Workshop Online Copywriting Tekstnetwerken 2016 - TNW16 #TNW16 door Dimitri Lambermont.
De hedendaagse online lezer heeft een aandachtsspanne die korter is dan die van een goudvis. Binnen 8 seconden is zijn aandacht alweer heel ergens anders. Bovendien leest hij vanaf het scherm van zijn smartphone. Hoe maak je als tekstschrijver het verschil voor die overvoerde online lezer?
De interesse van de lezer zien vast te houden is één ding. Maar je moet er ook rekening mee houden dat veel mensen onderweg lezen. Ze lezen onze teksten niet langer comfortabel woord voor woord achter de brede schermen van hun desktop. Ze proberen op het kleine scherm van hun mobiele telefoon snel antwoorden op hun meest prangende vragen te vinden. Online copywriter Dimitri Lambermont laat in zijn workshop zien hoe je kunt inspelen op de eisen die anno 2016 aan online teksten worden gesteld.
3. NIEMAND LEEST?
1. We praten te moeilijk.
2. Mobiel lezen is moeilijk.
3. Een gebrek aan aandacht.
4. Wij schrijven op desktop.
5. We denken dat het meevalt.
5. 1. We praten te moeilijk
40% procent van de Nederlanders heeft
leesniveau B1.
1 op de 9 mensen in Nederland tussen de 16 en
65 jaar is laaggeletterd.
In totaal zijn dat 1,3 miljoen Nederlanders die
grote moeite hebben met lezen en schrijven.
*Stichting lezen en schrijven
6. 1. We praten te moeilijk
Wie niet kan omgaan met cijfers of met alledaagse
technologie, is ook laaggeletterd.
1,3 miljoen = 2,5 miljoen Nederlanders
Eén op de vijf volwassenen.
7. 1. We praten te moeilijk
Zeventig procent van de Nederlandse organisaties
schrijft op niveau C1.
Met C1-niveau lees en begrijp je probleemloos
complexe teksten.
8. 1. We praten te moeilijk
Conclusie
Het gemiddelde leesniveau in Nederland ligt op
taalniveau B1 (40%) terwijl het tekstniveau
waarop tekst meestal wordt geschreven rond
taalniveau C1 ligt (75%).
(bron: BureauTaal)
10. 2. Mobiel lezen is moeilijker
Het is 48 procent moeilijker om een tekst
op een mobiel te begrijpen dan op een
desktop.*
*Nielsen Norman Group
11. 2. Mobiel lezen is moeilijker
1. We kunnen als lezers minder zien.
Hoe minder je ziet, hoe meer je moet onthouden.
2. Scrollen en schuiven.
We moeten heen en weer schuiven over het scherm om
andere delen van de content te bereiken.
22. 4. We schrijven op desktop
De desktop lezer:
Volgens onderzoek lezen we gemiddeld
28 procent van alle woorden (= 20 procent.)
We scannen pagina’s, we lezen niet.
We lezen vooral boven de vouw.
Onze ogen volgen een F-patroon.
26. 4. We schrijven op desktop
27 woorden met 147 characters
2 regels op desktop
4 regels op mobiel
30 woorden met 177 characters
3 regels op desktop
bijna 5 regels op mobiel
27. 4. We schrijven op desktop
39 woorden met 211 characters
2,5 regels op desktop
5 regels op mobiel
50 woorden met 272 characters
3,5 regels op desktop
7 regels op mobiel
33. 5. We denken dat het meevalt
Worldwide, mobile searches now
exceed desktop.
* Google 2015
34. 5. We denken dat het meevalt
Tijd online wereldwijd:
Smartphone 54 procent
Desktop 35 procent
35. 5. We denken dat het meevalt
CBS 2016:
Meer Nederlanders online met de smartphone
dan met de laptop.
78,8 procent mobiel
77,2 procent via de laptop.
36. 5. We denken dat het meevalt
Jongeren 12-25 jaar
96,9 procent online via een smartphone
90,9 procent online via een laptop
65 jaar en ouder
34 procent online via een smartphone
47,4 procent online via een laptop
37. 5. We denken dat het meevalt
Q1 - 2016
84 procent van de Nederlanders in de
leeftijdscategorie 50-64 jaar heeft een
smartphone.
*Telecompaper
38. Samenvattend
Onze lezer kan niet heel lang de aandacht
vasthouden.
Leest slechts een klein deel van onze woorden.
Organisaties in Nederland schrijven veel te moeilijk.
En die woorden zijn op mobiel moeilijker te
begrijpen.
45. 1. Overwegen
Title tag
Heeft je pagina een title tag?
Is voor elke pagina een unieke title tag ingevuld?
Bevat je title tag maximaal 65 tekens?
Bevat je title tag een zoekterm?
46. 1. Overwegen
Meta description
Heeft je pagina een meta description?
Is je meta description tussen de 150 tot 160
tekens?
Bevat je meta description een zoekterm?
49. 2. Scannen
Eerste indruk
Is je pagina eenvoudig te scannen?
Heeft je pagina voldoende lucht en witruimte?
Zie je direct een duidelijke kop?
Zie je een of meer opsommingen?
50. 2. Scannen
Eerste indruk
Is helder wat je op deze pagina kunt doen?
Is helder waar je bent op de site?
Draait je pagina om één unieke zoekterm?
Draait je pagina om één taak?
56. Inleiding
Heeft je pagina een heldere inleiding?
Is de inleiding ook herkenbaar door opmaak?
Prikkelt de inleiding de interesse?
3. Lezen
57. Inleiding
Staat de belangrijkste informatie aan het begin van
de inleiding?
Bevat de inleiding voldoende zoekwoorden?
Klopt de inleiding bij je stem en toon?
3. Lezen
60. Alinea’s
Heeft je pagina heldere alinea’s?
Heeft iedere alinea een samenvattend kopje?
Bevat de eerste zin van je alinea de meeste
informatie?
Staat hierin de essentie?
3. Lezen
61. Alinea’s
Bevat de eerste zin van de alinea een zoekterm?
Zijn de alinea’s van een gezonde lengte?
Wordt per alinea ingegaan op één thema?
Streef niet naar kort, streef naar minimaal.
3. Lezen
62. Schrijf een korte alinea
van maximaal 5 regels.
Denk aan je tussenkop.
Workshop Online Copywriting 62
Opdracht
64. Tussenkoppen
Heeft elke alinea een tussenkop?
Kun je het verhaal lezen op basis van kop en
tussenkoppen?
Vertelt de tussenkop iets over het thema van de
alinea?
Bevat de tussenkop een zoekwoord?
3. Lezen
65. Bodytekst
Zijn je zinnen niet te lang?
Zijn lange zinnen opgeknipt in korte zinnen?
Heeft je bodytekst een goed ritme (lange en korte
zinnen)?
3. Lezen
67. Opsommingen
Heeft je pagina een opsomming?
Is deze snel te scannen?
Zijn voordelen opgesomd?
Maximaal 5 bullets per opsomming?
3. Lezen
68. Jargon
Is jargon vermeden of uitgelegd?
Zijn afkortingen uitgelegd?
Gebruik je zoveel mogelijk algemeen bekende
termen en begrippen?
Is doorverwezen naar een uitleg?
3. Lezen
69. Toon en stem
Is je stem uitnodigend?
Gaat je toon uit van de lezer?
Gaat je toon uit van de taak van je lezer?
3. Lezen