1. Lessenserie VH1algemeen:Ordening:
Basisstof Leerdoel(en) Didactiek Koppeling & verantwoording
1: Het ordenen van
organismen
- Leerlingen kunnen
organismen indelen in de
4 rijken a.d.h.v.
eigenschappen op
celniveau.
- Leerlingen kunnen
voorwerpen op
verschillende manieren
ordenen en verklaren op
basis van welke
kenmerken zij dit doen.
- Onderwijsleergesprek
- Demopracticum
- Samenwerkend leren, Ebbens en Ettekoven
- Wat werkt in de klas, Marzano. Voorkennis
activeren.
- Wat werkt in de klas, Marzano, Identificeren van
overeenkomsten en verschillen.
- Wat werkt in de klas, Marzano, Vragen /
Hypotheses, formuleren en testen.
2: Het rijk van de
bacteriën
- Lln kunnen de kenmerken
van bacterie cellen
benoemen.
- Leerlingen kunnen in
eigen woorden vertellen
hoe bacteriën de
gezondheid van mensen
positief of negatief kunnen
beïnvloedden.
- Vragen stellen - Wat werkt in de klas, Marzano, Identificeren van
overeenkomsten en verschillen.
3: Het rijk van de
schimmels
- Lln kunnen de kenmerken
van schimmels
benoemen.
- Lln kunnen in eigen
woorden vertellen hoe
schimmels de gezondheid
van de mens op zowel
een positieve als
- Vragen stellen - Wat werkt in de klas, Marzano, Identificeren van
overeenkomsten en verschillen.
2. negatieve manier
beïnvloeden.
4: Het rijk van de
planten
- Lln kunnen de kenmerken
van planten benoemen op
celniveau.
- Lln kunnen de
verschillende afdelingen
en klassen van het
plantenrijk benoemen
a.d.v kenmerken op
organismeniveau; wortels,
stengels, bladeren en
bloemen.
- Klassikale uitleg
- Check in duo’s
- Wat werkt in de klas, Marzano, Non-verbale
representatie.
- Samenwerkend leren, Ebbens en Ettekoven
5: Het rijk van de
dieren
- Lln kunnen de afdelingen
van het dierenrijk
onderscheiden d.m.v.
symmetrie en skelet.
- Lln kunnen de
verschillende vormen van
symmetrie benoemen.
- Lln kunnen 2 vormen van
skeletten benoemen.
- Lln kunnen de voor en
nadelen benoemen van
een exoskelet.
- Lln kunnen verklaren hoe
een skelet stevigheid biedt
aan een organisme.
- Klassikale uitleg
- Check in duo’s
- Wat werkt in de klas, Marzano, Non-verbale
representatie.
- Samenwerkend leren, Ebbens en Ettekoven
3. - Lln kunnen in eigen
woorden vertellen hoe de
vorm van een organisme
zich verhoudt met het
milieu waarin een
organisme leeft.
6: Eencellige dieren - Lln kunnen de kenmerken
van eencellige dieren
benoemen.
- Lln kunnen a.d.v. de
celkenmerken de
verschillen tussen
eencellige dieren en
bacteriën benoemen.
- Zelfstandig werken
7: Geleedpotigen - Lln kunnen a.d.v.
lichaamsbouw een
geleedpotige indelen in de
verschillende klassen;
Duizenpoten,
kreeftachtigen,
spinachtigen en insecten.
- Onderwijsleergesprek - Samenwerkend leren, Ebbens en Ettekoven
- Wat werkt in de klas, Marzano, Identificeren van
overeenkomsten en verschillen.
8: Gewervelden - Lln kunnen de
gewervelden indelen in de
juiste klassen a.d.v.
lichaamstemperatuur,
voortplanting, ademhaling,
huidbedekking.
- Lln kunnen het verschil in
eiervormen verklaren
a.d.h.v. het milieu waarin
het dier leeft.
- Expertgroepen
- Klassikaal nakijken
- Wat werkt in de klas, Marzano, Identificeren van
overeenkomsten en verschillen.
- Samenwerkend leren, Ebbens en Ettekoven
9: Het indelen van
organismen
- Lln kunnen m.b.v. een
determinatietabel
organismen indelen in de
- Klassikale uitleg
- Check in duo’s
- Wat werkt in de klas, Marzano, Identificeren van
overeenkomsten en verschillen.
4. juiste rijk, afdeling en
klassen.
10: Een werkstuk
maken
- Lln kunnen a.d.v.
richtlijnen een werkstuk
maken over dieren.
- Zelfstandig werken - Directe instructie en effectief leren, Ebbens
11: Soorten en rassen - Lln kunnen het verschil
tussen een soort en een
ras in eigen woorden
uitleggen.
- Zelfstandig werken
- Klassikaal nakijken
- Wat werkt in de klas, Marzano, Identificeren van
overeenkomsten en verschillen.
- Effectief leren en directe instructie
12: Indeling van de
zaadplanten
- Lln kunnen plant indelen
in de verschillende
klassen a.d.v. bloemen,
kegels en vruchten.
- Klassikale uitleg
Check in duo’s
- Effectief leren en directe instructie
*13: Wormen - Lln kunnen de afdeling
van de wormen nog
verder indelen in 3
verschillende klassen.
- Lln kunnen per klasse de
juiste kenmerken
benoemen.
- Zelfstandig werken
- Check in duo’s
- Effectief leren en directe instructie
Les Basisstof VH1m VH1n
Les 1: 50 min 1: Hetordenenvanorganismen. Demopracticum:D.m.v.voorwerpen
llnzelf eenindelinglatenbedenken.
Hierbij moetende llnduidelijk
aangevena.d.h.v.welke
eigenschappenze dithebbengedaan.
Afbeeldingenvancellenv.d.4rijken
latenzien.Llnde verschillentussende
cellenlatenopschrijven.
Demopracticum:D.m.v.voorwerpen
llnzelf eenindelinglatenbedenken.
Hierbij moetende llnduidelijk
aangevena.d.h.v.welke
eigenschappenze dithebben
gedaan.
Afb.v.d.cellenv.d.4rijkenlaten
zien. Llnde verschillenoplaten
schrijven.
5. Les 2: 50 min 2: Hetrijkv.d.bacteriën.
3: Hetrijkv.d.schimmels.
a.d.h.v.eenvideo:
http://www.schooltv.nl/video/focus-
op-biologie-hygiene/#q=bacterie
llnde verschillentusseneenschimmel
& bacterie benoemen.
Lln schrijveneerstvoorzichzelf op
welke voordelende mensheeftvan
bacteriënenschimmels.
a.d.h.vafbeeldingenllnhetverschil
tusseneenschimmel enbacterie
latenopschrijven.
Klokhuisfilmpje overschimmels:
http://www.schooltv.nl/video/het-
klokhuis-schimmels/#q=schimmel
Les 3: 50 min 4: Hetrijkv.d.planten.
12: Indelingv.d.zaadplanten.
D.m.v.afbeeldingenvanalgen,wieren,
varens, paardenbloem,llnde
verschillentussendeze plantenlaten
opschrijven.Werkvorm:denken,delen,
uitwisselen(groepjesvan4)
Lln afbeeldingenlatenzoekenvan
bedektennaaktzadigden.Llnmoeten
intweetallende verschillentussen
deze plantenopschrijven.
Klassikaal bespreken.
Lln zoekenafbeeldingenvanalgen,
wieren,varens,paardenbloem,lln
de verschillentussendezeplanten
latenopschrijven.WV:DDU
(groepjesvan4)
Lln afbeeldingen latenzoekenvan
bedektennaaktzadigden.Lln
moetenintweetallende verschillen
tussendeze plantenopschrijven.
Klassikaal bespreken.
Les 4: 50 min 5: Hetrijkv.d.dieren. DDU: llnzoekenopwatde begrippen
skeletensymmetrie betekenen.
Daarnaast zoekenze opwelke vormen
van symmetrie erzijn.
Lln zoekenookopwelke 2skeletten
we kennen.Perskeletnoemenze een
voordeel eneennadeel vandatskelet.
Boek:afbeeldingengebruiken:per
afdelingbenoemen:skeleten
symmetrie.
(lokaalzonderbeamerof bord)
DDU: llnzoekenopwatde
begrippenskeletensymmetrie
betekenen.
Daarnaast zoekenze opwelke
vormenvansymmetrie erzijn.
Lln zoekenookopwelke 2skeletten
we kennen.Perskeletnoemenze
eenvoordeel eneennadeel vandat
skelet.
Lln perafdelingplaatjeslaten
zoekenenbenoemen:Welke
afdelingenhebbenereenskeleten
6. wat voor1? Welke afdelingen
hebbenersymmetrie enwatvoor
symmetrie?
HW opdracht 6: Eencellige dieren Lln schrijveneenopstel waarinzij
uitleggenwathetverschil istusseneen
bacterie eneeneencellige dier.Daarbij
makenze gebruikvanbegrippeninhet
boek.
Alsze deze opdrachtgoedhebben
gemaaktkrijgenze +1,0 pnt op hun
cijfervoorhetPW.
Lln schrijveneenopstel waarinzij
uitleggenwathetverschil is tussen
eenbacterie eneeneencelligedier.
Daarbij makenze gebruikvan
begrippeninhetboek.
Alsze deze opdrachtgoedhebben
gemaaktkrijgenze +1,0 pnt op hun
cijfervoorhetPW.
Les 5: 50 min 7: Geleedpotigen Lln zoekenplaatjesopvande klassen
v.d.geleedpotigen.Dezestaanophet
bord genoteerd.
a.d.h.v.de afbeeldingenvergelijkende
llnde bouwv.d.geleedpotigen.Deze
vergelijkenze metelkaar.Ze noteren
de verschillenop.Ze werkenin
tweetallen.
Tussendoorklassikaalde bevindingen
bespreken.
(lokaalzonderbeamerof bord)
Ik projecteerafbeeldingenophet
bord vangeleedpotigen.Llnnoteren
tot welke klasseze denkendatdeze
behoortenwaarom.
Klassikaal besprekenmetde llnwat
ze gevondenhebben.
Lln tussendoorhetverschiltussen
de klassenlatennoteren.
Les 6: 50 min 8: De gewervelden. Expertgroepen:llngaaningroepjes
van 5 samenaan de slag.Ze zoekenop
welke eigenschappenkenmerkendzijn
voor eenklasse gewervelden.
Ik legaan deze klasde gehele opdracht
uit,duswat ik vanze verwachtde
gehele les.Nahetshuffeleninde
tweede ronde legikhetnogeenkeer
uit.
Expertgroepen:llngaaningroepjes
van 5 samenaan de slag.Ze zoeken
op welke eigenschappen
kenmerkendzijnvooreenklasse
gewervelden.
In deze klaslegikperronde uitwat
ikvan de llnverwacht.
7. Na 5 minutengaanze inandere
groepjeszitten,waarbij inelkgroepje
iemandvan:zoogdieren,vogels,
vissen,reptielenenamfibieën
aanwezigis.Metelkaarwisselenze
hunkennisuit.
Aan heteindv.d.lesbespreekik
klassikaal watde llngevondenhebben.
Op hetbord noteerikvoordeze klas
welke eigenschappenikwil zien.De
opdrachtblijftophetbord
geprojecteerd.
Na 5 minutengaanze inandere
groepjeszitten,waarbij inelk
groepje iemandvan:zoogdieren,
vogels,vissen,reptielenen
amfibieënaanwezigis.Metelkaar
wisselenze hunkennisuit.
Aan heteindv.d.lesbespreekik
klassikaal watde llngevonden
hebben.
De llnzoekenopwelke
eigenschappenerinhetboe
beschrevenstaan.
Les 7: 9: Determineren Ik legaan de klasuitwat determineren
betekend.Ikpakhetdeterminatietabel
erbij enprojecteereenafbeeldingvan
eenwillekeurigorganisme ophetbord.
Ik vraag aan de llnvoorzichzelf opte
schrijvenwatze aan hetorganisme
zien.
Daarna vraag ik ze:tot wel rijkhet
organisme behoort.Enwelke cel
eigenschappenbehorentotdit
organisme?
Ik determineerhetorganisme verder
aan de hand van de sleutels.De lln
kijkenmee metwatikdoe.
Ik legaan de klasuitwat
determinerenbetekend.Ikpakhet
determinatietabelerbij en
projecteereenafbeeldingvaneen
willekeurigorganismeophetbord.
Ik vraag aan de lln voorzichzelf op
te schrijvenwatze aanhet
organisme zien.
Daarna vraag ik ze:tot wel rijkhet
organisme behoort.Enwelke cel
eigenschappenbehorentotdit
organisme?
Deze vragenkoppel ikaande
determinatie sleutels.Samenmet
de klasdetermineerik dit
organisme.
8. Ik projecteereentweedeorganisme.
Samenmetde klas determineerik
deze.
Lln die denkenhetzelfte kunnen,
mogenzelf verderdetermineren.
Bij hetderde organisme doende lln
hetzelf.Ikbespreekklassikaalde
sleutels.Iklegsteedsuitwaaromhet
de gekozensleutel isennietde ander.
Ik projecteereentweede
willekeurige organisme:Voorllndie
hetsnappendie doenhet
zelfstandig.Llndie watmeermoeite
hebbenwerkensamen.
Klassikaal de sleutelsdoorlopen.
Eenderde organisme projecteren:
llndeterminerendeze zelfstandig.
Lln die ernog moeite mee hebben
helpik.
HW opdracht 10: Werkstukmaken Lln kiezenzelf eendieruitwaaroverzij
eenwerkstukmaken.Ditdoenzij
zelfstandig.
Ik hebeenchecklistvoorde lln
gemaaktwaarinstaat aan welke eisen
hetwerkstuk moetvoldoen.
De llnkrijgeneencijfervoorhet
werkstuk.(SOcijfer)
Lln kiezenzelf eendieruitwaarover
zij eenwerkstukmaken.Ditdoenzij
zelfstandig.
Ik hebeenchecklistvoorde lln
gemaaktwaarinstaat aan welke
eisenhetwerkstukmoetvoldoen.
De llnkrijgeneencijfervoorhet
werkstuk.(SOcijfer)
Les 8: 11: Soortenenrassen
*13: Wormen
Lln makenvoorzichzelf eenwoordweb
waarbij ze voor zichzelf opschrijven
wat zij verstaanondereensoorten
eenras. Hierbij noemenze eenaantal
voorbeeldenwaarvanzij denkendatet
twee soortenof rassenzijn.
OLG: soortenenrassen.Stel vragen
aan de klas:Zijnde indische en
afrikaanse olifantvandezelfde soort?
Zijneenpoedel eneenlabradorvan
dezelfdesoort?
Waarom denkje van wel /niet?
Lln schrijvenvoorzichzelf opwatzij
denkendateensoortof ras is.
Hierbij noemenze eenaantal
voorbeeldenalsze deze kunnen
bedenken.
OLG: soortenenrassen.Stel vragen
aan de klas:Zijnde indische en
afrikaanse olifantvandezelfde
soort?Zijneenpoedel eneen
labradorvan dezelfde soort?
Waarom denkje van wel /niet?
Wanneerspreekje vaneen soort?
9. Wanneerspreekje vaneensoort?
Moetensoortenopelkaarlijken?
Wat bedoelenwe metvruchtbare
nakomelingen?
Waarom zijneenpaarden eenezel wel
van dezelfde soort?Waaromniet?
Uitdelen:werkbladwormen:lln
zelfstandigaanhetwerk.
Samenwerkenmag.Fluisterniveau.
Klassikaal nakijken.
Moetensoortenopelkaarlijken?
Wat bedoelenwe metvruchtbare
nakomelingen?
Waarom zijneenpaarden eenezel
wel vandezelfdesoort?Waarom
niet?
Uitdelen:werkbladwormen:lln
zelfstandigaanhetwerk.
Samenwerkenmag.Fluisterniveau.
Klassikaal nakijken.
Les 9: D-toets Lln makenzelfstandigde D-toets.Deze
kijkenze zelfstandignaalsze klaarzijn.
Alsze eenfouthebbengemaakt
omcirkelenze deze vraag.Ze kijken
dan inhetboekwelke basisstofze fout
hebbengemaaktenmakenhiereen
samenvattingvan.
Lln makenzelfstandigde D-toets.
Alsze klaar zijnwisselenze hun
werkboekenuitenkijkenhetwerk
van eenanderna. Daarna gevenze
hetwerkboekterug.
Lln kijkenwatze fouthebben
gemaaktenzoekende basisstof op.
Ze kunnenkiezenwat ze gaandoen:
Zelf eensamenvattingschrijvenof
opschrijvenwaaromhetantwoord
foutis.Wat isdan wel hetjuiste
antwoordenwaarom?