3. Requiem aeternam dona eis,
Domine, et lux perpetua luceat eis.
Te decet hymnus, Deus, in Sion,
et tibi reddetur votum in Jerusalem;
exaudi orationem meam,
ad te omnis caro veniet.
Requiem aeternam dona eis,
Domine, et lux
perpetua luceat eis.
9. Zo vriendelijk en veilig als het licht,
zoals een mantel
om mij heen geslagen,
zo is mijn God,
ik zoek Zijn aangezicht.
Ik roep Zijn naam,
bestorm Hem met mijn vragen.
Dat Hij mij maakt,
dat Hij mijn wezen richt.
Wil mij behoeden
en op handen dragen.
10. Spreek Gij het woord
dat mij vertroosting geeft,
dat mij bevrijdt
en opneemt in Uw vrede.
Ontsteek die vreugde
die geen einde heeft,
wil al Uw liefde aan Uw zoon
besteden.
Wees Gij vandaag mijn brood,
zowaar Gij leeft.
Gij zijt toch zelf de ziel
van mijn gebeden.
15. Laten we opstaan
voor het grote dankgebed…
De Heer zal bij u zijn.
De Heer zal u bewaren.
Verheft uw hart.
We zijn met ons hart bij de Heer.
Brengen wij dank aan de Heer, onze God
Hij is onze dankbaarheid waardig.
16.
17. Sanctus, sanctus, sanctus
Dominus Deus Sabaoth.
Pleni sunt coeli et terra gloria tua.
Hosannah in excelsis!
Benedictus qui venit in nomine
Domini. Hosannah in excelsis.
21. Door Hem en met Hem en in Hem
zal uw Naam geprezen zijn,
Heer, onze God, almachtige
Vader,
in de eenheid van de heilige
Geest, hier en nu en tot in
eeuwigheid.
Amen.