Vorig jaar meegeschreven aan SIARAAK aanvraag voor een meerjarig onderzoeksvoorstel in een ander jasje! Gehonoreerd en momenteel uitgevoerd door Hogeschool Utrecht i.s.m. vele partijen.
4. Samenvatting
Museumkompas is een tweejarig project dat voorjaar
SAMENVATTING
2011 moet starten op basis van een RAAK-subsidie (van
de Stichting Innovatie Alliantie). Het project zal worden Het doel van het project Museumkompas is het en toegepast onderzoek met elkaar verweven
uitgevoerd door het Lectoraat Crossmedia Content van de ondersteunen van de museumprofessional in de worden, zijn de resultaten allereerst heel prak-
Faculteit Communicatie & Journalistiek van de Hogeschool ontwikkeling van nieuwe robuuste crossmediale tisch. Ze zijn direct gericht op interventies in het
Utrecht, onder leiding van lector Harry van Vliet, in samen- diensten. Dit is nodig omdat de museumprofes- museum, zoals ontwikkeing van concepten en
werking met erfgoed koepelorganisaties, een aantal musea sional steeds meer geconfronteerd wordt met een prototypen, en de uitvoering van veldtesten met
en een expertisebureau op gebied van informatievraag- veranderend verwachtingspatroon van het publiek, nieuwe diensten. De resultaten zullen ook meer
stukken in de publieke sector. de toenemende invloed van digitalisering op de generiek zijn dan alleen voor de deelnemende
Lees meer... ontwikkeling van publieksdiensten, en de groei- musea: de ‘Crossmedia MuseumMonitor’, een
ende noodzaak om tot sturing te komen doordat benchmark die in kaart brengt hoe crossmediaal
(overheids)financiering geen vanzelfsprekendheid een museum is; de ‘Museumwijzer’ als hulpmid-
meer is. Hoofden van collecties, curatoren, del om de eigen instelling te positioneren in het
managers educatie en presentatie, projectleiders erfgoedveld; een werkboek voor museumprofes-
digitale dienstverlening en medewerkers nieuwe sionals om zelf businessmodellen te beoordelen en
media moeten zich staande zien te houden in het te maken; en een toolkit van prestatie-indicatoren
krachtenveld van deze ontwikkelingen. Sterker inclusief richtlijnen welke prestatie-indicator past
nog, zij moeten hier vorm aan geven. bij welke digitale dienstverlening. Het geheel pre-
senteren we als een kompas voor professionals in
Museumkompas zal museumprofessionals kennis musea om richting te geven aan hun crossmediale
en vaardigheden aanreiken, ze mee laten ontwikke- dienstverlening.
len en ze oplossingen laten implementeren in de
context van de eigen instelling. Het project levert De partners van het project hebben elkaar
handvatten op waarmee een onderbouwde keuze gevonden vanuit de wens via samenwerking tot
voor crossmediale diensten, verbonden met de verbetering van de dienstverlening door musea te
strategie van de instelling, mogelijk wordt. Een komen. Deelnemende partijen bij aanvang van het
systematiek van sturing en verantwoording ligt in project zijn onder andere: Museon, Twentse Welle,
het verlengde hiervan. Nederlands Vestingmuseum, BMC, Hogeschool
Utrecht, Beeld en Geluid, Digitaal Erfgoed Neder-
Door de gekozen aanpak, waarbij kenniscirculatie land, het Armando Museum en anderen.
7
Crossmedialab
5. Museumstad
combinatie van de vraag “doe ik de goede dingen” wij
crossmedialiteit in musea (de ‘Crossmedia Museum de buren
1
(doorvertaling positionering naar diensten) en de Monitor’), een ‘Museumwijzer’ die de museumpro-
INLEIDING
vraag “doe ik de dingen goed” (relatie diensten en fessional de mogelijkheid geeft de eigen instelling
verantwoording). Het is daarmee een vraag naar te positioneren, referentiemodellen van business
de samenhang tussen beleid en implementatie en modellen, prestatie-indicatorenscorecards en
weer terug naar verantwoording. checklists voor de ontwikkeling van crossmediale
diensten. Het geheel presenteren we als een
De roep om kennis en vaardigheden om deze kompas voor professionals in musea om richting te
Een museum dat online interactie wil met haar publiek maar op de website alleen maar de openings- complexe taak het hoofd te bieden wordt onder geven aan hun crossmediale dienstverlening.
tijden publiceert, dat een virtuele tentoonstelling presenteert waarvan niets terug te zien is in het professionals daarom steeds luider.
museum, dat een mobiele museum app uitbrengt waarvan niemand weet door wie het gebruikt, hoe Aangrijpingspunt: crossmediale dienstverlening
vaak en waarom hij wordt gebruikt, een museum dat een augmented reality opstelling bedenkt die Het doel van het project Museumkompas is het Museumkompas plaatst de ontwikkeling van
alleen werkt als je in het museum bent, een museum dat zich presenteert als museum 3.0 maar alleen ondersteunen van de museumprofessional in de crossmediale diensten door musea in het bredere
bezoekers in het museum telt... ontwikkeling van nieuwe robuuste crossmediale kader van de maatschappelijke positionering van
diensten door de professionals kennis en vaardig- musea en van sturingsmogelijkheden van musea
Zo’n museum doet zichzelf krachtenveld: hoofden van collecties, curatoren, heden aan te reiken, ze mee te laten ontwikkelen en derden (zoals gemeenten) ten aanzien van de
danig tekort. De nieuwe media moge- managers educatie en presentatie, projectleiders en ook oplossingen te laten implementeren in financiering. Juist in een dergelijk kader kan een
lijkheden worden er als gadget ingezet en digitale dienstverlening en medewerkers nieuwe de context van de eigen instelling. Hij verwerft professional onderbouwde afwegingen maken en
niet verbonden met de strategische doelstellingen media, zijn allen steeds meer bezig om in hun daarmee kennis, vaardigheden en oplossingen ervoor zorgen dat crossmediale diensten meer zijn
van de instelling en ook niet met een systematiek dagelijks werk een doorvertaling te vinden van de die het hem mogelijk maken de keuze voor cross- dan de zoveelste ‘gadget’.
van verantwoorden en sturen. Menig ‘digitaal’ missie van de instelling naar de inzet en afstemming mediale diensten te onderbouwen door deze te
initiatief leidt na een enthousiaste start dan ook van meerdere communicatiekanalen. Ze worden verbinden met de strategie van de instelling en een Binnen dit brede kader is het aangrijpingspunt van
tot evenveel teleurstelling. Dit terwijl de urgentie dus geconfronteerd met crossmediale vraag- robuuste systematiek van sturing. Museumkompas de te ontwikkelen nieuwe dienst.
om tot een samenhangend geheel van ‘strategie - stukken, en de vraag waarom het allemaal nodig
diensten - sturing’ te komen de laatste jaren alleen is en hoeveel het kost. In dit krachtenveld moet de Wij zullen een aanpak kiezen waarbij kenniscircu- Dit sluit precies aan bij de vraag van de pro-
maar is toegenomen, onder invloed van een ver- professional zich staande zien te houden, sterker latie en toegepast onderzoek met elkaar verweven fessional die op deze manier is geformuleerd
anderend verwachtingspatroon van het publiek, nog hij moet hier vorm aan geven. Bij die vorm- zijn (zie hoofdstuk 5). Enerzijds zijn daardoor de (zie hoofdstuk 2). Vanuit het perspectief van
de toenemende invloed van digitalisering op de geving ligt de concrete vraag van de professional: resultaten, zoals conceptontwikkeling, prototypes de dienstenontwikkeling wordt dan naar de
bedrijfsvoering van musea en de groeiende nood- hoe ontwikkel ik nieuwe crossmediale diensten en veldtesten met nieuwe diensten, heel praktisch andere aspecten gekeken, en de professional ‘mee-
zaak om tot sturing te komen doordat (overheids) die enerzijds passen bij de positionering van de dat wil zeggen direct gericht op interventies in de genomen’ in deze gedachtegang. In het lectoraat is
financiering geen vanzelfsprekendheid meer is. instelling, en anderzijds voldoende mogelijkheden museale instellingen, Anderzijds zijn de resultaten daarvoor een methode beschikbaar die al enkele
De professional staat dagelijks middenin dit geven tot sturing en verantwoording. Het is een meer generiek in de vorm van een benchmark voor malen succesvol is ingezet (Van Vliet et al, 2010).
8 9
MuseumKompas Crossmedialab
6. Dit aangrijpingspunt van dienstenontwikkeling fessionals zoals cultuurcoach, cultuurmakelaar en
is een zeer herkenbare en concrete uiting van de cultuurintendant (Erfgoed Nederland, 2010b). Maar
wijze waarop het museum zichzelf positioneert en ook uit het feit dat museumdirecties en koepels, De reden om Museumkompas als onderdeel van
vorm geeft aan haar maatschappelijke rol naar het waaronder de deelnemers in Museumkompas, het het onderzoeksprogramma bij RAAK in te dienen
publiek toe. verder overleggen en kennisdelen willen verbinden zijn tweeërlei, die in geen andere regeling beter
met actie. Learning by doing. Zij realiseren zich dat geborgd zijn dan in de RAAK regeling: 2) De verbinding van interventies in de muse-
Er is inmiddels dan ook geen gebrek aan mul- de steeds verder doordringende e-cultuur, met zijn ale praktijk en onderzoek, ook wel aangeduid
timediale en crossmediale presentaties van gedemocratiseerde en wijd verbreide gebruik van met evidence-based practice, waardoor geva-
museumcollecties. Het huidige aanbod van internet en nieuwe media, nieuwe kansen biedt lideerde kennis wordt opgebouwd die duide-
digitaal cultureel erfgoed kenmerkt zich door een waarop tijdig en ondernemend maar doordacht lijk zijn praktische doorwerking heeft.
rijke schakering van initiatieven en een bonte kan worden ingespeeld. Tegelijkertijd is het lastig
verzameling van websites, mobiele applicaties en geschikte paden te vinden waarbij de risico’s van
multimediale interactieve opstellingen (Van Vliet, desinvesteringen en profielverzwakking worden 1) De kennis en vaardigheden van de muse-
2009). Enerzijds bevestigt dit de drang bij cultureel vermeden. Het is daarom zaak dat er door prak- ale professional staan centraal: het gaat om
erfgoed instellingen om met nieuwe media aan de tijkgericht onderzoek onmiddellijk geleerd kan het vormgeven door die professional van een
slag te gaan en de laagdrempelige mogelijkheden worden. complexe omgeving;
die de huidige nieuwe media bieden. Anderzijds
komt het geheel ook erg over als trial and error, Het project Museumkompas zoals dat hier
De weg n a a r onderbuik dgevoel belangrijker lijkt te zijn
waarbij t v o l g e d e o r p voorligt is onderdeel van een breder onderzoeks-
dan een uitgewerkte strategie. Helaas zijn deze programma rond Cultureel Erfgoed dat door het
toepassingen dan ook meestal een kort leven be- lectoraat Crossmedia Content van de Faculteit Museumstad
schoren. Ze hangen aan enkelingen binnen musea, Communicatie & Journalistiek is geformuleerd
ze zijn niet ingepast in werkprocessen binnen het en wordt uitgevoerd (zie hoofdstuk 4). Voor de wij de buren
museum, en ze passen niet bij de bestaande tech- verschillende onderdelen van dit programma is
nische infrastructuur die met beperkte middelen nagegaan welke financiering daarbij past, conform
bloot staat aan het dagelijkse ‘geweld’ van een een analysemodel dat binnen het lectoraat is
groot publiek. ontwikkeld (zie Van Vliet, 2008). Inmiddels wordt
het gehele onderzoeksprogramma gefinancierd
Waarom nu en waarom RAAK? vanuit verschillende bronnen zoals: Digitaliseren
Het momentum is nu. Dit blijkt niet alleen uit de met Beleid (OCW), Pieken in de Delta (EZ), Speer-
recente discussies en publicaties over wie wat puntenbeleid (HU) en contractgelden.
‘vormgeeft’ bij nieuwe cultuurfuncties voor pro-
10 11
MuseumKompas Crossmedialab
7. Daar
De vraag achter de vraag? De laatste jaren is er dan ook steeds meer nadruk
2
Het is een goed gebruik om bij een vraag van komen te liggen op het vergroten en verbreden van
VRAAGARTICULATIE
een ‘klant’ naar de vraag achter de vraag te het publiek van musea. Niet alleen als bezoeker
zoeken. In de concrete vraag van professionals maar ook als gebruiker van, en deelnemer aan
naar hulp bij de inzet van nieuwe media komen cultureel erfgoed. In een maatschappelijke context
drie ontwikkelingen samen die in samenhang waar steeds meer informatie ‘vrij’, ‘on-demand’ en
een antwoord behoeven: 1) de reflectie op de gepersonaliseerd aanwezig is, verwachten burgers
maatschappelijke rol van de eigen instelling, 2) een gelijksoortige dienstverlening van de musea en
“Ik ben voor het Rijksmuseum bezig hun audiovisueel materiaal (bewegend beeld en geluid) te in- de doorwerking van de digitalisering van collec- archieven: de stamboom van de eigen familie, de
Hoofdstuk 2 ventariseren met de bedoeling keuzes te maken over bewaren en ontsluiten. Wie heeft hier ervaring
mee?” (Josje Schnitzeler)
ties, en breder die van de informatisering, en 3)
de noodzaak tot eigentijdse sturing op middelen
oude foto’s van de straat, informatie over de favo-
riete schilder en het zelf kunnen samenstellen van
en impact. Deze drie ontwikkelingen vertalen zich ‘virtuele’ tentoonstellingen, zijn hier voorbeelden
“De culturele sector wordt steeds vaker voor digitale uitdagingen gesteld. Bezoekers willen hun in dit voorstel naar drie onderliggende vragen, van (Van Vliet, 2009). Dit publiek is verre van ho-
iPhone kunnen gebruiken in het museum. Of ze willen thuis online archiefstukken kunnen inzien. die we zullen aanduiden als: de wezensvraag, de mogeen samengesteld maar kent een veelvoud aan
Bovendien is ‘beleving’ in de culturele sector belangrijker geworden. Maar hoe kunnen musea, ar- dienstenvraag respectievelijk de sturingsvraag. kenmerken die maakt dat er allerlei deelgroepen
chieven en andere erfgoedinstellingen effectief gebruik maken van de mogelijkheden van nieuwe zijn te identificeren, van snuffelaars en grasduiners
media?” (Rowan) De drie ontwikkelingen die de uitvoering van de tot diepgravers en snackers (Smit-Kreetz, 2003;
taakstelling van de museumprofessional steeds Wubs & Huysmans, 2006a/b; Berende, 2007;
complexer hebben gemaakt de afgelopen jaren Huysmans & de Haan, 2007). Het tegemoet komen
Bovenstaande citaten zijn een willekeurige zoals Erfgoed Nederland (2010a/b) articu- zijn de volgende: aan de vragen, wensen en verwachtingen van dit
greep uit recente discussies die gevoerd leren de vraag. Verder zijn de afgelopen jaren ‘nieuwe’ publiek vergt een andere manier van
worden op de LinkedIn groep ‘Erfgoed voor de Vereniging Science Centra drie meerjarige kijken naar de eigen collectieontsluiting, en breder,
2.0’. De uitspraken zijn exemplarisch voor de vra- projecten uitgevoerd met betrokkenheid van het naar de positionering van de eigen instelling: Wie
Hoofdstuk 2
gen waar museumprofessionals mee rondlopen. lectoraat en BMC (Publieksannotatie Cultureel Erf- 1) Het publiek is nadrukkelijker dan ooit in zijn we? Wat willen we? Waarin onderscheiden we
Het volge n d e d o r p
Het lectoraat Crossmedia Content en BMC hebben goed, Cultuurwijsheid en Collectie in de Klas). beeld gekomen. Individualisering, democra- ons van onze collega instellingen?
veel contacten in het veld en worden steeds vaker In de evaluatie van deze projecten met de VSC- tisering en de ‘mondigheid’ van de burger als
geconfronteerd met deze vragen. Deze vragen leden is als thema naar voren gekomen ‘de onder- maatschappelijke ontwikkelingen zijn niet Hier
worden ook duidelijk gearticuleerd tijdens work- steuning van de museumprofessional in de inzet aan het veld van cultureel erfgoed voorbijge-
shops op de jaarlijkse DEN/DISCH conferentie, en van nieuwe media’. Een jaar geleden is met de ge- gaan.
D e ke r k
tijdens discussieavonden met het veld zoals geor-
ganiseerd middels bijvoorbeeld de ‘Erfgoed Are-
dachtevorming begonnen hier een project rond te
formuleren. In continue consultatie met het veld is
na’s’. Ook publicaties van een koepelorganisatie hieruit uiteindelijk Museumkompas ontstaan.
Onderzo e k
12 13
MuseumKompas
Mu s e u m k o m p a s Crossmedialab
8. Hoofdstuk 2
Hier
basisdigitalisering (inscannen, conserveren) naar willen gemeentes bevorderen dat de eigen inkom-
2) Een tweede ontwikkeling die niet voor- het gebruik van digitale middelen voor beter sten toenemen en de subsidieafhankelijkheid van
bij is gegaan aan het cultureel erfgoed- publieksbereik, zoals meer digitale ondersteuning culturele instellingen wordt verkleind. Het gesprek
veld, is die van de informatisering. voor bezoekers bij het doorzoeken en ontdekken hierover met culturele instellingen en tussen ge-
van collecties. De aandacht mag dan verschoven meenten onderling komt echter maar moeizaam
zijn, het onderliggende probleem van een visie op op gang. In veel gevallen wordt geprobeerd dit op
digitalisering, of meer precies de inzet van meer- te lossen door musea in de totaliteit van ‘subsidie-
mpas Met de toenemende invloed van informatie-
dere media in de dienstverlening, in essentie een
crossmediale vraag (Van Vliet, 2007, 2009), voor de
beleid’ tot prestatieafspraken over bijvoorbeeld
omzet, bezoekers aantallen, kwaliteit van de di-
technologie en digitalisering is er vanaf de jaren
negentig een nieuw elan ontstaan bij musea en
publieksfunctie is daarmee alleen ontweken, niet
opgelost.
enstverlening, samenwerking met locale partners
of doelgroepen te brengen. Een begrijpelijke weg,
Hoofdstuk 2
He t v o l g e n d e dorp
archieven om problemen rondom beheer en de die echter niet vruchtbaar zal blijken als er geen
a slechte toegankelijkheid van de collecties het Hier
dialoog wordt gevoerd over de richting waarin een
hoofd te bieden. Dit elan is in de jaren negentig museum zich wil ontwikkelen versus de richting die
vooral vertaald in activiteiten voor cultuurbehoud 3) Als derde en laatste kan genoemd worden een gemeente voor ogen heeft, en deze dialoog
c.q. digitale conservering. De inspanningen van de dat binnen de publieke sector de noodzaak niet gebaseerd wordt op stuurinformatie die aan-
D e kerk
afgelopen vijftien jaar, hebben echter vooralsnog
de droom van een ‘Virtuele Collectie Nederland’
groeit om te komen tot eigentijdse vormen
van sturing en verantwoording.
sluit bij de praktijk van de musea.
niet echt dichterbij gebracht: de digitalisering van De vraag van de professional naar het vormgeven
de objecten zelf staat in 2008 nog steeds in de van nieuwe diensten met nieuwe media kan niet
On d e r z o e k
kinderschoenen (Veeger, 2008; Weide & de Niet, Mu s e u m k o m p a s
los worden gezien van deze ontwikkelingen.
2008). Er zijn diverse analyses op papier gezet Het antwoord dient rekenschap te geven van
waarom dit zo gelopen is (zie Van Vliet (2009) voor Waar de onzekerheid over inkomsten en over de samenhang van deze vraagstukken: de vraag
een overzicht). Het woord visie voert daarbij de de wensen van het publiek groeit, groeit ook naar de positionering van de instelling (verder
boventoon: een visie op wat ICT en digitalisering de noodzaak om hierop waar mogelijk te antici- aangeduid als de ‘wezensvraag’), de vraag naar de Het volgende dorp
kan betekenen voor de instellingen en de collecties. Daar
peren. Langere termijn sturing is bij musea veelal Crossmedia
crossmediale diensten (verder aangeduid als de
Het ontbreekt in den brede aan een uitgekristalli- gekoppeld aan collectievorming en inhoudelijke ‘dienstenvraag’) en de vraag naar de sturing (ver-
seerd en geformaliseerd beleid met betrekking tot profilering. Verantwoording, zoals bijvoorbeeld der aangeduid als de sturingsvraag’). Het is deze
digitalisering en digitale dienstverlening. gevraagd door gemeenten, vindt alleen op omzet samenhang die de portee is van Museumkompas.
en bezoekersaantallen plaats en ijlt vaak na. Ook In hoofdstuk 4 wordt dit verder uitgewerkt.
De ke r k
Inmiddels laten de laatste jaren een verschui- de betrokken gemeenten ontbreekt het aan een cell Kennis
ving zien bij de instellingen van aandacht voor deugdelijk sturingskader. Net als de rijksoverheid
14
Onderzoek 15
MuseumKompas Crossmedialab
9. 1) In de eerste ring zitten musea die het gehele
traject actief betrokken zijn bij alle activiteiten:
3
dit zijn 4 musea met in totaal 16 professionals
NETWERKVORMING
die participeren.
Uitgangspunten van de netwerkvorming 2) In de tweede ring zitten musea die op speci-
Voor het consortium is gezocht naar een samenspel van het lectoraat Crossmedia Content, musea, fieke onderdelen meedoen (pilots, brainstorms,
koepelorganisaties, en een expertisebureau op gebied van informatievraagstukken in de publieke sector. workshops): dit worden 12 musea met een totale
Deze partners hebben elkaar gevonden vanuit de wens via samenwerking tot verbetering van de dienstver- deelname van ruim 40 professionals.
lening door musea te komen.
Vanuit ervaring met eerdere RAAK-projecten en andersoortige projecten weten we dat organisaties op
verschillende manieren willen participeren in projecten: sommige stellen zich volledig beschikbaar voor
allerhande innovaties, andere kunnen om verschillende redenen niet altijd direct of heel actief partici-
peren maar willen ad hoc kennisdelen en participeren. Om deze reden hebben we de ambities ten aanzien
van de participatie van het beroepenveld in dit project vertaald in een aantal ‘ringen’.
3) In de derde ring zitten
In deze aanvraag worden alleen de deelnemende musea vanuit de eerste twee ‘ringen’ geïdentificeerd. de professionals in het be-
De overige professionals zullen via specifieke disseminatie en communicatie activiteiten worden benaderd roepenveld die eenvoudig
(zie hoofdstuk 7). te bereiken zijn via de
4) In de vierde ring zitten overige geïnteresseer- koepelorganisaties voor
den die via specifieke PR-uitingen (publicaties, deelname aan workshops,
interviews, conferenties) geïnformeerd worden seminars, nieuwsbrieven
over het project. en dergelijke: potentieel in
totaal enkele honderden
professionals.
16 17
MuseumKompas Crossmedialab
10. Deelnemende partijen
BMC is een organisatie met 1500 experts werkzaam in de pu-
blieke sector, waaronder de sector cultuur. BMC richt zich op
Consortiumleden (naast het Lectoraat Crossmedia Content)
Erfgoed Nederland is het landelijke sectorinstituut voor erfgoed. Hoofd- de implementatie van innovaties in relatie tot versterking van
taak van het instituut is het versterken van de maatschappelijke positie de bestuurskracht en vergroting van het handelingsrepertoire
van de erfgoed sector waarbij (e-) innovatie een grote rol speelt. De rol van van professionals in de publieke sector. BMC neemt sedert april
Partners Erfgoed Nederland is het kritisch mee ontwikkelen van de instrumenten, 2010 structureel deel in de Kenniskring Crossmedia Content van
het communiceren met de achterban en de disseminatie van resultaten. de Faculteit Communicatie & Journalistiek. BMC zal zich richten
De volgende partijen nemen vanaf de start van het project op het meehelpen bij het toegepast onderzoek, het kritisch mee
deel aan de uitvoering, gaandeweg het project is er zeker ontwikkelen van instrumenten, het communiceren met de ach-
nog ruimte voor andere musea om te participeren in de pro- terban en de disseminatie van resultaten.
jectuitvoering.
Erfgoed Nederland (in rol van klankbord) Stichting DEN is het nationale kenniscentrum voor ICT
in het cultureel erfgoed. DEN bevordert en bewaakt de
kwaliteit van digitalisering en digitale dienstverlening
Bestuur & Management Consultans
door de erfgoedsector. De rol van DEN is het kritisch
meeontwikkelen van de richtlijnen en businessmodel-
Stichting DEN (Digitaal Erfgoed Nederland) len en de terugkoppeling vanuit nationaal en Europees monitoring onderzoek
naar digitaal erfgoed. Beeld en Geluid is het grootste audiovisuele archief van Neder-
land en is sterk publieksgericht middels een belevingsmuseum.
Instituut Beeld en Geluid Daarnaast ontwikkelt het educatief materiaal en biedt het plek
aan onderwijsinstellingen.
Twentse Welle
Armando Museum
Het Armando museum is een expositie-,
De drie laatste deelnemers, net als de overige deelnemende kennis- en documentatiecentrum van en
musea, zullen casussen inbrengen, meewerken aan proto- over het werk van Armando gevestigd in
type ontwikkelen, de veldtesten faciliteren, kritische mee- Amersfoort.
ontwikkelen aan instrumenten en resultaten implemente-
ren en dissemineren. Verder is er intensief overleg met de
Nederlandse Museum Vereniging (Siebe Weide) over deel- TwentseWelle is het natuur- en cultuurhistorisch mu-
seum van Twente en omstreken. Als ambitieus mu-
name aan het project maar dit was om praktische redenen
seum kent het de nieuwe publieke verwachtingen
niet voor de deadline van de aanvraag definitief te maken. en wil hierop inspelen. Het bouwt aan relaties met
18 ondernemers, gemeente en provincies.
MuseumKompas
11. Deelnemende partijen
Projectdeelnemers (bij aanvang project)
Het Museon is een populair-wetenschappelijk mu-
seum in Den Haag, met veel wisselende tentoonstel-
Partners
lingen en collecties op het gebied van volkenkunde.
Het kent een uitgebreid aanbod voor scholen en trekt
tienduizenden bezoekers per jaar.
De museumwerf Vreeswijk is
De volgende partijen nemen vanaf de start van het project een uniek binnenvaartmuseum
deel aan de uitvoering, gaandeweg het project is er zeker in Vreeswijk. Het brengt de ge-
nog ruimte voor andere musea om te participeren in de pro- schiedenis van de binnenvaart in
jectuitvoering. beeld.
Nederlands Vestingmuseum
Museon
Havenmuseum Rotterdan
Het Nederlands Vestingmuseum bevindt zich midden in vestingstad
Naarden en heeft tentoonstellingen op het gebied van vestingbouw,
Museumwerf Vreeswijk verdedigingswerken en wapens door de eeuwen heen. Het onder-
gaat momenteel een metamorfose die sterkere verankering in de re-
gio en publieksgerichtheid beoogt.
Stichting Vrede van Utrecht
Het havenmuseum geeft een goed beeld van de haven van Rot-
Verder lopen er nog gespreken met andere deelnemers terdam tussen 1850 en 1970. In ontwikkelingen is aandacht
zoals Universiteitsmuseum Utrecht, museum Boerhaave en voor een ‘digitale infrastructuur’, die uiteenlopende rollen van
het Fries museum. het museum ondersteunt en die de binding met het (te werven)
publiek vergroot.
Stichting Vrede van Utrecht geeft vorm aan de viering
van het 300-jarige bestaan van het wereldomspannend
vredesverdrag uit 1713 dat is getekend in Utrecht. Vrede
van Utrecht organiseert een cultureel programma samen met tal van organisaties en ko-
erst af op Utrecht Culturele Hoofdstad van Europa 2018. De activiteiten vinden plaats in
20 stad en provincie Utrecht.
MuseumKompas
12. De werkplaats Crossmedialab
Labtalk #28
Kern van de netwerkvorming is het Crossmedia- crossmedialab.nl) waar studenten en docenten
lab. Het Crossmedialab is de werkplaats van het bloggen over crossmedia, waar de verbinding
lectoraat Crossmedia Content van de Faculteit wordt gelegd met het onderwijs door de publi- KRO en Crossmedia: KRO's Rode kamer
Communicatie & Journalistiek, Hogeschool catie van (afstudeer)opdrachten en door de
Denicio Hilman
Utrecht, waar onder leiding van Dr. Harry van zogenaamde Body of Knowledge, en waar alle
Vliet onderzoek wordt verricht naar crossmediale resultaten c.q. publicaties van het Crossmedialab
ontwikkelingen op de terreinen media, cultureel vrijelijk beschikbaar worden gesteld. Een attitude
17 Maart 2010
erfgoed, marketing en onderwijs. Het Crossmedia- van ‘leren en exploreren’ als drijvende kracht van
10:00 - 11:30
lab is een herkenbare fysieke plek in de Faculteit alle deelnemers is belangrijk. Het heeft in drie jaar
0s142
Communicatie & Journalistiek waar studenten, geleid tot een lange lijst van samenwerkende par-
docenten en externe leden van organisaties elkaar tijen (zie www.crossmedialab.nl/partners).
ontmoeten, kennis uitwisselen en werken aan De samenwerking met partijen in dit RAAK-project
innovaties. Er worden met grote regelmaat zo- en een flankerend netwerk van musea biedt het
genaamde LabTalks, LabEncounters en workshops lectoraat een belangrijke kans om de relaties met
georganiseerd waarbij professionals rond de tafel dit werkveld verder aan te halen. Deze vorm van
worden gebracht. samenwerking is vruchtbaar gebleken en heeft
het lectoraat veel zichtbaarheid in de sector en bij
Het Crossmedialab is ook een virtuele plek (www. koepelorganisaties opgeleverd.
22 23
MuseumKompas Crossmedialab
13. Cell
Medialab
4 ONDERZOEK EN KENNISVERHOGING 24
1) Technisch/inhoudelijk niveau: het verbin-
den van verschillende collecties om tot een
coherente digitale onderzoeksinfrastructuur
te komen en een integrale ontsluiting voor
het publiek. 2) Applicatieniveau: het ontwerpen van nieuwe
Context van het onderzoek digitale toepassingen voor de interactieve ont-
De Hogeschool Utrecht heeft de creatieve industrie als één van haar speerpunten gekozen in haar strategie sluiting van collecties in en buiten het museum/
Koers 2012. Daarmee wordt aangesloten bij beleid van provincie en gemeente die de creatieve industrie archief/bibliotheek. Voorbeelden zijn applica-
van grote waarde achten voor de regio Utrecht. Utrecht is stad van kennis en cultuur (Provincie Utrecht, ties voor social tagging (zie www.ikweetwatdit-
2009; Bonhoff et al., 2010; Utrecht, 2010). Het cultureel erfgoed is hier een prominent onderdeel van. Als is.nl), en de ‘dialoogtafel’ bij het Universiteits-
beroepenveld is het ook aanzienlijk in ontwikkeling door de oprukkende digitalisering en de veranderende Museumkompas gerealiseerd door het
museum Utrecht, zoals
maatschappelijke rol die musea, archieven en bibliotheken aan het innemen zijn (zie Van Vliet, 2009). Crossmedialab.
Het lectoraat Crossmedia Content van de Faculteit Communicatie & Journalistiek onderzoekt al enkele
jaren de invloed van digitalisering en crossmedialiteit op de ontwikkeling van culturele instellingen, met
name voor wat betreft hun publieksfunctie en de rol van nieuwe businessmodellen. Dit heeft al geleid tot
diverse projecten, waaronder ‘Cultuur in Context’ (RAAK), ‘Cultuurwijsheid’ (RAAK) en ‘PACE’ (Digitaliseren
met Beleid), en publicaties waaronder de boeken Cultuur in Context. Erfgoeddata in nieuwe samenhang
(2009), De Digitale Kunstkammer (2009), Wijs met Media (2009) en Ikweetwatditis (2010) (zie verder bij-
lage 2).
3) Dienstenniveau: maatschappelijke en technologische veranderingen vragen om aanpas-
Crossmediapunt
singen van het dienstenaanbod van musea. Diensten moeten aansluiten bij een veranderd
publiek, moeten exploitabel zijn en transparant zijn in de sturing. Dit vergt een methodische
Het lectoraat Crossmedia Content heeft drie onderling samenhangende onderzoekslijnen geformuleerd aanpak.
voor haar cultureel erfgoed programma:
Meer
24 25
MuseumKompas Crossmedialab
14. Crossmediapunt
Wezensvraag Dienstenvraag Sturingsvraag
Voor wat betreft de eerste lijn is op 1 september de rol van het publiek in relatie tot de crossme-
jl. samen met de Universiteit Utrecht, de Univer- dialiteit van die dienst. Er zijn laagdrempelige
Meer
siteit van Amsterdam en de Erasmus Universiteit toegankelijke,en dominante media zoals internet
Rotterdam, en een tweetal collectiehoudende en mobiel ten tonele verschenen die interactief Business Prestatie
instellingen (Theater Instituut Nederland en Ge- gebruik door het publiek stimuleren. Dit is een ge- modellen scorecards
meentearchief Rotterdam) een NWO Middelgroot geven waar musea vanuit hun publiekstaakstelling
aanvraag ingediend (zie www.nwo.nl). De tweede niet omheen kunnen, zeker gezien de toenemende
lijn wordt momenteel vormgegeven en uitgevoerd voorraad digitale content. De pregnante vraag is Cell En meer
in het Pieken in de Delta project ‘Creatieve Xcellera- dan ook die naar de orkestratie van content: welke Medialab
tor’ (zie www.cell.hu.nl), en via contractopdrachten content wordt aan wie via welk kanaal of kanalen
Visie
(bijvoorbeeld met de Bibliotheek Nieuwegein en het best aangeboden en welke impact heeft dat? Organisatie Instru-
Missie Activiteiten Resultaten Beleid
het project Roots2Share van enkele volkenkundige Voor dit kernvraagstuk van de crossmedia zijn Doelen menten
Strategie
musea). Voor de derde lijn dient deze RAAK aan- modellen en richtlijnen ontwikkeld (Van Vliet,
24
vraag, waarmee het gehele onderzoeksprogramma 2009; 2010). Deze modellen en richtlijnen zijn wel
in balans zou komen. beschrijvend toegepast op het domein cultureel
erfgoed (Van Vliet, 2009) maar onderzocht dient te
worden hoe ze sturend gebruikt kunnen worden in
Onderzoekskader de fase van nieuwe dienstontwikkeling. Dit laatste
In de beschrijving van de vraagarticulatie (hoofdstuk 2) zijn moet bijdragen aan de betrouwbaarheid en vali- Veld Publiek Gemeente
drie grootheden voor het onderzoek geïsoleerd: de vraag
naar de positionering van de instelling (de ‘wezensvraag’),
Figuur 1: Onderzoekskader Museumkompas
de vraag naar de crossmediale diensten (de ‘dienstenvraag’)
en de vraag naar sturing en verantwoording (de ‘sturings- Om hierop greep te krijgen willen we de methodiek media, nog weinig theorievorming anders dan een Museumkompas
vraag’). Hierbij is benadrukt dat de onderlinge samenhang van business modelling inzetten: een methodiek beschrijving van allerlei mogelijke verschijningsvor-
erg belangrijk is. Die onderlinge samenhang is weergegeven om vanuit een organisatie systematisch de te men (zie bv. Rappa, 2009). Er zijn de laatste jaren
in figuur 1. diteit van de ontworpen modellen en richtlijnen. creëren waarde voor een doelgroep in kaart te wel twee methodieken ontwikkeld die in het onder-
Een belangrijke relatie van de crossmediale dienst- brengen. Business modelling wordt als essentieel zoek zullen worden ingezet, namelijk de methode
verlening is die met de missie en doelstellingen gezien om te komen tot innovatie (Chesbrough, van Osterwalder (Osterwalder & Pigneur, 2009)
Het startpunt van het onderzoek in dit project van de instelling (het vormgeven van de ‘wezens- 2006) en te reageren op turbulente tijden (Hout- en de zogenaamde STOF-methode ontwikkeld in
is de crossmediale dienstenontwikkeling: de vraag’). Het is de vraag of de crossmediale dienst graaf & Bekkers, 2010). Vreemd genoeg is er echter het Freeband-programma (Bouwman, de Vos &
‘dienstenvraag’ (zie hoofdstuk 2). Nieuwe dien- wel een ‘juiste’ invulling is van de strategie. Dit is voor de gehele internetontwikkeling, en specifieke Haaker, 2008). De eerste hiervan is ook geïntrodu-
stenontwikkeling is onlosmakelijk verbonden met een complex vraagstuk met veel afhankelijkheden. ontwikkelingen daarbinnen zoals Web 2.0 en social ceerd in het domein van cultureel erfgoed (De Niet,
26 27
MuseumKompas Crossmedialab
15. 24
Heijmans, Verwayen, 2009) maar is daar nog verre De ‘wezensvraag’ en de ‘sturingsvraag’ als aparte
van ‘geland’. Andere ideeën over business model- onderzoeksvraagstukken staan zelf niet centraal 1) Welke crossmediale diensten voor musea
ling in de cultureel erfgoed sector zijn te vinden bij in dit project maar zullen kort onderzocht worden kunnen worden ontwikkeld en welke cross-
Falk & Sheppard (2006). omdat ze onderdeel uitmaken van het integrale mediale modellen en richtlijnen geven daar-
model zoals gepresenteerd in figuur 1. Over de voor ondersteuning? Welke sector speci-
Een andere belangrijke relatie is die tussen uit- ‘wezensvraag’ is nog wel het volgende te zeggen: fieke eigenheden hebben deze crossmediale
gevoerde activiteiten en de sturing daarop. Dit is er wordt momenteel een discussie gevoerd in het modellen nodig? En welke relatie is er met
de vraag of de crossmediale dienst wel een ‘juiste’ veld over verschillende ‘archetypen’. Een archetype de archetype discussie in het beroepenveld?
impact heeft. We sluiten hiervoor aan bij de be- staat voor een specifieke betekenisvolle rol die een Museumkompas
nadering die de Nederlandse gemeenten gekozen museum kan innemen als invulling van haar maat-
hebben bij de invoering en verbetering van digitale schappelijke taak (Van Lier, 2010). Voorbeelden
dienstverlening voor de burger, de zogenaamde zijn het archetype ‘Validator’, het museum als ken- 2) Welke businessmodellen kunnen worden
EGEM-i aanpak als onderdeel van het NUP program- nis- en informatiedeskundige, of ‘Innovator’, het ontwikkeld voor de crossmediale dienstver-
ma (Nationaal Urgentie uitvoeringsProgramma museum als totaalconcept (zie Erfgoed Nederland, lening van musea? In hoeverre kunnen die
dienstverlening en e-overheid). We geloven dat 2010a). Al deze archetypes en scenario’s zijn ge- worden gebaseerd op de STOF-methode en
door aan te sluiten op een bestaand sturingskader baseerd op input vanuit interviews en workshops de methode van Osterwalder? Welke sector
van de gemeentes, de kans toeneemt dat de en ontberen een analytisch kader waarom deze specifieke aanpassingen hebben deze mo-
dialoog tussen musea en gemeente vruchtbaar zal archetypes er zijn en hoe ze zich verhouden tot dellen nodig? Welke invloed heeft crossme-
zijn. In de EGEM-i aanpak wordt gewerkt met een onderliggende ontwikkelingen. dialiteit op deze business modellen?
zo genaamde plateaubenadering en is een scala
aan analyse-instrumenten ontwikkeld, die ook in Een dergelijk analytisch kader geeft een meer
dit onderzoek goed kunnen worden gebruikt. De robuust uitgangspunt voor de doorvertaling van de
Crossmediapunt en welke pres-
zogenaamde ‘customer journey mapping’ bijvoor- missie van een musea naar haar dienstverlening.
beeld, beschrijft het integrale proces rond de Dit zal in het project worden verkend en resulteren 3) Welke sturingssystematiek
informatiestromen die een burger creëert als hij in een Museumwijzer. tatie indicatoren dragen bij aan transparan-
in interactie treedt met een gemeente. BMC past tie van de crossmediale dienst-verlening van
deze methode ook toe tijdens diagnose sessies met Onderzoeksvragen musea? In hoeverre kan deze systematiek
museumdirecties, waarbij specifieke ‘user cases’ in De volgende onderzoeksvragen zijn af te leiden uit ondersteunend worden gemaakt voor de
samenwerking met een brede vertegenwoordiging de geschetste vraagarticulatie (hoofdstuk 2) en de financiële en strategische koers van erf-
Meer
vanuit een museum worden opgesteld. analyse van het onderzoekskader (hierboven): goedinstellingen, ook in hun dialoog met
gemeenten?
28 29
MuseumKompas Crossmedialab
16. Onderzoeksresultaten
De onderzoeksresultaten zijn direct gelieerd aan de
onderzoeksvragen:
Onderzoekvraag 1 levert het volgende op: Onderzoekvraag 3 levert het volgende op:
1) Een analyse op 16 musea (van verschil- 5) Een toolkit van prestatie-indicatoren in-
lende archetypen) van de aard en omvang clusief richtlijnen welke prestatieindicator
van de crossmediale invulling van hun publieks- past bij welke vorm van digitale dienstverlening en
functie. Op basis hiervan wordt een ‘Crossme- ‘archetype’.
dia Museum Monitor’ ontwikkeld. De resultaten
worden in casussen gepresenteerd met duiding De wijze waarop dit onderzocht wordt, ook in rela-
en richtlijnen voor de toepassing van crossmediale tie tot de voorgenomen interventies bij de musea,
concepten. wordt in hoofdstuk 5 toegelicht.
2) Een ‘Museumwijzer’ die de museumpro-
fessional de mogelijkheid geeft de eigen
instelling te positioneren. De museumwijzer is ont-
wikkeld op basis van de mogelijke maatschappelij-
ke rollen die musea kunnen/willen invullen: arche-
typen.
Onderzoekvraag 2 levert het volgende op:
3) Vier nieuwe businessmodellen voor de
digitale dienstverlening van musea
Crossmediapunt
4) Een werkboek voor museumprofessionals
om zelf businessmodellen te beoordelen
en te maken.
30 31
MuseumKompas Crossmedialab
17. Data
5 KENNISCIRCULATIE
Generaliseren
Theorievorming
Concepten
Int
Methode & Aanpak
erv
De aanpak die we voorstaan zoekt een balans tussen specifieke en concrete interventies in de praktijk te doorlopen is er een toenemende gerichtheid op Prototypen
en
ek
en generieke kennisontwikkeling toepasbaar voor het gehele beroepenveld. De aanpak is vormge- onderzoek dat een generiek karakter heeft (model-
tie
eci
Veldtest
ge
geven in het model van de ‘doorlopende zandloper’ (Van Vliet, 2008), die is afgebeeld in figuur 2. len, theorieën).
ric
Sp
ht
Lees meer... Het ‘doorlopende’ van het model bestaat eruit dat
de theorievorming ook als beginpunt kan worden
genomen door vanuit de theorievorming op basis
ht
van vraagstellingen en hypothesen te komen tot
ric
concepten, prototypes en uiteindelijk ‘toetsingen’
Ge
e
sg
Deze aanpak werkt als volgt: in samenwerking gebruikers. Door deze stappen te doorlopen wordt in de veldtest (toetsend onderzoek). Op deze ma- Data
ne
ek
rie
met deelnemende instellingen worden concepten de oplossing steeds specifieker en concreter en is nieren vinden specifieke interventie en generiek
rzo
k
de
uitgewerkt. De concepten zijn in dit geval gericht daarmee steeds meer gericht op daadwerkelijke onderzoek elkaar in een continue feedback cyclus. Generaliseren
On
op nieuwe crossmediale dienstverlening in musea. interventie in een instelling.
Vanuit deze concepten wordt een selectie gemaakt
Theorievorming
en doorontwikkeld tot een prototype. Hierbij is een De activiteiten van concepting, prototyping en de Figuur 2: Doorlopende zandloper
prototype niet per definitie een technische oplos- veldtest leveren data op die verzameld worden.
sing (applicatie) maar kan ook betrekking hebben Vanuit deze data wordt gekomen tot generalisatie Concepten
op een nieuw business model, een organisatie- die voorbij het individuele geval gaan en nieuwe
verandering of een nieuwe sturingssystematiek. inzichten, nieuwe interpretaties en nieuwe sa-
Prototypen
Een selectie van de ontwikkelde prototypes wordt menhang opleveren. Deze generalisaties worden
getest in een veldtest, dat wil zeggen in de realis- vervolgens gebruikt om tot theorie-vorming te
tische setting van een instelling met daadwerkelijke komen (exploratief onderzoek). Door deze stappen Veldtest
32 33
MuseumKompas Crossmedialab
18. Concepten
Voor de ontwikkeling van con-
cepten zetten we de werkvorm
MediaBattle in. Deze werkvorm
is ontwikkeld in het Pieken in de Werkvormen
Delta project ‘Creative Xcellerator’ De verschillende fases in de aanpak worden vormgegeven in de verschillende werkvormen die worden
Prototypen
en het RAAK-project ‘Crossmedia ingezet in dit RAAK-project. Onderstaand wordt hiervan een overzicht gegeven.
Atelier’, en is inmiddels reeds drie Organisaties (ook musea!) blijven
keer ingezet (zie mediabattle.ning. graag binnen de eigen muren Lees meer...
com). In de MediaBattle leggen opereren en innoveren. Een team
organisaties uitdagende proble- creatieven zal, onder leiding van
men voor aan studententeams de lector, 1 of meerdere periodes
Veldtest
van verschillende opleidingen. In binnenshuis bivakkeren en daar
competitieverband werken de stu- concepten doorontwikkelen tot In een Veldtest wordt in de
dententeams aan oplossingen die prototypen, samen met profes- werkomgeving van een museum
ze aan het eind van de MediaBat- sionals van de musea in hun eigen een interventie gepleegd en de
Data
tle pitchen aan de opdrachtgevers. omgeving: een InCompanyLab. effecten ervan gemonitored. Die
De MediaBattle heeft een duur Dit team zal vanuit meerdere interventie kan verschillende vor- De Datavergaring van de veld-
van een week en begint met een invalshoeken naar de problemen men aannemen in dit project: testen is natuurlijk afhankelijk
briefing op maandagochtend van kijken. Indien het betreffende mu- de introductie van een nieuwe van de vorm die de veldtesten
de opdrachtgevers en eindigt met seum geloof en vertrouwen heeft crossmediale dienst, een nieuwe uiteindelijk krijgen. Ongetwijfeld
Theorievorming
een plenaire pitch van de teams op in de ontwikkelde prototypen, verantwoordingssystematiek, een zal echter van de volgende met-
vrijdagmiddag voor de opdracht- kan men deze verder ontwikkelen verandertraject, etcetera. Een hoden gebruik worden gemaakt: Op basis van de vergaarde data
gevers. Een vakjury beoordeelt de in een veldtest. Voor het pro- belangrijke voorwaarde voor de interviews, surveys, focusgroepen, en operationalisaties, zullen be-
aangedragen oplossingen. Per Me- totypen zelf wordt een set van kwaliteit van het onderzoek is dat experimenten, logging van ap- staande theorieën en modellen
diaBattle zullen 4 opdrachtgevers technieken gebruikt die bekend er intensief getest kan worden plicatiegegevens, metingen van worden getoetst. Statistische
aan bod komen. Er zullen drie stu- staan als Gamestorming (Dave et door de museale staf en door kwaliteit, doorlooptijd, aantal- en conceptuele patronen zul-
Generaliseren
dententeams zijn per opdracht; al., 2010), de nadruk hierbij ligt op deelnemers aan de museale ac- len als operationalisatie van len worden gebruikt voor de
een studententeam bestaat uit 3 a visualiseren en het inbrengen van tiviteiten en diensten. Daarom zal prestatie-indicatoren, etcetera. In de fase van generaliseren ontwikkeling van aangepaste of
4 studenten. De betrokken lecto- spelcomponenten in het komen per museum bepaald worden op Daarnaast zal ook data worden worden ervaringen en gegevens nieuwe modellen. Tevens worden
raten van de diverse opleidingen tot innovaties. Dit is een relatief welke populaties de testen gericht vergaard vanuit de crossmediale vanuit verschillende contexten nieuwe vraagstukken gegene-
verzorgen de begeleiding van de nieuwe aanpak waarmee we graag zullen zijn en hoe geborgd kan analyses van musea (zie voor een met elkaar vergeleken en geïnter- reerd die voor nieuwe ‘toetsing’
studententeams (zie verder Bij- willen experimenteren en onze er- worden dat er voldoende deel- voorbeeld: Veldhoen, Rotte & Van preteerd op terugkerende facet- c.q. datavergaring in aanmerking
lage 1). varing delen met anderen. name is. Vliet, 2009). ten, elementen en patronen. komen.
34 35
MuseumKompas Crossmedialab
19. Activiteiten en Resultaten
De gekozen werkvormen kennen verschillende activiteiten en resultaten. Onderstaand wordt deze
samenhang beschreven.
Lees meer...
Data
MediaBattle
Datavergaring zal plaatsvinden
4x organiseren van een Media- vanuit de verschillende andere
Battle gedurende de looptijd van werkvormen zoals concepten
Generaliseren
twee jaar. Deelname van ± 4 op- (MediaBattle), prototypen (In-
drachtgevers en ± 80 studenten Veldtest CompanyLabs), en innovaties Alle verzamelde data en erva-
per MediaBattle, waarvan 40 (Veldtesten). Daarnaast zal er ringen zijn input voor de catego-
beschikbaar zijn voor de mu- Het meest veelbelovende proto- data verzameld worden door het risering en beschrijving op een Theorievorming
seumopdrachten. MediaBattle’s Prototypen type in relatie tot de haalbaarheid in kaartbrengen van crossmediale abstracter niveau van archetypes,
vinden plaats aan het begin van in het project wordt vervolgens aspecten van het publieksaanbod business modellen en systema- Theorievorming zal plaatsvinden
Blok 1 (september) en Blok 3 Vanuit iedere MediaBattle zullen 2 onderdeel van een veldtest. De van musea. Verder zullen inter- tieken van verantwoording (inclu- op de gebieden van business mo-
(februari) van het onderwijs. De concepten verder worden gepro- doorlooptijd van de veldtest is on- views met professionals worden sief prestatie-indicatoren). Tevens dellen in een crossmediale con-
MediaBattle zelf duurt een week, totyped via InCompanyLab sessies geveer 3 maanden, inclusief alle gehouden. zullen de geanalyseerde crossme- text, de positionering van musea
de voorbereiding een maand en aan de hand van GameStorming voorbereiding en datavergaring. dialiteit van musea worden be- aan de hand van archetypen en
de nazorg ongeveer een week. technieken. De doorlooptijd voor In totaal worden er dus 4 veldtes- schreven en geduid, ook in relatie op het gebied van sturingssyste-
prototyping is ongeveer 6 tot 8 ten gehouden in het project. Resultaten tot de archetype-discussie. matiek en prestatie-indicatoren.
weken.
Resultaten Casusbeschrijvingen Resultaten
Resultaten surveydata Resultaten
160 deelnemende studenten Resultaten interviewdata (Crossmediale) Businessmodellen
16 deelnemende musea 4 concrete innovaties in de be- loggegevens Crossmedia MuseumMonitor Museumwijzer
48 concepten 8 Prototypen roepspraktijk etc. Werkboek business modelling Toolkit presentatie indicatoren
36 37
MuseumKompas Crossmedialab