Teksten en liederen die geprojecteerd werden op Ten Bos tijdens de tweede vastenzondag (A) 2017 (Sint Amanduskerk Erembodegem). De teksten van onze vieringen zijn te vinden op de website: http://www.kerkembodegem.be/tenbos/liturgie/vieringen.html
Een regenboog boven het water ♦ Lichtmis4ing (Ten Bos 2024 Erembodegem)
Verandering van gedaante (tweede vastenzondag 2017 A)
1.
2. 0
De mensen zijn als bomen
ze zoeken goede grond.
Toch blijven ze nog dromen
van 't land van Jouw verbond.
De takken naar de hemel
die waaien door Jouw Geest.
De wortels in de aarde,
Jouw duister dat geneest.
1
Hoe kan er in de droogte
nog kans op hoop bestaan?
We zoeken helder water
hoe diep moeten we gaan?
Het zand is de verleiding,
maar 't is geen fundament,
de schijn van mooie woorden,
het is niet wie je bent.
2
De kleuren van het leven,
de geuren van Gods droom,
ze komen in seizoenen,
veranderen de boom.
De stam blijft steeds dezelfde,
het kernwoord dat je roept.
Maar ook in het verand'ren
is 't God die jou bezoekt.
3
Er is een bron van leven,
soms dichter dan je denkt,
het woord dat mensen spreken,
Gods liefde die ons wenkt.
Je proeft het levend water,
heel diep in jouw woestijn.
Je hoeft niet veel te drinken:
dit is wie je kan zijn.
4
Je bent wie je zal worden,
geboren en gekend
en toch ziet God nog kansen,
iets nieuws in jou geënt.
Men heeft al lang geoordeeld,
die aarde zet je vast
en toch is er een toekomst
die iedereen verrast.
5
Het kaal-zijn overwonnen,
de dreiging van de dood.
De bloesem als belofte,
heel kwetsbaar en niet groot.
Maar één wordt twee, drieduizend:
het leven overwint.
Je kleurt en durft vertrouwen,
weer leven in de wind.
7
Dat onverwachte leven,
die boom in volle bloei,
mijn eigen kleine boomgaard
waarin ik groei en snoei.
Het kruis wordt nu bestuiving,
de waanzin wijst de weg,
een heel zacht 'halleluia':
Jouw hoop die was terecht.
3. 0
De mensen zijn als bomen
ze zoeken goede grond.
Toch blijven ze nog dromen
van 't land van Jouw verbond.
De takken naar de hemel
die waaien door Jouw Geest.
De wortels in de aarde,
Jouw duister dat geneest.
1
Hoe kan er in de droogte
nog kans op hoop bestaan?
We zoeken helder water
hoe diep moeten we gaan?
Het zand is de verleiding,
maar 't is geen fundament,
de schijn van mooie woorden,
het is niet wie je bent.
2
De kleuren van het leven,
de geuren van Gods droom,
ze komen in seizoenen,
veranderen de boom.
De stam blijft steeds dezelfde,
het kernwoord dat je roept.
Maar ook in het verand'ren
is 't God die jou bezoekt.
3
Er is een bron van leven,
soms dichter dan je denkt,
het woord dat mensen spreken,
Gods liefde die ons wenkt.
Je proeft het levend water,
heel diep in jouw woestijn.
Je hoeft niet veel te drinken:
dit is wie je kan zijn.
4
Je bent wie je zal worden,
geboren en gekend
en toch ziet God nog kansen,
iets nieuws in jou geënt.
Men heeft al lang geoordeeld,
die aarde zet je vast
en toch is er een toekomst
die iedereen verrast.
5
Het kaal-zijn overwonnen,
de dreiging van de dood.
De bloesem als belofte,
heel kwetsbaar en niet groot.
Maar één wordt twee, drieduizend:
het leven overwint.
Je kleurt en durft vertrouwen,
weer leven in de wind.
7
Dat onverwachte leven,
die boom in volle bloei,
mijn eigen kleine boomgaard
waarin ik groei en snoei.
Het kruis wordt nu bestuiving,
de waanzin wijst de weg,
een heel zacht 'halleluia':
Jouw hoop die was terecht.
4. 0
De mensen zijn als bomen
ze zoeken goede grond.
Toch blijven ze nog dromen
van 't land van Jouw verbond.
De takken naar de hemel
die waaien door Jouw Geest.
De wortels in de aarde,
Jouw duister dat geneest.
1
Hoe kan er in de droogte
nog kans op hoop bestaan?
We zoeken helder water
hoe diep moeten we gaan?
Het zand is de verleiding,
maar 't is geen fundament,
de schijn van mooie woorden,
het is niet wie je bent.
2
De kleuren van het leven,
de geuren van Gods droom,
ze komen in seizoenen,
veranderen de boom.
De stam blijft steeds dezelfde,
het kernwoord dat je roept.
Maar ook in het verand'ren
is 't God die jou bezoekt.
3
Er is een bron van leven,
soms dichter dan je denkt,
het woord dat mensen spreken,
Gods liefde die ons wenkt.
Je proeft het levend water,
heel diep in jouw woestijn.
Je hoeft niet veel te drinken:
dit is wie je kan zijn.
4
Je bent wie je zal worden,
geboren en gekend
en toch ziet God nog kansen,
iets nieuws in jou geënt.
Men heeft al lang geoordeeld,
die aarde zet je vast
en toch is er een toekomst
die iedereen verrast.
5
Het kaal-zijn overwonnen,
de dreiging van de dood.
De bloesem als belofte,
heel kwetsbaar en niet groot.
Maar één wordt twee, drieduizend:
het leven overwint.
Je kleurt en durft vertrouwen,
weer leven in de wind.
7
Dat onverwachte leven,
die boom in volle bloei,
mijn eigen kleine boomgaard
waarin ik groei en snoei.
Het kruis wordt nu bestuiving,
de waanzin wijst de weg,
een heel zacht 'halleluia':
Jouw hoop die was terecht.
5.
6. Heer God, wij willen vragen,
leer ons je Woord te dragen,
leer ons het slechte laten.
Heer God vergeef het ons.
(Taizé)
7.
8. Donker zijn soms mensendagen
als de onmacht hoop weerspreekt.
Nergens sporen van een teken
dat de ban de wanhoop breekt.
In de diepte: het verlangen
om die stem weer te verstaan,
aangeraakt, gewenkt te worden
en opnieuw op weg te gaan.
Uitgezworven, vastgelopen,
een vaag heimwee naar het licht.
Speurend naar het kleinste teken
van een droom, een vergezicht.
Uit het dode hout geboren
al aanwezig in de nacht
groeit een vlam de angst te boven,
klein begin van levenskracht.
9.
10.
11.
12.
13. [Vg.]
Wij geloven in God,
Schepper van de wereld en van ons, mensen.
Een grenzeloos goede God,
die met ons wil meewerken en meeleven.
Geloofsbelevenis
14. [a.]
Wij geloven in Jezus Christus,
die gestalte gaf
aan Gods boodschap
van solidariteit en goedheid
en ons op weg zette
naar een wereld zonder grenzen.
16. [Al.]
Wij geloven
in een geloofsgemeenschap van mensen
die samen Kerk vormen,
naar Gods Woord en Jezus’ voorbeeld.
17. [Vg.]
Wij geloven in Gods liefde.
Dat wij ze zichtbaar kunnen maken,
telkens wij grenzen openbreken
en solidair zijn
[Al.]
Wij geloven
dat we ons leven zinvol maken
als wij Gods droom
hier op aarde helpen realiseren.
18.
19. Oh Lord hear my prayer,
Oh Lord hear my prayer
when I call, answer me
Oh Lord hear my prayer,
Oh Lord hear my prayer
come and listen to me
(Taizé)
20.
21. 1
Zal er ooit een dag van vrede,
zal er ooit bevrijding zijn
voor een volk dat zonder reden
levenslang op weg moet zijn?
2
Zal er ooit een blijvend heden
vol van goede vrede zijn
waar geen pijn meer wordt geleden:
levenslang gebroken zijn.
3
Zie de takken aan de bomen
waar het jonge groen ontluikt
tot een stralend nieuwe zomer
waar de vredesbloesem ruikt.
4
Zie de sterren aan de hemel
waar het duister van de nacht
door hun schijnsel wordt verdreven
tot een nieuwe dag die lacht.
5
Zoals bomen mensen tonen
dat er kracht tot groeien is
zal de zoon der mensen komen
die de boom des levens is.
6
Zoals sterren mensen melden
dat geen nacht te donker is
zal een kind ons komen redden
dat het licht der wereld is.
22.
23.
24.
25.
26. [Vg]
God, drie leerlingen mochten met Jou samen zijn
bovenop een berg.
Het was een moment van stilte en rust,
van innerlijk geluk,
van uitzicht op wat komen zal.
De tenten werden toen niet opgeslagen,
want hun geloof was nog te broos.
Maar hun verlangen naar een wereld van vrede en geluk
werd aangewakkerd.
Rond de tafel
27. [al]
Zo mogen ook wij hier samen zijn om,
gedragen door God en elkaar,
vol verlangen uit te zien
naar een nieuwe wereld
gedragen door liefde en goedheid.
28. [Vg]
Boven op die berg toonde Jezus aan zijn vrienden
een nieuw gelaat, een nieuw uitzicht
uitstijgend boven de soms pijnlijke werkelijkheid.
‘Kijk boven de ellende uit,
laat je niet langer raken door het kwaad,
geef het geen kans.
Er komt een nieuwe tijd.
Zie, Ik ga iets nieuws beginnen.
Merk je het nog niet?’
Dit was zijn nieuw verbond.
29. [al]
Daarom
bracht Hij zijn leerlingen regelmatig samen
om te eten, om te bidden,
om zichzelf uit handen te geven
voor een nieuwe wereld zonder haat.
(rechtstaan)
30. [Vg]
Zo heeft Hij het ook gedaan
die avond voor zijn sterven,
toen Hij met zijn leerlingen
voor een laatste maal aan tafel zat.
…
Ook dit samenzijn is getekend door leed en pijn,
zoals overal waar mensen samen zijn.
Moge Jezus’ verrijzenis kracht en steun geven
om te geloven in Gods goedheid.
31. [al]
God, geef dat we mogen geloven
tegen alle twijfel in.
Geef dat we mogen blijven hopen en vertrouwen.
Geef ons Jouw liefde
die sterker is dan het kwaad en de dood.
32. [Vg]
God, aarzel niet Jouw belofte waar te maken
van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde,
aan ons gegeven om voor altijd in vrede te leven.
33. [al] Wij bidden voor onze onvolmaakte mensenwereld.
Laat ons dromen boven fouten en pijn uit
dat wij hem zullen vernieuwen
en aan een veilige toekomst zullen bouwen
voor groot en klein.
Jouw droom, God,
met die zekerheid dat Jij dicht bij ons wilt zijn.
Wij vragen het Jou, omwille van Jezus, Jouw Zoon.
Want door Hem en met Hem en in Hem
zal Jouw naam geprezen zijn, God, almachtige Vader,
in de eenheid van de heilige Geest,
hier en nu en tot in eeuwigheid. Amen.
34. Onze Vader, die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw rijk kome,
uw wil geschiede
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden
ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven
aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving,
maar verlos ons van het kwade.
38. 1.
Zolang een mens nog blijft geloven
dat onze wereld beter kan,
zolang blijft God ons aller Vader
die altijd ons nabij wil zijn.
2.
Zolang een mens zijn lach wil geven
en zingend door de werled trekt,
zolang zal water niet ontbreken
en groeit een boom in de woestijn.
3.
Zolang een mens nog droomt van vrede
en zelf zijn wapen diep begraaft,
zal uit de aarde groen ontspruiten,
een graan dat honderd vruchten draagt.
4.
Zolang een mens naar God blijft zoeken
in kleuren, mensen om hem heen,
zal God zich telkens laten vinden
en op de aarde wand'len gaan..