De contentkalender, Digital Content Marketing Congres 2014 #dcm14
artikel in Tekstblad over Mooi Vastgelegd december 2016
1. tekstblad 05/06–2016
4746 47
uitdepraktijk
jesactie van Albert Heijn was in volle gang
toen Ionica Smeets erover schreef, de her-
denkingen van de aanslag in Florida wa-
ren het gesprek van de dag toen Botte Jelle-
ma zijn artikel publiceerde. Dat benadruk-
ken beide schrijvers ook.
In het artikel dat je nu leest, is urgentie
minder belangrijk. Het is geen nieuwsver-
haal. Je leest nu dit artikel, dus waarschijn-
lijk is het voor jou sowieso relevant (zeker
als je tot hier hebt doorgelezen).
5 De ‘notendop’ van een artikel moet
niet te lang op zich laten wachten
Een lezer wil snel weten of een achter-
grondartikel voor hem relevant is. Zelf
hanteer ik de regel dat de notendop-alinea
uiterlijk na 400 woorden moet beginnen,
maar het liefst eerder (na 350 of zelfs 250
woorden). Hoe sneller je de lezer bij zijn
lurven grijpt, hoe beter. Daarnaast is het
belangrijk om kort en krachtig een punt te
maken. Een notendop-alinea is kernachtig
en wijdt niet uit over allerlei details. Als
het niet lukt om deze alinea te schrijven, is
dat meestal een teken dat je zelf nog niet
helemaal weet waar je verhaal heen gaat en
wat je wilt vertellen.
De definitieve versie van mijn artikel
over chimpansees kreeg uiteindelijk zijn
‘notendop’. Het is zeker niet de beste nut
graph ooit geschreven, zo kom ik er
relatief laat mee (misschien had ik maar
voor één voorbeeld van chimpansee
geweld als inleiding moeten kiezen).
Maar hé: de notendop-alinea doet in
ieder geval zijn werk. Hij wijst lezers de
weg. Het artikel kon naar de drukker en
werd uiteindelijk gepubliceerd in KIJK.
Vreemd is overigens dat de term nut
graph maar weinig wordt gebruikt in
Nederland. Zo leerde ik nooit iets over
deze belangrijke alinea tijdens mijn oplei-
ding aan de School voor Journalistiek. Bij
het prestigieuze Amerikaanse opleidings-
instituut Poynter behoort de noten-
dop-alinea daarentegen tot het standaard
lesmateriaal. ■
Wat is een achtergrondverhaal?
Een achtergrondverhaal is een verhaal waarin een journalist de achtergronden van het nieuws bespreekt. De vraag in een achter-
grondverhaal is niet ‘wat is er gebeurd?‘, maar ‘hoe is het gebeurd?‘, ‘waarom?‘ en ‘wat zijn de gevolgen?’ In achtergrondartikelen
kunnen de meest uiteenlopende mensen aan het woord komen: van ministers en miljonairs tot hondenbezitters.
Een achtergrondartikel biedt informatie en inzichten waarmee lezers het nieuws kunnen duiden, of diepere inzichten krijgen in
vragen die bij hen leven. Het heeft altijd één duidelijke kernvraag. Deze kernvraag komt altijd na de eerste, tweede of hooguit derde
alinea aan bod in de notendop-alinea.
Een achtergrondartikel wordt geschreven op basis van uiteenlopende bronnen: betrokkenen, experts, ervaringsdeskundigen, weten-
schappelijke studies, beleidsnota’s en historische cijfers. Achtergrondartikelen worden steeds belangrijker door de vele nieuws
berichten waarmee lezers worden overspoeld.
uit de praktijk
De aandacht voor egodocumenten zoals een biografie of een
bedrijfsgeschiedenis groeit al een aantal jaren. Voor tekst-
schrijvers Douwe Soepboer en Hennie van de Kar-Vervooren
was het reden om zich op dit genre te richten. Zij delen hun
ideeën en ervaringen met Tekstblad. Wat komt erbij kijken
als je een goede bedrijfsgeschiedenis wilt produceren? Een
serie tips aan de hand van een praktijkvoorbeeld.
D O U W E S O E P B O E R
is initiatiefnemer van www.mooivastgelegd.nl. Samen met twee
partners is hij eigenaar van Reach in Oosterhout, een strategisch
communicatiebureau.
H E N N I E V A N D E K A R - V E R V O O R E N
is sinds 2001 zelfstandig tekstschrijver en mede-initiatiefnemer van
www.mooivastgelegd.nl. Schrijft als ex-beroepskeuzeadviseur graag
over ‘mens en arbeid’.
W
at blijft over van een leven lang hard werken aan of
in een bedrijf? Herinneringen. Maar door de in-
tensiteit van media als Twitter en Facebook dreigen
die herinneringen verloren te gaan. Tweets suizen
om je oren, Facebookberichten volgen elkaar in hoog tempo op.
Toch is er een manier om aan die vluchtigheid voorbij te gaan.
Door uitgebreid stil te staan bij persoonlijke verhalen of organisa-
tieverhalen, gaan herinneringen niet verloren. Wat blijft, kan
mooi worden vastgelegd in een film of boek.
In dit artikel leggen we het accent op het vastleggen van organisa-
tieverhalen. Over dit genre is, anders dan over levensverhalen,
nog weinig bekend. Ook zijn er nog relatief weinig bedrijfsge-
schiedenissen vastgelegd. Ze zijn er wel, maar vaak zijn ze niet
traceerbaar, bijvoorbeeld vanwege het ontbreken van een ISBN.
Drie vastlegredenen
Waarom zou je als bedrijf eigenlijk je verhaal willen vastleggen?
Wij gaan uit van drie redenen: een bedrijf kan zijn geschiedenis
cadeau willen doen, er een propositie mee doen of een toekomst-
visie neerleggen. Deze drie ‘vastlegredenen’ sluiten elkaar niet
uit. Een toekomstvisie kan immers prima fungeren als cadeau.
Net als een propositie, de reden van het bestaan. We lopen de drie
redenen een voor een langs.
Cadeau: betrokkenheid
Als je het verleden niet vastlegt, raak je het op den duur kwijt. Het
vastleggen van je bedrijfsgeschiedenis levert een cadeau op voor
iedereen die het bedrijf een warm hart toedraagt en erbij betrok-
ken is en was. Medewerkers en klanten, die onderdeel van die
geschiedenis zijn, waarderen een jubileumboek. Zo’n boek wordt
met de jaren alleen maar waardevoller.
47
Schrijven is blijven
Het vastleggen van een bedrijfsgeschiedenis
tekstblad 05/06–2016
46
2. tekstblad 05/06–2016
tekstblad 05/06–2016uitdepraktijk
Propositie: raison d’être
Waarom werd het bedrijf ooit opgericht? Wat waren de doelstellin-
gen en hoe ontwikkelde het bedrijf zich onder wisselende omstan-
digheden? Welke grote projecten zorgden voor een doorbraak en
hoe pakten innovaties en vernieuwingen uit? Het verleden geeft
een loepzuivere kijk op zaken als innovatie en marketing. Het
geeft ook een beeld van het succes, en het bestaansrecht, van de
onderneming.
Toekomstvisie: pr-instrument
Waar kom je vandaan, waar sta je nu en waar ga je naartoe? Een
duidelijke toekomstvisie onderstreept ondernemerschap en ge-
loof in de toekomst. Een mooi slotakkoord over de toekomst in
een bedrijfsgeschiedenis bijvoorbeeld levert duidelijkheid en
vertrouwen op. Door klanten naar hun verwachtingen te vragen
en die in het boek te integreren, wordt het jubileumboek of de
bedrijfsfilm nog meer een pr-instrument. Daarmee wordt duide-
lijk dat het bedrijf klaar is voor de toekomst.
Vormkeuze
Het vastleggen van een verhaal begint met het formuleren van
een antwoord op de waarom-vraag: waarom wil dit bedrijf eigen-
lijk zijn verhaal vastleggen? Als dat duidelijk is, rolt de keuze voor
de vorm er nagenoeg vanzelf uit. Een praktijkvoorbeeld:
Een locatie van een organisatie houdt op te bestaan. Hier werken
mensen die dat in veel gevallen al doen vanaf het eerste uur. Twee
decennia hebben zij zich met hart en ziel voor de zaak ingezet. En
over enkele maanden is het afgelopen. Om hun herinneringen
niet verloren te laten gaan, wil de organisatie haar relatief korte
maar roemruchte geschiedenis vastleggen. Liefst op een luchtige
manier. Het moet een cadeautje worden voor de medewerkers,
zodat ze nog eens door hun verleden kunnen bladeren. Een be-
waarmagazine als symbool voor de episode lijkt de meest logische
keuze: laagdrempelig, makkelijk om in te kijken.
Brainstorm en concept bedenken
Als de vastlegreden bekend is, is het bedenken van een concept de
volgende stap. Liefst met een of meerdere betrokkenen uit de or-
ganisatie, zodat het concept van begin af aan wordt gedragen.
Terug naar het praktijkvoorbeeld.
In een redactievergadering bespreken we wat de boodschap van
het verhaal moet zijn en waar we informatie vandaan kunnen
halen. We krijgen zoveel aandachtspunten dat de verleiding
groot is daar direct op in te zoomen. We dwingen onszelf om de
grote lijn vast te houden en maken daarom eerst een concept.
Dat is vergelijkbaar met een globale inhoudsopgave. Het is op
de eerste plaats voor onszelf een kapstok aan de hand waarvan
we informatie binnen de organisatie kunnen verzamelen en
medewerkers kunnen interviewen. Dat doen we samen met het
bureau dat alle activiteiten rondom de sluiting van deze organi-
satie bedenkt, regelt en uitvoert. Een helder concept vergemak-
kelijkt de latere keuzes bij het schiften van informatie.
Het begin vinden
We hebben de reden helder waarom de organisatie haar verhaal
wil vastleggen. Als cadeau, als raison d’être of als toekomst
visie. Na een brainstorm met betrokkenen uit de organisatie
ligt er nu een concept. In ons praktijkvoorbeeld gaat het om een
cadeau.
We bekijken bestaand materiaal. Zo’n twintig multomappen
liggen voor ons klaar. Elke foto vertelt een verhaal. Daarnaast
zijn alle personeelsbladen van twee decennia goed bewaard
gebleven. Ondanks de hoeveelheid documentatie blijkt weinig
echt bruikbaar voor het bewaarmagazine, mede vanwege de
kwaliteit van de foto’s. Toch is deze stap niet voor niets. Het
48
uitdepraktijk
geeft ons als schrijvers meer achtergrondinformatie. We leren het
bedrijf kennen aan de hand van kiekjes en eerdere teksten. De
belangrijkste informatie komt echter van mensen zelf.
Interviewen
Om goed zicht te krijgen op het DNA van een organisatie, is inter-
viewen volgens ons essentieel. Zo leer je het verhaal achter het
verhaal kennen. Tegelijk biedt een interview mogelijkheden om
te sturen en te regisseren.
In overleg met een sleutelpersoon van de organisatie stellen we
een lijst op met interviewkandidaten. We voorzien dat niet ieder-
een even makkelijk op gang komt en scheutig zal zijn met infor-
matie. Daarom doen we een beroep op een extra zintuig: de
smaak, mede geïnspireerd door het boek van literair journalist en
schrijfdocent Kathy Mathijs: Smaak, een bitterzoete verkenning.
Aan het begin van elk interview vragen we of de geïnterviewde
wil nadenken over een ruimte waar hij of zij geportretteerd zou
willen worden. De vervolgvraag is om deze ruimte te koppelen
aan een smaak en die uit te leggen. We herhalen deze vraag aan
het einde van het gesprek. Terwijl iedere geïnterviewde ons aan
het begin van het gesprek glazig aankijkt, heeft iedereen aan het
eind van het gesprek een associatie: bijvoorbeeld met bitterzoet,
omdat de werkzame periode zeer zoet was, maar ook bitter nu hij
eindigt.
Verzamelen en afbakenen
Na ruim vijftien interviews, het doorkijken van twintig multomap-
pen met fotomateriaal en het lezen van eerder geschreven teksten
over de organisatie bestaat de kans dat we door de bomen het bos
niet meer zien. Is alles wat we hebben verzameld zinvol? Hoe ma-
ken we daarin de juiste keuze? In het bewaarmagazine gaan eten
en smaak een hoofdrol spelen. Alle verhalen passen in dit kader.
Ter verdieping in het genre (bedrijfs)biografieën lezen we hoe
andere schrijvers omgaan met keuzes. Wordt het een chronologi-
sche volgorde? Themagericht? ‘Een biograaf moet voortdurend
keuzes maken,’ stellen Dik van der Meulen en Monica Soeting in
hun boek Hoe schrijf ik een biografie? Zij citeren in dit boek de
biograaf Richard Holmes: ‘Er zijn maar drie regels als het gaat
om het schrijven van biografieën, en gelukkig weet niemand wat
die regels zijn.’ De keuze is aan de biograaf. Onze ervaring: een
boek of magazine waarin elk feit wordt benoemd, is wel volledig,
maar minder interessant. Afbakenen helpt om niet te verdrinken
in de hoeveelheid informatie, waarmee je in de meeste gevallen
de lezer geen plezier doet. Door te focussen op een bepaalde peri-
ode of op een bepaald thema kun je informatie transformeren
naar een verhaal.
Schrijven in copyteam
Als schrijver ben je gewend om alleen te werken. Biografisch
getinte opdrachten zijn dusdanig arbeidsintensief dat wij kiezen
voor het werken in copyteam. In principe doen we allebei alles.
We zijn vanaf de brainstorm tot het eindresultaat bij het project
betrokken. Werken in copyteam vergt afstemming en overleg.
Het is als koken in een snelkookpan. Waar de een stopt, gaat de
ander verder. Waar de een vastzit, heeft de ander een idee voor
een vervolg. Je kunt het streven naar perfectie loslaten: de andere
auteur leest de tekst immers ook nog. In copyteam ontstaat een
compleet nieuwe stijl.
Resultaat
Met een duidelijk doel voor ogen, een helder concept en versterkt
door het zintuig van de smaak, ontstaat een vastgelegd verhaal. In
het gekozen praktijkvoorbeeld noemen we het bewaarmagazine
een proefexemplaar. Het is een hulpmiddel waarmee medewer-
kers de bitterzoete smaak van hun arbeidzame leven bij deze
organisatie op een luchtige manier kunnen herbeleven. ■
49
Hennie van de Kar-Vervooren en
Douwe Soepboer