2. 13:14-15 In de synagoge op de dag van de sabbatten
13:16-41 Paulus’ verkondiging
13:42-43 Resultaten, overtuiging bij geïnteresseerden
13:44-45 In de synagoge op de komende sabbat
13:46-47 Paulus’ en Barnabas’ getuigenis
13:48-49 Resultaten, verkondiging aan allen
3. uitvarend nu vanuit Pafos kwamen zij die rondom Paulus
waren in Perge van Pamfylië. Johannes echter vertrok van
hen en keerde terug naar Jeruzalem Handelingen 13:13
4. Zij nu, doorkomend
vanaf Perge, arriveerden
in Antiochië, Pisidië, en
binnenkomend in de
synagoge op de dag van
de sabbatten, gingen zij
zitten.
Handelingen 13:14
de dag van de sabbatten:
zie ook Lucas 4:16; Han.16:13
5. twee sabbatten op 1 dag
= Leviticus 23:5-18 =
cyclus van Pèsach tot
Shavuot: 50 dagen,
7 (week)sabbatten tellen
15e nisan = grote jaarsabbat,
net als de 21e - wanneer dit
samenviel met een weeksabbat:
dag van de sabbatten
6. avond echter van sabbatten
Mattheüs 28:1 (27:66)
--> avond die deel uitmaakte
van twee sabbatten
einde van de grote jaarsabbat
(15e nisan) waarmee de
gewone weeksabbat
(16e nisan) begon
bij het oplichten naarbinnen
één van (de) sabbatten
Mattheüs 28:1
--> de gewone weeksabbat, 16e
nisan, eerste van de cyclus van 7
7. Na het lezen van de wet en de profeten nu stuurden de oversten van de
synagoge naar hen, zeggend: "Mannen, broeders, indien er in jullie een
woord tot aanspreking is voor het volk, zeg het.” Handelingen 13:15
8. 13:16 de geadresseerden
13:17-22- wat God deed voor Israël, culminerend in David als koning
13:-22 getuigenis
13:23 beloften vervuld – geboorte
13:24,25 Johannes de dopers bediening - bekering
9. 13:26 de geadresseerden
13:27-30 wat Israël deed tegen Gods Gezalfde, culminerend in Zijn
opwekking uit de dood
13:31 getuigenis
13:32-37 beloften vervuld - opstanding
13:38-41 Paulus’ bediening - vergeving van zonden, rechtvaardiging
10. "Paulus nu, opstaand
en gebarend met de
hand, zei:
"Mannen, Israëlieten,
en zij die God vrezen,
luistert!.”
Handelingen 13:16
=======================
2 groepen:
Israël + proselieten
in Handelingen
genoemd - daarnaast
afgoden dienaren (3e)
11. De God van dit volk Israël koos onze vaders uit en verhoogde het volk
tijdens hun tijdelijk verblijf in het land Egypte en leidde hen met hoge
arm eruit. Handelingen 13:17
17. vandaar verzochten zij een koning, en aan hen
gaf God Saul, de zoon van Kis, een man uit de
stam Benjamin, veertig jaar oud. Handelingen 13:21
18. En hem afzettend,
wekte Hij David voor
hen op tot koning,
tot wie Hij getuigend
ook zei: ‘Ik heb David,
van Isaï, een man naar
Mijn hart bevonden,
die heel Mijn wil zal
doen.’
Handelingen 13:22
19. vanaf het zaad van deze, in overeenstemming met (de) belofte,
leidde God voor Israël een Redder, Jezus. Handelingen 13:23
Het Davidisch verbond,
2 Samuël 7:12-17
20. tevoren kondigde
Johannes, voor Zijn
persoonlijke ingang,
als heraut een doop
van berouw af voor
heel het volk Israël
Handelingen 13:24
21. Toen Johannes dan zijn loop voltooide, zei hij: ‘Hem van Wie jullie mij
verdenken het te zijn, Die ben ík niet. Maar zie, Hij komt na mij, van
Wie ik niet waardig ben de sandaal van Zijn voeten los te maken.’
Handelingen 13:25
22. mannen, broeders, zonen
van het geslacht van
Abraham, en zij die onder
jullie God vrezen, aan ons
werd het woord van deze
redding afgezonden.
Handelingen 13:26
zonen van het geslacht van Abraham +
zij die onder jullie God vrezen
(proselieten)
23. want zij, die wonen in Jeruzalem en hun vorsten, onwetend zijnde
over Hem en de stemmen van de profeten die op iedere sabbat
gelezen werden, vervulden ze door Hem te richten - Handelingen 13:27
24. En geen oorzaak
voor de dood
vindend, verzochten
zij Pilatus Hem
te doden
Handelingen 13:28
25. Toen zij dan alles ten einde gebracht hadden wat over Hem geschreven
was, Hem neerhalend van het hout, plaatsten zij Hem in een graftombe
Handelingen 13:29