10. Psalm 18 (LvdK) t. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. 1543 / Genève 1551
11. Psalm 18 (LvdK) t. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. 1543 / Genève 1551
12. Stil gebed
Votum en groet
Ere zij de Vader en de Zoon
En de Heilige Geest,
Als in den beginne, nu en immer,
En van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Amen.
14. 11 Niet lang daarna ging Jezus
naar een stad die Naïn heet, en
zijn leerlingen en een grote
menigte gingen met hem
mee.12 Toen hij de poort van de
stad naderde, werd er net een
dode naar buiten gedragen, de
enige zoon van een weduwe. Een
groot aantal mensen vergezelde
haar.
15. 13 Toen de Heer haar zag, werd
hij door medelijden bewogen en
zei tegen haar: „Weeklaag niet
meer.‟ 14 Hij kwam
dichterbij, raakte de lijkbaar aan –
de dragers bleven stilstaan – en
zei: „Jongeman, ik zeg je: sta
op!‟ 15 De dode richtte zich op en
begon te spreken, en Jezus gaf
hem terug aan zijn moeder.
16. 16 Allen werden vervuld van
ontzag en loofden God met de
woorden: „Een groot profeet is
onder ons opgestaan,‟ en: „God
heeft zich om zijn volk
bekommerd!‟ 17 Het nieuws over
hem verspreidde zich in heel
Judea en in de wijde omtrek.
17. 18 Johannes kreeg van zijn
leerlingen bericht over al deze
gebeurtenissen. Hij riep twee van
zijn leerlingen bij zich 19 en
stuurde hen naar de Heer, aan wie
ze moesten vragen: „Bent u
degene die komen zou of moeten
we een ander
verwachten?‟ 20 Toen de mannen
bij hem gekomen waren, zeiden
ze:
18. „Johannes de Doper heeft ons
naar u gezonden om u te vragen:
“Bent u degene die komen zou of
moeten we een ander
verwachten?”‟ 21 Hij genas toen
juist veel mensen van ziekten en
allerlei aandoeningen en van boze
geesten en hij gaf tal van blinden
het gezichtsvermogen terug.
19. 22 Hij antwoordde: „Zeg tegen
Johannes wat jullie gezien en
gehoord hebben: blinden kunnen
weer zien, verlamden weer
lopen, mensen met huidvraat
worden gereinigd en doven
kunnen weer horen, doden
worden opgewekt, aan armen
wordt het goede nieuws
bekendgemaakt. 23 Gelukkig is
degene die aan mij geen aanstoot
neemt.‟