volwassenheid geeft aan hoe goed we processen beheersen. hogere volwassenheid leidt ook tot betere prestaties. De optimale volwassenheid hangt af van de project "complexiteit" Hoe meet je dit alles?

1. Volwassenheid van
(project) organisaties
Tegengestelde krachten verbinden
geeft vleugels aan prestaties
Orenda intro '13 v2

2.  MSP® is een geregistreerd handelsmerk van AXELOS
Limited.
 PRINCE2® is een geregistreerd handelsmerk van AXELOS
Limited
 P3M3® is een geregistreerd handelsmerk van AXELOS
Limited
 The Swirl logo™ is een handelsmerk van AXELOS
Limited.
 Diensten op dit gebied worden nu geleverd door Oppidum
Orenda intro '13 v2
Verantwoording

3. 1. Wat is volwassenheid?
2. Goed verbinden leidt tot hogere volwassenheid
3. Hogere volwassenheid leidt tot betere prestaties
 Veel onderzoek bewijst dat; hier twee voorbeelden
4. Is er een “optimale” volwassenheid?
 Hoe meet je volwassenheid?
5. Voorbeelden
Orenda intro '13 v2
Tegengestelde krachten verbinden..

4. Orenda intro '13 v2
verbinden
Projecten kiezen
en beheersen (PRINCE2)
Faseren en Project mallen
Keten-regie

5. 1. Volwassenheid
Professionele uitvoering
van processen
=
processen
hebben, kunnen & willen
uitvoeren
Maturity intro 5
=
Monument voor Tsaar Peter
als leerling scheepstimmerman

6. Optimized5
• Learning organization
Managed4
• Measured & improved
Defined3
• Standard process, well applied
Repeatable2
• Process descibed, not always applied
Awareness1
• Individual approach to projects / processes
1. Niveaus:
Maturity intro
6

7. 25-7-2015
0
20
40
60
80
level 1 level 2 level 3 level 4 level 5
PWC 06 succesful (60% +)
Prado 12 total succes
stage-Gate 12 success
average
3.0 Performance = f (maturity)
succesrates
Maturity intro
p. 7
50% organisations

8. Performance van PPP
8
3.1. Performance = f (volwassenheid)
ontwikkel-projecten
Orenda intro '13 v2

9. 3.2. Performance = f (volwassenheid)
projecten algemeen
Performance van PPP
p. 9
% van de doelen gehaald
50% organisaties
Orenda intro '13 v2

10. Complexiteits
-muur
4. Niet alle projecten zijn gelijk
2
kleine
klussen
1
reguliere,
meest
voorkomende
projecten
3
20% extra
lastig

11.  Vaak organiseert men voor groep1; de meest
voorkomende projecten
 Dat is teveel voor groep 2; de kleintjes
 Maar te weinig voor groep 3! Die komen in de problemen
 Die lopen tegen de complexiteitsmuur op
 Daarom een aanpak in 3 maten hanteren
 En daarop letten met volwassenheid
Orenda intro '13 v2
4. Niet alle projecten zijn gelijk

12. 4. Volwassenheid meten: 2 soorten
P3M3®
Huidige
volwassenheid
IST
Maturity intro
12
INDEX
Noodzakelijke
volwassenheid
op basis van
complexiteit
SOLL

13. Generic
• roles,
experience
Mgt control
•Reviews,
decisions
Benefits mgt
•Outcome,
transtions
Financial mgt
•Business case,
appraisal
Stakeholder mgt
•Identify,
communication
Risk mgt
•mitigation
Organ.
Governance
•Stds, controls
Resource mgt
•prios
Maturity intro
13
Meting huidige volwassenheid

14. 0
1
2
3
4
5
management
control
benefits
financial control
stakeholder mgt
risk mgt
governance
resource mgt
generic factors
IST
SOLL
Orenda intro '13 v2
Voorbeeld score

15. 25-7-2015
Complexiteit is basis voor “gewenste niveau”…
te meten op de volgende factoren:
Contextual
Factors
CF1 Experience The extent to which the project can rely on prior experience and make reliable assumptions
CF2 Priority The level of priority the project is given in the organization
CF3 Risk The level of risk (consequences of failure) created by the project
CF4 Direction The clarity, precision and consistency of direction provided to the project
CF5 Integration The extent to which the solution being delivered by the project need to interface with other systems
CF6 Inputs The extent to which critical project inputs are constrained or dependent
CF7 Stakeholders The number of stakeholders that need to be involved in project decisions
CF8 Safety The extent to which safety requirements constrain project delivery
CF9 Flexibility The extent to which there is flexibility around project time, cost, and quality
CF10 Paradigm How far individuals need to shift the way they think and behave for the project to be successful
CF11 Population The number of individuals that need to make this shift for the project to be successful
Inherent
Characteristics
IC1 Output The level of output required from the project (tasks through to outcomes)
IC2 Effort The level of effort required by the project in terms of human resources
IC3 Cost The overall project cost
IC4 Duration The overall duration of the project
IC5 Systems The number of systems being modified or developed by the project
IC6 Activity The number of discretely managed work streams, sub-projects or sub-teams in the project
IC7 Predictability The extent to which the effects of the changes implemented by the project can be predicted
IC8 Abstraction The type of thinking required to analyse problems and develop solutions
IC9 Variation The number of solution variants that the project needs to deliver
IC10 Outsourcing The extent to which the project is reliant on external providers

16. Die factoren van Brooke vertalen zich naar
volwassenheid en andere schalen, zoals
Volwassenheid
Niveau P3M3®
Brooke Institute Cavanagh IPMA Helmsman
1
1
Informal
First Order
Project
Management
(tasks,
deliverables,
wants)
Level D
1-3 Minor2
2
3
Mechanistic Level C
4 4 Small
3
5
Animate
Second Order
Project Leadership
(results,
outcomes, needs)
Level B
5 Core
6 6 Large
4
7
Social Level A
7 Large National
8 8 Nationally
significant
5
9
Ecological 9-10 International
10
Notes: 1. Mappings are based on high level descriptions, not detailed analysis of the underlying measures (more detailed mapping is in progress)
2. Cavanagh, PCAT, CCPM, IPMA and GAPPS are not calibrated in that assessment questions are subjective (high-low) rather than having specific level descriptors

17. 17
5 voorbeeld: VDL-ETG wint award
best knowledge-supplier
? Concurreert met ontwikkeling-
afdelingen van haar klanten
? Daarom hogere volwassenheid
dan klant noodzakelijk
 Introdutie PRINCE2®
gecombineerd met kwaliteits-
methodieken
 Nadruk op “products”;
 Begrijpt situatie beter dan de
klant!
 bettere grip op scope + issues

18.  van :
 Individuele stijl en aanpak
 daardoor “aderlatende” projecten (veel verlies en problemen)
 En bijbehorende score van 1+
 Naar:
 Consistente aanpak van projecten
 Heldere budgetten, snel accoord met klant!
 Goede projectresultaten, winst in plaats van verlies
 Maar nog niet bedrijfsbreed; daarom 3-
Maturity intro
p. 18
ETG benchmark scores:
van 1+ naar 3-

19. 25-7-2015
5 Nog een voorbeeld: Norma
Maturity intro
19
 4 companies, 500 p.
 Ultra high precision manufacturing

20. Maturity intro
20

21. Van Dam Orenda
Adviseurs in productontwikkeling
www.orenda.nl
Tegengestelde krachten verbinden
geeft vleugels aan prestaties