Teksten en liederen die geprojecteerd werden tijdens de vierde Paaszondag 2024 (B 2024) Ten Bos – Sint Amanduskerk Erembodegem. De teksten van onze vieringen zijn te vinden op de website: https://www.kerknet.be/parochie-aalst-hopparochie/inspiratie/vieringen-op-ten-bos
Herder en hoeder (vierde Paaszondag Ten Bos B2024)
1.
2. Zag je ooit een kudde schapen
rustig grazen in het veld?
Veilig kunnen zij gaan slapen
als de herder heeft geteld.
Want die herder, moet je weten
laat zijn schapen nooit alleen.
Nooit zal hij een schaap vergeten
ja, hij kent ze één voor één.
Met zo'n herder kun je leven
want je weet: je bent van hem;
Hij roept: "Waar ben jij gebleven?"
Je herkent Hem aan zijn stem.
Jezus is de goede herder
waar Hij gaat, wij volgen Hem.
Samen kunnen wij weer verder
Wij herkennen toch zijn stem?
(naar
Eveline
Stern
/
‘Al
wie
dolend’)
3. Zag je ooit een kudde schapen
rustig grazen in het veld?
Veilig kunnen zij gaan slapen
als de herder heeft geteld.
Want die herder, moet je weten
laat zijn schapen nooit alleen.
Nooit zal hij een schaap vergeten
ja, hij kent ze één voor één.
Met zo'n herder kun je leven
want je weet: je bent van hem;
Hij roept: "Waar ben jij gebleven?"
Je herkent Hem aan zijn stem.
Jezus is de goede herder
waar Hij gaat, wij volgen Hem.
Samen kunnen wij weer verder
Wij herkennen toch zijn stem?
(naar
Eveline
Stern
/
‘Al
wie
dolend’)
4. Zag je ooit een kudde schapen
rustig grazen in het veld?
Veilig kunnen zij gaan slapen
als de herder heeft geteld.
Want die herder, moet je weten
laat zijn schapen nooit alleen.
Nooit zal hij een schaap vergeten
ja, hij kent ze één voor één.
Met zo'n herder kun je leven
want je weet: je bent van hem;
Hij roept: "Waar ben jij gebleven?"
Je herkent Hem aan zijn stem.
Jezus is de goede herder
waar Hij gaat, wij volgen Hem.
Samen kunnen wij weer verder
Wij herkennen toch zijn stem?
(naar
Eveline
Stern
/
‘Al
wie
dolend’)
5. Zag je ooit een kudde schapen
rustig grazen in het veld?
Veilig kunnen zij gaan slapen
als de herder heeft geteld.
Want die herder, moet je weten
laat zijn schapen nooit alleen.
Nooit zal hij een schaap vergeten
ja, hij kent ze één voor één.
Met zo'n herder kun je leven
want je weet: je bent van hem;
Hij roept: "Waar ben jij gebleven?"
Je herkent Hem aan zijn stem.
Jezus is de goede herder
waar Hij gaat, wij volgen Hem.
Samen kunnen wij weer verder
Wij herkennen toch zijn stem?
(naar
Eveline
Stern
/
‘Al
wie
dolend’)
6. Zag je ooit een kudde schapen
rustig grazen in het veld?
Veilig kunnen zij gaan slapen
als de herder heeft geteld.
Want die herder, moet je weten
laat zijn schapen nooit alleen.
Nooit zal hij een schaap vergeten
ja, hij kent ze één voor één.
Met zo'n herder kun je leven
want je weet: je bent van hem;
Hij roept: "Waar ben jij gebleven?"
Je herkent Hem aan zijn stem.
Jezus is de goede herder
waar Hij gaat, wij volgen Hem.
Samen kunnen wij weer verder
Wij herkennen toch zijn stem?
(naar
Eveline
Stern
/
‘Al
wie
dolend’)
7. Zag je ooit een kudde schapen
rustig grazen in het veld?
Veilig kunnen zij gaan slapen
als de herder heeft geteld.
Want die herder, moet je weten
laat zijn schapen nooit alleen.
Nooit zal hij een schaap vergeten
ja, hij kent ze één voor één.
Met zo'n herder kun je leven
want je weet: je bent van hem;
Hij roept: "Waar ben jij gebleven?"
Je herkent Hem aan zijn stem.
Jezus is de goede herder
waar Hij gaat, wij volgen Hem.
Samen kunnen wij weer verder
Wij herkennen toch zijn stem?
(naar
Eveline
Stern
/
‘Al
wie
dolend’)
8.
9.
10. Groot is de God die vol verwachting
mensen zijn aarde toevertrouwt
groot is de God die oppermachtig
zo op de kleine mensen bouwt.
Groot is de mens
die doet wat God wenst:
wie voor zijn schepping zorgt
leeft als een ware vorst.
11. God stelt zijn eer in onze hoogheid
alles legt Hij in onze hand
zijn naam moet luisterrijk en groot zijn
in wat de mens als koning kan.
Wie zich ontfermt
Gods werk beschermt
wie goede herder is
komt stralend aan het licht.
12.
13. Mens voor de mensen zijn, herder als God,
trooster voor groot en klein, zo lief als God.
God roept zijn mensen, Hij roept ze bij naam
opdat zij toegewijd zijn wegen gaan.
Genade zaait Hij als zaad in hun hart,
zijn Geest vernieuwt de tijd en heelt de smart.
Klein met de kleinen zijn, vriend onverwacht,
niet op zichzelf maar op and’ren bedacht.
Zieken omarmen, hun tranen verstaan,
met hen de kruisweg ten einde toe gaan.
Gods woorden spreken aanstekelijk echt,
zijn liefde tonen en doen wat Hij zegt.
Licht in het duister zijn, laaiende vlam,
mens van vertrouwen zijn, zijn wie men kan.
Van God gezonden zijn, deemoedig en vrij,
teken van vrede zijn, zo trouw als Hij.
17. [Vg.]
Ik geloof in God
die het licht,
het water en de zon heeft geschapen
om de aarde bewoonbaar te maken
en mensen tot leven te brengen.
18. [Al.]
Ik geloof dat vuur en
water, aarde en lucht
er niet zijn om te vervuilen
en te laten sterven
maar om te beheersen
en te behoeden
zoals God vroeg in den beginne.
19. [Vg.]
Ik geloof in de mensen,
geschapen naar Gods beeld
- niet voor onrecht en dood,
- niet voor angst en geweld,
maar geboren voor het geluk
en bestemd om lief te hebben.
20. [Al.]
Ik geloof in die ene mens
Jezus van Nazareth,
die in opstand is gekomen
tegen onrecht en verdrukking,
tegen macht die mensen klein houdt
en hun het licht ontneemt.
21. [Vg.]
Ik geloof in zijn opstand tegen de dood
die Hem in leven hield tot vandaag.
Daarom wil ik opstaan
uit mijn eigen duisternis,
en weten dat de dood
het laatste woord niet is.
22. [Al.]
Daarom wil ik geloven
in de beweging van Jezus,
wil ik Hem volgen
in het zoeken naar licht,
in het dienen van mensen,
totdat alles is voltooid
en wij leven in vrede.
Amen.
23.
24. Daar waar vriendschap is en liefde
Daar waar vriendschap is, daar is god.
25.
26. Gij die weet wat in mensen omgaat
aan hoop en twijfel, domheid, drift,
plezier, onzekerheid.
Gij die ons denken peilt
en ieder woord naar waarheid schat
en wat onzegbaar is onmiddellijk verstaat.
Gij toetst ons hart
en Gij zijt groter dan ons hart
op elk van ons houdt Gij uw oog gericht
en niemand of hij heeft een naam bij U
en niemand valt of hij valt in Uw handen
en niemand leeft of hij leeft naar U toe.
Maar nooit heeft iemand U gezien
in dit heelal zijt Gij onhoorbaar
en diep in de aarde klinkt Uw stem niet
en ook uit de hoogte niet
en niemand die de dood is ingegaan
keerde ook terug om ons van U te groeten.
Aan U zijn wij gehecht naar U genoemd.
Gij alleen weet wat dat betekent, wij niet.
Wij gaan de wereld door met dichte ogen.
Maar soms herinneren wij ons een naam
een oud verhaal dat ons is doorverteld
over een mens die vol was van Uw kracht
Jezus van Nazareth, een jodenman.
In Hem zou Uw genade zijn verschenen,
Uw mildheid en Uw trouw
in hem zou voorgoed
aan het licht gekomen zijn
hoe Gij bestaat
weerloos en zelveloos
dienaar van mensen.
Hij was zoals wij zouden willen zijn
een mens van God
een vriend, een licht, een herder
die niet ten eigen bate heeft geleefd
en niet vergeefs onvruchtbaar is gestorven.
Die in de laatste nacht dat Hij nog leefde
het brood gebroken heeft en uitgedeeld
en heeft gezegd:
Neemt, eet, dit is mijn lichaam,
zo zult gij doen tot Mijn gedachtenis.
Toen nam Hij ook de beker en Hij zei:
Dit is het Nieuw Verbond, dit is Mijn bloed
dat wordt vergoten
tot vergeving van de zonden.
Als je uit deze beker drinkt, denk dan aan Mij
Tot Zijn gedachtenis nemen wij daarom
dit brood en breken het voor elkaar
om goed te weten wat ons te wachten staat
als wij leven Hem achterna.
Als Gij Hem hebt gered van de dood
God, als Hij, dood en begraven
dan toch leeft bij U
redt dan ook ons en houdt ons in leven.
Haal ook ons door de dood heen nu
en maak ons nieuw
want waarom Hij wel
en waarom wij niet,
wij zijn toch ook mensen.
40. Onze Vader, die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw rijk kome, uw wil geschiede
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven
aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving,
maar verlos ons van het kwade.
Want van U is het koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid
tot in eeuwigheid. Amen.
44. [Voorganger]
Heer Jezus,
Jij bent de goede herder.
Je komt naar ons toe
en roept ieder bij naam.
Jij wil dat wij léven
en wel in overvloed.
Roepingsgebed
45. [Allen]
Draag zorg
voor de kudde die Je weidt.
Open onze oren voor Jouw stem,
neem onze angst weg
om te antwoorden
46. [Vg.]
Verdiep het vertrouwen van jonge partners
om het met elkaar als gehuwden te wagen.
Geef ons religieuzen en godgewijden,
profeten voor vandaag.
47. [Al.]
Beziel allen
die zich inzetten voor Jouw Kerk
met de vreugde van het evangelie.
Schenk ons de priesters en diakens
die we nodig hebben.
Vervul hen
met Jouw Geest van hoop en sterkte.
48. [Vg.]
Beziel elk van ons
die Jouw naam als christen draagt.
[Al]
Laat niet toe
dat zorgen ons verlammen.
Roep onze Kerk naar buiten
zodat Jouw Woord van Liefde
in heel de schepping wordt gehoord.
49.
50. When peace like a river,
attendeth my way,
When sorrows like sea billows roll
Whatever my lot,
thou hast taught me to say
It is well, it is well, with my soul
It is well With my soul
It is well, it is well with my soul
Though Satan should buffet,
though trials should come,
Let this blest assurance control,
That Christ has regarded my helpless estate,
And hath shed His own blood for my soul
It is well (it is well)
With my soul (with my soul)
It is well, it is well with my soul
My sin, oh, the bliss of this glorious thought
My sin, not in part but the whole,
Is nailed to the cross, and I bear it no more,
Praise the Lord, praise the Lord, o my soul
And Lord, haste the day when my faith shall be sight,
The clouds be rolled back as a scroll;
The trump shall resound, and the Lord shall descend,
Even so, it is well with my soul.
51. When peace like a river,
attendeth my way,
When sorrows like sea billows roll
Whatever my lot,
thou hast taught me to say
It is well, it is well, with my soul
It is well With my soul
It is well, it is well with my soul
Though Satan should buffet,
though trials should come,
Let this blest assurance control,
That Christ has regarded my helpless estate,
And hath shed His own blood for my soul
It is well (it is well)
With my soul (with my soul)
It is well, it is well with my soul
My sin, oh, the bliss of this glorious thought
My sin, not in part but the whole,
Is nailed to the cross, and I bear it no more,
Praise the Lord, praise the Lord, o my soul
And Lord, haste the day when my faith shall be sight,
The clouds be rolled back as a scroll;
The trump shall resound, and the Lord shall descend,
Even so, it is well with my soul.
♀
♂
♀
♂
52. When peace like a river,
attendeth my way,
When sorrows like sea billows roll
Whatever my lot,
thou hast taught me to say
It is well, it is well, with my soul
It is well With my soul
It is well, it is well with my soul
Though Satan should buffet,
though trials should come,
Let this blest assurance control,
That Christ has regarded my helpless estate,
And hath shed His own blood for my soul
It is well (it is well)
With my soul (with my soul)
It is well, it is well with my soul
My sin, oh, the bliss of this glorious thought
My sin, not in part but the whole,
Is nailed to the cross, and I bear it no more,
Praise the Lord, praise the Lord, o my soul
And Lord, haste the day when my faith shall be sight,
The clouds be rolled back as a scroll;
The trump shall resound, and the Lord shall descend,
Even so, it is well with my soul.
53. When peace like a river,
attendeth my way,
When sorrows like sea billows roll
Whatever my lot,
thou hast taught me to say
It is well, it is well, with my soul
It is well With my soul
It is well, it is well with my soul
Though Satan should buffet,
though trials should come,
Let this blest assurance control,
That Christ has regarded my helpless estate,
And hath shed His own blood for my soul
It is well (it is well)
With my soul (with my soul)
It is well, it is well with my soul
My sin, oh, the bliss of this glorious thought
My sin, not in part but the whole,
Is nailed to the cross, and I bear it no more,
Praise the Lord, praise the Lord, o my soul
And Lord, haste the day when my faith shall be sight,
The clouds be rolled back as a scroll;
The trump shall resound, and the Lord shall descend,
Even so, it is well with my soul.
♀
♂
♀
♂
54. zaterdag 4 mei om 12u45 aan de
vergadertafel onder de eik
16
e
internationale
labyrintdag