1. Windenergieproject Bilzen E313
Samenvattend informatiedocument
Inhoudsopgave
Inleiding................................................................................................................................................... 1
Doelstellingen hernieuwbare energie..................................................................................................... 2
Limburg Wind CV..................................................................................................................................... 2
Lokalisatienota ........................................................................................................................................ 2
Geluid ...................................................................................................................................................... 8
Slagschaduw.......................................................................................................................................... 10
Natuur ................................................................................................................................................... 14
Landschap - visualisaties ....................................................................................................................... 17
Ontwikkelingen in de omgeving............................................................................................................ 23
Verloop van de procedure..................................................................................................................... 24
2. 1
Inleiding
Limburg win(d)t diende een omgevingsvergunningsaanvraag in voor 2 windturbines langs de E313 in
Bilzen. Deze aanvraag werd volledig en ontvankelijk verklaard door de provincie Limburg in april 2020.
Het openbaar onderzoek wordt georganiseerd door de stad Bilzen en vindt plaats van 04/05/2020 tot
en met 02/06/2020.
Omwille van de corona-maatregelen die momenteel gelden en de social distancing-regels die in acht
moeten genomen worden zijn we in de onmogelijkheid om een fysiek infomoment over dit project te
organiseren. In dit document wordt de informatie, zoals normaal gezien gegeven tijdens een
infozitdag, samengevat. In de lokalisatienota (zie verder) en in de omgevingsvergunningsaanvraag is
meer gedetailleerdere informatie te vinden.
Figuur 1 – Topografisch plan
3. 2
Doelstellingen hernieuwbare energie
In onze moderne samenleving is elektriciteit een kostbaar goed. Voor ons eigen comfort én in functie
van de doelstellingen die op verschillende niveaus zijn afgesproken is het cruciaal om in België een
eigen productiecapaciteit uit te bouwen en zo bevoorradingszekerheid te garanderen voor de
toekomst. De elektriciteitsvoorziening in België staat immers voor grote uitdagingen met de geplande
kernuitstap in 2025 en het halen van de Europese klimaatdoelstellingen.
De verwachte productie van hernieuwbare energie voor deze windturbines bedraagt per jaar ongeveer
25.000 MWh, wat equivalent is met het elektriciteitsverbruik van ongeveer 7.200 gezinnen.
Voorliggend project draagt bij tot het realiseren van de doelstelling om de CO2-uitstoot op het
grondgebied Bilzen aanzienlijk te verminderen.
Limburg Wind CV
U heeft de mogelijkheid om mee te bouwen aan een duurzame samenleving door te participeren in
hernieuwbare energie. Zo kunt u genieten van de opbrengsten van dit windenergieproject. Meer
informatie vindt u op https://limburgwind.be/. Reeds meer dan 7000 mensen participeren zo mee in
hernieuwbare energieprojecten in Limburg.
Lokalisatienota
De omgevingsvergunningsaanvraag voor een windenergieproject wordt voorzien van een bijhorende
lokalisatienota. Deze nota licht toe hoe er tot een bepaalde locatie wordt gekomen en brengt de
effecten van het windenergieproject op mens, natuur en milieu in kaart.
Afbakening projectzone
De locatie waar de windturbines worden voorzien in voorliggend project, wordt afgebakend en
gekenmerkt door diverse structuren. In voorliggend project werd gefocust op de E313, tussen de afrit
van Diepenbeek en van Bilzen. In eerste instantie werden hierbij in functie van de afstand tot woningen
en woonzones potentiële projectzones afgebakend. Vervolgens werd rekening gehouden met andere
4. 3
afwegingselementen die van belang zijn in de omgeving, zoals de veiligheidsafstanden tot de
autosnelweg, afstand tot natuurwaarden en de tussenafstanden tussen de geplande windturbines.
Wetgevend kader
Naar aanleiding van de klimaatdoelstellingen heeft de Vlaamse overheid een wetgevend kader
ontwikkeld dat aangeeft waar windenergieprojecten mogelijk zijn. In de lokalisatienota wordt het
windenergieproject hieraan afgetoetst. Dit wetgevend kader gaat uit van 2 principes namelijk het
bundelingsprincipe en het optimalisatieprincipe.
Het bundelingsprincipe houdt in dat er dient aangesloten te worden met bestaande reeds in het
landschap markant aanwezige infrastructuren zoals bijvoorbeeld autosnelwegen,
hoogspanningslijnen, waterwegen, spoorwegen, industriezones, etc. De locatie waar de windturbines
worden voorzien in voorliggend project, wordt afgebakend en gekenmerkt door diverse structuren: de
autosnelweg E313, het op- en afrittencomplex Diepenbeek en de spoorlijn Hasselt-Luik (zie figuur 2 -
Bundelingsplan).
Met deze inplanting wordt een mooi ruimtelijk geheel gevormd met de autosnelweg E313 én wordt
een ruimtelijk aanvaardbare invulling van de projectzone bekomen.
6. 5
Het optimalisatieprincipe schrijft voor dat ieder project de betreffende projectzone maximaal dient te
benutten. Daarbij wordt rekening gehouden met ruimtelijke, milieutechnische en energetische
aspecten, zoals hieronder kort schematisch samengevat.
Figuur 3 - Schematisch overzicht optimalisatieprincipe
Vertrekkende vanuit ruime afstanden tot woningen, woonlinten en woonzones werd voorliggende
projectzone afgebakend. Bijkomend werd gekeken naar andere kenmerken in de omgeving zoals de
veiligheidsafstanden tot de autosnelweg, afstand tot natuurwaarden en de tussenafstanden tussen de
geplande windturbines. (zie figuur 4 - Optimale afstanden en figuur 5 - Bewoning)
Voorliggende inplanting van twee windturbines is het resultaat van een milieutechnische, ruimtelijke
en energetische optimalisatie-oefening.
7. 6
Figuur 4 – Optimale afstanden: bewoning, natuurwaarden, autosnelweg en tussenafstanden
8. 7
Figuur 5 – Afstanden tot bewoning
In het kader van de milieutechnische aspecten (slagschaduw, geluid en veiligheid) werden normen
bepaald door de Vlaamse overheid die worden gebundeld in de VLAREM (= Vlaams Reglement
betreffende de Milieuvergunning). De lokalisatienota beschrijft daarnaast ook andere
onderzoeksgebieden over de impact van windturbines zoals de grond- en ruimtegebruik, wonen,
landbouw, bedrijventerreinen, zeehavengebieden, sport en recreatie, landschap en onroerend
erfgoed, natuur, luchtvaart, etc.
Zoals elke vorm van energieproductie hebben ook windturbines bepaalde mogelijke effecten. In dit
document wordt vooral ingegaan op de aspecten geluid, slagschaduw, natuur en landschap.
9. 8
Geluid
Wat is geluid?
De eenheid waarin de sterkte van het geluid wordt weergegeven en waarbij rekening wordt gehouden
met de geluidssterktes voor de gevoeligheid van het oor is dB(A).
De autosnelweg is reeds een belangrijke en aanwezige geluidsbron in de omgeving. Het is te
verwachten dat het geluid van de windturbine zal opgaan in het reeds aanwezige omgevingsgeluid
afkomstig van onder andere de E313 autosnelweg.
Om een idee te geven hoe verschillende geluidsniveaus ervaren worden is hieronder een vergelijking
terug te vinden.
Figuur 6 - Verschillende geluidsniveaus
Geluidsnormen windenergieproject
Onder bepaalde omstandigheden kan afhankelijk van het omgevingsgeluid, de windsnelheid en de
windrichting geluid van de windturbines waargenomen worden. Windturbines veroorzaken geluid
wanneer ze draaien. Wanneer er weinig wind is, zullen ze nauwelijks geluid produceren. Windturbines
kunnen 2 types geluid produceren. Het geluid kan afkomstig zijn van de bewegende delen (gondel,
generator, tandwielkast) of het draaien van de wieken (dit hangt af van de lengte van de wieken,
windsnelheid en vormgeving van de rotorbladen).
In het kader van windenergieproject werden door de Vlaamse overheid heel strenge normen opgelegd
op vlak van windturbinegeluid. Deze normen zijn afhankelijk van de plaats van de woningen en het
tijdstip. Geluid wordt namelijk anders ervaren tijdens de nacht dan tijdens de dag. Daarom worden
strengere normen opgelegd ’s nachts. Het voorliggend windproject voldoet aan de VLAREM-
richtwaarden voor windturbinegeluid die gelden in de nabijheid van woningen (buitenshuis) rekening
houdende met de methodiek die de VLAREM oplegt. Deze methodiek gaat uit van een worst-case
scenario waarbij in de geluidssimulering rekening wordt gehouden met het feit dat alle windturbines
steeds op vol vermogen draaien en de windrichting steeds richting de ontvanger gaat (wat in realiteit
niet mogelijk is).
Onderstaande tabel geeft de VLAREM-normen weer nabij woningen in de verschillende bestemmingen
volgens het gewestplan.
10. 9
Tabel 1 – Geluidsnormen windturbines VLAREM – nabij woningen
Bestemming gewestplan Dag Avond en nacht
Woongebied 44 39
Groengebied 44 39
Agrarisch gebied 48 43
Er werd een geluidssimulatie uitgevoerd in de geluidsstudie waarbij uit de berekeningen is gebleken
dat de geplande windturbines, met een werking op maximale capaciteit, voldoen aan de opgelegde
normen tijdens de dagperiode onafhankelijk van het gekozen type windturbine.
Tijdens de avond- en nachtperiode is er nog steeds conformiteit voor alle woningen in de omgeving.
Voor de opgenomen types windturbines dienen de windturbines beperkt gereduceerd te worden. Dit
betekent dat de rotatiesnelheid van de windturbine licht wordt beperkt en vervolgens het geluid wordt
vermindert. Het windenergieproject zal dus ook steeds aan de VLAREM-geluidsnormen voldoen
tijdens de avond en nacht.
Hieronder zijn de geluidscontouren afgebeeld op een gewestplan waar duidelijk zichtbaar is dat geen
enkel adrespunt (blauwe cirkel) in agrarisch gebied gelegen is binnen de worst case 43 dB(A)-contour.
Ook binnen de worst case 39 dB(A)-contour zijn geen woningen in woongebied/groengebied gelegen.
Op deze manier wordt de geluidsnorm onafhankelijk van het type windturbine ten allen tijde
gerespecteerd (zie figuur 7 - Gewestplan met 39 dB(A) en 43 dB(A) geluidscontouren).
- Lichtgroen = 39 dB(A)-contour
- Donkergroen = 43 dB(A)-contour
11. 10
Figuur 7– Gewestplan met 39 dB(A) en 43 dB(A) geluidscontouren
Slagschaduw
Wat is slagschaduw?
De ronddraaiende wieken van een windturbine kunnen een bewegende schaduw werpen op de
omgeving als de zon op de mast en de rotor van een bewegende windturbine schijnt. Slagschaduw
draait mee met de zon en is dus geen constant fenomeen. Voornamelijk als de zon laag staat kan dit
een vervelend effect geven.
Het voorkomen van slagschaduw in een woning is dus afhankelijk van de zonnesterkte, de
windrichting, het seizoen, moment van de dag en de ligging van de woning t.o.v. de windturbine. In
het zuiden van de windturbine zal er nooit slagschaduw optreden gezien de zon nooit in het noorden
staat. Hieronder is ook een schematische voorstelling terug te vinden van een slagschaduwcontour en
de momenten van dag/het jaar dit kan voorkomen.
12. 11
Figuur 8– Schematische voorstelling slagschaduw
Slagschaduwnormen windenergieproject
Ook voor slagschaduw die binnenvalt in binnenruimten werden strenge normen vastgelegd in de
VLAREM. Een woning mag in totaal niet meer dan 8 uur/jaar en nooit langer dan 30 min/dag
slagschaduw ontvangen . Alle woningen die in het slagschaduwbereik liggen en die meer dan 8 uur
slagschaduw per jaar kunnen ondervinden worden in de windturbine geprogrammeerd en
gemonitord. Zodra de norm dreigt overschreden te worden legt de programmatie de windturbine
automatisch stil. De exploitant moet dit voor elke woning bijhouden in een logboek en dient ter
beschikking te staan voor de milieu-inspectie.
In de vergunningsaanvraag werd een studie bijgevoegd waarbij een worst-case simulatie werd
opgemaakt van de slagschaduwcontour. In deze studie wordt bijvoorbeeld geen rekening gehouden
met eventuele obstakels (zoals bomen, struiken, huizen, etc.) die slagschaduw kunnen vermijden.
Op onderstaande figuur staat het gebied afgebakend waarbinnen er maximaal 8 uur slagschaduw per
jaar kan optreden. Dreigt deze norm overschreden te worden dan word(t)(en) de betreffende
windturbine(s) stilgelegd. Belangrijk te weten is dat de norm geldt per woning en niet per windturbine.
Dit betekent vervolgens dat er rekening gehouden wordt met de cumulatieve effecten van de twee
windturbines samen. Op deze manier wordt de slagschaduwnorm van 8 uur per jaar en 30 minuten
per dag te allen tijde gerespecteerd, onafhankelijk het type windturbine.
Voor de dichtstbijzijnde woningen werden slagschaduwkalenders opgemaakt (zie figuren 10, 11 en 12).
Deze kalenders geven duidelijkheid over op welk moment van de dag en welk moment van het jaar er
slagschaduw te verwachten kan zijn. Deze slagschaduwkalenders verschillen per woning. Dat betekent
niet dat er op dat moment effectief slagschaduw zal zijn. Vooraleer er slagschaduw kan optreden dient
er voldoende wind te zijn en dient de lichtsterkte van de zon voldoende groot te zijn. Bovendien wordt
steeds voldaan aan de norm van 8u/jaar en 30 min/dag.
13. 12
Hieronder vindt u enkele voorbeelden voor de woningen aangeduid op het plan met de letters A, B en
C.
Figuur 9 Orthofoto met de 8u-slagschaduwcontour – voor afregeling
14. 13
Woning A kan slagschaduw hebben afkomstig van de
twee windturbines:
- WT1: van begin mei tot eind juli tussen 4u en 6u
- WT2: eind maart en eind september tussen 6u
en 7u
Volgens de slagschaduwstudie kan er theoretisch
ongeveer 28u/jaar slagschaduw optreden op de woning.
Zoals wettelijk bepaald zal dit in de praktijk beperkt
blijven tot 8u/jaar en worden de windturbines hiervoor
afgeregeld.
Woning B kan slagschaduw hebben afkomstig van de
twee windturbines:
- WT1: van eind oktober tot eind maart tussen 8u
en 10u
- WT2: van half januari tot half februari en de
maand november tussen 7u en 8u30
Volgens de slagschaduwstudie kan er ongeveer
theoretisch 20u/jaar slagschaduw optreden op de
woning. Zoals wettelijk bepaald zal dit in de praktijk
beperkt blijven tot 8u/jaar en worden de windturbines
hiervoor afgeregeld.
Woning C kan slagschaduw hebben afkomstig van de
twee windturbines:
- WT1: vanaf half maart tot half april en in de
maand september tussen 17u en 18u
- WT2: in de maand februari en van begin oktober
tot begin november tussen 15u en 16u
Volgens de slagschaduwstudie kan er ongeveer 12u/jaar
slagschaduw optreden op de woning. Zoals wettelijk
bepaald zal dit in de praktijk beperkt blijven tot 8u/jaar en
wordt de norm gerespecteerd.
Figuur 10 Slagschaduwkalender woning A
Figuur 11 Slagschaduwkalender woning B
Figuur 12 Slagschaduwkalender woning C
15. 14
Figuur 13 Orthofoto met de 8u-slagschaduwcontour – na afregeling
Natuur
Het aspect natuur, in het bijzonder de mogelijke impact van de geplande windturbines ten aanzien van
vogels en vleermuizen, werd in een natuurtoets onderzocht. Daarnaast werden ook de effecten van
de windturbines op de beschermde gebieden onderzocht. Uit de studie blijkt dat er geen significante
effecten verwacht worden.
Beschermde gebieden
De windturbines liggen op ruime afstanden van beschermde gebieden (VEN-gebied en speciale
beschermingszones van Natura 2000). Het dichtstbijzijnde VEN-gebied ‘Mombeek’ ligt op 369 m ten
zuiden van de dichtstbijzijnde windturbine WT1. De dichtstbijzijnde Habitatrichtlijngebieden ‘Bossen
en kalkgraslanden van Haspengouw’ en ‘Jekervallei’ liggen op respectievelijk 774 m van WT1 en op
1.591 m van WT2.
16. 15
Figuur 14 - VEN/IVON en Natura 2000
Avifauna
De windturbines zijn niet gelegen in de risicogebieden volgens de risicoatlas (met betrekking tot
akkervogels, weidevogels, bijzondere broedvogels, broedkolonies, pleistergebieden, slaapplaats,
seizoenstrek, voedseltrek en slaaptrek). Er wordt dan ook geen significant effect verwacht op
deze soorten.
Wat vogels betreft werden de landschapsecologische elementen beschouwd en werd dit aangevuld
met gegevens van waarnemingen.be. Er worden geen significante effecten verwacht er dienen
bijgevolg dan ook geen milderende maatregelen genomen te worden.
17. 16
Vleermuizen
De geplande windturbines komen niet binnen een vleermuizenhabitat te staan noch wordt er
vleermuizenhabitat ingenomen. Voor de aanleg van de toegangswegen zal eveneens geen
vleermuizenhabitat ingenomen worden.
In het kader van vleermuizen werden eveneens landschapsecologische elementen beschouwd en
werden gegevens van waarnemingen.be opgevraagd. Hieruit kon worden besloten dat eventuele
verstorende impact verwaarloosbaar zal zijn. Ook het slachtofferrisico is laag, gezien de ligging in open
agrarisch gebied en de hoge draaihoogte van de wieken boven het maaiveld van de geplande
windturbines. Er dienen bijgevolg dan ook geen milderende maatregelen genomen te worden.
23. 22
Figuur 20 - Visualisatiepunt 6 vanuit de Aanlofstraat
24. 23
Ontwikkelingen in de omgeving
Er werd begin 2020 in dezelfde zone, door een andere ontwikkelaar, een
omgevingsvergunningsaanvraag ingediend voor een windenergieproject van vier windturbines.
Het project van Limburg win(d)t kenmerkt zich door een dichte aansluiting bij de autosnelweg E313 en
door een ruime afstand tot de woningen. De zone biedt volgens Limburg win(d)t slechts potentieel
voor twee windturbines.
Dit project betreft zowel een ruimtelijke, een milieutechnische en een energetische optimalisatie van
de zone.
Het project van Limburg win(d)t en de 2 westelijke windturbines van het project van de andere
ontwikkelaar zijn niet complementair en kunnen dus nooit beide gebouwd worden. De beslissing
omtrent beide projecten ligt bij de vergunningverlenende overheid, in dit geval de provincie Limburg.
Figuur 21 – Windenergieproject Limburg win(d)t en windenergieproject andere ontwikkelaar
25. 24
Verloop van de procedure
De omgevingsvergunningsaanvraag dient nog een verdere procedure te doorlopen zoals het
wetgevend kader dit voorschrijft. In onderstaande samenvattende tabel worden de voornaamste
stappen in de procedure weergegeven met bijhorende deadline.
Na het indienen van de omgevingsvergunningsaanvraag gaat de provincie na of het dossier de nodige
informatie bevat. De provincie heeft hiervoor 30 dagen de tijd om het dossier volledig en ontvankelijk
te verklaren.
Na de volledigheid- en ontvankelijkheidsverklaring wordt aan de stad Bilzen gevraagd om een
openbaar onderzoek op te starten. Ook wordt aan de verschillende adviesinstanties de vraag gesteld
om een advies uit te brengen (Departement Omgeving, de stad Bilzen, Agentschap Natuur en Bos,
Departement Landbouw en Visserij, etc.). Deze adviesinstanties brengen op basis van de
omgevingsvergunningsaanvraag hun standpunt uit aan de provincie Limburg. Vervolgens neemt de
provincie Limburg op basis van de omgevingsvergunningsaanvraag en de uitgebrachte adviezen een
beslissing.
Op vandaag bevinden we ons in de fase van het openbaar onderzoek.
Procedure Deadline
Indiening omgevingsvergunningsaanvraag Begin april 2020
Volledig en ontvankelijk Eind april 2020
Openbaar onderzoek 4/5/20 t.e.m. 2/6/20
Adviezen diverse adviesinstanties Eind juni 2020
Beslissing deputatie provincie Limburg Eind oktober 2020
26. 25
Bij verdere vragen kunt u telefonisch contact nemen met Limburg win(d)t op dinsdag 12 mei 2020 van
16u tem 19u (0800 20 049). Voor meer informatie kan u ook steeds terecht op het omgevingsloket.