Beeldkwaliteitplan Renes 2009, Scherpenzeel
Voor de noordrand van Scherpenzeel is plan Renes opgesteld met een bijbehorend beeldkwaliteitplan. Het beeldkwaliteitplan streeft naar een dorps en landelijk karakter door zachte vormen en kleuren aan te bevelen. De beeldkwaliteitkaders geven daarnaast ruimte en nodigen uit, om te tonen dat het plan in de 21e eeuw is ontworpen.
De landschappelijke inpassing is vormgegeven op basis van authentieke landschappelijke kenmerken. Hierdoor wordt er een aantrekkelijke omgeving gecreëerd waar mensen zich thuis en prettig voelen.
5. 5
INLEIDING
Aanleiding en planbeschrijving
De Gemeente Scherpenzeel wil de locatie Renes tot
ontwikkeling brengen.
Deze randvoorwaarden voor beeldkwaliteit gelden
als leidraad voor de vormgeving van de toekomstige
buurt.
Ten behoeve van de bouw van de woningen,
het appartementencomplex voor senioren en de
kerk is een stedenbouwkundig plan gemaakt. Dit
plan kan gezien worden als een afronding van de
noordrand van Scherpenzeel, overeenkomstig de
structuurvisie en de visie noord- en zuidrand. Het
stedenbouwkundig plan heeft een ruimtelijke relatie
met het aangrenzende woongebied.
Een belangrijk element in het plan is de kerk van
de Gereformeerde Gemeente. Het gebouw heeft
een omvang van ca. 1.500 zitplaatsen. De kerk is
gesitueerd op de scheiding tussen landelijk gebied
en bebouwde kom.
Vanaf de Marktstraat leidt de hoofdtoegangsweg
het gebied in naar de kerk. Dit is een licht gebogen
bomenlaan begeleid door een watergang aan de
noordzijde. Het baken van deze laan is de kerk.
Dwars op die laan sluiten woonstraten aan op de
stratenstructuur van de bestaande buurt. Daardoor
is de wijze waarop de grondgebonden woningen
verkaveldzijn,gelijkaanhetverkavelingsprincipevan
de woonbuurt waaraan het plan grenst. Er ontstaat
een rustige en duidelijke bebouwingsstructuur dat
Scherpenzeel aan de noordrand afrond.
Het plan voorziet in de bouw van 123 wooneenheden.
De 63 grondgebonden woningen zijn aan de
zuidzijde van de ontsluitingsweg getekend. Aan
de noordzijde van de nieuwe ontsluitingsweg
is het appartementencomplex voor senioren
gelegen. Hierin zijn ongeveer 60 appartementen
opgenomen.
Met dit beeldkwaliteitplan wil de gemeente
Scherpenzeel het beoogde ambitieniveau vast-
leggen, zowel voor de bebouwing als voor de
openbare ruimte.
Status van het beeldkwaliteitplan
Het beeldkwaliteitplan voor de locatie Renes wordt
tegelijkertijd met het bestemmingsplan ontwikkeld.
Het bestemmingsplan is hierbij het juridische kader
voor de planontwikkeling, het beeldkwaliteitplan
is het kwaliteitskader. In het beeldkwaliteitplan
worden specifieke keuzes gemaakt ten aanzien
van elementen die de sfeer van de te ontwikkelen
woonbuurt bepalen. Dit heeft betrekking op de
onderlingeafstemmingvanbebouwinginsamenhang
met de inrichting van de openbare ruimte.
Het beeldkwaliteitplan doet dienst als referentiekader
en inspiratiebron. Nadat het beeldkwaliteitplan
door de gemeenteraad is vastgesteld kunnen
inrichtingsplannen en (woning-)bouwplannen hier-
aan worden getoetst. Ter illustratie zijn in het plan
referentiebeelden opgenomen.
7. Huidige situatie
7
Hiernaast is de ligging van het plangebied
weergegeven.
Het plangebied is gelegen aan de noordzijde van
Scherpenzeel, ten oosten van de Marktstraat op het
hoekpunt Marktstraat/N224 (De Dreef).
Scherpenzeel maakt deel uit van de landgoederen-
zone in de Gelderse Vallei. De omgeving wordt
gekenmerkt door een kleinschalig en landschappelijk
fraai coulisselandschap. Ten noorden van het
plangebied ligt een aantal grotere boscomplexen.
De locatie Renes grenst aan de woonbuurten
Boskamp en Legekamp welke zijn gerealiseerd
in de jaren 70 en 80. Deze buurten kennen een
gemêleerde opzet, met enkele gestapelde blokjes als
ruimtelijke accenten en veelal vrijstaande woningen
aan de randen. De rondweg N224, De Dreef, vormt
de noordelijke rand van de kern Scherpenzeel.
Deze rondweg vormt een barrière tussen de
bebouwing van de dorpskern en het buitengebied
dat grotendeels voor agrarische doeleinden wordt
gebruikt. Ten zuiden van De Dreef bevinden zich
een aantal agrarische restpercelen die nu binnen
de stedelijke contour liggen, waaronder de locatie
Renes. Deze locatie wil de gemeente ontwikkelen
voor woningbouw ter afronding en versterking
van de noordrand van Scherpenzeel. Na het plan
‘De Nieuwe Willaer’ is locatie Renes de tweede
afrondingslocatie aan de noordrand.
8.
9. Beeldkwaliteitkader
De beeldkwaliteitscriteria voor locatie Renes beogen
een samenhangende en streekeigen uitstraling van
de woonbuurt met een dorps landelijk karakter.
Dat streven is terug te vinden in de beoogde
architectuur, in de inrichting van de straten en de
erfafscheidingen. Het dorpse en landelijke komt
tot uiting in het streven om zachte vormen en
kleuren toe te passen, in plaats van kubistische
architectuur en schelle kleuren. Dat wil niet zeggen
dat de vormentaal conservatief moet zijn. De
beeldkwaliteitskaders geven ruimte, en nodigen
uit, om te tonen dat het plan in de 21e eeuw is
ontworpen. Markant in het landschap is het feit dat
de kappen van schuren en boerderijen, maar ook
van veel woonhuizen, het meest dominant zijn. Een
aspect waar ook in plan Renes op wordt gestuurd.
Belangrijk is dat de massa- en gevelcomposities
van zowel de woningen als van het appartementen-
complex en de kerk evenwichtig zijn, de aan-
en uitbouwen ondergeschikt zijn en overige
bouwkundige voorzieningen (zoals garages)
zoveel mogelijk geïntegreerd moeten worden in de
architectuur. De grondgebonden woningen bestaan
uit rijenwoningen, tweekappers en vrijstaande
woningen, in lijn met de bebouwingsstructuur in de
omgeving, waarin ook een verscheidenheid is aan
woningtypen. Echter aangaande de vormgeving
van de woningen zal in afwijking van de bestaande
buurt wat meer eenheid worden gezocht.
9
woningen gelegen in de naastgelegen buurt
11. 11
In het plan worden verschillende woningtypen
gerealiseerd, wat leidt tot een zekere variatie in de
hoofdvorm. Om samenhang in het plan te realiseren,
is in de eerste plaats gekozen voor een heldere
stedenbouwkundige opzet, maar daarnaast wordt
ook gekozen voor een samenhang in vorm, kleur-
en materiaalgebruik.
Hoofdvorm
De gekozen architectuur speelt een rol in•
het creëren van variatie en samenhang. Het
plaatsen van een woning in een traditionele
stijl naast een woning in een strakke moderne
stijl kan bijvoorbeeld storend werken. Om dit te
voorkomen moeten alle woningen in een dorps-
landelijke architectuur worden ontworpen;
Meerkapperswordenalsensemblevormgegeven•
met aandacht voor de opbouw en geleding van
de bouwmassa en voor de stedenbouwkundige
inpassing;
De woningen zijn georiënteerd op de straat•
waaraan de ontsluiting plaats vindt;
Bij hoekwoningen en andere woningen die aan•
meerdere zijden aan de openbare ruimte staan,
worden alle gevels aan de openbare ruimten als
voorgevel behandeld;
De woningen staan in een rooilijn. De afstand tot•
voorste perceelsgrens is 4 meter;
De bebouwing heeft een bouwmassa van twee•
bouwlagen met een kap;
De goothoogte ligt maximaal op 6 meter;•
De nokhoogte ligt maximaal op 10 meter;•
De woningen hebben een zadeldak;•
De nokrichting van de pastoriewoning, twee-•
kappers en rijwoningen staat evenwijdig aan de
weg (zie afbeelding pagina 10);
De nokrichting van de hoekwoningen langs de•
hoofdontsluitingsweg staat haaks op de weg (zie
afbeelding pagina 10);
De nokrichting van vrijstaande woningen staat•
haaks op de weg, met uitzondering van de
pastoriewoning (zie afbeelding pagina 10);
Bijgebouwen zoals een garage hebben een•
maximale goothoogte van 3,0 meter en een
maximale nokhoogte van 5,0 meter;
De bijgebouwen zullen achter de voorgevellijn•
worden gerealiseerd;
De vormgeving van de bijgebouwen vormt een•
onderdeel van het architectonisch concept van
de woningen. Hoofd- en bijgebouwen mogen in
een samenhangend bouwvolume opgenomen
zijn.
Beeldkwaliteit grondgebonden woningen
13. 13
Gevelindeling
De woningen zijn met hun voorzijde gericht naar•
de openbare ruimte;
De gevels worden ontworpen in een traditionele•
metselwerkarchitectuur met heldere raam-, en
deuropeningen. Circa 15% van het bouwvolume
mag uit een ander materiaal bestaan, zoals
hout of keimwerk;
De kappen hebben aan de kop- en langsgevels•
een overstek van minimaal 40 centimeter.
Materiaal- en kleurtoepassing
De kappen zijn bedekt met zwarte niet glimmende•
dakpannen;
Zichtbare metalen mastgoten zijn niet toege-•
staan;
De gevels zijn uitgevoerd in baksteen met een•
structuur (bijvoorbeeld handvorm);
De gevelkleur wisselt binnen een natuurlijk palet•
van rode tinten van appelbloesem tot paarsrood.
Gele stenen zijn niet toegestaan;
De kleur van het andere materiaal is antraciet,•
zwart, donkergroen of donkerbruin. Gekeimde
gevels in een lichte, niet schelle kleur;
De kleur van de gemetselde garages en andere•
bijgebouwen sluit aan bij het architectonische
concept van de woning;
Dakranden en boeiboorden dienen een heldere,•
lichte kleur te hebben;
Trasraam is een tint donkerder dan gevel of zwart•
en is minimaal 50 cm hoog.
Erfscheidingen
De scheiding tussen erf en openbaar gebied•
dient in de architectuur te worden geïntegreerd,
of te worden uitgevoerd in natuurlijke materialen,
zoals een bakstenen muur of haagbeplanting;
Een stenen muur mag niet hoger zijn dan 1•
meter;
grondgebonden woningen
sfeer Dorps en landelijk.
goot- en
nokhoogte
Goothoogte maximaal 6 meter.
Nokhoogte maximaal 10 meter.
materiaal/kleur
gevels
Baksteen met structuur.
Roodachtige gevelkleur van ap-
pelbloesem tot paarsrood.
Gele stenen zijn niet toegestaan.
Circa 15% van het bouwvolume
mag uit ander materiaal bestaan.
Kleur ander materiaal is antraciet,
zwart, donkergroen of donker-
bruin. Gekeimde gevels in lichte,
niet schelle kleur.
Dakranden en boeiboorden in
heldere lichte kleur.
Trasraam is donkerder dan gevel
of zwart en is minimaal 50 cm
hoog.
kleur/vorm
dak
Zwarte niet glimmende dakpan-
nen, zadeldak,
hellingshoek minstens 40°.
uitstraling Kleinschalig.
bijzonder Kappen bij kop- en langsgevels
hebben een overstek van mini-
maal 40 cm.
kopgevels Aan markante straatzijde
opengewerkte gevel.
Achter de haag of muur op de erfgrens is op•
het eigen terrein een andere scheidingscon-
structie toegestaan.
14. De blokken in het westen
gelegen:
goothoogte = 6 meter•
nokhoogte = 10 mete• r
De blokken in het oosten
gelegen:
2 blokken
goothoogte = 6 meter•
nokhoogte = 10 meter•
2 blokken
goothoogte = 9 meter•
nokhoogte = 13 meter•
nokhoogte 13 meter
goothoogte
9 meter
nokhoogte 10 meter
goothoogte 6 meter
hoogten appartementencomplex
referentie noordgevel
referentie appartementencomplexappartementencomplex
referentie zuidgevel
noordgevels
zuidgevels
kopgevels
kopgevels
15. 15
Qua typologie wordt uitgegaan van een complex
bestaande uit meerdere gebouwen die middels
glas overdekte en al of niet geklimatiseerde
wandelpaden met elkaar zijn verbonden. Er dient
dus een geleding te ontstaan in bouwmassa’s,
bouwhoogtes en detaillering. De noordgevel dient
tevens als geluidwering en als gebouwde grens met
het buitengebied.
Beeldkwaliteiteisen
De gebouwen afdekken met een donkere kap, in•
zwarte niet glimmende leien of pannen;
Aan de kop- en zuidgevels een overstek van•
minimaal 40 cm;
Het kapvlak mag onderbroken zijn voor loggia’s•
en in ondergeschikte zin (20% van de lengte)
door dakkapellen;
De noordgevels van de noordelijke delen van het•
complex dienen als bij een wagenschuur bekleed
te worden met dakpannen of leien;
De kop- en zuidgevels uitvoeren, als contrast,•
in een lichte en transparante vormgeving, in
een traditionele metselwerkarchitectuur met een
gevelkleur binnen het palet van rode tinten van
appelbloesem tot paarsrood. Circa 50% van deze
gevels mag uit een ander materiaal bestaan,
zoals hout of keimwerk;
Gebouwhoogte is voor maximaal 1/3 deel van•
het complex 4 lagen, waarvan de bovenste laag
in de kap. De gebouwhoogte van het overige
Beeldkwaliteit appartementencomplex
palet materialisering appartementen
17. 17
appartementen
sfeer Landelijk.
nokhoogte De nokhoogte van het oostelijke
deel van het complex mag voor
maximaal 50% 13 meter zijn en
voor de overige 50% maximaal 10
meter (zie afbeelding pagina 14).
De maximale nokhoogte van
het westelijke deel is 10 meter,
goothoogte maximaal 6 meter (zie
afbeedling pagina 14).
vormgeving/
materiaal
De noordgevels van de noordelijke
delen van het complex dienen
bekleed te worden als bij een
wagenschuur met dakpannen of
leien.
De kop- en zuidgevels uitvoeren
in een lichte en transparante
vormgeving; in traditioneel metsel-
werkarchitectuur in een kleur bin-
nen het palet van rode tinten van
appelbloesem tot paarsrood.
Circa 50% van het bouwvolume
mag uit een ander materiaal
bestaan, zoals hout of keimwerk.
Geleding van de bouwmassa langs
bomenlaan, gevellengte per ge-
bouwdeel maximaal 30 meter.
dak Gebouwen afdekken met een
donkere kap, in zwarte niet glim-
mende leien of pannen.
Aan de kop- en zuidgevels een
overstek van minimaal 40 cm.
deel is maximaal 3 lagen, waarvan de bovenste
laag in de kap;
Onder het complex komt een ondergrondse•
parkeergarage, die maximaal 1 meter
boven maaiveld mag uitsteken. De garage
wordt gebouwd voor de bewoners van het
appartementencomplex en voor hulpverlenende
instanties;
Geleding van de bouwmassa langs de bomen-•
laan, maximale gevellengte per gebouwdeel
mag niet meer dan 30 meter zijn. Het heeft de
voorkeur de gebouwen aan de laanzijde met de
voeten in het water te laten staan;
Bouwmassa verzachten door erkers, loggia’s,•
balkons en dergelijke;
Centraal in het complex dient een gezamenlijke•
voorrijruimte en entreehof gerealiseerd te
worden, in te richten als elegant voorterrein
tbv. in- en uitstappen bij autovervoer en voor
voetgangers;
De hoofdentrees van beide gebouwdelen dienen•
aan die entreehof te liggen;
De entreehof dient aan de achterzijde op een•
architectonische wijze begrensd te zijn.
18.
19. 19
Beeldkwaliteit kerk
De kerk is gesitueerd op de scheiding tussen
landelijk gebied en bebouwde kom. Die overgang
zal zich moeten manifesteren in de uitstraling ervan.
Het ontwerp van de kerk is inmiddels goedgekeurd
door welstand.
Het gebouw refereert naar de schuren in het•
landelijk gebied;
De kap is daarin zeer belangrijk;•
De vormgeving van het gebouw is modern en•
krachtig;
Qua maat en schaal zal het passen bij de•
bestaande en de nieuw te bouwen woningen.
De goothoogte ligt minimaal op 4 meter, waarbij•
een ondergeschikt deel van 35% op maximaal
10 meter ligt;
De nokhoogte ligt minimaal op 12 meter, waarbij•
een ondergeschikt deel van 35% op maximaal
21 meter ligt;
De torenspits mag maximaal 35 meter hoog•
zijn;
De materialisering bestaat uit rode gevelsteen•
en grote antracietkleurige pannen. De spits is
van zachtglanzend metaal.
kerk
sfeer Landelijk.
goot- en nok-
hoogte
Goothoogte varieert van 4 tot
circa 9 meter, de hoogste nok
is circa 21 meter hoog, de zeer
slanke torenspits steekt daar
weer 14 meter boven uit.
materiaal/kleur Rode gevelsteen en grote
antracietkleurige pannen.
De spits is van zachtglanzend
metaal.
vorm Samengestelde bouwvolume, de
verschillende delen hebben een
doorgaande gevel (zie afbeel-
ding pagina 18 linksboven).
bijzonder Grote dakvlakken.
aluminium, antraciet gemoffeld
t.b.v. overstekken, boeidelen en
torenelement
hardsteen geschuurd
t.b.v. dorpels
kooy baksteencentrum, WF
strengpers code 112-u, rood-bruin
genuanceerd
t.b.v. metselwerk,
voegwerk antraciet
aluminium en staal,
RAL 7046 (telegrau 2)
t.b.v. waterslagen, kozijnen, ramen,
deuren, ventilatieroosters en lateien
lander, vlakke pan K150 antraciet
materialen kerk
21. 21
Landschappelijke inpassing
De landschappelijke inpassing van de locatie
Renes is vormgegeven op basis van authentieke
landschappelijke kenmerken. Hierdoor wordt er een
aantrekkelijke omgeving gecreëerd waar mensen
zich thuis en prettig voelen.
Bij de inpassing is er gekeken wat de locale en
regionale identiteit is van het gebied.
De omgeving van de locatie wordt gekenmerkt
door een kleinschalig coulisselandschap. De hier
en daar aanwezige solitaire bomen versterken de
coulissenwerking. Tussen de coulissen ontstaan
zichtlijnen die het open karakter doen ervaren.
Door het aanbrengen van hagen, enkele solitaire
bomen en bomen in groepjes op het kerkterrein
worden de geparkeerde auto’s op het terrein
enigszins aan het zicht onttrokken. Langs De Dreef
worden lage grondwalletjes aangelegd met daarop
groepjes beplanting om enige beslotenheid ten
opzichte van deze provinciale weg te bereiken. Dit
parkeerterrein krijgt daarmee een groene uitstraling,
passend in de groene lob.
De inrichting en aanplant van het parkeerterrein
achter de kerk zal de zichtlijnen niet mogen
onderbreken.
Doordat de watergangen in het te realiseren plan
zullen aansluiten op de aanwezige sloten is een
goede afwatering van de lob mogelijk.
Aan de zuidkant van de rondweg, op het kerkterrein,
is een locatie voor een waterpoel geprojecteerd, om
extra waterberging mogelijk te maken. De huidige
houtsingel langs de watergang zal worden versterkt.
22. referentie oostzijde kerkterrein referentie parkeerterrein
speelplek
park
hagen en bomen in woonstraatjes
bomenlaan in hoofdontsluitingsweg
grondwallen
landschappelijke inrichting kerkterrein
s
g
Groenstructuur
23. 23
Groenstructuur op buurtniveau
Een kwaliteit van het plan Renes is dat de nieuwe wijk
veel groen heeft. De ontworpen groenstructuur zorgt
voor herkenbaarheid van de verschillende functies
binnen de wijk, versterkt bestaande groenelementen
en verhoogt de verblijfswaarde van verschillende
plekken.
Hoofdontsluitingsweg en woonstraten
De hoofdontsluitingsweg wordt begeleid door
een groenstrook aan weerzijden met bomen van
de 2de orde. In de woonstraten haaks op de
hoofdontsluitingsweg komen haagblokken met
bomen van de 3de orde.
Terrein appartementencomplex
Achter het appartementencomplex dient een park
aangelegd te worden waarin drie tot vier bomen
van de bestaande bomenrij blijven staan. Het park
moet verder beplant worden met diverse soorten
bomen rondom een open plek. Vooral aan de zijden
grenzend aan De Dreef en de Marktstraat zullen,
op enige afstand van de noordgevels van het
appartementencomplex, de bomen in hoge dichtheid
kunnen staan. Aan te bevelen is om deze bosstroken
te voorzien van onderbegroeiing. Op deze wijze wordt
een buffer gecreëerd tussen de woningen en De
Dreef en de Marktstraat. Het terrein in het zicht van
de rotonde dient tuinachtig aangelegd te worden. De
entreehof van het complex zal open moeten blijven
met incidenteel hagen en een enkele boom.
Kerkterrein
Het oostelijk gedeelte van het kerkterrein, dat
parkeercapaciteit biedt, maakt deel uit van de groene
lob en dient daarom zorgvuldig landschappelijk te
worden ingepast. Het beeld van de lob is transparant
en wordt gevormd door weide met hier en daar enkele
bomen. Deze kenmerken zullen ook overgenomen
worden in het oostelijk deel van het kerkterrein.
Verspreid staan er enkele solitaire bomen en bomen
in groepjes van verschillende grootten. Langs de
bestaande sloot, grenzend aan de zuidzijde van het
kerkplein, wordt de huidige houtwal behouden.
Aan de westzijde dient het kerkterrein ontworpen te
worden als verhard kerkplein. De bestrating moet
makkelijk beloopbaar zijn. Bomen mogen het zicht
op de kerk niet blokkeren.
Speelplek
Aan de oostzijde van het terrein van het
appartementencomplex is een speelplek gelegen
voor de jongste jeugd. De plek zal omgeven zijn met
hagen en daarachter een hekwerk. Rekening moet
worden gehouden met de veiligheid en drooglegging
van de speelplaats.
Grondwallen
Groene grondwallen worden aangelegd aan de
west- en noordzijde van de locatie om het zicht
vanaf respectievelijk de Marktstraat en De Dreef te
verminderen. De wal ter hoogte van de groene lob,
dient vormgegeven te worden als coulissen, dus met
de nodige doorzichten.
25. 25
Beeldkwaliteit watergangen en oevers
bouwkundige oever
De hoofdwatergang, van minimaal 5 meter breed,
loopt langs de zuidzijde van het appartementen-
complex en takt aan op een sloot in de groene lob.
Het zijn bestaande sloten, die om het waterbergende
vermogen te vergroten verbreed worden.
Om in nog meer waterberging te voorzien worden
in het oostelijke gedeelte van het kerkterrein enkele
poelen aangelegd.
Tussen de bestaande en nieuwe buurt wordt een
drain aangelegd ter afwatering van de bestaande
kavels.
De natuurlijke oevers, gelegen aan de noordzijde
van het appartementenpark, het kerkterrein en aan
de westzijde van de groene lob, zijn niet continu en
hebbeneenafwisselingvanbegroeiing,boomsoorten
en onderbegroeiing. Zo ontstaat een divers beeld en
wordt de overgang in het landschap specifiek per
locatie.
De oever langs de hoofdontsluitingsweg en langs
het verharde gedeelte van het kerkterrein bestaat
uit een laag beschoeide oever. Direct grenzend aan
het terrein van het appartementencomplex is een
bouwkundige oever een optie, waarbij het gebouw
in het water staat.
26. doorsnede Marktstraat
Op de luchtfoto is te zien dat in de huidige situatie
een groot deel van de Marktstraat een dubbelzijdige
bomenlaan heeft, het heeft de voorkeur deze structuur
door te trekken tot aan de kruising met De Dreef.
27. 27
Beeldkwaliteit Marktstraat (noord)
Marktstraat
Het gewenste representatieve karakter van het
noordelijke gedeelte van de Marktstraat krijgt vorm
door een ruim opgezette en consistente structuur.
De vrijliggende fietspaden vormen de schakel van
de fietsroute vanuit het dorpscentrum richting het
noordelijke buitengebied. Bestaande watergangen,
een mogelijke bomenlaan in eenvoudige gras-
bermen en aantrekkelijke verlichtingsarmaturen
complementeren het beeld.
Om de locatie Renes goed te kunnen bereiken
zal er een rotonde worden aangelegd dat aansluit
op de te realiseren hoofdontsluitingsweg van de
nieuwe buurt. De inrichting van de nieuwe rotonde
zal overeenstemmen met de rotonde verderop in de
Marktstraat. De voorkeur gaat uit naar een rotonde
met een groen statig karakter.
rotonde met beplanting
rotonde met beplanting
29. 29
Beeldkwaliteit woonstraten
Woonstraten
Het streven naar een landelijk karakter voor de locatie
Renes houdt in dat de hoeveelheid verharding in de
wegprofielenzobescheidenmogelijkgehoudenwordt
en een eenvoudige detaillering wordt aangebracht.
Onderscheid wordt gemaakt tussen de gebogen
hoofdontsluitingsweg en de overige woonstraten.
Het wegprofiel van de ontsluitingsweg met
bomenlaan bestaat uit een brede rijloper van 5,5
meter met langsparkeerstroken aan twee zijden, aan
weerszijden ligt een groenstrook met vervolgens een
vrijliggend fietspad en een voetpad.
De parkeervakken worden op terughoudende wijze
aangeduid. Het onderscheid wegdek, trottoir wordt
versterkt door een verschil in materiaalkeuze.
Voor de rijbaan wordt aan asfalt gedacht, voor het
trottoir zullen tegels worden toegepast in een klein
formaat.
Op deze licht gebogen ontsluitingsweg takken weer
een drietal woonstraten aan die haaks op deze
weg ontworpen zijn en in het verlengde liggen van
de straten van het aangrenzende woongebied.
Het autoverkeer kan via deze straatjes niet het
aangrenzende woongebied bereiken. Voor langzaam
verkeer en in één straat ook voor calamiteitenverkeer
is dat wel mogelijk. Deze selectieve doorgang zal
zorgvuldig moeten worden ingericht, anders dan
alleen met een hekwerk of paaltjes.
De profielbreedte van de woonstraten bedraagt 18
meter. In het midden ligt een zes meter brede zone
voor gestoken parkeren. De parkeerstrook wordt
onderbroken door haagblokken met bomen.
De straatjes worden voorzien van klinkers in
keperverband. De haaksparkeerplaatsen worden
verhard met donkere klinkers. Een molgoot brengt
onderscheid aan tussen de zone voor lopen en die
voor rijden.
31. 31
Parkeren
Parkeren wordt alleen toegestaan op de daar
voor bedoelde plekken. De parkeerplaatsen zullen
duidelijk zijn aangegeven.
Het parkeren voor bewoners en bezoekers van het
appartementencomplex wordt onder het complex in
eenparkeergarage,langsdelaanenophetvoorterrein
van de kerk (als dubbelgebruik) gerealiseerd. Voor
de rijenwoningen en hun bezoekers is in de directe
nabijheid van de woning parkeergelegenheid
beschikbaar, namelijk in de tussenstraatjes en langs
de licht gebogen ontsluitingsweg. De vrijstaande
woningen, de twee-onder-eenkapwoningen en de
hoekwoningen hebben parkeerplaatsen op eigen
terrein. Indien er een garage wordt geplaatst dan
is bepaald dat de garage minimaal 3 meter achter
de voorgevelrooilijn van de woning moet worden
geplaatst. In de parkeerberekening is uitgegaan
van een parkeernorm van 2,0 parkeerplaatsen per
woning, waarbij parkeren op eigen terrein telt voor
maximaal 1,0 parkeerplaats.
De parkeernorm voor het appartementencomplex
is eveneens 2,0 per appartement. Elk appartement
heeft één parkeerplaats in de parkeergarage en
één parkeerplaats in het openbaar gebied. Tevens
zijn er in de parkeergarage 5 parkeerplaatsen voor
zorgverlenende instanties voorzien. Het totale aantal
parkeerplaatsen in de garage is dus 65.
De kerk heeft een omvang van ca. 1500 zitplaatsen
met groeimogelijkheden tot 2000 zitplaatsen, dat
betekent dat er minimaal 300 parkeerplaatsen
nodig zijn voor de kerk. Het kerkterrein in het
stedenbouwkundig plan heeft voldoende oppervlakte
voor 400 parkeerplaatsen. Er wordt dus ruim voldaan
aan de parkeerbehoefte voor de kerk.
Beeldkwaliteit openbare ruimte
33. 33
Verlichting
Het plangebied wordt voorzien van een standaard
armatuur, die past bij de schaal van de omgeving.
Op het kerkterrein en het terrein van het apparte-
mentencomplex wordt gedacht aan bijzondere ver-
lichtingsornamenten, die de verblijfswaarde van
deze plekken benadrukken. De verlichting hoeft hier
niet te passen in het assortiment van de gemeente.
Er zal worden beoordeeld of het verlichtingsplan
geen onevenredige hoeveelheid uitstraling naar het
buitengebied met zich meebrengt.
Straatmeubilair
In de groenzone rondom het appartementen-
complex worden enkele eenvoudige zitelementen
geplaatst met rugleuning. Op de speelplek worden
speelvoorzieningen voor de jongste jeugd geplaatst.
Rekening moet gehouden worden met de veiligheid
van de speelplekken.
Bruggen
De bruggen vormen de schakels tussen het
terrein van het appartementencomplex, de
speelplek, de woonbuurt en het kerkterrein.
De bruggen zijn uitsluitend bedoeld voor
bestemmingsverkeer of langzaam verkeer naar
kerk en appartementencomplex. Het moderne
karakter van de wijk mag hier tot uiting komen in
de vormgeving. Het dorpse karakter vraagt om een
zekere soberheid. Men moet denken aan een brug
van (roestvrij) staal en hout in een ijle, transparante
vormgeving. Uiteraard met een doorvalbeveiliging
voor de allerkleinsten.speelvoorzieningen voor
de jongste jeugd