De commissie identiteit van het Dr.-Knippenbergcollege heeft het stuk “Zingeving en goed onderwijs – Samen goed op weg”, van de werkgroep identiteit (OMO) , als uitgangspunt genomen om tot concrete handvatten te komen, met betrekking tot zichtbaar moreel gedrag en de hierbij behorende professionele (zelf)reflectie en communicatie .
De zichtbaarheid van de identiteit wordt bewust gelegd bij het getoonde gedrag en de onderlinge verantwoording hierover. De werkgroep identiteit van OMO gaat er vanuit dat het gedrag door diverse bronnen geïnspireerd mag zijn, als dat gedrag bijdraagt aan ‘goed onderwijs’, ‘een goed mens’ en ‘goed leven’. Goed onderwijs is niet alleen leerlingen voorbereiden op het eindexamen, maar is ook vormend levensbeschouwelijk onderwijs. De vraag mag gesteld worden wat je als docent (personeelslid), naast je vakkennis, bijdraagt aan de volwassenwording van leerlingen in moreel perspectief. De school, daar gaat de werkgroep identiteit (OMO) namelijk van uit, is een wegwijzer naar een humane samenleving: in hoeverre werk jij als professional de leerling, en daarmee de samenleving, hierin tegemoet?
De centrale vraag van de werkgroep identiteit (OMO) is: Hoe komen we met elkaar betekenisvol in gesprek over dieperliggende opvattingen over ‘goed onderwijs’? Niet iedereen gaat uit van traditioneel gedeelde visies. Hoe kunnen we met andere woorden identiteit een proces laten zijn van luisteren, in gesprek zijn en verstaan?
De commissie identiteit van het Dr.-Knippenbergcollege te Helmond wil een model aanbieden om concreet werk te maken van de morele competentie binnen het onderwijs. Een instrument om vanuit ieders individuele principes of bronnen in gesprek te geraken over goed onderwijs en om te zoeken naar gemeenschappelijke doelen die ons kunnen verbinden. We focussen ons op getoond gedrag: hoe laten we zelf zien wat een goed mens is en hoe we goed leven vorm geven?
Opvattingen over ‘een goed mens’ en ‘goed leven’ kunnen en mogen verschillen en vanuit diverse bronnen komen. Een doorgaande gedachte-wisseling zal nodig blijven. We zijn, volgens de werkgroep identiteit (OMO) op koers als uit ons gedrag blijkt dat we werk maken van een goed mens en goed leven.
Drs. J.L.C. Marechal
5. "De bekwaamheid én bereidheid om taken adequaat en
zorgvuldig uit te oefenen, rekening houdend met alle in het
geding zijnde belangen, gebaseerd op een redelijke beoordeling
van de relevante feiten. Een competentie is een samenspel
van houding, kennis en vaardigheden, dat een
beroepsbeoefenaar in staat stelt om bepaalde taken te
verrichten."
Morele competentie volgens
Karssing
6. Morele competentie
In het gesprek aan de hand van STARRT, n.a.v. de
zeven onderwijsgerichte competenties, wordt duidelijk dat
elke onderwijsgerichte competentie een morele dimensie
in zich heeft.
7. STARRT-Plus
Met STARRT dienen we niet enkel te reflecteren op de zeven
competenties, maar ook op de waarden en normen die we
telkens meebrengen in elke situatie = STARRT-Plus.
8. Identiteit
Het STARRT-plusmodel is ‘identiteit in werking’, die
aansluit bij de praktijk van alledag. Met STARRT-plus
reflecteer je over je eigen handelen in concrete situaties.
Je gaat daarmee op zoek naar de opvattingen, waarden
en houdingen die bij jezelf en in de schoolorganisatie als
geheel tot uitdrukking komen.
9. Identiteit
Identiteit heeft te maken met de
schoolcultuur, de onderliggende mens- en
maatschappijvisies bij de vorming van onze
leerlingen.
10. De katholieke grondslag
van OMO
Identiteit is geen statisch gegeven, het is een continu
zoekontwerp. Los hiervan staat het ideaal, het perspectief, de
levensbeschouwelijke grondslag van de school, die als
inspiratie aan de school (en OMO) is meegegeven.
11. Voor de volgende
sectievergadering:
Inventariseer wie binnen uw sectie na de 360 graden
feedback, de biomonitor en de functioneringsgesprekken nog
geen idee heeft wat de zeven competenties voor hem of haar
inhoudt;
Inventariseer in hoeverre docenten binnen uw sectie weten
hoe zij kunnen reflecteren op de zeven competenties met
STARRT, dit kan een onderdeel gaan uitmaken van het
functioneringsgesprek;
12. Voor de volgende
sectievergadering:
Naast dit alles zal in de functioneringsgesprekken,
conform het schoolplan, de morele competentie een
belangrijke plaats gaan innemen. Het zou fijn zijn als U
uw sectieleden het idee achter de morele competentie
en STARRT-Plus wilt uitleggen in de volgende
sectievergadering, opdat U sectieleden straks niet
verrast worden met vragen als:
13. Wat heeft U als professional de leerling meer te bieden dan enkel
uw vakkennis?
In hoeverre bent U aanspreekbaar op uw gedrag en kunt U hier
constructief over van gedachten wisselen?
In hoeverre bent U een wegwijzer naar een humane
samenleving, in zowel woord als daad?
Hoe laten we zelf zien wat een goed mens zijn is en hoe we goed
leven vorm geven?
In hoeverre neemt U uw verantwoordelijkheid overeenkomstig uw
functie?