Teksten en liederen die geprojecteerd werden op Ten Bos op de derde zondag van de Advent. (A) 2016 (Sint Amanduskerk Erembodegem). De teksten van onze vieringen zijn te vinden op de website: http://www.kerkembodegem.be/tenbos/liturgie/vieringen.html
2. Soms lijken bomen dromen
ooit gekomen, onvolkomen.
Soms lijken dromen bomen
uitgekomen op aard'
Bedreigd door het vuur,
bedreigd door geweld,
geloof alleen wat hier werd voorspeld
De toekomst komt als dief in de nacht
Als kind gebracht, gans onverwacht.
Soms lijken dromen bomen
alsof God naar ons lacht
Het nieuwe begin, de twijg op de stam
de jongste zoon van Abraham,
Gods visioen dat nieuw leven geeft:
waar lam en leeuw – weer samen leeft,
waar d’ afgeknotte boom
toch de dood overleeft.
Een mens zonder dak, een boom zonder blad,
de kou die binnenin ons hoofd zit totdat
liefde ontdooit, jouw hart wordt bekoord,
zacht uitgestrooid,
jouw rust verstoord…
Dan zal je zeker weten
dat Gods droom werd verhoord.
3. Soms lijken bomen dromen
ooit gekomen, onvolkomen.
Soms lijken dromen bomen
uitgekomen op aard'
Bedreigd door het vuur,
bedreigd door geweld,
geloof alleen wat hier werd voorspeld
De toekomst komt als dief in de nacht
Als kind gebracht, gans onverwacht.
Soms lijken dromen bomen
alsof God naar ons lacht.
4. Soms lijken bomen dromen
ooit gekomen, onvolkomen.
Soms lijken dromen bomen
uitgekomen op aard'
Bedreigd door het vuur,
bedreigd door geweld,
geloof alleen wat hier werd voorspeld
De toekomst komt als dief in de nacht
Als kind gebracht, gans onverwacht.
Soms lijken dromen bomen
alsof God naar ons lacht.
5. Soms lijken bomen dromen
ooit gekomen, onvolkomen.
Soms lijken dromen bomen
uitgekomen op aard'
Bedreigd door het vuur,
bedreigd door geweld,
geloof alleen wat hier werd voorspeld
De toekomst komt als dief in de nacht
Als kind gebracht, gans onverwacht.
Soms lijken dromen bomen
alsof God naar ons lacht.
6. Soms lijken bomen dromen
ooit gekomen, onvolkomen.
Soms lijken dromen bomen
uitgekomen op aard'
Bedreigd door het vuur,
bedreigd door geweld,
geloof alleen wat hier werd voorspeld
De toekomst komt als dief in de nacht
Als kind gebracht, gans onverwacht.
Soms lijken dromen bomen
alsof God naar ons lacht.
7. Soms lijken bomen dromen
ooit gekomen, onvolkomen.
Soms lijken dromen bomen
uitgekomen op aard'
Bedreigd door het vuur,
bedreigd door geweld,
geloof alleen wat hier werd voorspeld
De toekomst komt als dief in de nacht
Als kind gebracht, gans onverwacht.
Soms lijken dromen bomen
alsof God naar ons lacht.
(LeavealightonMarbleSounds/PeterB.)
12. 1
De steppe zal bloeien,
de steppe zal lachen en juichen.
De rotsen die staan
vanaf de dagen der schepping,
staan vol water, maar dicht,
de rotsen gaan open.
Het water zal stromen,
het water zal tintelen, stralen,
dorstigen komen drinken.
De steppe zal drinken,
de steppe zal bloeien,
de steppe zal lachen en juichen.
2
De ballingen keren.
Zij keren met blinkende schoven.
Die gingen in rouw
tot aan de einden der aarde,
één voor één, en voorgoed,
die keren in stoeten.
Als beken vol water,
als beken vol toesnellend water,
schietend omlaag van de bergen.
Met lachen en juichen -
die zaaiden in tranen,
die keren met lachen en juichen.
3
De dode zal leven.
De dode zal horen: nu leven.
Ten einde gegaan
en onder stenen bedolven:
dode, dode, sta op,
het licht van de morgen.
Een hand zal ons wenken,
een stem zal ons roepen: Ik open
hemel en aarde en afgrond.
En wij zullen horen,
en wij zullen opstaan
en lachen en juichen en leven.
13. 1
De steppe zal bloeien,
de steppe zal lachen en juichen.
De rotsen die staan
vanaf de dagen der schepping,
staan vol water, maar dicht,
de rotsen gaan open.
Het water zal stromen,
het water zal tintelen, stralen,
dorstigen komen drinken.
De steppe zal drinken,
de steppe zal bloeien,
de steppe zal lachen en juichen.
2
De ballingen keren.
Zij keren met blinkende schoven.
Die gingen in rouw
tot aan de einden der aarde,
één voor één, en voorgoed,
die keren in stoeten.
Als beken vol water,
als beken vol toesnellend water,
schietend omlaag van de bergen.
Met lachen en juichen -
die zaaiden in tranen,
die keren met lachen en juichen.
3
De dode zal leven.
De dode zal horen: nu leven.
Ten einde gegaan
en onder stenen bedolven:
dode, dode, sta op,
het licht van de morgen.
Een hand zal ons wenken,
een stem zal ons roepen: Ik open
hemel en aarde en afgrond.
En wij zullen horen,
en wij zullen opstaan
en lachen en juichen en leven.
17. [Vg]
Ik geloof in een God die niet van steen is,
maar die een hart heeft voor mensen.
[Al]
Ik geloof in een God die ik niet kan zien,
maar waarmee ik onlosmakelijk verbonden
ben
en die voelbaar wordt
als ik me liefdevol inzet voor de anderen.
Geloofsbelevenis
18. [Vg]
Ik geloof in een God die niet sterk is,
die lijden en geweld niet kan verhinderen,
maar die wél wil
dat wij lijdende mensen ondersteunen,
dat wij zoeken naar vrede en gerechtigheid.
[Al]
Ik geloof in een God die mild is,
maar streng voor wie een ander uitsluit
omwille van huidskleur, afkomst of geslacht.
19. Ik geloof in een God
die ons een verantwoordelijkheid heeft
gegeven
en talenten om het goede te doen.
[Al]
Ik geloof dat Jezus Christus
ons heeft laten zien wat échte liefde is.
Zijn geest werkt nog altijd verder doorheen
ons.
20.
21. (Zagers Marcel / Siemansma Johan)
Gij die onze gedachten raadt, ons bidden woordeloos verstaat.
Als Jij ons niet hoort, wie dan wel?
22.
23. Zolang de mens voorbij blijft graven
aan armoe op gestolen grond,
zolang lijkt hoop een valse gave,
alleen beleden met de mond.
Zolang de armen moeten leven
van andermans genadebrood
zolang blijft liefde overdreven
en God verbergt zich in de dood.
Zolang de mensen boeken schrijven,
gelezen en weer dicht gedaan,
zolang zal toekomst uitstel blijven,
geen droom wordt waar,
geen woord houdt aan.
24. Zolang de mens voorbij blijft graven
aan armoe op gestolen grond,
zolang lijkt hoop een valse gave,
alleen beleden met de mond.
Zolang de armen moeten leven
van andermans genadebrood
zolang blijft liefde overdreven
en God verbergt zich in de dood.
Zolang de mensen boeken schrijven,
gelezen en weer dicht gedaan,
zolang zal toekomst uitstel blijven,
geen droom wordt waar,
geen woord houdt aan.
25. Zolang de mens voorbij blijft graven
aan armoe op gestolen grond,
zolang lijkt hoop een valse gave,
alleen beleden met de mond.
Zolang de armen moeten leven
van andermans genadebrood
zolang blijft liefde overdreven
en God verbergt zich in de dood.
Zolang de mensen boeken schrijven,
gelezen en weer dicht gedaan,
zolang zal toekomst uitstel blijven,
geen droom wordt waar,
geen woord houdt aan.
(“Zolangermensenzijnopaarde”)
26.
27. [Voorganger]
God, wij danken Jou
omdat Jij een God van liefde bent,
een God die oog en hart heeft
voor ons, zoekende mensen.
28. [Allen]
Wij danken Jou
omdat Je de naam van elke mens
geschreven hebt in de palm van Jouw hand.
Wij danken Jou omdat Je herkenbaar bent
in elke goede mens,
in ogen vol mildheid,
in een teder gebaar.
Overduidelijk heb Jij dat getoond in Jezus.
Als geen ander gaf Hij gestalte
aan Jouw goedheid en liefde voor de mensen.
29. [Vg]
Jij bent de hand op onze schouder,
de stem die ons moed inspreekt
of zachtjes corrigeert.
30. [Al]
In alle mensen die om ons bekommerd zijn,
die ons vergeven en aanmoedigen,
mogen wij de warmte
van Jouw hart vermoeden.
Als liefde ook ons hart beroert,
onthullen wij iets van Jouw gelaat.
31. [Vg]
Wij danken Jou voor Jezus,
Jouw profeet uit Nazareth,
die Jou ‘Abba’, zijn lieve Vader noemde.
Nooit was er van Jou
zoveel te zien en te ervaren
als toen Hij op onze aarde was.
32. [Al]
Gedreven door gerechtigheid en goedheid
openbaarde Hij Jouw naam in deze wereld.
Door zijn woorden van begrip en vergeving,
door zijn attentie voor gekwetste mensen,
door blinden uitzicht te geven
en lammen veerkracht,
toonde Hij Jouw menslievendheid.
[RECHTSTAAN]
33. [Vg]
Hij was met mensen begaan,
deelde hun vreugde, maar ook hun verdriet.
Hij veroordeelde niet,
maar gaf mensen steeds nieuwe kansen
omdat Hij wist dat elke mens uniek is in de schepping.
…
In het eten van dit brood
en het drinken van deze beker,
verkondigen wij de dood
maar vooral ook de verrijzenis van Jouw zoon, God.
34. [Al]
Zend ons dan zijn Geest
opdat ook wij voor elkaar genade zouden zijn,
hoe onvolkomen ook.
Geef dat wij elkaar waarderen,
dat we niet blind zouden zijn
voor de mens naast ons
of doof en onverschillig voor zijn nood.
35. [Vg]
Dan zal er vreugde zijn op aarde
liefde, vrijheid en vriendschap
in Jezus’ naam.
36. [Al]
Door Hem en met Hem en in Hem
zal Jouw naam geprezen zijn,
Heer onze God, almachtige Vader,
in de eenheid van de heilige Geest,
hier en nu en tot in eeuwigheid. Amen.
37. Onze Vader, die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw rijk kome,
uw wil geschiede
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving,
maar verlos ons van het kwade.
41. Dat een nieuwe wereld komen zal
waar brood genoeg –
en water stroomt voor allen.
Daar bouwen wij veilige buurten
wonen dooreen in wijken van vrede
in schaduw van bomen.
Geen kinderen zullen daar sterven
oude mensen maken hun dagen vol
en jonge mensen zullen daar pas
op hun honderdste sterven.
Wij zullen niet voor de leegte zwoegen
geen kinderen baren voor de verschrikking.
De wolf en het lam
zullen weiden tezamen:
wij leren de oorlog af.
Dat een nieuwe wereld komen zal
waar brood genoeg –
en water stroomt voor allen.