Beter Presteren door Gezond Leren: Presentatie van Louk Heijnders van het Servicecentrum Scholenbouw op het symposium "Beter Presteren door Gezond Leren" dat op 3 november 2010 plaatsvond bij ICDuBo in Rotterdam. Deze dag werd georganiseerd en mogelijk gemaakt door Stichting Living Daylights, HunterDouglas en Forbo Flooring. Op deze dag stond het creëren en onderhouden van een optimale leeromgeving voor leerlingen van basisscholen centraal.
Miljardeninjectie in het onderwijs en sleutelrol medezeggenschapFrederik Smit
Het kabinet heeft op 17 februari 2021 het meerjarige Nationaal Programma Onderwijs gepresenteerd met een ongekend budget van 5,8 miljard euro voor het primair en voortgezet onderwijs. Dit bedrag is bedoeld voor het inhalen van vertragingen en het ondersteunen van leerlingen die het moeilijk hebben als gevolg van schoolsluitingen door corona. De mr moet het ‘schoolprogramma’ goedkeuren waarin de gekozen interventies, zoals gratis bijles aanbieden of een zomerschool opzetten, zijn opgenomen. Wat is de insteek van schoolbesturen en scholen? Zijn er genoeg handen in de klas om de maatregelen tot uitvoer te brengen?
Beter Presteren door Gezond Leren: Presentatie van Louk Heijnders van het Servicecentrum Scholenbouw op het symposium "Beter Presteren door Gezond Leren" dat op 3 november 2010 plaatsvond bij ICDuBo in Rotterdam. Deze dag werd georganiseerd en mogelijk gemaakt door Stichting Living Daylights, HunterDouglas en Forbo Flooring. Op deze dag stond het creëren en onderhouden van een optimale leeromgeving voor leerlingen van basisscholen centraal.
Miljardeninjectie in het onderwijs en sleutelrol medezeggenschapFrederik Smit
Het kabinet heeft op 17 februari 2021 het meerjarige Nationaal Programma Onderwijs gepresenteerd met een ongekend budget van 5,8 miljard euro voor het primair en voortgezet onderwijs. Dit bedrag is bedoeld voor het inhalen van vertragingen en het ondersteunen van leerlingen die het moeilijk hebben als gevolg van schoolsluitingen door corona. De mr moet het ‘schoolprogramma’ goedkeuren waarin de gekozen interventies, zoals gratis bijles aanbieden of een zomerschool opzetten, zijn opgenomen. Wat is de insteek van schoolbesturen en scholen? Zijn er genoeg handen in de klas om de maatregelen tot uitvoer te brengen?
Geert Driessen (2012)TVO Voor- en Vroegschoolse Educatie.pdfDriessen Research
In Nederland wordt al geruime tijd beleid gevoerd op het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden die het gevolg zijn van sociale, economische en culturele factoren in de thuissituatie van kinderen. Momenteel vormt de Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) een speerpunt van dit beleid. In kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en kleutergroepen van de basisschool krijgen kinderen met (dreigende) achterstanden stimuleringsprogramma’s aangeboden, met name op het gebied van taal. Ten gevolge van de in 1998 in gang gezette decentralisatie hebben gemeenten en schoolbesturen veel autonomie en vrijheid gekregen bij de vormgeving van VVE. Dit heeft geleid tot een enorme variatie bij de uitvoering. Het heeft er erg veel van weg dat men binnen elke gemeente aan de slag is gegaan met het opnieuw uitvinden van het wiel. Dit is allebehalve efficiënt en bovendien kan men zich afvragen of hiermee goede condities worden geschapen voor een effectieve VVE.
De bijlesindustrie. Kunnen we nog zonder? Frederik Smit
Bijles was ooit iets voor rijke ouders die extra aandacht regelden voor hun kinderen, omdat ze toch echt het vwo móesten halen. Tegenwoordig maakt ongeveer één op de drie middelbare scholieren en een op de vier basisschoolleerlingen in groep 8 gebruik van aanvullend onderwijs. Om de corona-achterstanden te bestrijden en het lerarentekort op te vangen, kunnen veel scholen niet meer om com- merciële instellingen heen. Ruim 30 miljoen coronasubsidie is al terechtgekomen bij commercieel onderwijs. De coronapandemie ver- sterkt de reeds ingezette trend om bijles- en huiswerkinstituten in de arm nemen om ook in de school structureel extra taken te verrichten.
Het kabinet heeft in het regeerakkoord “Bruggen slaan” €250 miljoen extra beschikbaar gesteld voor het mbo, gekoppeld aan resultaatgerichte afspraken. EducatiePartners geeft in deze presentatie een (korte) toelichting van de wat deze kwaliteitsafspraken mbo inhouden!
Geert Driessen (2014) TVO Wat heeft het onderwijsachterstandenbeleid opgeleve...Driessen Research
In Nederland wordt al ruim veertig jaar landelijk beleid gevoerd om onderwijsachterstanden van leerlingen die het gevolg zijn van sociale, economische en culturele factoren in hun thuissituatie te voorkomen en bestrijden. In het kader van dit beleid zijn in de loop der jaren uiteenlopende instrumenten ingezet. Jaarlijks is daar zo’n driekwart miljard euro mee gemoeid. In dit review wordt op basis van empirisch onderzoek nagegaan wat al deze instrumenten hebben opgeleverd. Allereerst moet worden geconcludeerd dat er überhaupt verrassend weinig onderzoek is uitgezet naar de effectiviteit van de beleidsinstrumenten. Bovendien blijkt dat er voor de werking van de meeste instrumenten nauwelijks of geen evidentie bestaat.
Guuske Ledoux, Geert Driessen et al. (2015) Het onderwijsachterstandenbeleid ...Driessen Research
Ledoux, G., Roeleveld, J., Veen, A., Karssen, M., Daalen, M. van, Blok, H., Kuiper, E., Dikkers, L., Mulder, L., Fettelaar, D., & Driessen, G. (2015). Het onderwijsachterstandenbeleid onderzocht. Werkt het zoals bedoeld? Nijmegen: ITS.
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen TVO VVE in de voorschoolse...Driessen Research
Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) is gericht op het verbeteren van de onderwijskansen
van kinderen die in de thuissituatie onvoldoende stimulansen ontvangen. Daartoe
krijgen zij in de kinderopvang, peuterspeelzalen en kleutergroepen van basisscholen ontwikkelingsstimulerende
programma’s aangeboden. Door de decentralisatie van het VVEbeleid
naar gemeenten en schoolbesturen en de daarmee samenhangende vrijheden is er
op lokaal niveau een enorme variatie ontstaan in de vormgeving. In deze bijdrage wordt
nagegaan hoe dat in de praktijk uitpakt bij de indicatiestelling van de doelgroepkinderen
en de uitvoering van VVE in de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk. Om hier zicht op
te verkrijgen zijn in 12 gemeenten 11 JGZ-stafmedewerkers en 25 leidsters van kinderdagverblijven
en peuterspeelzalen geïnterviewd; daarnaast zijn 30 VVE-experts geraadpleegd.
De resultaten laten zien dat de betrokkenen in de praktijk op geëngageerde wijze vormgeven
aan voorschoolse educatie en dat er daarbij al veel is bereikt. De vraag rijst echter of er
via meer standaardisering niet een efficiëntie- en effectiviteitsslag kan worden gemaakt.
Het referentiekader vormt het geheel van werkwijzen en afspraken waarnaar schoolbesturen en samenwerkingsverbanden zich richten bij de vormgeving van de Zorgplicht passend onderwijs. Door KPC Groep is een snel scanbare samenvatting gemaakt van het concept-referentiekader.
More Related Content
Similar to Website sbo presentatie resonantieraad nr 1- 14 sept 2017
Geert Driessen (2012)TVO Voor- en Vroegschoolse Educatie.pdfDriessen Research
In Nederland wordt al geruime tijd beleid gevoerd op het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden die het gevolg zijn van sociale, economische en culturele factoren in de thuissituatie van kinderen. Momenteel vormt de Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) een speerpunt van dit beleid. In kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en kleutergroepen van de basisschool krijgen kinderen met (dreigende) achterstanden stimuleringsprogramma’s aangeboden, met name op het gebied van taal. Ten gevolge van de in 1998 in gang gezette decentralisatie hebben gemeenten en schoolbesturen veel autonomie en vrijheid gekregen bij de vormgeving van VVE. Dit heeft geleid tot een enorme variatie bij de uitvoering. Het heeft er erg veel van weg dat men binnen elke gemeente aan de slag is gegaan met het opnieuw uitvinden van het wiel. Dit is allebehalve efficiënt en bovendien kan men zich afvragen of hiermee goede condities worden geschapen voor een effectieve VVE.
De bijlesindustrie. Kunnen we nog zonder? Frederik Smit
Bijles was ooit iets voor rijke ouders die extra aandacht regelden voor hun kinderen, omdat ze toch echt het vwo móesten halen. Tegenwoordig maakt ongeveer één op de drie middelbare scholieren en een op de vier basisschoolleerlingen in groep 8 gebruik van aanvullend onderwijs. Om de corona-achterstanden te bestrijden en het lerarentekort op te vangen, kunnen veel scholen niet meer om com- merciële instellingen heen. Ruim 30 miljoen coronasubsidie is al terechtgekomen bij commercieel onderwijs. De coronapandemie ver- sterkt de reeds ingezette trend om bijles- en huiswerkinstituten in de arm nemen om ook in de school structureel extra taken te verrichten.
Het kabinet heeft in het regeerakkoord “Bruggen slaan” €250 miljoen extra beschikbaar gesteld voor het mbo, gekoppeld aan resultaatgerichte afspraken. EducatiePartners geeft in deze presentatie een (korte) toelichting van de wat deze kwaliteitsafspraken mbo inhouden!
Geert Driessen (2014) TVO Wat heeft het onderwijsachterstandenbeleid opgeleve...Driessen Research
In Nederland wordt al ruim veertig jaar landelijk beleid gevoerd om onderwijsachterstanden van leerlingen die het gevolg zijn van sociale, economische en culturele factoren in hun thuissituatie te voorkomen en bestrijden. In het kader van dit beleid zijn in de loop der jaren uiteenlopende instrumenten ingezet. Jaarlijks is daar zo’n driekwart miljard euro mee gemoeid. In dit review wordt op basis van empirisch onderzoek nagegaan wat al deze instrumenten hebben opgeleverd. Allereerst moet worden geconcludeerd dat er überhaupt verrassend weinig onderzoek is uitgezet naar de effectiviteit van de beleidsinstrumenten. Bovendien blijkt dat er voor de werking van de meeste instrumenten nauwelijks of geen evidentie bestaat.
Guuske Ledoux, Geert Driessen et al. (2015) Het onderwijsachterstandenbeleid ...Driessen Research
Ledoux, G., Roeleveld, J., Veen, A., Karssen, M., Daalen, M. van, Blok, H., Kuiper, E., Dikkers, L., Mulder, L., Fettelaar, D., & Driessen, G. (2015). Het onderwijsachterstandenbeleid onderzocht. Werkt het zoals bedoeld? Nijmegen: ITS.
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen TVO VVE in de voorschoolse...Driessen Research
Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) is gericht op het verbeteren van de onderwijskansen
van kinderen die in de thuissituatie onvoldoende stimulansen ontvangen. Daartoe
krijgen zij in de kinderopvang, peuterspeelzalen en kleutergroepen van basisscholen ontwikkelingsstimulerende
programma’s aangeboden. Door de decentralisatie van het VVEbeleid
naar gemeenten en schoolbesturen en de daarmee samenhangende vrijheden is er
op lokaal niveau een enorme variatie ontstaan in de vormgeving. In deze bijdrage wordt
nagegaan hoe dat in de praktijk uitpakt bij de indicatiestelling van de doelgroepkinderen
en de uitvoering van VVE in de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk. Om hier zicht op
te verkrijgen zijn in 12 gemeenten 11 JGZ-stafmedewerkers en 25 leidsters van kinderdagverblijven
en peuterspeelzalen geïnterviewd; daarnaast zijn 30 VVE-experts geraadpleegd.
De resultaten laten zien dat de betrokkenen in de praktijk op geëngageerde wijze vormgeven
aan voorschoolse educatie en dat er daarbij al veel is bereikt. De vraag rijst echter of er
via meer standaardisering niet een efficiëntie- en effectiviteitsslag kan worden gemaakt.
Het referentiekader vormt het geheel van werkwijzen en afspraken waarnaar schoolbesturen en samenwerkingsverbanden zich richten bij de vormgeving van de Zorgplicht passend onderwijs. Door KPC Groep is een snel scanbare samenvatting gemaakt van het concept-referentiekader.
Similar to Website sbo presentatie resonantieraad nr 1- 14 sept 2017 (20)
2. Strategisch Basisonderzoek
Het programma Strategisch BasisOnderzoek (SBO) betreft vernieuwend
onderzoek dat in geval van wetenschappelijk succes een vooruitzicht biedt
voor latere economische of maatschappelijke toepassingen (onder de
vorm van een nieuwe generatie van producten, processen en/of diensten).
Financiering vanuit Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO)
4. Partners in het onderzoek
SBO team
• Promotoren:
• Prof. dr. Kristof De Witte (KU Leuven)
• Prof. dr. Geert Van Campenhout (KU Leuven)
• Prof. dr. Wouter Schelfhout (Universiteit Antwerpen)
• Project coördinator
• Dr. Koen Declercq (KU Leuven)
• Doctoraatsonderzoekers:
• Boukje Compen (Universiteit Antwerpen)
• Lore Heylen (KU Leuven)
• Joana Elisa Maldonado (KU Leuven)
• Leraren:
• Lieve Lammens (KU Leuven)
• Johan Mestdagh (KU Leuven)
5. Overzicht presentatie
• Financiële geletterdheid
• Financiële geletterdheid in België en OESO landen
• SBO project Financial Literacy @ school
• Doelstellingen
• Ontwikkeling van het lesmateriaal
• Evaluatie van het lesmateriaal
• Planning van het project
6. Financiële geletterdheid
Financiële geletterdheid:
De kennis van financiële begrippen en producten
alsook de vaardigheid om deze kennis aan te wenden
om financiële beslissingen te nemen
Financiële educatie:
Het proces waardoor financiële consumenten hun
inzicht in financiële producten en concepten
verbeteren en, door informatie, begeleiding en/of
objectief advies, vaardigheden en zelfvertrouwen
ontwikkelen om meer bewust te worden van
financiële risico’s en opportuniteiten, beter
geïnformeerde keuzes te maken, beter op de hoogte
te zijn van assistentiemogelijkheden, en om andere
effectieve maatregelen te nemen ter verbetering van
hun financieel welzijn (OECD, 2005).
Vaardigheden
Attitudes
Kennis
7. Financiële geletterdheid
Sluit aan bij de 8 Europese
sleutelcompetenties
8 competenties die elk individu nodig
heeft voor zijn zelfontplooiing en
ontwikkeling, actief burgerschap, sociale
integratie en werk.
financiële educatie
- Sociale en burgerschapscompetentie
- Ontwikkeling van initiatief en
ondernemerszin
8. Belang van financiële geletterdheid
Voor het individu
- Positieve samenhang met vermogensopbouw
- Voorbereiding op pensioen
- Beter schuldbeheer
- Lager schuldniveau, en lagere kost van schuld
- Betere risicospreiding
Voor de maatschappij
- Concurrentie en innovatie is hoger doordat er meer weloverwogen
beslissingen genomen worden
- Meer voorspelbaar financieel gedrag
- Financiële stabiliteit
- Betere pensioenopbouw, minder problematische schuldenlasten
11. Financiële geletterdheid in België en OESO landen
Figuur 3: Financiële geletterdheid: Attitudes (OESO, 2016)
12. Nood aan meer financiële educatie in Vlaanderen
• Internationale vergelijkingen tonen aan dat Vlaamse jongeren vrij goed
scoren op financiële geletterdheid.
• Deze scores verschillen tussen leerlingen
• Een aanzienlijk aandeel van de jongeren haalt het basisniveau van
financiële geletterdheid niet.
• De financiële beslissingsomgeving is complexer geworden.
• Empirisch onderzoek toont het verband aan tussen financiële
geletterdheid en financieel wenselijk gedrag.
13. Nood aan meer financiële educatie in Vlaanderen
• Internationale aanbevelingen om financiële educatie te integreren op
school.
• Financiële educatie is vakoverschrijdende eindterm in het secundair
onderwijs.
• Maar komst van nieuwe basiscompetenties Momenteel nog niet
duidelijk hoe dit te integreren in het curriculum.
• Eerder onderzoek wijst op de noodzaak om leraren verder te
professionaliseren om financiële vorming aan te brengen.
15. SBO project: Financial Literacy @ school
Doelstellingen:
• Verhogen van de financiële geletterdheid van leerlingen in het
middelbaar onderwijs.
• Ontwikkelen van lesmateriaal voor financiële educatie.
• Differentiëren van het lesmateriaal om rekening te houden met
verschillende achtergrond van leerlingen.
• Evalueren van lesmateriaal en lesmethodes.
• Betrekken van de ouders bij de financiële vorming.
• Verhogen van de financiële geletterdheid bij leraren.
Integreren van financiële educatie in het middelbaar onderwijs.
17. SBO project: Financial Literacy @ school
Ontwikkeling van het lesmateriaal
• Lesmateriaal voor het tweede jaar van de eerste graad in het
middelbaar onderwijs.
• Lesvoorbereidingen en richtlijnen om leraren te ondersteunen.
• Lesmateriaal bevat volgende modules:
• Betaalmiddelen (vanaf schooljaar 2017-2018)
• Geldbeheer
• Sparen
• Lenen
• Beleggen
• Eén module komt overeen met 2-4 lesuren.
• Lesmateriaal wordt ontwikkeld door leraren in samenwerking met
wikifin.be.
• Lesmateriaal beschikbaar via wikifin.be.
18. SBO project: Financial Literacy @ school
Evaluatie van het lesmateriaal
• Om de effectiviteit van het lesmateriaal en lesmethodes te evalueren
maken we gebruik van een experimentele setting.
• Op basis van een test meten we het niveau van financiële geletterdheid
voor aanvang van de lessen.
• Deelnemende scholen krijgen willekeurig diverse lesmethodes
toegewezen.
• Sommige scholen volgen een meer traditionele benadering.
• In andere scholen is er meer aandacht voor differentiatie en/of
betrokkenheid van de ouders.
• Na de lessen volgt een bijkomende test om te toetsen of de financiële
geletterdheid van leerlingen effectief verhoogd is en de lessen een
impact hebben op financieel gedrag.
19. SBO project: Financial Literacy @ school
Evaluatie van het lesmateriaal
• Scholen die behoren tot de controlegroep zullen in het eerste jaar van
het project enkel deelnemen aan beide testen.
• Scholen in de controlegroep krijgen pas vanaf het tweede jaar van het
project toegang tot het lesmateriaal.
• Evaluatie van het lesmateriaal laat toe om het lesmateriaal aan te
passen naar volgende schooljaren.