3. Begrippenkader
• Parochie:
– Lokale gemeenschap van gelovigen
– Verbonden aan bepaald gebied (dorp, wijk,…)
– Territoriale bouwstenen van de bisdommen
– Gegroepeerd in parochiefederaties, dekenaten
– Erkenning door bisschop én door Vlaamse Overheid
• Eredienstendecreet: art.2 erkenning van parochies en gebiedsomschrijving
• Parochiekerk:
– De kerk waar de lokale gemeenschap samenkomt voor viering en
gebed
– Soms meerdere kerken voor één parochie: bijkerk, annexekerk,
kapelanij, …
– Horen tot het “openbaar domein”
– Eigenaar: gemeente (provincie voor kathedralen) of kerkfabriek of
privé -> zie verder
4. Begrippenkader
• Kerkfabriek:
– Openbare instelling met rechtspersoonlijkheid
– Uit erkenning van lokale geloofsgemeenschap (parochie
voor kaholieke eredienst) volgt automatisch oprichting van
kerkfabriek
• Art. 3 van Eredienstendecreet
– Uitzondering: kathedrale kerken > niet noodzakelijk
parochie, wel kerkfabriek
– Opdracht kerkfabriek: beheer van de materiële middelen
voor uitoefening van de eredienst in de parochie
– Onderworpen aan gezag en controle van kerkelijke en
burgerlijke overheid
– In Vlaams Gewest in 2013: 1.786 kerkfabrieken
5. Hoeveel parochiekerken?
• In het Vlaams Gewest (cijfers van 2012-2013):
– 1786 parochies
– 1786 hoofdkerken van de parochie
– 5 kathedralen
– 129 bijgebouwen van de eredienst:
• 47 annexen
• 66 kapellen
• 15 kapelanijen
• 1 openbare bidplaats
• Totaal: 1920 gebouwen van de eredienst
• Sedert 2013: 23 hoofdkerken en 4 bijkerken onttrokken
aan de eredienst. Slechts 5 ervan effectief herbestemd!
6. Begrippenkader: andere kerken
• Klooster- of abdijkerk
– Is privaat patrimonium:
• privaatrechtelijk beheerd
• restauratiepremie mogelijk voor beschermde klooster- of abdijkerken
– Sommige klooster- of abdijkerken zijn ook parochiekerk:
• zij worden in dat geval beheerd door een kerkfabriek
• Andere kerken / Kapellen
– Kapellen in straatbeeld
• Soms gebouwen eredienst: kapelanij, annexekerk
• Meestal privaat patrimonium
– Kapellen in scholen, ziekenhuizen, rusthuizen, …
• Privaatrechtelijk beheerd
• Heel wat schoolkapellen hebben functie verloren en zijn intussen herbestemd
bv als studiezaal, stille ruimte, …
• Deze vallen niet onder verplichting van Kerkenbeleidsplan
7. Juridisch kader
• Federale wetgeving:
• Erkenning erediensten (katholieke, protestants-
evangelische, anglicaanse, orthodoxe, islamitische en
israëlitische)
• Erkenning van niet-confessionele
levensbeschouwingen: vrijzinnigheid (sinds 1993).
Aanvraag Boeddhisme lopende.
• Lonen en pensioenen van “bedienaars” erediensten en
subsidiëring van de levensbeschouwingen
• Vrijstelling van bepaalde belastingen voor gebouwen
eredienst
8. Juridisch kader: een beetje
geschiedenis
• Franse revolutie 1791 (1795 voor onze regio):
– Scheiding tussen kerk en staat
– bezittingen van de kerk worden genaast
– Sommige kerken verkocht en herbestemd
• Concordaat Napoleon en Paus Pius VI 1801
– Herstel van vrijheid van de eredienst (niet exclusief voor
katholicisme)
– Onteigende kerken overgedragen aan de gemeenten en ter
beschikking gesteld van bisschop voor openbare eredienst
– Bezoldiging van de geestelijken door de staat
– Kerkfabrieken beheren kerken, financieringstekort is ten laste
van gemeenten (vorm van compensatie voor onteigening van de
goederen van de kerk)
9. Juridisch kader: een beetje
geschiedenis
• 1830: Belgische onafhankelijkheid
– Principe van scheiding van kerk en staat in grondwet
– Wetgeving met betrekking tot erkende erediensten
overgenomen door nieuwe Belgische staat en bevestigd in
eigen wetgeving
• 2001: Vijfde staatshervorming
– Lambermontakkoord: overdracht van bepaalde
bevoegdheden van federale staat naar gewesten en
gemeenschappen
– Daaronder: erkenning van lokale geloofsgemeenschappen
en toezicht op werking van besturen van de eredienst
– Erkenning erediensten en levensbeschouwingen en
vergoeding van bedienaars blijft federale bevoegdheid
10. Erkende erediensten en
levensbeschouwingen in België
• Zeven erkende erediensten:
– Vier met toezicht en financiering door gemeenten:
• Anglicaans
• Israëlitisch
• Protestants-evangelisch
• Rooms-Katholiek
– Drie met toezicht en financiering door provincies:
• Islamitisch
• Orthodox
• Rooms-katholieke Kathedralen
• Niet-confessionele levensbeschouwingen:
– Toezicht door de provincies: Vrijzinnigheid
– Aanvraag voor erkenning Boeddhisme is lopende
11. Juridisch kader
• Gewestelijk Vlaams decreet op materiële organisatie en
werking van de erkende erediensten: “Eredienstendecreet”
– Omzetting van “Keizerlijk decreet” en federale wetgeving in
gewestelijk decreet
– Dateert van 2004, herzien in 2012
– Kerkfabrieken: samenstelling, taken en bevoegdheden
– Centrale kerkbesturen
– Relatie KF / CKB met gemeenten en provincies: toezicht
> Hieruit volgt op provinciaal en gemeentelijk niveau:
– Verplichte materiële steun aan de erkende erediensten:
• Tussenkomst in tekort in de exploitatie
• Tussenkomst in investeringen voor onderhoud en restauratie van
kerkgebouwen
• Huisvesting bedienaars erediensten
12. Nog meer relevante wetgeving
• Decreet met betrekking tot de subsidiëring voor
gebouwen van de eredienst (12 juli 2013) +
Besluit van 20 december 2013
• Geldt voor de niet-beschermde kerken: 62% van de kerken
(waaronder sommige gedeeltelijk beschermd)
• Subsidies voor renovatie van kerkgebouwen
• Subsidie voor studies voor her- en nevenbestemming en
voor investeringen voor nevenbestemming (niet voor
herbestemming)
• Voorwaarde voor subsidies: gemeentelijke beleidsvisie op
de parochiekerk waarvoor subsidie wordt gevraagd.
Beleidsvisie aantonen via attest van gemeente en van
bisschop over deze kerk.
– Attest wordt door bisdommen verbonden met Kerkenbeleidsplan
13. Nog meer relevante wetgeving
• Onroerend Erfgoeddecreet (2013) en diverse
uitvoeringsbesluiten (2014), in voege vanaf
1/1/2015
– Regelt (o.m.) de premies voor restauratie en
onderhoud aan de beschermde monumenten, dus
ook aan parochiekerken, kapellen en kloosters
– Kerkenbeleidsplan is voorwaarde voor premie
– Wijziging decreet van juli 2016:
• Definitie van Kerkenbeleidsplan
• Kerkenbeleidsplan wordt vanaf 1/1/17 ook verplichting voor
premiedossiers op wachtlijst onder oude decreet.
Overgangsmaatregel tot 30/9/17!
14. Cijfers ivm bescherming
parochiekerken
• 38% van de parochiekerken volledig beschermd
– Niet enkel oudste kerken, maar ook 19de eeuwse
kerken in neo-stijlen en 20ste eeuwse modernistische
kerken
• 15% van de parochiekerken gedeeltelijk
beschermd
– Bijvoorbeeld: waardevolle toren, koor, orgel
• Heel wat kerken (ook niet beschermde) deel van:
– Beschermd stads- of dorpsgezicht (16%)
– Beschermd landschap (4%)
15. Wie is eigenaar van de
kerkgebouwen?
• Kloosters en abdijen:
– Privaatrechtelijk geregeld
– Meestal vzw, hetzij van de plaatselijke
gemeenschap, hetzij van overkoepelende “orde”
– Beslissen dus vrij autonoom over eventuele
verkoop van het (onroerend) goed
16. Wie is eigenaar van de
kerkgebouwen?
• Parochiekerken
– Publiekrechtelijk geregeld
– Historische toelichting:
• Zie Concordaat Napoleon-Paus (1801):
– niet-verkochte genationaliseerde gebouwen voor de eredienst worden
ter beschikking gesteld van kerkelijke overheid. Kerkelijke overheid
beschikt over gebruik voor de openbare eredienst.
– Kerken van voor 1810
• Gemeente / Provincie is in principe eigenaar, tenzij andere
beslissing van prefect van het “Departement” aangetoond wordt
– Kerken na ca. 1810: situatie verschilt
• Gemeente
• Kerkfabriek
• Privé-instantie, bv. klooster of abdij
18. Enige vaststellingen
• Dalende participatie zondagsmis :
1970: 30 % > 2012: 5 %
maar : bepaalde kerkelijke rituele vieringen blijven belangrijk
• Dalend en vergrijzend priesterbestand :
1960: 10.404 > 2009: 3.659 (- 65 %) (B)
maar : groeiend aantal parochieassistenten en diakens
• Minder intensief gebruik van de kerken
• Kerken worden te groot voor geloofsgemeenschap
• Bijgevolg > lasten kerkfabriek stijgen, eigen inkomsten
dalen, tekorten op gemeentelijke begroting groeien,
politiek draagvlak neemt af …
19. Staan parochiekerken leeg?
• Bevraging parochiekerken van het CRKC
nuanceert dit
• Enige cijfers uit de bevraging (2012-2013)
22. Delicaat proces binnen de kerk
• Evolutie naar een andere kerkorganisatie: proces
in beweging en op eigen ritme
– Veranderende rol van de pastores
– Engagement van leken voor nieuwe taken
– Welke rol spelen de kerkgebouwen daarin?
• Einddoel proces: middelen (waaronder gebruik
kerkgebouwen) afstemmen op pastorale noden
• Evenwicht vinden tussen veranderend pastoraal
gebruik, zorg voor patrimonium, lange termijn
denken in termen van erfgoed
23. Delicaat proces binnen de kerk
• Dit proces is in alle Bisdommen vanaf 2011
aangezet
• Lokaal wordt op het niveau van de gemeente
een pastoraal of dekenaal plan opgesteld
• Toekomstig gebruik van de parochiekerken is
een element van het pastoraal plan
• Proces loopt nog in alle Bisdommen
25. Verschillende benamingen
• Parochiekerkenplan
• Kerkenbeleidsplan
• Kerkenplan
• Langetermijnsvisie
-> verschillende benamingen voor hetzelfde
-> benaming varieert in verschillende nota’s
en regelgevingen van de overheid
26. Conceptnota: wat vraagt minister
Bourgeois?
• Op lokaal niveau in samenspraak met
Bisschoppelijke overheden lange termijnvisie
over toekomst van parochiekerken op
grondgebied van de gemeente uittekenen
• Kerkfabriek moet op basis van deze visie
meerjarenplan 2014-2019 onderhandelen met
gemeentebestuur
27. WAT
volgens nota Bourgeois
• Langetermijnvisie op de toekomst van de
parochiekerken op grondgebied van de gemeente
• Uitgewerkt per gemeente
• Geeft aan:
– welke parochiekerken maximaal de huidige bestemming
behouden
– welke kerken in aanmerking komen voor
nevenbestemming
– welke kerken in aanmerking komen voor herbestemming
– voor welke parochiekerken sloop en de realisatie van een
nieuwe ontwikkeling mogelijk of gewenst is
28. INHOUD
volgens nota Bourgeois
• Moet basisgegevens omvatten betreffende:
– de parochiekerken als gebouw, met onder meer
de cultuurhistorische waarde, de architecturale
mogelijkheden, de bouwfysische toestand, de
mogelijkheid tot compartimentering, …;
– de parochiekerk in zijn ruimtelijke omgeving;
– het actuele gebruik en de functie van de
parochiekerk;
– mogelijke interesse van andere actoren.
29. PROCEDURE
volgens nota Bourgeois
• Dialoog tussen direct betrokkenen:
gemeentebestuur, kerkraden en centraal
kerkbestuur, bisschoppelijke overheid
• andere lokale actoren zoals socio-culturele
verenigingen kunnen betrokken worden
• Centraal Kerkbestuur neemt bij voorkeur
regierol op van het lokaal overleg
30. Definitie volgens wijziging
Onroerenderfgoeddecreet (juli 2016)
• Artikel 31°/1 kerkenbeleidsplan: een schriftelijk document dat eerst door het
representatief orgaan van de betrokken eredienst en vervolgens door de
gemeente- of de provincieraad werd goedgekeurd en dat een lokaal gedragen
langetermijnvisie biedt voor alle gebouwen die bestemd zijn voor die betrokken
eredienst op het grondgebied van de gemeente of provincie. De langetermijnvisie
moet minimaal volgende basisgegevens bevatten:
• a) een beschrijving van de betrokken gebouwen bestemd voor de eredienst, met
onder meer hun cultuurhistorische waarde, hun architecturale mogelijkheden, hun
bouwfysische toestand;
• b) de situering van elk gebouw bestemd voor de eredienst in zijn ruimtelijke
omgeving;
• c) een beschrijving van het actueel gebruik en de actuele functie van de betrokken
gebouwen bestemd voor de eredienst en
• d) een onderbouwde visie op het toekomstig gebruik en de toekomstige functie
van de betrokken gebouwen, inclusief een plan van aanpak hoe de toekomstige
invulling met nevenfuncties of herbestemming ervan zal worden onderzocht;”
31. Toelichting
• Eredienst: het betreft de erkende erediensten
• Representatief orgaan van de betrokken
eredienst: voor katholieke eredienst is dat de
bevoegde bisschop (zie eredienstendecreet)
• Betreft alle gebouwen bestemd voor de
openbare eredienst. Dus wel: parochiekerken
en bijkerken (annexkerken etc), niet kapellen
van kloosters, abdijkerken, etc. tenzij ze
parochiekerk zijn.
32. Toelichting
• Punten a tot c uit de definitie zijn overgenomen uit de
Conceptnota
• Punt d is een nieuw element met 2 aspecten:
– een onderbouwde visie op het toekomstig gebruik en de
toekomstige functie van de betrokken gebouwen: geeft per
kerkgebouw aan hoe dit in de toekomst zal gebruikt worden. Dit
kan zijn: volledig gebruik voor eredienst, medegebruik,
nevenbestemming, herbestemming (zie Richtlijnen
Bisschoppen)
– een plan van aanpak hoe de toekomstige invulling met
nevenfuncties of herbestemming ervan zal worden onderzocht:
dus wel werkwijze van onderzoek, niet de resultaten ervan (bv
concrete herbestemming voor bepaalde kerk)
33. VORM
• Document goedgekeurd eerst door
representatief orgaan van de eredienst en dan
door gemeente (of provincie)
• Agentschap Binnenlands Bestuur:
– > attest van gemeente en van bisschop over lange
termijn gebruik van betrokken kerk volstaat
• Agentschap Onroerend Erfgoed:
– > gemeenteraadsbesluit met plan voor alle kerken
34. Kerkenbeleidsplan is…
• WEL:
– Visie- en beleidsdocument
– Komt in overleg tussen kerkelijke verantwoordelijken,
kerkbesturen en gemeente tot stand
– Duurtijd te bepalen door de betrokken partijen, maar bij
voorkeur onbepaalde duur met herzieningsmogelijkheid
– Zo breed mogelijk gedragen in de gemeente
• NIET:
– Plan met concrete uitgewerkte neven- of
herbestemmingen voor kerken die minder of niet meer
zullen gebruikt worden voor de eredienst
– Eenzijdig document van gemeente of van kerkelijke
overheid
36. • Model van stappenplan gebaseerd op:
– Conceptnota Bourgeois (2011) en definitie
Onroerenderfgoeddecreet (wijziging 2016)
– Decretale vereisten om subsidies te bekomen voor
beschermde en niet-beschermde kerken
– Pilootprojecten CRKC: Westhoek, Gent, Zwalm, IOK…
– Stappenplannen bisdommen
• Doel: Kerkenbeleidsplan opstellen
• Belangrijk: implementatie van het plan volgt na
goedkeuring Kerkenbeleidsplan.
38. Pastoraal of dekenaal plan
• Beleidsnota van de pastorale ploeg over de
organisatie van de pastorale activiteiten in het
dekenaat, pastorale eenheid, federatie, …
• Daaruit afgeleid: welke rol spelen de kerken in
dit beleid? Welke kerken zijn waarvoor nodig?
Volledig of gedeeltelijk? Welke kerken zijn niet
nodig en kunnen een andere bestemming
krijgen?
39. Werkwijze
• Varieert per Bisdom
• Elk bisdom beschikt hiervoor over eigen
stappenplannen en begeleidende
documenten
– > zie: http://crkc.be/visie-en-stappenplannen-
bisdommen
40. Conclusies: beleidsdocument
• Conclusies worden neergeschreven in een
dekenaal of pastoraal plan
• Afhankelijk van bisdom volgt een formele of
informele goedkeuring door de bisschop
• Dit plan vormt de basis voor de verdere
stappen in het opstellen van een
Kerkenbeleidsplan
43. Samenstelling en begeleiding
• Stuurgroep = vertegenwoordiging uit de
werkgroepen van rep. kerkelijke instanties en
burgerlijke overheid (zie verder)
• Deze stuurgroep wordt best begeleid door een
deskundige (vrijwilliger of betaalde kracht). De
intercommunales kunnen deze rol op zich nemen
(zie WVI, IOK). Deze begeleider staat in voor:
– Procesbegeleiding als neutrale moderator
– Waken over doorloop van het traject
– Logistieke ondersteuning
– Deskundigheidsbewaking
44. Werkgroep van de Kerkelijke
instanties
• Samenstelling: vertegenwoordigers van
• Hogere kerkelijke overheid (vicaris, afgevaardigde van
de bisschop in CKB, deken)
• Pastoresploeg, parochieteams
• Kerkfabrieken, CKB
– > Leden hebben bij voorkeur complementaire
expertises (financieel, technisch, juridisch enz.)
45. Werkgroep van de burgerlijke
overheid
• Samenstelling:
– Beleid: burgemeester, schepenen van erediensten,
patrimonium, financiën
– Ambtenaren: patrimonium, erfgoed,
communicatie, financiën
– Optioneel:
• vertegenwoordigers van alle fracties van de
gemeenteraad
• Vertegenwoordigers van het socio-cultureel werkveld
(bv afgevaardigde van cultuurraad, erfgoedraad, …)
47. Opmaak inventarissen
• Pastorale of dekenale inventaris:
– Geeft aan welke gebouwen in de toekomst in
gebruik blijven voor de eredienst, afgeleid uit het
pastoraal/dekenaal plan
• Mogelijke selectiecriteria: spreiding, pastorale kernen,
aard/architectuur van het gebouw,
toekomstmogelijkheden
– Deze inventaris wordt aan de Stuurgroep
gerapporteerd
48. Opmaak inventarissen
• Gemeente stelt inventaris op van de gebouwen, zoals
voorgesteld in nota Bourgeois:
• Parochiekerken als gebouw, o.m. eigendomssituatie,
erfgoedwaarde, bouwkundige toestand
• Parochiekerken in hun ruimtelijke omgeving
• Actueel gebruik
• Belangstelling van andere actoren
• Hulpmiddelen:
• inventaris CRKC, rapporten Monumentenwacht, richtlijnen
Vlaamse Bisschoppen, model van kerkenfiche CRKC
• Resultaat: een “kerkenportret” van elk van de kerken
• Resultaat wordt gerapporteerd aan de stuurgroep
49. Sterkte-zwakte analyse door
stuurgroep
• Op basis van de kerkenportretten wordt met
de stuurgroep een sterkte-zwakte analyse van
elk van de kerken gemaakt. Startpunt is het
toekomstig gebruik zoals voorgesteld in het
dekenaal/pastoraal plan:
– Welke sterkten of zwakten hebben de kerken?
– Welke mogelijkheden hebben de kerken voor een
eventueel ander gebruik?
50. Gemeenschappelijk standpunt
• Op basis van dekenaal/pastoraal plan,
kerkenportretten en sterkte-zwakte analyse,
zoekt de Stuurgroep naar een gemeenschappelijk
standpunt
• Uitschrijven van het ontwerp Kerkenbeleidsplan
op basis van gemeenschappelijk standpunt
– Hulpmiddelen: sjabloon Kerkenbeleidsplan CRKC,
sjablonen opgesteld door sommige bisdommen,
modellen van goedgekeurde Kerkenbeleidsplannen
van andere gemeenten (via CRKC)
52. Consultatie van het brede publiek
• Voorstelling van ontwerp Kerkenbeleidsplan
tijdens een “Open Avond” voor de hele
gemeenten of per deelgemeente
– Aandacht voor goede communicatie: uitnodiging,
presentatie enz.
• Mogelijkheid voorzien tot feedback vanwege
publiek
53. Verwerking feedback en
redactie definitief ontwerp
• Stuurgroep bespreekt feedback en past
desgewenst het ontwerp aan
• Stuurgroep keurt definitief ontwerp goed
55. Goedkeuring van het
Kerkenbeleidsplan
• Principieel akkoord over tekst kan geformaliseerd
worden door ondertekening van het ontwerp
Kerkenbeleidsplan door vertegenwoordiger van
resp. burgerlijke en kerkelijke instanties
• Bisschop hecht vervolgens zijn goedkeuring aan
het ontwerp van Kerkenbeleidsplan
• Vervolgens wordt het Kerkenbeleidsplan
voorgelegd aan de Gemeenteraad en volgt een
gemeenteraadsbesluit.
57. Uitvoering van het plan
• Best gefaseerde aanpak: niet alles gelijk
aanpakken
• Starten met een kerk waarvoor al concrete
mogelijkheden voorliggen
• Mogelijkheid tot subsidie van studies
(ontwerpend onderzoek) voor neven- of
herbestemming: zie Projectbureau
Herbestemming Kerken
• Aandacht voor kwaliteitsvolle ingrepen: niet
“knutselen”
58. Bijsturing plan
• Plan is in principe niet voor bepaalde duur
• Bijsturing kan gebeuren op basis van
veranderende realiteit:
– Wijziging in de pastorale noden en in de functies van
de kerkgebouwen
– Vaststelling van nood aan publieke ruimte waarvoor
een bepaalde kerk een oplossing zou kunnen bieden
• Bijsturing gebeurt in goed overleg tussen
kerkelijke en burgerlijke verantwoordelijken
• Bijsturingsclausule kan opgenomen worden in
tekst van Kerkenbeleidsplan
59. Contact
CRKC – Centrum voor Religieuze Kunst en Cultuur
Abdij van Park 7
3001 Heverlee
www.crkc.be
mail:
jan.jaspers@crkc.be
Jonas.danckers@crkc.be
Tel: 016 40 60 73