, komt voort uit trouweloosheid/verraderlijkheid en
resulteert in verwoesting. Meden+Perzen verraden ontrouw Babel.
Jesaja 21 LAST VAN DE 7WILDERNISSEN0
1. Zoals wegvagende wervelwinden aan de
zuidelijke rand voorbijtrekken, komend uit
de wildernis, vanuit een afschrikkend land
2. Een hard gezicht (visioen) is mij bekendge-
maakt; de verraderlijke is verraderlijk
en de verwoestende verwoest.
12. OP51
21:2 Tegen mij is Elam! 7En tegen mij komen de agenten0 van Medie!
21:2b komt uit de mond van Babel
Elam is deel van Perzië (nu Iran), en
die lijken voorop te lopen, daarna
komen de Meden
13. OP51
Jesaja 21:2 Al het zuchten daardoor doe ik ophouden.
3. Daarom zijn mijn lenden vol hevige pijnscheuten
En weeën houden mij vast als de weeën van een barende vrouw
Ik krimp ineen bij het horen, verschrikt door het zien
4. Mijn hart heeft gedwaald, huivering beangst mij,
De 7ziel0 waar ik aan verkleefd ben brengt mij tot verschrikking.
21:3,4 het zuchten van Jesaja, hij
houdt het in, maar dat zorgt voor
verder lichamelijk ongemak.
14. OP51
5. Maak de tafel gereed! Kijk uit, ja kijk uit! Eet! Drink! Sta op, vorsten!
Zalf het schild!
21:3,4 men feest in Babel, en in
dezelfde nacht komt het ten val
Daniel 5.
15. OP51
Jesaja -in Jeruzalem- moet een
wachter instellen, hij instrueert
hem. Die let goed op en ontvangt
berichten vanuit Babylon.
6. Want dit zegt Jahweh tot mij: Ga! Zet een wachter neer, wat hij zal zien zal
hij vertellen.
7. Want hij kan een strijdwagen zien, een stel mannen, ruiters te paard,
een berijder van een ezel, een berijder van een kameel.
En hij let oplettend op met veel oplettendheid.
8. En hij roept ‘Ik zie iets op de wacht, mijn Heer!’
Ik sta voortdurend bij dag, en ik sta op mijn opdracht al de nachten.
9. En zie dit! Daar komt een strijdwagen met mannen. Een paar rijders te
paard! En hij antwoordt en zegt: Gevallen! Gevallen! Is het grote Babylon!
En al de inkervingen en haar verboden afgoden zijn gebroken en op de
aarde gevallen.
16. OP51 Climax van het visioen:
Jesaja is de dorser en zijn volk wordt gedorst; hij geniet niet van zijn
taak, hij vertelt wat hij hoort van Jahweh. Babylons val raakt ook het
volk van Jahweh. De last lag op de wildernissen; daardoor zou het
verslag van deze gebeurtenissen komen. Hier zijn de indicaties van
Juda’s deportatie; de profeet sprak van het karakter ervan.
10. Mijn vertrapt volk! En de zoon van mijn dorsvloer! Wat ik hoor van Jahweh
Zebaoth (van de menigten), de God (Elohim) van Israël, vertel ik je.
18. Jesaja 47
vers 1-5 is beeldende taal, een gelijkenis van vernedering:
1. PNeer! En zit op de grond, maagdelijke dochter van Babylon! Zit op de
aarde, niet op een troon, dochter van de Chaldeeën! Want niet langer
zullen zij jou noemen: ‘teder en aantrekkelijk’.
2. Neem een molensteen en maal meel. Neem je sluier af!
Draag je rok! Ontbloot je been! Ga door rivieren!
3. Jouw naaktheid zal getoond worden! Bovendien zal jouw schande
gezien worden! Ik zal Mij 7op jou wreken0.
4. En Ik zal niet een mens laten ingrijpen! Zegt onze Verlosser.
Jahweh Zebaoth is Zijn Naam, de Heilige van Israël.
5. ‘Zit stil, en kom in de duisternis, dochter van de Chaldeeën,
want zij zullen jou niet langer noemen: ‘Meesteres van de koninkrijken’P
OP51
19. Babylon was het eerst in overheersen van de volkeren om heel
de aarde te willen regeren. Hier, in Jesaja 47, wordt zij geroepen
tot vernedering.
Principe: allen die zichzelf verhogen, zullen door Jahweh verne-
derd worden, gevolg van hun uitsluiten van God en Zijn eer.
OP51
20. OP51
onze Verlosser;
Jahweh Zebaoth is Zijn Naam,
de Heilige van Israël
Jesaja 47:3,4
Ik zal wreken, en Ik zal
niet als man ingrijpen,
zegt
verschil met andere
gerichten waarin wel
mensen ingezet werden
voor Babel (Kores)
21. OP51
Jesaja 47:6,7
6. Ik wond me op over Mijn volk, en Ik deed Mijn lotdeel geweld aan. En Ik
gaf ze over in jullie hand. Jullie toonden hun echter geen barmhartigheid.
Ja, op de ouderen maakten jullie het juk zeer zwaar.
7. Jullie zeiden: ‘Voor een eon zal ik nog steeds meesteres zijn!’
Jullie namen deze dingen niet ter harte; jullie dachten niet aan wat
erna komt.
Jahweh spreekt in gerechtigheid tot Babylon;
tegelijk bevestigt Hij dat Hij AL (God) is.
Periode van ballingschap was 70 jaar
22. OP51
Jesaja 47:8,9
8. En nu, hoor dit, weelderige, jij die in zekerheid verblijft, die zegt in haar
hart: ‘Ik en Ik alleen, verder! Ik zal niet zitten, een weduwe, noch beroofd
worden.’
9. Echter nu zullen deze beide ineens tot jullie komen; in één dag: beroving
en weduwschap. Plotseling zullen die op jullie komen in al jullie bezwe-
ringen, in de verstarring van jullie magische formules, enorm.
23. OP51
Jesaja 47:10
En jij vertrouwt op jouw kennis. Jij zegt: ‘niemand ziet mij’.
Jouw wijsheid en jouw kennis, het draait je terug.
En jij zegt in je hart: ‘Ik en ik alleen ga verder.’
Jouw wijsheid en kennis:
Jahweh zegt dat het ze niet
verder brengt, maar terugwerpt.
‘Ik zal de wijsheid van de wijzen
tenietdoen.’
24. OP51
Jesaja 47:11
En kwaad komt op jou, en jij kent de valkuil niet
En ongeluk valt op jou, jij kunt jezelf er niet tegen beschermen
En op jou komt verwoesting, en je kunt het niet redden
En ineens komt vruchteloos over jou, en je zult het niet weten
Nebukadnezar leerde wel de les
dat de volkeren hulpeloos zijn
zonder Jahweh. Zijn opvolgers
niet, zij konden geen
bescherming meer vinden.
25. OP51
12. Sta dan recht door jouw magische spreuken, en door jouw vele bezwe-
ringen waarmee je vertrouwd was vanaf je jeugd tot vandaag, wellicht kun
je ervan profiteren! Wellicht kun je standhouden!
13. Je bent moe van de vele raadgevingen, Zij staan en jouw vele astrologen
zullen je redden, zij die visioenen in de sterren zien, zij die raad geven uit
de nieuwe manen, over de dingen die op jou komen?
14. Zie! Zij worden allen als stro, vuur zal ze verbranden, zij zullen hun zielen
niet kunnen redden van de hand van de sterke wind. Er is geen kool om
zich bij te warmen, of licht om bij op te zitten.
15. Zo worden zij voor jou degenen voor wie jij arbeidde, jouw kooplui van je
jeugd, elke man dwaalt van zijn pad af, er is geen redder voor jou.
26. OP51
Openbaring 18 – definitieve verwoesting van Babylon
Val van Babylon:
Jesaja 21:9, Jeremia 25:12, 51:8
Openbaring 14:8; 18:2
In 1 dag – Jesaja 47:9; Openbaring 18:8
In 1 uur – Openbaring 18:10
Editor's Notes
Last , massa komt 66 keer voor, last vd ezel, last van de levieten in tabernakeldienst (Num 4)last van het volk op Mozes (Num 11), muziek (1 Kron.15:22), schatting (belasting, 2 Kron.17:11), ongerechtigheden (Ps.38:4), een profetie (Jesaja 13:1 etc, Ezechiel, Jeremia 23:34,35,36; Nahum, Habakuk, Zacharia, Maleachi).
Vrouw zit neer in stof – geen troon meer.
Kan in miniatuur in je eigen leven gebeuren, trots weg te nemen en Zijn regering ervoor in de plaats.