2. Waarom gaat Kostprijzen 3.0 uit van de markt?
– Als de restitutiepolis wordt afgeschaft worden de
passantentarieven veel belangrijker voor de
onderhandelingen vanwege de eigen betaling van de
patient.
– Van Duin (ACHMEA): ‘Als het basispakket verder wordt
beperkt, wat niet onaannemelijk is, ontstaat een nieuwe
markt voor aanvullende verzekeringen, waarvoor een
adequaat tarief moet komen. Dit soort bewegingen zullen
we in de toekomst gaan zien.’ (Bron: ZorgVisie).
3. Waarom uitgaan van de RVE-manager?
– Alleen de RVE-manager is in staat om het financieel
resultaat te beïnvloeden en te beheersen.
– Dit impliceert voor de aanpak van kostprijzen:
1. Een eenvoudiger kostprijssystematiek
2. Overhead reductie ontstaat niet door
kostprijscalculatie. Een complexe kostenverdeelstaat
heeft dus geen toegevoegde waarde omdat dit niet
beïnvloedbaar is door RVE-verantwoordelijken.
3
4. Een eenvoudige methodiek
• Een RVE heeft 3 producten, A, B en C.
• De productie per jaar: A = 3000, B = 8000, C = 7000.
• De externe benchmarkprijs (weegfactor) is als volgt.
– A = € 250,– B = € 500,– C = € 1250,• De totale jaarkosten van de RVE zijn € 14,5 mln.
• De kosten per weegfactor zijn:
14.500.000
=1,07
•
(3000*250)+(8000*500)+(7000*1250)
• De nacalculatorische kostprijs A = €269, B = €537, C = €1.342
• Wat is de target voor de RVE-verantwoordelijke ?
6. Geeft dit een groot verschil met de huidige kostprijzen?
50% van de DBC’s kent minder dan 10% verschil
met de huidige kostprijzen
b - 50 % minder
c - 25..50 % minder
d - 10..25 % minder
e - 3..10 % minder
Marktprijzen als kostengewichten
f - Van -3..3 %
g - 3..10 % meer
h - 10..25 % meer
0%
20%
40%
i - 25..50 % meer
60%
80%
100%
j - 50 % meer
6
7. Kostprijzen 3.0 = Target Costing
• Gaat uit van de markt
• Stelt de RVE-manager centraal
• Geeft hem of haar een target
• Is eenvoudiger dan huidige methodiek
• Maakt voor- en nacalculatie mogelijk
7