2. Hij echter zei: "Wie bent U, Heer?"
de Heer nu zei:
"Ík ben Jezus, die jíj vervolgt.
Handelingen 9:5
de wet vervolgt
de genade; zie
Galaten 4:21-31
3. Maar sta op en kom binnen in de stad, en tot jou zal gesproken
worden dat wat jij moet doen. Handelingen 9:6
met de roeping van
Saulus begint het
lichaam van Christus;
niet Handelingen 2
--> Handelingen 9
4. De mannen nu die samen
met hem op weg waren
stonden verstomd,
inderdaad het geluid
horend maar zagen niets.
Handelingen 9:7
wat de een ziet, ziet de ander niet
5. de 12
geroepen door de
Heer op aarde vóór
Zijn verhoging en
verheerlijking
Saulus
geroepen door de
verhoogde Heer in
heerlijkheid daarna
in de hemel
1 roeping - waar?
6. de 12
geroepen in harmonie
met de wet; want zij
waren onder verbond
van de letter
Saulus
geroepen zonder de wet;
in harmonie met de genade
die hij zou toedelen aan hen
die geen verbond kenden
2 verbond
7. de 12
onder de wet kregen
zij barmhartigheid
Saulus
zonder de wet, terwijl hij
onder de wet was, verdiende
geen barmhartigheid, maar
ontving genade en barmhartigheid
3 wet
8. de 12
bediening beperkt tot
het land en Hebreeën
in diaspora
Paulus
verreweg meeste van zijn
bediening buiten het land
onder de hellenisten en
de natiën
4 locatie
9. de 12
betreft het
aardse leven van de
Heer Jezus vóór Zijn
verhoging
Paulus
betreft Zijn dood, begrafenis,
opstanding, verhoging en
heerlijkheid, Zijn aardse leven
niet gerekend
5
bediening
10. de 12
bekering, heroverweging,
gehoorzaamheid als voor-
waarde, i.v.m. gericht
geloof/genade + werken
Paulus
geen bekering of heroverweging
want natiën niet onder verbond
met God;
genade/geloof zonderwerken
6 voorwaarden
11. de 12
redding voor koninkrijk
op aarde = geloof +
volharden tot het einde
Matt.24:13; Hebr.3:12-14
Paulus
redding, zekerheid in
geloof/genade; verzegeld
Efeziërs 1:13,14
redding
7
12. de 12
zichtbare, op aarde,
fysieke, materiële
en geestelijke;
vlees is aanwezig
Paulus
onzichtbare, in de
hemel, uitsluitend
geestelijke;
vlees is voorbij
8
zegen
13. Saulus nu werd opgericht van de aarde, maar terwijl zijn ogen
geopend waren zag hij níets. Hem dan bij de hand leidend, leidden
zij hem binnen in Damascus. Handelingen 9:8
Saulus was ziende blind.
14. En drie dagen kon hij niet zien en at hij niet, noch dronk hij.
Handelingen 9:9
Als was hij dood,
levensmiddelen
nam hij niet en
zag niets.
Spreuken 16:9; 19:21
15. Handelingen 9:10; 22:11-16
Nu was er een zeker
discipel in Damascus
met de naam Ananias,
en tegen hem zei de
Heer in een gezicht:
"Ananias!", en hij zei:
"Zie, ik ben het Heer!"
Hineni: ik ben het Heer!”
Hier ben ik (Abraham)
Ananias = Jahweh genadig
Jahweh-antwoord
16. De Heer nu tegen hem: ”Sta op, ga in de straat die
'Rechte' genoemd wordt en zoek in het huis van Judas
Saulus genaamd, uit Tarsus, want zie, hij bidt.
Handelingen 9:11
het huis van Judas
17. “En hij heeft een man
gezien in een gezicht,
met de naam Ananias,
binnenkomend en op
hem de handen leggend
zo dat hij zicht ontvangt."
Handelingen 9:12
gezicht: zien-effect, visioen
verschijning: werkelijk tastbaar
18. Ananias echter antwoordde:
"Heer, ik heb veel gehoord over deze man, hoeveel
kwaad hij Uw heiligen in Jeruzalem gedaan heeft.
Handelingen 9:13
die van de weg was:
Ha.19:9,23; 22:4; 24:14,22
Saulus was vijandig
richting Jezus
19. Hogepriester was leider
Sanhedrin Handelingen 9:3
En hier heeft hij de
volmacht van de
hogepriesters allen
te binden die Uw
Uw naam aanroepen.
Handelingen 9:14
20. Tegen hem nu, zei de Heer:
"Ga, want een uitgekozen instrument is
deze voor Mij, om Mijn naam te dragen
voor zowel de natiën als
koningen en de zonen van Israël.”
Handelingen 9:15
uitgekozen : Efeziërs 1:4
instrument: 2 Tim.2:20,21
Mijn Naam: Jahweh – Redder
natiën: deur van geloof
koningen: Felix, Festus, Agrippa
zonen van Israël: het volk
21. het lijden; Gods genade
was genoeg in het kwaad
lijden om het evangelie
2 Cor.11:22-33; 12:7-9
want Ík zal hem te
kennen geven hoe
veel hij voor Mijn
naam moet lijden
Handelingen 9:16
22. Ananias nu ging heen en kwam binnen in het huis en legde op hem
de handen en zei: "Saul, broeder, de Heer heeft mij afgevaardigd
(Jezus, Die door jou gezien werd op de weg waarop jij kwam), zodat
jij ziende wordt en vervuld met heilige geest.” Handelingen 9:17
23. En direct was het alsof
er bij hem schubben van
zijn ogen vielen, en hij
werd ziende.
Handelingen 9:18
24. Bovendien werd hij, opgestaan, ook
gedoopt, en voeding nemend sterkte hij
aan. Hij kwam dan enige dagen bij de
discipelen in Damascus. Handelingen 9:19
25. En terstond verkondigde hij in de synagogen Jezus, dat
Deze de zoon van God is. Handelingen 9:20
26. Allen nu die het hoorden
waren ontsteld en zeiden:
‘Is dit niet hij die in
Jeruzalem verwoest heeft
wie deze Naam aanriepen?
En hiervoor was hij hier
gekomen, opdat hij hen
gebonden zou leiden naar
de overpriesters."
Handelingen 9:21
27. Saulus nu werd eerder krachtig gemaakt en bracht de Joden die in
Damascus woonden in verwarring, afleidend dat Deze de Christus is.
Handelingen 9:22
Editor's Notes
Marcus 16:16
Verblind voor de dingen van de aarde! Alleen op de verheerlijkte Christus gericht!
Als was hij dood, alle levensmiddelen nam hij niet en zag niets.