2. Pim rent over het paadje en blijft voor Carmen staan. ‘Carmen wat doe je hier? Ik heb uren naar je gezocht.’ zegt Pim bezorgd. Carmen schudt haar hoofd, maar kijkt niet op. ‘Hoe lang zit je hier al.’ ‘Ga weg!’ zegt Carmen zonder op te kijken.
3. ‘Nee Carmen, ik ga niet weg.’ Zegt Pim en hij bukt bij haar neer. ‘We moeten praten dus kom even staan.’ Carmen schudt weer haar hoofd. ‘Nee, je wilt me toch nooit meer zien.’ ‘Natuurlijk wel, anders had ik toch niet de hele middag naar je gezocht.’ zegt Pim en hij trekt haar overeind.
4. ‘Waarom ben je hier? Ik heb jaren tegen je gelogen en je hoort me nu te haten.’ Snikt Carmen en dikke tranen lopen over haar gezicht. ‘Nee Carmen, ik haat je niet. Ik hou van je en dat zal ik altijd blijven doen.’ Zegt Pim en hij slaat zijn arm om haar heen.
5. ‘Je bent nog steeds dat eigenwijze meisje dat een paar jaar terug in mijn armen viel. Ik weet nog goed hoe je me met je prachtige groene ogen aankeek.’ Zegt Pim en hij strijkt liefdevol een lok voor haar ogen vandaan. ‘Ik zal nooit vergeten hou ik je vast hield. Vanaf dat moment wist ik dat ik altijd bij je wilde blijven.’
6. ‘En dit verandert daar echt niets aan. Je blijft nog steeds dat zelfde meisje waarmee ik daar in het gras lag. Ik wil alleen weten waarom je het nooit eerder vertelt hebt.’ zegt hij. ‘Ik kon het niet.’ Snikt Carmen en slaat haar handen voor haar gezicht.
7. ‘Je keek zo liefdevol. Je gaf me het gevoel dat er iemand was die om me gaf.’ zegt ze door haar tranen heen. ‘Ik durfde het niet te zeggen omdat ik bang was om je kwijt te raken.’ ‘Ik zal je nooit alleen laten, nooit. Met jou wil ik oud worden, dat weet ik zeker.’
8. ‘Maar je levenswens?’ mompelt Carmen. ‘Er zijn andere dingen in het leven die veel belangrijker zijn.’ Zegt Pim. ‘Ik wil mijn leven met je delen. Met jou kan ik alles aan.’ Gaat hij verder en hij balt zijn vuisten. Jij maakt me gelukkig.’
9. Hij wacht even. ‘Jij en ons kindje.’ ‘Maar Pim…’ ‘Ik weet dat je zei dat het niet kan, maar zo’n arts zegt dat niet zomaar. We kunnen toch een test doen. Wil jij dan niet weten of het waar is?’ Hij doet een stapje naar achter en kijkt haar vragend aan.
10. ‘Ik heb me er jaren geleden al bij neergelegd dat ik nooit moeder zal worden.’ Mompelt Carmen. ‘We kunnen het toch proberen.’ Stelt hij voor. ‘ Kom, droog je tranen. We kunnen hier niet de hele nacht blijven staan, straks vat je nog kou.’ Voegt hij er bezorgd aan toe.
11. Carmen lacht even en veegt haar tranen weg. ‘Dankjewel.’ Mompelt ze. ‘Graag gedaan.’ Zegt Pim en hij pakt haar gezicht in zijn handen. ‘Zonder tranen ben je nog mooier.’ Zegt hij liefdevol en ondanks alles begint Carmen toch te lachen.
12. ‘Gelukkig is je lach nog niet verdwenen.’ Zegt hij en hij drukt voorzichtig een kus op haar lippen. ‘Bedankt voor alles. Het spijt me dat ik het zo lang heb verzwegen. Ik kon het gewoon niet zeggen.’ ‘Dat begrijp ik toch.’ Zegt Pim en een lach verschijnt op beide gezichten.
13. ‘Ik zal morgen een test komen.’ zegt Carmen en kijkt hem blij aan. ‘Dat hoeft niet meer.’ Zegt Pim. ‘Ik ben bij Tessa geweest en ze hebben even gepraat. Ze heeft een test voor me gekocht. Dus als je wil kan je hem nu al doen.’ zegt hij verlegen.
14. Even later staan ze samen in de badkamer.‘Weet je het zeker?’ vraagt Pim nog eens en streelt haar wang. ‘We zullen het toch ooit moeten weten.’ zegt Carmen overtuigend mogelijk, al is ze er zelf nog niet zo zeker over. Pim geeft haar het doosje en Carmen haalt het staafje eruit.
15. Pim leest de gebruiksaanwijzing voor en samen wachten ze in spanning. ‘Wat als hij negatief is?’ vraagt Carmen onzeker. ‘Dat verandert helemaal niets tussen ons.’ Zegt Pim bemoedigend en Carmen werpt een snelle blik op het staafje. Zodra ze de uitslag ziet begint ze te duizelen. Ze grijpt naar hoofd. ‘Dat kan niet.’ Mompelt ze.
16. Dan wordt alles zwart voor haar ogen. Pim schiet naar voren en vangt haar op. Toch kan hij niet voorkomen dat haar hoofd de rand van de wastafel raakt. Hij houdt haar stevig vast en draagt haar naar de slaapkamer.
17. Voorzichtig legt hij haar in het bed en trekt de deken over haar heen. Liefdevol stopt hij haar onder. Hij haalt zijn hand door haar haren en bezorgd naar haar gesloten ogen.
18. Hij loopt zachtjes terug naar de woonkamer en pakt de telefoon. Snel toetst hij het nummer van Tessa in en vertelt over het gesprek. ‘Goed dat jullie gepraat hebben. Wat was de uitslag van de test?’
19. Pim is even stil. ‘Ik heb nog niet gekeken. Ik bel je morgen weer.’ Zegt hij en hij hangt abrupt op. Met de telefoon nog in zijn hand loopt hij naar de badkamer waar het staafje nog op de grond ligt. Minutenlang kijkt hij verbaasd naar de uitslag en dan loopt hij naar de slaapkamer om naast Carmen op het bed te gaan liggen.
20. Hij denkt alles van de dag nog eens over. Het geheim, de zwangerschap, Carmen die weggelopen was en nu de test. Vermoeid van de hele dag, valt hij naast Carmen in slaap.