4. Deel God, met ons
de ontzetting en het verdriet
om de duizenden doden,
de levens van het ene moment
op het andere moment,
afgebroken, verloren.
Deel met ons
het verdriet en soms
het schuldgevoel van
wie overleefden,
5. Maar hul ook in uw erbarmen
de mens die nog jaagt en zoekt
zichzelf voorbij
de mens teveel
gericht op zichzelf
en zonder mededogen.
Blijft de Barmhartige
in geduld met ons
waar wij niet uw leesbaar
handschrift zijn onder
de mensen. Amen.
11. Gezegend is de Heer,
gezegend is zijn Naam,
vandaag, altijd,
in eeuwigheid.
12.
13.
14.
15. Ik geloof in God, de almachtige Vader,
Schepper van hemel en aarde.
En in Jezus Christus,
zijn enige Zoon, onze Heer,
die ontvangen is van de heilige Geest,
en geboren uit de Maagd Maria;
die geleden heeft
onder Pontius Pilatus,
gekruisigd is, gestorven en begraven;
16. die neergedaald is ter helle,
de derde dag verrezen uit de doden;
die opgevaren is ten hemel,
en zit aan de rechterhand
van God, zijn almachtige Vader.
Vandaar zal Hij komen oordelen
de levenden en de doden.
17. Ik geloof in de heilige Geest,
de heilige katholieke kerk,
de gemeenschap van de heiligen,
de vergiffenis van de zonden,
de verrijzenis van het lichaam,
het eeuwig leven.
Amen.
18.
19. Laten we opstaan
voor het grote dankgebed…
De Heer zal bij u zijn.
De Heer zal u bewaren.
Verheft uw hart.
We zijn met ons hart bij de Heer.
Brengen wij dank aan de Heer, onze God
Hij is onze dankbaarheid waardig.
20. Heilige Vader,
omdat wij recht willen doen
aan Uw heerlijkheid,
omdat we verzoening
en vrede vinden bij U,
willen we U danken, altijd en overal.
Mozes heeft Uw volk
weggeleid uit de slavernij.
Jezus roept ons weg uit zonde en dood
tot een leven in vrijheid
met elkaar en alle mensen.
21. Wij mogen in deze wereld
van Uw kracht getuigen.
Daarom, met alle engelen,
machten en krachten,
met allen die leven in Uw heerlijkheid,
loven en aanbidden wij U
en zingen U toe met de woorden:
22. Heilig, heilig, heilig de Heer,
de God der hemelse machten.
Vol zijn hemel en aarde
van Uw heerlijkheid.
Hosanna in den hoge !
Gezegend Hij die komt
in de naam des Heren.
Hosanna in den hoge !
23. Hemelse Vader,
met eerbied noemen wij Uw naam.
Altijd zijt Gij met ons op weg
en dichter dan wij durven dromen
zijt Gij bij ons
wanneer Uw Zoon
ons samenbrengt rond deze tafel,
waar wij Uw liefde vieren
met brood en beker.
24. Zoals eens op de weg naar Emmaüs
ontsluit hij nu voor ons de Schrift
en wij herkennen hem
bij het breken van het brood.
Daarom bidden wij, almachtige God:
beadem met Uw Geest
dit brood en deze wijn
zodat Jezus Christus in ons midden komt,
die zijn lichaam schenkt, zijn levensbloed.
26. Verkondigen wij het mysterie
van ons geloof:
Als wij dan eten van dit brood
en drinken uit deze beker
verkondigen wij de dood des Heren
totdat hij komt.
We gaan zitten…
27. Oneindig goede Vader,
wij vieren dat Gij ons hebt verzoend,
wij verkondigen de liefde
die Gij ons toont.
Uw Zoon is door het lijden
en de dood gegaan.
Tot nieuw leven hebt Gij hem opgewekt.
Hij leeft in Uw heerlijkheid.
28. Zie met genegenheid naar onze gaven
en erken erin Uw eigen Zoon
die zijn leven heeft gegeven
opdat voor alle zoekende mensen
de weg naar U, Vader,
open en begaanbaar moge zijn.
29. Barmhartige God,
laat de Geest van Jezus
in ons wonen
en vervul ons met Uw liefde.
Sterk ons door de gaven
van zijn lichaam en bloed
en maak nieuwe mensen van ons,
dat wij op Jezus gelijken.
30. Bescherm paus Franciscus
en onze bisschop Jozef.
Leer ons en alle gelovigen
de tekenen van deze tijd verstaan
en maak ons trouw
in de beleving van Uw evangelie.
31. Maak ons herbergzaam van hart
voor alle mensen rondom ons.
Laat ons delen
in hun vragen en hun pijn,
in hun vreugden en hun hoop.
Laat ons samen de weg gaan
die naar Uw liefde leidt.
32. Erbarm U, Vader,
over onze broeders en zusters
die in de vrede van Christus
naar U zijn teruggekeerd.
Erbarm U over alle gestorvenen,
waarvan Gij alleen
het geloof hebt gekend.
Breng hen tot het licht van de verrijzenis.
33. En als ook onze weg
ten einde loopt,
neem ons dan op in Uw huis,
waar plaats is voor velen.
Moge dan vervuld worden
wat wij een leven lang hopen:
overvloedig te mogen leven
in Uw heerlijkheid.
34. Laat ons toe
in de gemeenschap van Uw heiligen.
Dat wij met Maria,
de moeder van de Heer,
met de apostelen, met de martelaren
van vroeger en van nu,
met de heilige Godelieve
en al de anderen die U genegen zijn,
dankbaar Uw naam aanbidden
en U prijzen
door Jezus Christus, onze Heer.
35. Door hem en met hem en in hem
zal Uw naam geprezen zijn,
Heer onze God, almachtige
Vader,
in de eenheid van de heilige
Geest,
hier en nu en tot in eeuwigheid.
Amen.