De hersteladvies software van de Nationale Hypotheekbond, biedt u een houvast in de eisen die de AFM stelt aan het kosteloos hersteladvies beleggingsverzekeringen.
U speelt als adviseur een cruciale rol: u bent immers, naast de klant zelf, de enige die op de hoogte is van de totale financiële situatie van de klant. De minister van Financiën heeft eerder toegelicht dat hij van mening is dat de adviseur die destijds betrokken is geweest bij de advisering van een beleggingsverzekering aan de klant, nu ook (kosteloos) de klant moet adviseren over aanpassingen van datzelfde product.
Geachte voorzitter,
Tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen op 24 september heeft het lid Schouten (ChristenUnie) mij verzocht met de banken in gesprek te gaan om te kijken naar de mogelijkheden van boetevrije herfinanciering in situaties die knellen. Met deze brief licht ik, mede namens de minister voor Wonen en Rijksdienst, toe op welke wijze de banken deze vergoedingsrente momenteel hanteren en breng ik u op de hoogte van de uitkomsten van de toegezegde gesprekken met de banken.
Vergoedingsrente
Banken hanteren een vergoedingsrente aan klanten die vóór het aflopen van de rentevastperiode hun hypotheek willen oversluiten. De term boeterente is dan ook een enigszins misleidende term. Het gaat immers om een vergoeding voor de banken als gevolg van de misgelopen rente omdat het contract tussentijds wordt opengebroken. Deze vergoedingsrente wordt gehanteerd omdat de bank bij het afsluiten van de hypotheek ook voor een langere periode financiering op de kapitaalmarkt heeft aangetrokken. Dit betekent in principe dan ook dat een bank niet noodzakelijkerwijs profiteert als de marktrente daalt tijdens de looptijd van de hypotheek. De bank is immers reeds bij afsluiten van de hypotheek een langdurige verplichting aangegaan. Indien een klant zonder vergoedingsrente zijn hypotheek zou oversluiten, heeft de bank nog steeds dezelfde verplichtingen en zijn de kosten van de wijziging in de rente in de hypotheekvoorwaarden voor de bank.
Indien banken geen vergoedingsrente zouden mogen hanteren hebben banken aangegeven dat zij geen rentevastperiodes meer kunnen aanbieden. Klanten zullen immers de hypotheek willen herfinancieren als de marktrente daalt en vasthouden aan de afgesproken rente als de marktrente stijgt. Een rentevastperiode is in dat geval altijd ongunstig voor de bank.
Het kan overigens lonend zijn om over te sluiten, ook als deze vergoedingsrente wordt meegerekend. Daarbij speelt mee dat de vergoedingsrente net als de gewone rente voor de klant fiscaal aftrekbaar is. Dit geldt eveneens voor bepaalde
kosten die gemaakt worden bij het oversluiten.
Ook indien consumenten slechts in bepaalde gevallen over zouden kunnen sluiten zonder vergoedingsrente te betalen, bestaat het risico dat banken geen of minder snel of tegen hogere risico-opslagen rentevastperiodes zullen hanteren. Immers als klanten hierop een beroep kunnen doen, gaat dat gepaard met kosten voor de bank en daarnaast bestaat er een moreel gevaar dat de klant zijn betaalgedrag aanpast om van deze mogelijkheid gebruik te maken.
Het belang van rentevastperiodes voor de Nederlandse hypotheekmarkt is groot. Rentevastperiodes dragen bij aan de stabiliteit op de hypotheekmarkt omdat het huishoudens minder kwetsbaar maakt voor plotselinge renteschommelingen en ook hypotheekverstrekkers zekerheid geeft voor een langere periode.
De hersteladvies software van de Nationale Hypotheekbond, biedt u een houvast in de eisen die de AFM stelt aan het kosteloos hersteladvies beleggingsverzekeringen.
U speelt als adviseur een cruciale rol: u bent immers, naast de klant zelf, de enige die op de hoogte is van de totale financiële situatie van de klant. De minister van Financiën heeft eerder toegelicht dat hij van mening is dat de adviseur die destijds betrokken is geweest bij de advisering van een beleggingsverzekering aan de klant, nu ook (kosteloos) de klant moet adviseren over aanpassingen van datzelfde product.
Geachte voorzitter,
Tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen op 24 september heeft het lid Schouten (ChristenUnie) mij verzocht met de banken in gesprek te gaan om te kijken naar de mogelijkheden van boetevrije herfinanciering in situaties die knellen. Met deze brief licht ik, mede namens de minister voor Wonen en Rijksdienst, toe op welke wijze de banken deze vergoedingsrente momenteel hanteren en breng ik u op de hoogte van de uitkomsten van de toegezegde gesprekken met de banken.
Vergoedingsrente
Banken hanteren een vergoedingsrente aan klanten die vóór het aflopen van de rentevastperiode hun hypotheek willen oversluiten. De term boeterente is dan ook een enigszins misleidende term. Het gaat immers om een vergoeding voor de banken als gevolg van de misgelopen rente omdat het contract tussentijds wordt opengebroken. Deze vergoedingsrente wordt gehanteerd omdat de bank bij het afsluiten van de hypotheek ook voor een langere periode financiering op de kapitaalmarkt heeft aangetrokken. Dit betekent in principe dan ook dat een bank niet noodzakelijkerwijs profiteert als de marktrente daalt tijdens de looptijd van de hypotheek. De bank is immers reeds bij afsluiten van de hypotheek een langdurige verplichting aangegaan. Indien een klant zonder vergoedingsrente zijn hypotheek zou oversluiten, heeft de bank nog steeds dezelfde verplichtingen en zijn de kosten van de wijziging in de rente in de hypotheekvoorwaarden voor de bank.
Indien banken geen vergoedingsrente zouden mogen hanteren hebben banken aangegeven dat zij geen rentevastperiodes meer kunnen aanbieden. Klanten zullen immers de hypotheek willen herfinancieren als de marktrente daalt en vasthouden aan de afgesproken rente als de marktrente stijgt. Een rentevastperiode is in dat geval altijd ongunstig voor de bank.
Het kan overigens lonend zijn om over te sluiten, ook als deze vergoedingsrente wordt meegerekend. Daarbij speelt mee dat de vergoedingsrente net als de gewone rente voor de klant fiscaal aftrekbaar is. Dit geldt eveneens voor bepaalde
kosten die gemaakt worden bij het oversluiten.
Ook indien consumenten slechts in bepaalde gevallen over zouden kunnen sluiten zonder vergoedingsrente te betalen, bestaat het risico dat banken geen of minder snel of tegen hogere risico-opslagen rentevastperiodes zullen hanteren. Immers als klanten hierop een beroep kunnen doen, gaat dat gepaard met kosten voor de bank en daarnaast bestaat er een moreel gevaar dat de klant zijn betaalgedrag aanpast om van deze mogelijkheid gebruik te maken.
Het belang van rentevastperiodes voor de Nederlandse hypotheekmarkt is groot. Rentevastperiodes dragen bij aan de stabiliteit op de hypotheekmarkt omdat het huishoudens minder kwetsbaar maakt voor plotselinge renteschommelingen en ook hypotheekverstrekkers zekerheid geeft voor een langere periode.
Este documento proporciona información sobre el compuesto químico TWEEN 80, incluyendo su fórmula química, peso molecular, propiedades físicas y químicas, riesgos para la salud y seguridad, equipos de protección personal recomendados, y medidas para su almacenamiento. TWEEN 80 es un líquido amarillo de olor característico que es soluble en agua y poco tóxico pero puede causar irritación de piel y ojos. Se recomienda usar guantes, lentes y ropa de protección al manip
This document provides guidance on using Facebook and mobile platforms to drive traffic and generate leads for a business. It discusses establishing goals for a social media strategy, such as getting found, creating engaging content, building word-of-mouth, creating a loyal community, and generating leads. Specific tactics covered include maximizing the Facebook social graph through search, claiming a business location on Facebook, and encouraging customer check-ins to improve search rankings. The document also addresses generating leads through Facebook and mobile and measuring social media success.
Transforming acute care in chronic obstructive pulmonary disease (COPD): Test...NHS Improvement
The document discusses projects in the UK that aimed to improve care for patients experiencing acute exacerbation of chronic obstructive pulmonary disease (COPD). It provides an overview of the challenges currently faced in COPD care, the improvement approaches taken by various NHS sites, and the emerging principles of success identified. Some of the key findings include:
1) Defining the patient pathway and understanding current performance and variations is important for prioritizing changes.
2) Implementing coordinated case management and ensuring access to specialist respiratory care can reduce length of stay and admissions.
3) Developing integrated acute care pathways with clear referral mechanisms improves quality and transforms the patient experience.
OpenOffice Impress es un programa de presentaciones similar a PowerPoint que forma parte de la suite de oficina de OpenOffice.org. Permite crear presentaciones y archivos PDF e incluye plantillas disponibles en Internet. Los usuarios también pueden instalar la Open Clip Art Library para agregar imágenes a las presentaciones.
Este documento presenta el proyecto de Ley Orgánica de Educación Intercultural aprobado por la Asamblea Nacional y objetado parcialmente por el Presidente de la República. Se incluyen certificaciones sobre la recepción y tratamiento del proyecto de ley en la Asamblea Nacional y Presidencia, así como el texto completo del proyecto de ley con las objeciones presidenciales incorporadas dado que la Asamblea no trató la totalidad del veto en el plazo establecido.
The document provides an overview of the objects in our solar system, including the sun, eight planets, asteroids, comets, and meteoroids. It describes the key characteristics of each, such as the inner terrestrial planets being made of rock and metal versus the outer gas giants consisting mostly of hydrogen and helium. Images and facts are presented about traits like Venus' dense carbon dioxide atmosphere, Jupiter's Great Red Spot, and Neptune's blue color from methane gas.
Ear to the Geek Ground: tech trends for communicators 2012Sheila Scarborough
An annual spring webinar with the AWC (Association for Women in Communications) to provide a snapshot of current tech trends for communicators, especially those highlighted during SXSWi (South by Southwest Interactive) every March in Austin, Texas.
AWC website: http://www.womcom.org/
UI/UX Technology Trends on the Next Generation WebJonathan Jeon
본 고에서는 빠르게 변화되는 서비스 환경을 중심으로 보다 나은 웹 사용성을 제공하기 위해 개발 중에 있는 차세대 웹에서의 UI(User eXperience)/UX(User Interface) 관련 이슈 및 기술 표준 동향에 대해 살피고, 향후 웹 사용자 편의와 사용자 경험 개선 극대화를 위해 나아갈 방향들에 대해 고찰해보고자 하였다.
As eleições presidenciais brasileiras de 2010 mostram que, apesar de três candidatos com chances, apenas dois chegarão ao segundo turno. Dilma Rousseff e José Serra disputarão a presidência, enquanto Marina Silva terá um papel importante como fiel da balança, podendo decidir o próximo presidente com seus votos e apoio a um dos candidatos no segundo turno.
This document is an introduction to a handbook about business model innovation. It is intended for entrepreneurs, intrapreneurs, executives, investors, consultants, and designers who are striving to create new business models. The introduction profiles seven types of people involved in business model innovation, including an entrepreneur creating new concepts, an investor analyzing business models, and a social entrepreneur developing innovative models for social impact.
Este documento presenta un resumen de 3 oraciones del proyecto de grado "Sistema de discriminación de metales" realizado por Hernán Darío Guzmán y Camilo Carlos Roa en la Pontificia Universidad Javeriana. El proyecto describe el desarrollo de un detector de metales y un sistema de software para discriminar diferentes tipos de metales mediante el análisis de las señales electromagnéticas capturadas por el detector. El detector fue construido y caracterizado, luego se desarrolló hardware y software de control para la adquisición y procesamiento de datos
The document is a slide presentation about writing coherent documents, effective sentences, creating graphics, and recommendation reports. It contains information on making documents coherent through logical organization, effective paragraph and sentence structure, using graphics to clearly convey information, and how to write recommendation reports. The slides provide guidelines and best practices for writing in each of these areas.
Presentatie 30 mei 2013 voor Adfiz regio Limburg en Midden & Oost Brabant over portefeuillerecht, ketenintegratie en waardeontwikkeling assurantieportefeuilles.
Artikel in AM over ketenbeheersing.
De AFM heeft begin 2012 haar visie op ketenbeheersing gepubliceerd. Aanbieders die samenwerken met het intermediair worden geacht op basis van het KNVB-principe te toetsen in welke mate het intermediair bijdraagt aan hun propositie.
Este documento proporciona información sobre el compuesto químico TWEEN 80, incluyendo su fórmula química, peso molecular, propiedades físicas y químicas, riesgos para la salud y seguridad, equipos de protección personal recomendados, y medidas para su almacenamiento. TWEEN 80 es un líquido amarillo de olor característico que es soluble en agua y poco tóxico pero puede causar irritación de piel y ojos. Se recomienda usar guantes, lentes y ropa de protección al manip
This document provides guidance on using Facebook and mobile platforms to drive traffic and generate leads for a business. It discusses establishing goals for a social media strategy, such as getting found, creating engaging content, building word-of-mouth, creating a loyal community, and generating leads. Specific tactics covered include maximizing the Facebook social graph through search, claiming a business location on Facebook, and encouraging customer check-ins to improve search rankings. The document also addresses generating leads through Facebook and mobile and measuring social media success.
Transforming acute care in chronic obstructive pulmonary disease (COPD): Test...NHS Improvement
The document discusses projects in the UK that aimed to improve care for patients experiencing acute exacerbation of chronic obstructive pulmonary disease (COPD). It provides an overview of the challenges currently faced in COPD care, the improvement approaches taken by various NHS sites, and the emerging principles of success identified. Some of the key findings include:
1) Defining the patient pathway and understanding current performance and variations is important for prioritizing changes.
2) Implementing coordinated case management and ensuring access to specialist respiratory care can reduce length of stay and admissions.
3) Developing integrated acute care pathways with clear referral mechanisms improves quality and transforms the patient experience.
OpenOffice Impress es un programa de presentaciones similar a PowerPoint que forma parte de la suite de oficina de OpenOffice.org. Permite crear presentaciones y archivos PDF e incluye plantillas disponibles en Internet. Los usuarios también pueden instalar la Open Clip Art Library para agregar imágenes a las presentaciones.
Este documento presenta el proyecto de Ley Orgánica de Educación Intercultural aprobado por la Asamblea Nacional y objetado parcialmente por el Presidente de la República. Se incluyen certificaciones sobre la recepción y tratamiento del proyecto de ley en la Asamblea Nacional y Presidencia, así como el texto completo del proyecto de ley con las objeciones presidenciales incorporadas dado que la Asamblea no trató la totalidad del veto en el plazo establecido.
The document provides an overview of the objects in our solar system, including the sun, eight planets, asteroids, comets, and meteoroids. It describes the key characteristics of each, such as the inner terrestrial planets being made of rock and metal versus the outer gas giants consisting mostly of hydrogen and helium. Images and facts are presented about traits like Venus' dense carbon dioxide atmosphere, Jupiter's Great Red Spot, and Neptune's blue color from methane gas.
Ear to the Geek Ground: tech trends for communicators 2012Sheila Scarborough
An annual spring webinar with the AWC (Association for Women in Communications) to provide a snapshot of current tech trends for communicators, especially those highlighted during SXSWi (South by Southwest Interactive) every March in Austin, Texas.
AWC website: http://www.womcom.org/
UI/UX Technology Trends on the Next Generation WebJonathan Jeon
본 고에서는 빠르게 변화되는 서비스 환경을 중심으로 보다 나은 웹 사용성을 제공하기 위해 개발 중에 있는 차세대 웹에서의 UI(User eXperience)/UX(User Interface) 관련 이슈 및 기술 표준 동향에 대해 살피고, 향후 웹 사용자 편의와 사용자 경험 개선 극대화를 위해 나아갈 방향들에 대해 고찰해보고자 하였다.
As eleições presidenciais brasileiras de 2010 mostram que, apesar de três candidatos com chances, apenas dois chegarão ao segundo turno. Dilma Rousseff e José Serra disputarão a presidência, enquanto Marina Silva terá um papel importante como fiel da balança, podendo decidir o próximo presidente com seus votos e apoio a um dos candidatos no segundo turno.
This document is an introduction to a handbook about business model innovation. It is intended for entrepreneurs, intrapreneurs, executives, investors, consultants, and designers who are striving to create new business models. The introduction profiles seven types of people involved in business model innovation, including an entrepreneur creating new concepts, an investor analyzing business models, and a social entrepreneur developing innovative models for social impact.
Este documento presenta un resumen de 3 oraciones del proyecto de grado "Sistema de discriminación de metales" realizado por Hernán Darío Guzmán y Camilo Carlos Roa en la Pontificia Universidad Javeriana. El proyecto describe el desarrollo de un detector de metales y un sistema de software para discriminar diferentes tipos de metales mediante el análisis de las señales electromagnéticas capturadas por el detector. El detector fue construido y caracterizado, luego se desarrolló hardware y software de control para la adquisición y procesamiento de datos
The document is a slide presentation about writing coherent documents, effective sentences, creating graphics, and recommendation reports. It contains information on making documents coherent through logical organization, effective paragraph and sentence structure, using graphics to clearly convey information, and how to write recommendation reports. The slides provide guidelines and best practices for writing in each of these areas.
Presentatie 30 mei 2013 voor Adfiz regio Limburg en Midden & Oost Brabant over portefeuillerecht, ketenintegratie en waardeontwikkeling assurantieportefeuilles.
Artikel in AM over ketenbeheersing.
De AFM heeft begin 2012 haar visie op ketenbeheersing gepubliceerd. Aanbieders die samenwerken met het intermediair worden geacht op basis van het KNVB-principe te toetsen in welke mate het intermediair bijdraagt aan hun propositie.
De dagelijkse praktijk van zzp'ers wordt vanaf 1 mei 2016 flink anders. De VAR verdwijnt. Het vertrouwde papiertje waarmee je kon aantonen dat je ondernemer bent bestaat straks alleen nog maar in ons collectieve geheugen. Daarvoor in de plaats komen de modelovereenkomsten van de wet DBA.
Per 1 mei 2016 gaat de wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) in. Daarmee komt er een eind aan de VAR voor zzp'ers. Voortaan kunnen zzp'ers en hun opdrachtgevers een modelovereenkomst sluiten bij het aangaan van een opdracht.
In de wettekst wordt een onderscheid gemaakt tussen adviseren en andere vormen van financiële dienstverlening. Behoudens bij advies, rust op de financiële dienstverlener niet de verantwoordelijkheid om het belang van de consument te behartigen, maar de verantwoordelijkheid het belang van de consument op zorgvuldige wijze in acht te nemen. Bij advies geldt een zwaardere verantwoordelijkheid die gerechtvaardigd wordt door de specifieke rol die de adviseur geacht wordt te vervullen. Diens advies dient juist het belang van de klant te behartigen.
De aanbieder geeft de adviseur de noodzakelijke informatie voor de nazorg.
Een goede nazorg door de adviseur is niet mogelijk als hij geen medewerking krijgt van de aanbieder van de producten die hij heeft geadviseerd. Veel adviseurs, zeker de adviseurs die niet bij de aanbieder zelf werken, hebben geen inzicht in de beleggingen van hun klanten en ontvangen ook niet de periodieke informatie over de stand van zaken, die de klant wel krijgt. De adviseur kan hierdoor niet onmiddellijk ingrijpen als dit noodzakelijk of gewenst is om de haalbaarheid van de doelstelling van de klant voldoende groot te houden.
De AFM vindt het wenselijk dat aanbieders adviseurs van hun producten hetzelfde inzicht geven in de stand van zaken van de vermogensopbouw als de klant krijgt in de situaties waarin nazorg noodzakelijk of wenselijk is. Daar waar adviseurs direct toegang hebben tot informatie over de vermogensopbouw van
hun klanten, is het wenselijk dat adviseurs deze informatie proactief benaderen om op tijd in te grijpen als dat noodzakelijk is.
Natuurlijk kan de klant ook op basis van de informatie die hij wel ontvangt wel contact opnemen met zijn adviseur. De informatie die de klant ontvangt is echter niet altijd zo volledig dat de klant ook inzicht krijgt in wat de stand van zaken van de vermogensopbouw betekent voor de haalbaarheid van zijn doelstelling.
Dit sluit aan bij de wettelijke verplichting van levensverzekeraars om de klant jaarlijks te informeren over de waardeontwikkeling conform o.a. de Modellen De Ruiter .
1. Nieuwe
regelgeving 2013
Wat betekent dat voor mij?
Toelichting consultatie & veelgestelde vragen en antwoorden
Versie 1.1
Gemaakt naar de inzichten van 28 augustus 2012
2. INLEIDING
Medio mei heeft het ministerie van Financiën de wijzigingsvoorstellen Bgfo van de minister ter consultatie aan
de markt voorgelegd. Adfiz heeft hierop gereageerd en heeft in vijf delen de meest voorkomende vragen en
antwoorden behandeld en gepubliceerd via Adfiz-info en het extranet. Deze publicaties zijn gebundeld in deze
uitgave, zodat u alles overzichtelijk bij elkaar heeft. Tenzij anders aangegeven is de tekst in deze publicatie
gebaseerd op de consultatietekst van 11 mei.
De huidige stand van zaken rond de consultatie en de verdere uitwerking door de minister vindt u op het Adfiz-
extranet: www.adfiz.nl/extranet/tags/regelgeving/
Versie 1.1, d.d. augustus 2012
De definitieve teksten van het Bgfo zijn nog niet bekend. De precieze uitkomst van de consultatie staat
daarmee ook nog niet vast. Wel heeft de minister van Financiën in diverse brieven aan de Tweede Kamer
bekend gemaakt wat hij met bepaalde reacties uit de consultaties gaat doen. In versie 1.1 is dit verwerkt, m.n.
waar het gaat over gespreide betaling, vakbekwaamheid en de eed/belofte. Daarnaast is informatie
toegevoegd over abonnementen en het verplichte DVD.
INHOUDSOPGAVE
Pag.
Toelichting consultatie - Provisieverbod 3
Veelgestelde vragen – Provisieverbod 5
Toelichting consultatie - Vakbekwaamheid 8
Veelgestelde vragen – Vakbekwaamheid 10
Toelichting consultatie - Eed of belofte 13
Veelgestelde vragen - Eed of belofte 14
Toelichting consultatie - Productontwikkelingsproces 16
Veelgestelde vragen – Productontwikkelingsproces 17
Toelichting consultatie - Transparantie hypothecair krediet 19
Veelgestelde vragen - Transparantie hypothecair krediet 20
Toelichting consultatie Bgfo3 & veelgestelde vragen en antwoorden, versie 1.1 - Pagina 2 van 20
3. TOELICHTING CONSULTATIE - PROVISIEVERBOD
Met de vormgeving van het provisieverbod en het gelijk speelveld is er veel bereikt om als onafhankelijk
adviseur vanuit een sterke concurrentiepositie te kunnen opereren. Het wordt voor de consument
overduidelijk dat advies en bemiddeling nooit gratis zijn, ook niet bij de bank of verzekeraar. Alle marktspelers
moeten transparant zijn over de kosten en inhoud van hun dienstverlening. Adfiz heeft in de consultatie de
nodige kleine en grotere verbeterpunten aangekaart. Hieronder vindt u een samenvatting van wat al goed
geregeld is, wat beter kan, en waar nog eventuele punten van zorg bestaan.
Goed geregeld Kan/moet beter
Advies- en distributiekosten aanbieders apart in Definitie advies- en distributiekosten
rekening brengen
Aanbieders mogen advies- en distributiekosten niet In de regels ontbreekt nog een goede definitie van
in de productprijs verwerken, maar moeten deze advies- en distributiekosten. Een goede definitie
apart in rekening brengen bij de klant. Deze kosten moet voorkomen dat alsnog delen van de advies- en
moeten eerder ook nominaal transparant gemaakt distributiekosten van aanbieders in de productprijs
worden in DVD en de offerte. De consument wordt terechtkomen. Met name bij de marketingkosten, de
zo in de positie gebracht een oordeel te vormen over kosten voor doorlopende dienstverlening en de
prijs en kwaliteit van verschillende soorten managementkosten bestaan nog risico’s.
dienstverlening (onafhankelijk advies en
verkoopadvies) en aanbieders moeten een zuivere
nettoprijs voor hun producten bepalen.
Controle van kostprijsmodel door extern accountant
Advies- en distributiekosten moeten op basis van
wettelijk kostprijsmodel bepaald worden. Een
externe accountant moet berekeningswijze
goedkeuren.
Transparantie over dienstverlening Onafhankelijkheid
Aanbieders moeten net als intermediair transparant Een aanvulling op transparantie over dienstverlening
zijn over hun dienstverlening en identiteit in het in het DVD maakt voor klanten echt duidelijk met
verplichte DVD. Banken en verzekeraars moeten welke soort adviseur hij zaken doet. Het gebruik van
daarin ook vermelden dat zij vooral (of exclusief) de term onafhankelijk dient daartoe door de wet
over eigen producten adviseren. bepaald exclusief beperkt te zijn tot
adviseurs/bemiddelaars die geen enkele financiële
verbinding hebben met een aanbieder.
Execution only ingeperkt Verbod op execution-only bij ongeschiktheid
De mogelijkheden voor execution only worden Het uitgangspunt van de Wft is
ingeperkt. Consumenten moeten een consumentenbescherming. Vanuit die optiek is het
geschiktheidtoets doen, en wanneer zij niet geschikt niet uit te leggen dat een consument niet tegen
zijn voor execution only worden zij nadrukkelijk zichzelf in bescherming wordt genomen wanneer hij
gewezen op de risico’s. bewezen niet geschikt is voor execution-only. Een
verbod op het doen van zaken op basis van
executuion-only met klant die over onvoldoende
kennis en ervaring blijken te beschikken is gewenst.
Volledig eerbiedigende werking Wettelijke formulering eerbiedigende werking
In de Tweede Kamer heeft de minister toegezegd Het provisieverbod wordt expliciet beperkt tot
volledige eerbiedigende werking te zullen realiseren. overeenkomsten aangegaan na 1 januari 2013. Een
Contacten met het ministerie bevestigen deze aparte wettelijke bepaling die de eerbiedigende
intentie. werking expliciet regelt is gewenst, waarmee het
aanbieders onmogelijk wordt gemaakt op eigen
initiatief bestaande producten massaal provisievrij
te maken.
Toelichting consultatie Bgfo3 & veelgestelde vragen en antwoorden, versie 1.1 - Pagina 3 van 20
4. Reikwijdte Formulering reikwijdte bij inkomensverzekeringen
De reikwijdte die aan de Tweede Kamer is toegezegd De huidige bepaling welke inkomensverzekeringen
komt volledig overeen met het voorstel van Adfiz. onder het verbod vallen is ruimer dan de minister in
een eerdere brief aan de Tweede Kamer en in het
Betalingsbeschermers Algemeen Overleg heeft gesteld. Het verbod moet
Complexe producten alleen van toepassing zijn op de individuele
Hypothecair krediet arbeidsongeschiktheidsverzekeringen en
Inkomensverzekeringen betalingsbeschermers. Wij begrijpen van het
Overlijdensrisicoverzekeringen ministerie dat dat ook de intentie was en blijft.
Uitvaartverzekeringen
MIFID NR-dienstverlening
Gespreide betaling Ook voor execution only max. 2 jaar
Update augustus 2012: Aanvankelijk was het Update augustus 2012: De maximale termijn van
verstrekken van een consumptief krediet de enige twee jaar is niet van toepassing op distributiekosten
manier om de klant gespreid te laten betalen. De wanneer er geen sprake is van advies. Deze mogen
minister komt nu tegemoet aan de wens goedkopere over een langere periode worden gespreid. Wij
mogelijkheden te creëren. Gespreide betaling van de vinden het onwenselijk dat het execution only-
advies-/bemiddelingsfee is toegestaan onder de kanaal anders behandeld wordt dan het
volgende voorwaarden. onafhankelijke en directe advieskanaal. Adfiz heeft
hierover al contact met het ministerie.
1. Advies- en distributiekosten worden gespreid over
maximaal twee jaar;
2. Er worden geen rente of andere kosten berekend;
3. Het advies is gericht op het totstandbrengen van
een overeenkomst inzake een financieel product
waarvoor het provisieverbod geldt.
Serviceabonnement is geen
rechtsbijstandverzekering
Update augustus 2012: In het wetsvoorstel
Implementatiewet Solvabiliteit II wordt een
belangrijke drempel voor service- abonnementen
weggenomen. Uit het wetsvoorstel blijkt dat De
Nederlandsche Bank (DNB) na overleg met het
ministerie haar interpretatie heeft bijgesteld.
De werkzaamheden van tussenpersonen worden niet
langer gezien als (rechtsbijstand)verzekering, zolang
die zich beperken tot de reguliere werkzaamheden
van tussenpersonen, hulp bij schadeafhandeling
hoort daar ook bij.
Toelichting consultatie Bgfo3 & veelgestelde vragen en antwoorden, versie 1.1 - Pagina 4 van 20
5. VEELGESTELDE VRAGEN OVER PROVISIEVERBOD
1. Welke dienstverlening valt onder het provisieverbod?
Onder provisieverbod vallen de betalingsbeschermers, complexe producten, hypothecair krediet,
inkomensverzekering, overlijdensrisicoverzekering en uitvaartverzekering. De minister kan bij Ministeriële
regeling ook nog andere producten aanwijzen, mocht in de toekomst blijken dat dit nodig is.
De regeling geeft onvoldoende inzicht in welke inkomensverzekeringen nu wel of niet onder het
provisieverbod vallen. Wij hebben vandaag contact gehad met het ministerie hierover. Zoals wij het begrepen
hebben is bedoeld te regelen dat alle inkomensverzekeringen die op naam van de onderneming /werkgever
staan niet onder het provisieverbod vallen. Woensdag hebben wij nader contact over de formulering van de
regeling op dit gebied.
2. Vallen de eenvoudige schadeverzekeringen echt niet onder het provisieverbod?
Letterlijk staat in de regelgeving dat “eenvoudige schadeverzekeringen niet onder de reikwijdte van het
provisieverbod worden gebracht”.
3. Hoe is de transparantie over beloning bij schadeverzekeringen geregeld?
U hoeft alleen op verzoek van de consument te vertellen hoeveel provisie u ontvangt. U moet wel aangeven
dat u wordt betaald via provisie.
4. Kan advies en bemiddeling straks ‘gratis’ worden aangeboden door de aanbieder?
Nee, ook een aanbieder zal zijn advies- en distributiekosten afzonderlijk moeten tonen in zijn DVD, en deze
daarna ook daadwerkelijk bij de consument rechtstreeks in rekening moeten brengen. Daarbij is in de
regelgeving ook gerealiseerd dat de berekening van de advies- en distributiekosten een reële hoogte hebben
waar het de kosten betreft die men maakt bij het afsluiten van een overeenkomst. Bovendien heeft het
ministerie naar ons idee geprobeerd te regelen dat er niet sprake kan zijn van kruissubsidiëring. (zie vraag 7)
5. Kan de consument straks duidelijk het verschil weten tussen het verkoopadvies van de aanbieder en ons
onafhankelijk advies?
Onafhankelijk advies, zo heeft de politiek bepaald, onderscheidt zich van verkoopadvies doordat er geen
enkele financiële verbinding bestaat, tussen een aanbieder en de adviseur. Verkoopadvies is daarmee elk
advies dat gegeven wordt door een financieel dienstverlener die betaald wordt door of mede gefinancierd
wordt door een aanbieder. In het nieuwe DVD moet een aanbieder vermelden of hij uitsluitend adviseert over
eigen producten. Daarnaast moet elke financieel dienstverlener inzicht geven in de eigendomsverhouding
binnen zijn onderneming, wanneer hij niet uitsluitend eigenaar is. De vraag is of de consument hieruit de
conclusie zal trekken dat hij geen onafhankelijk advies, maar verkoopadvies zal krijgen bij een aanbieder of bij
een financieel dienstverlener die (mede) gefinancierd wordt door een aanbieder. (zie verder vraag 8)
6. Kan de consument de advieskosten gespreid betalen?
Update augustus 2012:
Ja, De advies- en distributiekosten kunnen gespreid worden betaald indien (in ieder geval) aan de volgende
voorwaarden wordt voldaan:
Advies- en distributiekosten worden gespreid over maximaal twee jaar;
Er worden geen rente of andere kosten berekend;
Het advies is gericht op het totstandbrengen van een overeenkomst inzake een financieel product
waarvoor het provisieverbod geldt.
7. Kan ik eerlijk concurreren met de aanbieder? M.a.w. Is zuivere nettoprijsvorming goed geregeld?
De aanbieder mag de advies- en distributie niet in de kostprijs van het produkt verwerken. Hij moet de klant
voor het aangaan van een overeenkomst de prijs van het produkt apart offreren. In de regelgeving is bepaald
dat dit de prijs is exclusief de advies- en distributiekosten noodzakelijk voor het tot stand komen van de
overeenkomst.
Toelichting consultatie Bgfo3 & veelgestelde vragen en antwoorden, versie 1.1 - Pagina 5 van 20
6. Daarnaast is uitvoerig beschreven welke kosten de aanbieder moet toerekenen aan het advies- en de
distributie. Daarbij is geregeld dat de aanbieder de deugdelijkheid van zijn kostprijsberekeningsmodel moet
laten toetsen door een externe accountant. Bovendien moet de aanbieder jaarlijks de toepassing van het
kostprijsmodel door een externe accountant laten toetsen. Tot zover kunnen we stellen, dat van de zuivere
nettoprijsvorming in de regelgeving serieus werk wordt gemaakt.
Wij vinden echter dat deze regelgeving nog scherper kan worden geformuleerd. De regelgeving is nog teveel
geschreven vanuit het idee dat de aanbieder uitsluitend transparantie moet bieden over de advies- en
distributiekosten in het DVD. De minister heeft echter op het laatste moment toegezegd dat deze kosten
rechtstreeks in rekening moeten worden gebracht. Dit betekent dat het kostprijsmodel zou moeten toetsen of
de daadwerkelijk in rekening gebrachte kosten, vergelijkbaar juist en controleerbaar zijn.
Verder blijft het onduidelijk hoe de aanbieder mag omgaan met zijn kosten voor advies, die hij maakt na het
sluiten van de overeenkomst. De regelgeving wekt de indruk dat de advies- en distributiekosten na het sluiten
van de overeenkomst wel in de produktprijs mogen worden verwerkt. Wij zijn van mening dat dit niet de
bedoeling kan zijn en zullen dit in onze consultatiereactie opnemen. In het voorstel voor het kostprijsmodel
dat voor het bekendmaken van de regelgeving aan ons is voorgelegd, zijn namelijk alleen de beheerkosten die
de aanbieder voor alle producten in alle kanalen maakt, uitgesloten van de kostprijsberekening van de advies-
en distributiekosten.
In de regelgeving is expliciet opgenomen dat een aanbieder geen andere kosten bij de klant in rekening mag
brengen dan de kosten voor advies en distributie voor het tot stand brengen van een overeenkomst inzake een
betalingsbeschermer, complex product, hypothecair krediet, inkomensverzekering,
overlijdensrisicoverzekering, of uitvaartverzekering. Wij denken dat het ministerie dit zo heeft geformuleerd
om ongewenste kruissubsidiëring te voorkomen. Begrijpen doen we deze bepaling echter niet. We zouden
verwachten dat de regelgeving zou bepalen dat de volledige kosten van het advies- en de distributie in
rekening worden gebracht. Deze bepaling moet worden aangepast.
8. Mag de aanbieder zijn advies straks onafhankelijk noemen?
De term onafhankelijk is in de nieuwe regelgeving helaas niet nader uitgewerkt of beschermd. Adfiz heeft de
AFM gevraagd om deze term exclusief te gebruiken voor adviseurs/bemiddelaars die geen enkele financiële
verbinding hebben met een aanbieder. Mogelijk dat dit bij de nadere uitwerking van het DVD alsnog
gerealiseerd kan worden.
9. Mag de aanbieder straks onbelemmerd alle producten via execution only aanbieden?
De regels voor execution only voor complexe producten worden strenger. Voortaan dient er bij execution only
een kennis- en ervaringstoets te worden uitgevoerd. Indien blijkt dat de klant over onvoldoende kennis of
ervaring beschikt krijgt hij een waarschuwing. De AFM kan nadere regels stellen zowel wat betreft de kennis-
en ervaringstoets als de formulering van de waarschuwing. Wat Adfiz betreft zouden deze regels verder
aangescherpt moeten worden. Bijvoorbeeld door het invoeren van een verbod op het doen van zaken met
klanten die over onvoldoende kennis en ervaring beschikken.
10. Geldt er volledige eerbiedigende werking voor alle reeds gesloten producten?
Het ministerie heeft een volledige eerbiedigende werking voor alle bestaande overeenkomsten geformuleerd
in het algemene deel van de toelichting door te stellen dat het “provisieverbod geldt voor alle
overeenkomsten inzake de bovengenoemde producten die zijn aangegaan op of na 1 januari 2013”. De
uitwerking is naar de mening van Adfiz echter nog niet expliciet genoeg en kan leiden tot verwarring. Hoe
moet namelijk het begrip “overeenkomst” geduid worden? Is de duur van de overeenkomst gelijk aan de
einddatum van de polis of is deze gelijk aan de premievervaldatum? Ook moet duidelijk zijn of wijzigingen op
de overeenkomst worden opgevat als het tot stand komen van een nieuwe overeenkomst.
Toelichting consultatie Bgfo3 & veelgestelde vragen en antwoorden, versie 1.1 - Pagina 6 van 20
7. Hierbij wordt overigens door het ministerie aangegeven dat de eerbiedigende werking “is geregeld in
paragraaf 8.2.3.”. Deze paragraaf handelt over overeenkomsten die zijn aangegaan tussen 1 januari 2009 en 1
januari 2013. Wij denken dat hiermee wordt bedoeld dat de eerbiedigende werking ook geldt voor de
provisieafspraken van overeenkomsten die gemaakt zijn na het invoeren van de provisie-balansregel en de
inducement-regelgeving. Wij zullen hierop in de consultatie reageren.
Update augustus 2012:
11. Waar moet ik aan voldoen als ik een abonnement aanbiedt waarin de klant ook recht heeft op hulp in
geval van schade?
In april 2010 interpreteerde de DNB de dienstverlening van het intermediair in geval van schade als een
onzeker voorval. Als gevolg hiervan zou de financieel adviseur vergunningplichtig zijn als
(rechtsbijstand)verzekeraar wanneer hij deze dienstverlening zou opnemen in zijn serviceabonnement. Dit is
niet langer het geval.
Zolang uw werkzaamheden zich beperken tot het verlenen van assistentie bij de uitvoering en het beheer van
een verzekeringsovereenkomst, behoren deze werkzaamheden tot de reguliere taak van een tussenpersoon
die zijn vak goed wil uitoefenen. Daar hoort bijvoorbeeld bij het melden van een schade bij de verzekeraar, het
uitleggen van de contractsvoorwaarden aan de klant en het bijstaan van de klant in het contact met de
verzekeraar. In dat geval heeft u geen vergunning als rechtsbijstandverzekeraar nodig.
Wanneer u (op grond van uw contract met de klant) verdergaande bijstand verlenen, zoals het verlenen van
bijstand in een gerechtelijke procedure, dan overschrijdt u de grens tussen bemiddelen en het uitoefenen van
het verzekeringsbedrijf in de branche rechtsbijstand.
Update augustus 2012:
12. Hoe gaat het nieuwe DVD eruit zien?
Het is de bedoeling dat het dienstverleningsdocument een gestandaardiseerd document gaat worden zoals de
financiële bijsluiter. De AFM zal de tekstblokken voorschrijven die financiële dienstverleners moeten gebruiken
in hun dienstverleningsdocument. Adfiz is op dit moment met de AFM in gesprek over de invulling en
vormgeving van het nieuwe dienstverleningsdocument. Inmiddels heeft de minister van Financiën laten weten
dat de verplichting tot het gebruik voor het nieuw vormgegeven dienstverleningsdocument op 1 juli 2013 in zal
gaan en niet – zoals oorspronkelijk bedoeld – 1 januari 2013.
Het is verstandig deze ontwikkelingen af te wachten voordat u zelf een nieuw dienstverleningsdocument gaat
ontwikkelen.
Toelichting consultatie Bgfo3 & veelgestelde vragen en antwoorden, versie 1.1 - Pagina 7 van 20
8. TOELICHTING CONSULTATIE - VAKBEKWAAMHEID
De borging van vakbekwaamheid bij financieel dienstverleners wordt voor de consument sterk verbeterd nu
bij alle dienstverleners iedere medewerker die adviseert over de juiste wettelijke diploma’s moet beschikken.
In de consultatie heeft Adfiz wel enkele kanttekeningen geplaatst bij de exacte vormgeving van de nieuwe
eisen aan vakbekwaamheid. Hieronder vindt u een samenvatting van wat al goed geregeld is, wat beter kan,
en waar nog punten van zorg bestaan.
Goed geregeld Kan/moet beter
Uitbreiding diplomaplicht Uitbreiding naar alle medewerkers met inhoudelijk
klantcontact
De diplomaplicht gaat gelden voor iedere Een goed fundament voor vakbekwaamheid wordt
medewerker die adviseert. De diplomaplicht gaat pas gelegd als de diplomaplicht zich uitstrekt tot álle
ook gelden voor adviseurs van de aanbieders. Dit medewerkers die inhoudelijk klantcontact hebben in
biedt de consument meer zekerheid dat zijn adviseur het kader van adviesactiviteiten,
vakbekwaam is, doordat hij zelf over de wettelijk bemiddelingsactiviteiten en aanbiedingsactiviteiten.
erkende diploma’s beschikt. .Alle adviseurs moeten
over diploma’s beschikken, ongeacht de grootte of Daarnaast stellen wij dat de diplomaplicht
de aard van het bedrijf. Het bedrijfsvoeringsmodel noodzakelijkerwijs ook tot gevolg zal moeten
waarmee de banken en verzekeraars de hebben dat elke persoon die zich bij klanten formeel
vakbekwaamheid van hun adviseurs konden regelen, presenteert als adviseur, doordat bijvoorbeeld de
komt te vervallen. aanduiding ‘adviseur’ in de functienaam is
opgenomen, moet voldoen aan het vereiste van de
diplomaplicht.
Modulestructuur sluit beter aan bij beroepspraktijk Enkele aanpassingen nog gewenst
Voor de vakbekwaamheid worden voortaan acht Op een aantal belangrijke punten is de gewenste
beroepskwalificaties onderscheiden. Deze aansluiting op de beroepspraktijk nog onvoldoende
kwalificaties sluiten beter aan bij de adviespraktijk. het geval.
Het doel van deze fijnmaziger verdeling is dat
medewerkers minder belast worden met 1. Voor veel adviseurs is sparen en betalen niet
studiemateriaal dat zij in hun eigen adviespraktijk relevant, en zou dus niet in de basismodule
niet nodig hebben. moeten zitten.
2. Met diploma Consumptief Krediet zou men ook
De acht modules zijn sparen en betalen, over ORV in combinatie met het krediet moeten
consumptief krediet, schade particulier, schade mogen adviseren.
zakelijk, vermogen, inkomen, hypothecair krediet, 3. Beleggingsobjecten vormen voor overgrote deel
pensioen. van de adviseurs overbodige ballast in de
module Vermogen.
4. Met de module Inkomen zou men ook moeten
kunnen adviseren over een
ongevallenverzekeringen.
5. Module Inkomen zou niet vereist moeten zijn
voor diploma Pensioen.
Professioneel gedrag, adviesvaardigheden en Geen inhaalexamen
integriteit
Vakbekwaamheid wordt niet langer alleen Huidige diploma’s zijn met de wettelijke plicht van
afgemeten aan de aanwezige vakkennis. PE goed onderhouden. Een inhaalprogramma over
Professioneel gedrag, adviesvaardigheden en nieuwe onderdelen (waaronder professioneel
integriteit zijn net zo bepalend voor de gedrag,adviesvaardigheden en integriteit) is redelijk,
advieskwaliteit. Deze krijgen terecht een plaats in het is echter niet reëel een hele beroepsgroep
het nieuwe vakbekwaamheidgebouw. Hiervoor examen te laten afleggen over het
wordt een verplicht inhaalprogramma ontworpen. inhaalprogramma. Eerder behaalde diploma’s
moeten gewoon hun waarde behouden.
Toelichting consultatie Bgfo3 & veelgestelde vragen en antwoorden, versie 1.1 - Pagina 8 van 20
9. Altijd vakbekwaam Geen 3-jaarlijks PE-examen
Het is een goede zaak dat de financiële onderneming Eerder behaalde diploma’s moeten gewoon hun
ervoor moet zorgen dat alle klantmedewerkers te waarde behouden, en niet afhankelijk zijn van een 3-
allen tijde vakbekwaam zijn en op de hoogte van de jaarlijks PE-examen. Een verplicht PE-examen om
laatste ontwikkelingen. eerder behaalde diploma’s geldig te houden schiet
door en draagt bovendien niet bij aan een cultuur
om kennis doorlopend actueel te houden.
Uitstelgedrag tot vlak voor het examen is een reëel
risico. Een studiepuntensysteem voor permanente
educatie is daarom een veel betere oplossing voor
het borgen van vakbekwaamheid.
Vrijstelling bij hogere vakopleidingen
De wettelijke regels moeten er niet toe leiden dat
het streven naar een hogere vorm vakbekwaamheid
dan wettelijk is vereist wordt ontmoedigd. Daartoe
moet geregeld worden dat hogere en zwaardere
vakopleidingen waarvan de inhoud tenminste
overeenstemt met de vereiste eind- en toetstermen,
een vrijstelling opleveren voor bepaalde wettelijke
modules.
Toelichting consultatie Bgfo3 & veelgestelde vragen en antwoorden, versie 1.1 - Pagina 9 van 20
10. VEELGESTELDE VRAGEN – VAKBEKWAAMHEID
1. Gelden de vakbekwaamheidseisen voor alle medewerkers?
De wetgever verdeelt de medewerkers van een financieel dienstverlener in twee categorieën. De eerste
categorie is de categorie medewerkers met inhoudelijk klantcontact. Deze categorie bestaat uit medewerkers
die de klant adviseren en daarnaast uit medewerkers die het adviseren ondersteunen of
bemiddelingsactiviteiten uitvoeren of deze ondersteunen. De andere categorie is de categorie overige
medewerkers. Dat zijn bijvoorbeeld de schoonmakers. De overige medewerkers, die dus geen inhoudelijk
klantcontact hebben, hoeven niet aan vakbekwaamheidseisen te voldoen uit hoofde van de Wft.
2. Moeten alle klantmedewerkers verplicht over diploma’s beschikken?
Alle klantmedewerkers, die adviseren, moeten over een geldig en relevant Wft-diploma beschikken. Er zijn
adviseurs voor wie de vakbekwaamheid nu nog via een feitelijk leidinggevende of via het
bedrijfsvoeringsmodel wordt geregeld. Deze adviseurs moeten alsnog voor 1 juli 2015 een diploma behalen.
Dit kan ook via het doorlopen van een EVC-procedure (erkenning verworven competenties).
De vraag is wel hoe de vakbekwaamheid geregeld moet worden als delen van het adviesproces door meerdere
medewerkers worden uitgevoerd. Moeten backoffice-medewerkers die bijvoorbeeld het advies voorbereiden,
over een diploma beschikken? Adfiz zal dit in de consultatie meenemen.
De diplomaplicht gaat ook gelden voor adviseurs van de aanbieders. Alle adviseurs moeten over diploma’s
beschikken, ongeacht de grootte of de aard van het bedrijf. Het bedrijfsvoeringsmodel waarmee de banken en
verzekeraars de vakbekwaamheid van hun adviseurs konden regelen, komt te vervallen.
3. Wat moet er geregeld worden voor de vakbekwaamheid van de klantmedewerkers die niet adviseren?
Alle klantmedewerkers die niet adviseren moeten wel vakbekwaam hun werk kunnen uitoefenen. De
financieel dienstverlener kan zelf bepalen hoe hij dat regelt. Dat kan door een feitelijke leidinggevende die
vakbekwaam is, aan te stellen. Dat kan ook door vakbekwaam handelen in te regelen in het geautomatiseerde
systeem. Dit kan bijvoorbeeld ook via interne kennissystemen of door het volgen van interne of externe
informatiebijeenkomsten of cursussen. De financieel dienstverlener kan er ook voor kiezen ook de
klantmedewerkers, die niet adviseren, een diploma te laten halen. De financieel dienstverlener bepaalt dan
zelf welk diploma hij dan van belang acht. De wetgever gaat er dan van uit dat de financieel dienstverlener dit
bepaalt op grond van de eind- en toetstermen van de opleidingen voor adviseurs. Alle klantmedewerkers
moeten niet alleen te allen tijde vakbekwaam zijn, zij moeten ook op de hoogte zijn van de laatste actuele
ontwikkelingen. Van de financieel dienstverlener wordt verwacht dat hij schriftelijk vastlegt hoe hij de
vakbekwaamheid heeft geregeld.
4. Wat zijn de gevolgen van het nieuwe vakbekwaamheidsbouwwerk voor de huidige adviseurs met een
Wft-diploma?
Al deze adviseurs moeten een inhaalprogramma volgen en worden hierover geëxamineerd. Deze examinering
wordt gecombineerd met een PE-examenen voor de PE-periode 2013 – 2015.
Het lijkt er op dat vanaf juli 2015 alle bestaande diploma’s hiermee komen te vervallen. Adfiz zal aandringen
op een duidelijke regeling die er op gericht is dat bestaande diploma’s niet geheel vervallen.
5. Hoe kan een nieuw diploma worden behaald?
Een diploma kan op twee manieren behaald worden. Dit kan op de traditionele manier door het volgen van
een opleiding en het afleggen van een examen bij een erkend exameninstituut.
U kunt ook een EVC-procedure doorlopen. In zo’n traject wordt de reeds aanwezige vakbekwaamheid getoetst
door middel van onder meer een analyse van bestaande adviezen en een assessment. Wanneer de EVC-
procedure succesvol wordt doorlopen, ontvangt de medewerker zijn (deel)diploma. Met name voor
medewerkers die al veel praktijkervaring hebben kan dit een interessante werkwijze zijn.
Toelichting consultatie Bgfo3 & veelgestelde vragen en antwoorden, versie 1.1 - Pagina 10 van 20
11. 6. Hoe blijft een diploma geldig?
Update augustus 2012:
In het huidige regime wordt de geldigheid van diploma’s onderhouden door een PE-cyclus van 18 maanden. In
het nieuwe stelsel is sprake van individuele intervallen van 36 maanden. Binnen 3 jaar na het laatste (PE-
)examen moet een nieuw PE-examen worden afgelegd om een behaald diploma geldig te houden. Adfiz is
geen voorstander van een PE-examen en heeft dit ook in haar consultatie meenemen. Wij zullen nogmaals
aangeven voorstander te zijn voor een systeem met PE-punten zoals dat in vele andere beroepsgroepen
gebruikelijk is. Adfiz pleit er daarom ook voor dat voorafgaand aan de implementatie van een PE-examen er op
dit belangrijke punt een advies wordt afgegeven door de Onderwijsraad.
7. Welke diploma’s zijn vereist bij advisering?
Voor de vakbekwaamheid worden voortaan acht beroepskwalificaties onderscheiden. Deze kwalificaties
sluiten beter aan bij de adviespraktijk. Het doel van deze fijnmaziger verdeling is dat medewerkers minder
belast worden met studiemateriaal dat zij in hun eigen adviespraktijk niet nodig hebben.
Elke kwalificatie kent een eigen diploma.
Update augustus 2012: De diplomaplicht voor adviseurs in spaar- en betaalproducten vervalt. Het diploma
sparen en betalen wordt gewijzigd in het diploma Wft Basis. Ondernemingen dienen er onverminderd voor te
zorgen dat ook medewerkers die adviseren over sparen betalen te allen tijde vakbekwaam zijn. Dit kán
aangetoond worden met het diploma Wft Basis, maar een diploma is dus niet verplicht.
Update augustus 2012: Er komt een aparte module zorgverzekeringen. Op deze manier hoeven medewerkers
van zorgverzekeraars zich niet onnodig te verdiepen in de veel bredere lesstof uit de module schade particulier
terwijl gewaarborgd blijft dat zij beschikken over voor hen relevante kennis. Het is nog niet duidelijk hoe deze
wijziging naar onderstaande tabel vertaalt.
Onderwerp: Vereist diploma: Modules:
Sparen en betalen Basis (niet vereist) - Basis
Consumptief krediet Adviseur consumptief - Basis
krediet - Consumptief krediet
Schadeverzekering Adviseur schadeverzekering - Basis
particulier particulier - Schadeverzekeringen particulier
Schadeverzekering zakelijk Adviseur schadeverzekering - Basis
zakelijk - Schadeverzekeringen particulier
- Schadeverzekeringen zakelijk
Vermogen Adviseur vermogen - Basis
- Vermogen
Inkomensverzekering Adviseur inkomen - Basis
- Inkomen
Hypothecair krediet Adviseur hypothecair - Basis
krediet - Vermogen
- Hypothecair krediet
Pensioen Adviseur pensioen - Basis
- Inkomen
- Vermogen
- Pensioenverzekeringen
8. Over welke aanvullende onderwerpen mag met een bepaald diploma worden geadviseerd?
Wanneer geadviseerd wordt over consumptief krediet, vermogen, hypothecair krediet of pensioen beperkt het
advies zich vaak niet tot alleen dat domein. Een aantal diploma’s geeft ook het recht om te adviseren over een
aantal financiële producten die worden gecombineerd met het desbetreffende onderwerp. In onderstaande
tabel staat de reikwijdte van de genoemde diploma’s.
Toelichting consultatie Bgfo3 & veelgestelde vragen en antwoorden, versie 1.1 - Pagina 11 van 20
12. Diploma: Onderwerp:
Adviseur consumptief krediet Betalingsbeschermers, met uitzondering van
overlijdensrisicoverzekeringen, voor zover gecombineerd
met consumptief krediet
Adviseur vermogen Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, voor zover
gecombineerd met een levensverzekering
Adviseur hypothecair krediet Betalingsbeschermers, opstal-, inboedel- of
kapitaalverzekeringen, voor zover gecombineerd met
hypothecair krediet
Adviseur pensioen Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, voor zover
gecombineerd met een pensioenverzekering
9. Waarom wordt er een splitsing aangebracht tussen schadeverzekeringen particulier en schadeverzekering
zakelijk?
Voor de indeling in beroepskwalificaties is zo goed mogelijk aansluiting gezocht bij de adviespraktijk. De
expertise die nodig is voor het adviseren in een schadeverzekering aan een particuliere klant, verschilt
wezenlijk met de expertise die nodig is voor een zakelijke cliënt. De bedrijfstak heeft daarom gevraagd om het
onderscheid voor schadeverzekeringen te maken op basis van type klant en niet op basis van het type
verzekering.
In het nieuwe stelsel is het dus mogelijk om voor schadeverzekering te specialiseren op advisering aan
uitsluitend particulieren. Voor advisering over zakelijke schadeverzekeringen is zowel de particuliere als de
zakelijke module vereist.
10. Waarom wordt Inkomen apart onderscheiden?
Door inkomensverzekeringen als aparte kwalificatie op te nemen hoeft een adviseur die zich beperkt tot de
eenvoudige schadeverzekeringen en die niet over inkomen adviseert, zich niet onnodig te verdiepen in deze
producten.
11. Welke diploma’s zijn vereist voor de Gevolmachtigd Agent?
Voor de gevolmachtigd agent zijn er vier aparte diploma’s. Hierbij is geen onderscheid gemaakt tussen
particuliere en zakelijke schadeverzekeringen. Voor volmacht gelden per diploma een aantal extra modules die
specifiek ingaan op de volmachtpraktijk.
Onderwerp: Vereist diploma: Modules:
Schadeverzekering Gevolmachtigde Agent - Basis
schadeverzekering - Schadeverzekeringen particulier
- Schadeverzekeringen zakelijk
- Volmacht algemeen
- Volmacht schade extra
- Volmacht overig
Levensverzekering Gevolmachtigde Agent - Basis
levensverzekeringen - Vermogen
- Volmacht algemeen
- Volmacht overig
Inkomensverzekering Gevolmachtigde Agent - Basis
inkomen - Inkomen
- Volmacht algemeen
- Volmacht overig
Pensioenverzekering Gevolmachtigde Agent - Basis
pensioenverzekeringen - Inkomen
- Vermogen
- Pensioenverzekeringen
- Volmacht algemeen
- Volmacht overig
Toelichting consultatie Bgfo3 & veelgestelde vragen en antwoorden, versie 1.1 - Pagina 12 van 20
13. TOELICHTING CONSULTATIE - EED OF BELOFTE
Update augustus 2012: Ondanks marktbrede kritiek op de voorstellen van de minister van Financiën volhardt
de minister in zijn voornemen om de moreel-ethische verklaring in de vorm van een eed of belofte verplicht te
stellen voor elke persoon werkzaam bij elke financiële onderneming.
Met de eed of belofte beoogt de wetgever een bijdrage te leveren aan de bewustwording om integer te
handelen. Hoewel Adfiz zelf niet actief voor een dergelijke eed heeft gepleit, onderschrijven wij zeker het
belang van een cultuur van integriteit. Adfiz ziet in de huidige uitwerking wel bezwaren in de reikwijdte en de
inhoud van de eed.
Het ministerie van Financiën heeft de voorstellen tot 11 mei 2012 ter consultatie aan de markt voorgelegd. De
onderstaande vragen en antwoorden zijn gebaseerd op deze consultatietekst.
Goed geregeld Kan/moet beter
Niet voor alle medewerkers
Het is onwerkbaar en overbodig dat iedere
medewerker deze eed zou moeten afleggen. Adfiz
stelt voor de eed te beperken tot bestuurders en
beleidsbepalers van financiële ondernemingen. Voor
hen heeft de eed de beoogde werking en zij zullen
vanuit hun verantwoordelijkheid moeten toezien op
het moreel verantwoord handelen van al hun
medewerkers.
Niet uitstijgen boven wettelijk kader
In de wet- en regelgeving zijn de belangen van de
consument die bescherming behoeven zeer breed
gereguleerd. Zoals het voorstel er nu ligt wordt het
bestaande wettelijk kader nog eens uitgebreid met
een open norm voor ‘klantbelang centraal stellen’.
Dit leidt tot rechtsonzekerheid en is daarom
onwenselijk. Adfiz stelt een alternatieve tekst voor
die de nadruk legt op de morele basis van de wet,
zonder hier inhoudelijk bovenuit te stijgen.
Toelichting consultatie Bgfo3 & veelgestelde vragen en antwoorden, versie 1.1 - Pagina 13 van 20
14. VEEL GESTELDE VRAGEN - EED OF BELOFTE
1. Waarom moeten personen die werken bij een financieel dienstverlener een eed of belofte afleggen?
Het afleggen van de eed/belofte moet ervoor zorgen dat de direct verantwoordelijken en hun medewerkers
van een financieel dienstverlener zich nog meer bewust worden van de verantwoordelijkheid die zij dragen
voor hun handelen en de gevolgen daarvan. De gedachte is dat door het afleggen van de eed/belofte deze
personen zich meer hun speciale positie realiseren en hiermee in overeenstemming handelen. Met de
eed/belofte moet het vertrouwen in de financiële sector worden bevorderd.
2. Wie moeten een eed of belofte afleggen en naleven?
De ministeriële regeling maakt onderscheid tussen verschillende categorieën personen die de eed/belofte
moeten afleggen, dat zijn:
1. Beleidsbepalers, de personen op sleutelposities en personen die toezien op het beleid en de algemene
gang van zaken binnen het kantoor. Voor deze categorie personen maakt het afleggen van de eed of de
belofte deel uit van de wettelijke ‘geschiktheidtoets’.
2. Medewerkers met een tijdelijk of vast dienstverband, die betrokken zijn bij de kernactiviteiten van het
bedrijf. Hieronder vallen ook uitzendkrachten en gedetacheerden. Ook medewerkers met functies die
dicht bij de kernactiviteiten van het bedrijf staan, bijvoorbeeld met een juridische of een ICT-functie,
moeten de eed/belofte afleggen.
3. Dan is er nog een categorie medewerkers die niet betrokken zijn bij de kernactiviteiten van het bedrijf
zoals de receptionist(e), schoonmaker, cateringmedewerkers, etc. Deze medewerkers hoeven de
eed/belofte niet af te leggen.
3. Wat is de inhoud van de eed/belofte?
De inhoud van de eed/belofte wordt voorgeschreven op grond van een ministeriële regeling. De eed/belofte
moet minimaal de volgende elementen te bevatten:
1. het integer en zorgvuldig uitoefenen van de functie
2. het maken van een zorgvuldige afweging tussen het belang van de onderneming en in het bijzonder
ook de belangen van de klant en van de maatschappij in het algemeen
3. het centraal stellen van het belang van de klant
4. het naleven van wetten, reglementen en gedragscodes
5. het behouden en bevorderen van het vertrouwen in de financiële sector
Het is mogelijk dat een financieel dienstverlener zelf aanvullende zaken toevoegt die specifiek gericht zijn op
de onderneming of een bepaalde functie. De eed/belofte kan hiermee persoonlijk worden gemaakt.
Een voorbeeld van een af te leggen eed/belofte voor medewerkers staat in bijlage 1. Voor de categorie
beleidsbepalers, personen in sleutelfuncties en leden in toezichtorganen is de inhoud van de eed/belofte
precies voorgeschreven. Voor deze groep geldt de tekst in bijlage 2. Voor een lid van het toezichtorgaan geldt
de tekst in bijlage 3.
4. Hoe moet de eed of belofte worden afgelegd?
De eed/belofte moet door medewerkers worden afgelegd in het bijzijn van een dagelijks beleidsbepaler en
een andere vertegenwoordiger van het kantoor, wanneer dat gezien het aantal medewerkers van de
organisatie mogelijk is.
De eed/belofte moet worden uitgesproken en worden ondertekend. De dagelijks beleidsbepaler en een
andere vertegenwoordiger van het bedrijf moeten de eed/belofte ook ondertekenen. De manier waarop de
eed/belofte wordt afgelegd wordt overgelaten aan het kantoor zelf.
Een beleidsbepaler moet de eed/belofte afleggen en ondertekenen in het bijzijn van een beleidsbepaler met
een hogere functie, of de voorzitter van het toezichtorgaan, of het langstzittende lid van het toezichtorgaan.
Dit is in de regelgeving exact geformuleerd.
Toelichting consultatie Bgfo3 & veelgestelde vragen en antwoorden, versie 1.1 - Pagina 14 van 20
15. Omdat deze regeling niet specifiek voor het intermediair is geschreven, lopen we hier tegen een aantal
problemen aan. Bijvoorbeeld, hoe moet dat als je ZZP’er bent of maar met twee man het kantoor runt?
De ZZP’er kan als beleidsbepaler volstaan met het ondertekenen van de eed of de belofte.
Voor ondernemingen tot en met twee personen geldt dat de beleidsbepaler de eed of belofte zelf ondertekent
en de medewerker spreekt de eed/belofte uit in bijzijn van de beleidsbepaler en ondertekent deze. De
beleidsbepaler tekent mee.
Voor ondernemingen met meer dan twee personen geldt dat de beleidsbepaler de eed of belofte ondertekent
en de medewerkers spreken de eed/belofte uit in bijzijn van hun beleidsbepaler en een andere
vertegenwoordiger van het bedrijf. Ook hier tekent de beleidsbepaler mee.
Voor zeer grote ondernemingen met toezichtorganen gelden voor de medewerkers dezelfde regels als bij
kleinere ondernemingen. Voor de beleidsbepalers en de toezichthouders gelden andere regels.
5. Wanneer moet de eed of belofte worden afgelegd?
Nieuwe medewerkers moeten binnen drie maanden na indiensttreding voldoen aan deze verplichting.
Medewerkers die wisselen van functie waardoor ze werkzaamheden gaat uitvoeren die tot de kernactiviteiten
van het bedrijf behoren, moeten ook binnen drie maanden na de functiewisseling de eed of belofte afleggen.
Personen die nu al werken bij een financieel dienstverlener moeten uiterlijk binnen een jaar na
inwerkingtreding van deze regelgeving de eed of beloften afleggen en ondertekenen. Naar verwachting zal dit
voor 2014 afgerond moeten zijn.
6. Wat moet je met de ondertekende eed of belofte doen?
De financieel dienstverlener moet de ondertekende eed of belofte zorgvuldig en eenvoudig toegankelijk
bewaren.
7. Wat is het gevolg als ik de eed of belofte niet afleg en/of naleef?
Als de eed/belofte niet wordt afgelegd of wordt nageleefd heeft dit tot gevolg dat de betrokkene niet voldoet
aan de wettelijke eisen die aan hem worden gesteld. In het uiterste geval kan dit ertoe leiden dat deze
persoon niet geschikt wordt bevonden en zijn functie niet (langer) kan uitoefenen.
8. Is er toezicht op het afleggen en naleven van de eed/belofte?
Ja, de AFM en DNB zien erop toe dat de eed wordt afgelegd en nageleefd. Bij schending van de eed kunnen de
toezichthouders optreden en in het uiterste geval in de categorie beleidsbepalers, personen in sleutelfuncties
en toezichtorganen, deze betreffende persoon uit de functie ontheffen.
Toelichting consultatie Bgfo3 & veelgestelde vragen en antwoorden, versie 1.1 - Pagina 15 van 20
16. TOELICHTING CONSULTATIE - PRODUCTONTWIKKELINGSPROCES
Door eisen te stellen aan een goed productontwikkelingsproces wil de wetgever massaschade voor de
consument en maatschappij door pertinent slechte financiële producten voorkomen. Een doel dat Adfiz kan
steunen, maar de nadere uitwerking roept wel een aantal vragen en opmerkingen op.
Goed geregeld Kan/moet beter
Toezicht op productontwikkelingsproces Verantwoordelijkheid altijd bij aanbieder, tenzij
Vanaf 1 januari 2013 worden financiële De verantwoordelijkheid voor het
dienstverleners wettelijk verplicht tot het hebben productontwikkelingsproces dient primair bij de
van procedures en maatregelen bij het ontwikkelen aanbieder te liggen. Intermediair dat zelf (gelabelde)
of samenstellen van financiële producten. Hiermee producten samenstelt (bijv. als gevolmachtigde,
wordt een wettelijk grondslag gecreëerd op grond serviceprovider of bemiddelaar) zou alleen deze
waarvan de AFM voor zover noodzakelijk verantwoordelijkheid moeten hebben, wanneer de
handhavend kan optreden bij het ontwikkelen van aanbieder niet betrokken is bij het samenstellen van
pertinent slechte financiële producten. het product.
Geen aanbiederverantwoordelijkheid voor handelen
onafhankelijk adviseur
In de toelichting op de nieuwe regels lijkt de
aanbieder verantwoordelijk gemaakt te worden voor
de kwaliteit van het advies. De toelichting moet zo
worden geformuleerd dat daaruit blijkt dat er geen
aanvullende eisen door aanbieders mogen worden
gesteld aan het handelen van distributiepartners zelf
en aanbieders geen extra controlemechanisme mogen
opleggen aan bemiddelaars of adviseurs.
Geen ondeugdelijke producten Zekerheid over deugdelijkheid producten
Producten moeten door aanbieder vooraf getest Nu wettelijk geregeld wordt dat een product getoetst
worden op hun uitwerking voor de beoogde moet zijn op zijn deugdelijkheid moet niet alleen de
doelgroep. Informatie en distributie moet klant maar ook de adviseur erop kunnen vertrouwen
toegespitst zijn op de doelgroep. Ondeugdelijke dat de producten deugdelijk zijn. Daarom zou het
producten moeten worden aangepast of uit de goed zijn als de AFM net als bij het prospectustoezicht
markt worden genomen. de markt hierover meer zekerheid geeft.
Alleen voor complexe producten
Omdat de risico’s voor massaschade het grootste zijn
bij complexe producten is het te overwegen de
reikwijdte te beperken tot die producten.
Toelichting consultatie Bgfo3 & veelgestelde vragen en antwoorden, versie 1.1 - Pagina 16 van 20
17. VEELGESTELDE VRAGEN - PRODUCTONTWIKKELINGSPROCES
1. Wat wil de minister regelen met dit voorstel over productontwikkeling?
De minister wil de AFM de wettelijke bevoegdheid geven om toezicht te houden op het
productontwikkelingsproces van financiële ondernemingen. Waar nodig kan de AFM ingrijpen en eisen stellen
aan dit proces. De financiële onderneming blijft zelf verantwoordelijk voor haar interne proces van
productontwikkeling en voor de producten die hieruit voortkomen.
Het adequaat regelen van het productontwikkelingsproces was via zelfregulering al van toepassing op banken
en verzekeraars via de Code Banken en de Governance Principes Verzekeraars. Vanaf 1 januari 2013 komt er
echter een duidelijke wettelijke grondslag op grond waarvan de AFM deze verplichting kan handhaven.
2. Waarom stelt de minister verplichtingen aan het productontwikkelings- en distributieproces?
Met dit voorstel wil de minster voorkomen dat er massaschade voor consument en maatschappij ontstaat
door pertinent slechte financiële producten.
3. Voor welke producten gelden deze verplichtingen?
De verplichtingen voor het productontwikkelings- en distributieproces gelden voor alle producten. Van simpele
schadeproducten tot complexe producten. Adfiz stelt in de consultatie voor de reikwijdte te beperken tot de
complexe producten, omdat daar de risico’s tot massaschade het grootst zijn.
4. Mag ik erop vertrouwen dat producten altijd goed zijn?
Daarover worden geen uitspraken gedaan. In de consultatie heeft Adfiz aangegeven dat nu wettelijk geregeld
wordt dat een product getoetst moet zijn op zijn deugdelijkheid, het inefficiënt is dit ook nog eens door de
adviseur te laten vaststellen. Niet alleen de klant maar ook de adviseur moet erop kunnen vertrouwen dat de
producten deugdelijk zijn. Daarom zou het goed zijn als de AFM net als bij het prospectustoezicht de markt
meer zekerheid geeft.
5. Welke verantwoordelijkheid krijgt een aanbieder nu voor het distributiekanaal?
De aanbieder moet bij het ontwikkelen van producten nadrukkelijk aandacht besteden aan de distributie van
het financiële product. Zo zal hij bijvoorbeeld stil moeten staan bij de vraag of de consument al dan niet advies
bij een dergelijk product nodig heeft. Ook zal hij verantwoordelijk zijn voor informatie die de adviseur nodig
heeft om het product te kunnen begrijpen.
In de toelichting op de nieuwe regels wordt de aanbieder echter ook verantwoordelijk gemaakt voor de
kwaliteit van het advies en wordt het toezicht op het advies neergelegd bij aanbieders en
productsamenstellers.
Adfiz heeft in de consultatie aangegeven dat dit onaanvaardbaar is. De toelichting zou zo moeten worden
geformuleerd dat daaruit blijkt dat er geen aanvullende eisen door aanbieders mogen worden gesteld aan het
handelen van distributiepartners zelf en aanbieders geen extra controlemechanisme mogen opleggen aan
bemiddelaars of adviseurs. Het stellen van dergelijke eisen past niet in de systematiek van de wet die uitgaat
van een zelfstandige verantwoordelijkheid van alle in de keten opererende partijen.
6. Gelden die verplichtingen ook voor mij als adviseur/bemiddelaar?
Ja, mogelijk gelden ze ook voor u. In de meeste situaties gelden deze verplichtingen voor de aanbieders van
financiële producten. Maar zoals het nu opgeschreven staat gelden ze ook voor financieel dienstverleners die
producten samenstellen en deze in de markt zetten. Als u een ‘eigen’ product uit bestaande producten
samenstelt gelden deze regels ook voor u.
Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als:
U een product samenstelt uit twee of meer financiële producten en dit product aan uw klanten
adviseert/bemiddelt. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om bemiddelaars die een hypothecair krediet
combineren met een financieel product dat dient ter aflossing van dat krediet, zoals een
levensverzekering, en dit als één product presenteren. Het is daarbij niet van belang of de producten
van slechts een of van verschillende aanbieders afkomstig zijn.
Toelichting consultatie Bgfo3 & veelgestelde vragen en antwoorden, versie 1.1 - Pagina 17 van 20
18. U een product samenstelt uit twee of meer financiële producten en dit product in de markt
verkrijgbaar stelt. Denk bijvoorbeeld aan een rol als inkoopcombinatie of service provider.
U in een volmacht eigen samengestelde producten voert voor uw eigen klanten of in de markt
verkrijgbaar stelt.
Adfiz heeft in de consultatie bepleit dat de verantwoordelijkheid voor dit proces primair bij de aanbieder van
een product dient te liggen. Alleen wanneer de aanbieder niet betrokken is bij het samenstellen van het
product zouden deze regels van toepassing moeten zijn op de samensteller.
7. Wat wordt van het productontwikkelingsproces verwacht?
Als een adviseur volgens bovenstaande situaties aan de verplichtingen moet voldoen, dan moet hij beschikken
over adequate procedures en maatregelen die waarborgen dat de financiële producten die hij samenstelt op
een evenwichtige wijze rekening houden met de belangen van de consument, cliënt of de begunstigde* van
het financieel product.
Deze procedures en maatregelen moeten in ieder geval waarborgen dat:
1. de doelgroep van het financieel product is afgebakend, waarbij na analyse goed is omschreven wat de
beoogde doelstelling van de doelgroep is;
2. tests worden uitgevoerd om vast te stellen of het product (nog) voldoet aan de doelstelling van de
doelgroep van het product. Daarbij wordt de werking van het gehele financieel product maar ook van
de afzonderlijke onderdelen daarvan in verschillende scenario’s getest;
3. de productinformatie en de distributie van het financieel product is afgestemd op de eerder
genoemde doelgroep;
4. regelmatig een controle plaatsvindt van de procedures en de maatregelen en dat indien nodig,
bijstelling volgt.
* In de Wft wordt tot nu toe onderscheiden “consument” en “cliënt”. Hieraan wordt nu een derde figuur
toegevoegd “de begunstigde”. Adfiz heeft in de consultatie aangegeven dat de toevoeging van deze derde
figuur niet nodig en onwenselijk is, omdat deze verwarring en problemen voor de uitvoering teweeg brengt.
8. Wat als een product niet voldoet aan de eisen?
Als blijkt dat een financieel product afbreuk doet aan de belangen van de consument of cliënt, dan moet de
financiële onderneming dat product zo spoedig mogelijk aanpassen of het aanbieden dan wel het verkrijgbaar
stellen ervan staken.
Als voorbeeld van zo’n product wordt een opbouwproduct met een lange looptijd voor senioren doelgroep
genoemd. Een dergelijk financieel product zal door de lange looptijd geen toegevoegde waarde hebben voor
het behalen van het doelkapitaal voor deze doelgroep.
Toelichting consultatie Bgfo3 & veelgestelde vragen en antwoorden, versie 1.1 - Pagina 18 van 20
19. TOELICHTING CONSULTATIE – TRANSPARANTIE HYPOTHECAIR
KREDIET
Met dit voorstel over transparantie van aanbieders, wil de minister de consument in de gelegenheid stellen
zich voor het afsluiten of oversluiten van een hypothecair krediet goed te oriënteren en een weloverwogen
keuze te maken. Daarom worden aanvullende transparantie-eisen gesteld. Zo moeten aanbieders:
rentetarieven op de website publiceren, waarschuwen over risico’s van variabele rente en ze moeten tijdig een
aanbod doen voor renteverlenging.
Goed geregeld Kan/moet beter
Verplichte publicatie rentetarieven op website
aanbieder
Hypotheekverstrekkers moeten alle actuele rentes
op hun website publiceren. Consumenten kunnen
zich hierdoor breder oriënteren en
overstapdrempels op de hypotheekmarkt worden
hierdoor verlaagd.
Zelfde renteaanbod bij vergelijkbare nieuwe
hypotheek en verlenging
Hypotheekverstrekkers moeten nieuwe en
bestaande consumenten dezelfde rente aanbieden
(uitgaande van een vergelijkbaar risico en dezelfde
rentevastperiode)
Inzicht opbouw variabele rente Ook voor vaste rente
Hypotheekverstrekkers moeten transparant maken Het inzicht in de opbouw van de rente is ook bij
hoe de variabele rente is opgebouwd en welke vaste rentes zinvol voor de consument.
componenten een vast of variabel bestanddeel
vormen van de rente. Bovendien dient een
aanbieder gedurende de looptijd van de hypotheek
met een variabele rente de consument te
informeren over elke wijziging van de rente en door
welke component of componenten de rente is
gewijzigd.
Waarschuwing risico’s variabele rente
Financiële ondernemingen die reclame maken voor
een hypothecair krediet met een variabele rente
moeten in die reclame-uitingen een waarschuwing
opnemen over de risico’s die samenhangen met
schommelende maandlasten.
Aanbod renteverlenging minimaal 3 maanden Informatie gelijktijdig aan adviseur zenden
vooraf
Hypotheekverstrekkers moeten uiterlijk drie Adviseurs hebben een eigen verantwoordelijkheid
maanden voor het aflopen van de rentevastperiode hun klanten goed te informeren. In de nieuwe
de consument een nieuw aanbod doen voor regelgeving moet meer aandacht besteed worden
verschillende rentevastperiodes. aan feit dat adviseurs hun klanten alleen goed
kunnen informeren wanneer ook zij tijdig over de
juiste informatie van de aanbieder beschikken.
Toelichting consultatie Bgfo3 & veelgestelde vragen en antwoorden, versie 1.1 - Pagina 19 van 20
20. VEELGESTELDE VRAGEN – TRANSPARANTIE HYPOTHECAIR KREDIET
1. Wat wil de minister met dit voorstel over transparantie van aanbieders hypothecair krediet?
De minister wil de consument in de gelegenheid stellen zich voor het afsluiten of oversluiten van een
hypothecair krediet goed te oriënteren en een weloverwogen keuze te maken.
2. Welke aanvullende transparantie-eisen gelden er voor deze aanbieders?
Er worden aanvullende transparantie-eisen opgelegd over:
Publicatie van rentetarieven op de website
Waarschuwing over risico’s bij variabele rente
Tijdig doen van aanbod voor renteverlenging
3. Moet ik rentetarieven ook op mijn eigen site publiceren?
In de regelgeving is opgenomen dat hypotheekverstrekkers op hun website de actuele rentes publiceren bij
verschillende rentevastperiodes en, indien van toepassing, de variabele rente. Doel hiervan is onder meer om
te bewerkstelligen dat consumenten zich breder oriënteren en om de overstapdrempels op de
hypotheekmarkt te verlagen.
De publicatieplicht rust op de aanbieder, niet op adviseurs en/of bemiddelaars.
4. Moet ik ook waarschuwen over risico’s bij variabele rente?
Ja. Niet alleen aanbieders maar iedere financiële onderneming dient in reclame-uitingen over een hypothecair
krediet met een variabele rente een waarschuwing op te nemen over de risico’s die samenhangen met de
schommelende maandlasten.
De verplichtingen van aanbieders gaan verder. Voor consumenten die overwegen een hypotheek met een
variabele rente te sluiten stelt het ministerie namelijk dat het van belang is dat zij weten door welke factoren
de variabele rente varieert. Daarom moeten kredietverstrekkers transparant maken hoe de variabele rente is
opgebouwd en welke componenten een vast of variabel bestanddeel vormen van de rente. Adfiz stelt in de
consultatie dat dit inzicht in de opbouw ook voor vaste rentes moet gelden.
Bovendien dient een aanbieder gedurende de looptijd van de hypotheek met een variabele rente de
consument te informeren over elke wijziging van de rente en door welke component of componenten de rente
is gewijzigd.
5. Welke eisen worden er gesteld bij renteverlenging?
Hypotheekaanbieders moeten uiterlijk drie maanden voor het aflopen van de rentevastperiode de consument
een nieuw aanbod doen voor verschillende rentevastperiodes. Daarbij moeten ze de consument ook
informeren over de oversluitmogelijkheden. Een periode van drie maanden stelt de consument in de
gelegenheid zich goed te oriënteren op de mogelijkheden om de hypotheek over te sluiten.
Daarnaast wordt geregeld dat hypotheekaanbieders nieuwe en bestaande consumenten dezelfde rente dienen
aan te bieden (uitgaande van een vergelijkbaar risico en dezelfde rentevastperiode).
6. Welke positie heeft de adviseur bij het bieden van transparantie?
Hoewel de formele normen alleen zien op de aanbieders is het belangrijk dat ook adviseurs en bemiddelaars in
hun communicatie richting de klant kunnen voldoen aan deze nieuwe transparantie-eisen. Dit is echter alleen
mogelijk indien zij daartoe door de aanbieder ook in staat worden gesteld. Belangrijk hierbij is dat een
bemiddelaar of gevolmachtigd agent tijdig over de juiste informatie kan beschikken. Wij verzoeken het
ministerie in de toelichting op deze nieuwe artikelen hier expliciet aandacht aan te besteden.
Toelichting consultatie Bgfo3 & veelgestelde vragen en antwoorden, versie 1.1 - Pagina 20 van 20