Teksten en liederen die geprojecteerd werden tijdens de vierde zondag van de vasten. verzoeningsviering. Een vastenwerking opgebouwd rond een werk van Herman Minner (B 2024) Ten Bos – Sint Amanduskerk Erembodegem. De teksten van onze vieringen zijn te vinden op de website: https://www.kerknet.be/parochie-aalst-hopparochie/inspiratie/vieringen-op-ten-bos

2. Als we hier tezamen komen,
kwetsbaar in geloof bijeen;
dan wilt Jij, Heer, bij ons wonen,
ligt Jouw mantel om ons heen,
In dit uur om kracht verlegen,
om geloof in onze nood,
zijn wij hier elkaar tot zegen,
is Jouw liefde levensgroot.
Jij bent onze God van leven,
die de mensen thuis verwacht;
blijft door alles heen geweven,
bron van levensmoed en kracht.

3. Als we hier tezamen komen,
kwetsbaar in geloof bijeen;
dan wilt Jij, Heer, bij ons wonen,
ligt Jouw mantel om ons heen,
In dit uur om kracht verlegen,
om geloof in onze nood,
zijn wij hier elkaar tot zegen,
is Jouw liefde levensgroot.
Jij bent onze God van leven,
die de mensen thuis verwacht;
blijft door alles heen geweven,
bron van levensmoed en kracht.

4. Als we hier tezamen komen,
kwetsbaar in geloof bijeen;
dan wilt Jij, Heer, bij ons wonen,
ligt Jouw mantel om ons heen,
In dit uur om kracht verlegen,
om geloof in onze nood,
zijn wij hier elkaar tot zegen,
is Jouw liefde levensgroot.
Jij bent onze God van leven,
die de mensen thuis verwacht;
blijft door alles heen geweven,
bron van levensmoed en kracht.

6. De Heer heeft mij gehoord en nu wil Hij
de fouten die wij maakten wel vergeten;
Hij wil vergeven, Hij maakt ons weer vrij,
geeft nieuwe kansen, Hij wil dat wij weten,
dat Hij bij ons is, daarom mogen wij
van nu af aan Zijn kinderen weer heten.
Herstellen wat gebroken was, wil Hij,
vergeven alles wat ons mocht berouwen;
Hij maakt ons heel, van alle zonden vrij,
want wie mag op Zijn goedheid niet vertrouwen;
ik mag weer leven en zo mogen wij
Zijn Vredesrijk in deze wereld bouwen

7. De Heer heeft mij gehoord en nu wil Hij
de fouten die wij maakten wel vergeten;
Hij wil vergeven, Hij maakt ons weer vrij,
geeft nieuwe kansen, Hij wil dat wij weten,
dat Hij bij ons is, daarom mogen wij
van nu af aan Zijn kinderen weer heten.
Herstellen wat gebroken was, wil Hij,
vergeven alles wat ons mocht berouwen;
Hij maakt ons heel, van alle zonden vrij,
want wie mag op Zijn goedheid niet vertrouwen;
ik mag weer leven en zo mogen wij
Zijn Vredesrijk in deze wereld bouwen

9. 1
De steppe zal bloeien,
de steppe zal lachen en juichen.
De rotsen die staan
vanaf de dagen der schepping,
staan vol water, maar dicht,
de rotsen gaan open.
Het water zal stromen,
het water zal tintelen, stralen,
dorstigen komen drinken.
De steppe zal drinken,
de steppe zal bloeien,
de steppe zal lachen en juichen.
2
De ballingen keren.
Zij keren met blinkende schoven.
Die gingen in rouw
tot aan de einden der aarde,
één voor één, en voorgoed,
die keren in stoeten.
Als beken vol water,
als beken vol toesnellend water,
schietend omlaag van de bergen.
Met lachen en juichen -
die zaaiden in tranen,
die keren met lachen en juichen.
3
De dode zal leven.
De dode zal horen: nu leven.
Ten einde gegaan
en onder stenen bedolven:
dode, dode, sta op,
het licht van de morgen.
Een hand zal ons wenken,
een stem zal ons roepen: Ik open
hemel en aarde en afgrond.
En wij zullen horen,
en wij zullen opstaan
en lachen en juichen en leven.

11. [Vg.]
Ik geloof in God,
de Oneindige, de Levende, de Zorgende
[Al.]
die alles in het leven heeft geroepen
die mij gewild heeft
als mijzelf en als deel van het geheel.

12. [Vg.]
Ik geloof in Jezus Christus,
liefste geschenk van God,
[Al.]
Maria's zoon en mijn broeder,
die mij de weg wijst naar een leven
van mededogen, vreugde en hoop.

13. [Vg.]
Ik geloof in de Geest,
adem van God, woord van Jezus
[Al.]
die in mij leeft en mij drijft
op zoek naar gerechtigheid, waarheid en
eenheid.

14. [Vg.]
Ik geloof
in onze geloofsgemeenschap van mensen,
[Al.]
lief en leed delend, in vrede levend,
elkaar op handen dragend als God,
elkaar in liefde vergevend als Jezus,
elkaar bemoedigend en troostend als de Geest.
Zo zal het eindelijk worden!

16. En todo amar y servir
Ignatius van Loyola)
in alles beminnen en dienen

18. Voor ieder van ons
een plaats aan de tafel
voor ieder van ons
schoon water en brood
een veilige plek,
een plaats om schuilen
een plaats in Gods licht
als tafelgenoot.
Vol vreugde ziet God
naar mensen die recht doen:
zij scheppen geluk!
Vol vreugde ziet God
naar mensen die recht doen:
zij scheppen recht en geluk!
Voor ieder van ons
een plaats aan de tafel
voor iedere vrouw,
voor iedere man
Niet minder of meer,
de een of de ander:
het delen van macht
is deel van ons plan.
Voor ieder van ons
een plaats aan de tafel,
beschadigd of gaaf,
rechtvaardig of slecht,
en ondanks de pijn:
een plaats voor vergeving,
genadig begin
van goddelijk recht

19. Voor ieder van ons
een plaats aan de tafel
voor ieder van ons
schoon water en brood
een veilige plek,
een plaats om schuilen
een plaats in Gods licht
als tafelgenoot.
Vol vreugde ziet God
naar mensen die recht doen:
zij scheppen geluk!
Vol vreugde ziet God
naar mensen die recht doen:
zij scheppen recht en geluk!
Voor ieder van ons
een plaats aan de tafel
voor iedere vrouw,
voor iedere man
Niet minder of meer,
de een of de ander:
het delen van macht
is deel van ons plan.
Voor ieder van ons
een plaats aan de tafel,
beschadigd of gaaf,
rechtvaardig of slecht,
en ondanks de pijn:
een plaats voor vergeving,
genadig begin
van goddelijk recht

20. Voor ieder van ons
een plaats aan de tafel
voor ieder van ons
schoon water en brood
een veilige plek,
een plaats om schuilen
een plaats in Gods licht
als tafelgenoot.
Vol vreugde ziet God
naar mensen die recht doen:
zij scheppen geluk!
Vol vreugde ziet God
naar mensen die recht doen:
zij scheppen recht en geluk!
Voor ieder van ons
een plaats aan de tafel
voor iedere vrouw,
voor iedere man
Niet minder of meer,
de een of de ander:
het delen van macht
is deel van ons plan.
Voor ieder van ons
een plaats aan de tafel,
beschadigd of gaaf,
rechtvaardig of slecht,
en ondanks de pijn:
een plaats voor vergeving,
genadig begin
van goddelijk recht

21. Voor ieder van ons
een plaats aan de tafel
voor ieder van ons
schoon water en brood
een veilige plek,
een plaats om schuilen
een plaats in Gods licht
als tafelgenoot.
Vol vreugde ziet God
naar mensen die recht doen:
zij scheppen geluk!
Vol vreugde ziet God
naar mensen die recht doen:
zij scheppen recht en geluk!
Voor ieder van ons
een plaats aan de tafel
voor iedere vrouw,
voor iedere man
Niet minder of meer,
de een of de ander:
het delen van macht
is deel van ons plan.
Voor ieder van ons
een plaats aan de tafel,
beschadigd of gaaf,
rechtvaardig of slecht,
en ondanks de pijn:
een plaats voor vergeving,
genadig begin
van goddelijk recht

22. Voor ieder van ons
een plaats aan de tafel
voor ieder van ons
schoon water en brood
een veilige plek,
een plaats om schuilen
een plaats in Gods licht
als tafelgenoot.
Vol vreugde ziet God
naar mensen die recht doen:
zij scheppen geluk!
Vol vreugde ziet God
naar mensen die recht doen:
zij scheppen recht en geluk!
Voor ieder van ons
een plaats aan de tafel
voor iedere vrouw,
voor iedere man
Niet minder of meer,
de een of de ander:
het delen van macht
is deel van ons plan.
Voor ieder van ons
een plaats aan de tafel,
beschadigd of gaaf,
rechtvaardig of slecht,
en ondanks de pijn:
een plaats voor vergeving,
genadig begin
van goddelijk recht

23. Voor ieder van ons
een plaats aan de tafel
voor ieder van ons
schoon water en brood
een veilige plek,
een plaats om schuilen
een plaats in Gods licht
als tafelgenoot.
Vol vreugde ziet God
naar mensen die recht doen:
zij scheppen geluk!
Vol vreugde ziet God
naar mensen die recht doen:
zij scheppen recht en geluk!
Voor ieder van ons
een plaats aan de tafel
voor iedere vrouw,
voor iedere man
Niet minder of meer,
de een of de ander:
het delen van macht
is deel van ons plan.
Voor ieder van ons
een plaats aan de tafel,
beschadigd of gaaf,
rechtvaardig of slecht,
en ondanks de pijn:
een plaats voor vergeving,
genadig begin
van goddelijk recht

25. [Voorganger]
God, onze Vader,
Jij die vreugde schept in mensen
en geen van ons veracht;
Jij die veel van wat wij doen verafschuwt,
maar nooit één mensenkind laat vallen -
ach, waren wij als Jij,
het zou vandaag nog vrede zijn!
Rond de tafel

26. [allen]
Jij die nooit en nergens
de dood van een zondaar wil,
maar dat hij zich omkeert
en eindelijk gaat leven;

27. [Vg]
Jij die wel het licht
maar nooit het vuur over ons wil storten -
ach waren wij als Jij,
het zou vandaag afgelopen zijn
met hooghartigheid en leedvermaak.

28. [al]
Jij die ons liever
in stilte vooruit blijft gaan
dan dat je ons met geweld
zou willen overtroeven;
Jij die liever als een gestorvene op ons wacht
dan dat Je ons in eenzaamheid
zou willen overleven;

29. [Vg]
Jij, zo onloochenbaar
vervuld van hoop op mensen,
dat Je jouw toekomst
nog altijd neer durft leggen
in onze vuile handen -
Ach, waren wij als Jij,
het zou vandaag nog uit zijn
met ongelijkwaardigheid
en geweld op geweld.

30. [al]
Jij die de zon laat schijnen
over rechtvaardigen en onrechtvaardigen,
over tollenaars die niet slecht genoeg
en farizeeërs die niet goed genoeg zijn;
Jij die wacht met eindeloos geduld,
als de wijngaardenier bij de dorre vijgenboom,
tot wij ons eindelijk weer verder willen,
vruchtbaar worden en vruchten dragen.
(rechtstaan

31. [Vg]
ach, waren wij als Jij, er zou vandaag nog brood genoeg
voor allen zijn en de wijnstok zou heden nog bloeien voor
iedereen op aarde! Om te worden áls Jij verbeelden wij
elkaar opnieuw het eerlijk verdeelde leven. Wij delen
brood en wijn en noemen daarbij de naam van hém; die
ons dit in Jouw naam heeft voorgedaan,…
-|- consecratie -|-
Wij danken Jou dat Jij je zo te kennen geeft en dat Jezus
verrezen is. Dat geeft ons vertrouwen in het leven, en
hoop op de toekomst over de dood heen. In dat
vertrouwen bidden wij voor mensen die gestorven zijn …
dat zij mogen rusten in vrede.

32. [al]
Schenk ons Jouw Geest, God,
zodat de wonderen die Jij hebt gedaan
ook vandaag nog mogelijk zijn:
dat lam geslagen mensen weer kunnen opstaan,
dat blinden weer oog krijgen
voor hun medemensen,
dat armen niet arm moeten blijven,
dat er leven mag zijn en liefde voor iedereen.

33. [Vg]
Schenk kracht, God,
aan onze handen en voeten.
Laat ons nieuw geboren worden,
maak ons hart warm voor Jou,
zodat Je zelf tot leven komt in deze wereld,
zodat Jouw rijk van goedheid
en rechtvaardigheid mag groeien,
van mens tot mens, van hart tot hart.

34. [al]
Zo kunnen wij ons geloof in Jou gestalte geven
en groeien tot een gemeenschap van mensen
die Jouw gelaat herkennen in deze wereld,
die Jou herkennen in mensen
die leven voor elkaar,
in liefde en hoop, in trouw.

36. Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw naam worde geheiligd,
Uw rijk kome,
Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren
en breng ons niet in beproeving
maar verlos ons van het kwade.
Want van U is het koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid
in eeuwigheid, amen.

38. Vrede wens ik je toe.
Liefde wens ik je toe.
Moge God je behoeden, leef met zijn liefde.
Vrede wens ik je toe.
Zegen wens ik je toe.
Aandacht wens ik je toe.
Dat er mensen zijn met wie je kunt delen.
Zegen wens ik je toe.

40. De mantel van de liefde bedekt het kwade niet,
tenzij ik toe wil geven dat onrecht is geschied.
Als onrecht niet hersteld wordt, een ander aangedaan,
dan kan op deze wijze, verzoening niet bestaan.
Wie eerlijk durft bekennen, dat hij ooit onrecht deed;
dat hij het goed wil maken, met lief voor zoveel leed,
die mag in stilte hopen dat er verzoening komt
geen zand voorgoed erover, maar wel een nieuw verbond.

41. De mantel van de liefde bedekt het kwade niet,
tenzij ik toe wil geven dat onrecht is geschied.
Als onrecht niet hersteld wordt, een ander aangedaan,
dan kan op deze wijze, verzoening niet bestaan.
Wie eerlijk durft bekennen, dat hij ooit onrecht deed;
dat hij het goed wil maken, met lief voor zoveel leed,
die mag in stilte hopen dat er verzoening komt
geen zand voorgoed erover, maar wel een nieuw verbond.