Prototype 1 voor een feedbackapplicatie binnen een digitale leer-werkomgeving (vanuit docent gezien)
Prototype 1 is voorgelegd aan de doelgroep op basis daarvan volgt prototype 2
Scholieren en studiekeuze, het belang van duurzame studiekeuzes - Stefan Meul...Studiekeuzeconferentie
Titel: Scholieren en studiekeuze; het belang van duurzame studiekeuzes
Sprekers: Stefan Meulesteen (Stimulansz) & Michiel Hietkamp (CNV Jongeren)
2e sessieronde
Zaal 19
J.c van leeuwen - Jongeren en Cyberpesten: De zoektocht naar een centrale de...Rico Leeuwen
Scriptie waarin wetenschappelijke definities en definities uit de praktijk besproken worden met jongeren. Deze groep jongeren hebben zelf, op basis van de wetenschappelijke en praktijk gerichte definities, een nieuwe definitie van cyberpesten gecreëerd.
Frederik Smit, Jos van Kuijk & Hans van Gennip (2006). Leren zonder last. Pre...Frederik Smit
Smit, F. Kuijk, J. van & Gennip, H. van (2006). Leren zonder last. Preventie van rsi-achtige klachten en psychosociale overbelasting in het onderwijs bij leerlingen, deelnemers en studenten in het onderwijs. Onderzoek op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Nijmegen: ITS.
Oplossingen voor het Leren van de ToekomstSURF Events
Woensdag 11 november
Sessieronde 2
Titel: Oplossingen voor het Leren van de Toekomst
Spreker(s): Frank Westhoek (Nationale Denktank), Jonas Voorzanger (Nationale Denktank)
Zaal: Rotterdam Hall
Update: kijk op http://www.upstream.nl/blog/bericht/de-stand-van-webcare-2013/ voor de stand van webcare 2013 of kijk op http://www.marketingfacts.nl/statistieken/channel/webcare voor actuele cijfers over performance van webcare in Nederland.
---------------------------------------------------------------------------
Over webcare wordt veelvuldig gecongresseerd, gepubliceerd en zelfs zo nu en dan gepromoveerd. Niettemin lijkt er bij bedrijfsleven en overheid onverminderd behoefte aan praktische informatie. Over de organisatie van webcare. De meest geschikte tools. De verwachte effecten. En de verwachtingen voor de nabije toekomst. Wonderlijk genoeg was hierover nog geen actuele, wat meer empirische informatie voor handen.
Die constatering was voor ons voldoende aanleiding om een kort, eerste onderzoek uit te voeren onder bedrijven en instellingen met webcare. Laat het duidelijk zijn, dit is geen wetenschappelijk onderzoek, maar eerder een quickscan onder praktijkmensen. Wat zijn hun ervaringen, belangrijke lessen en -al dan niet hooggespannenverwachtingen?
De resultaten van dit onderzoek hebben we bijeen gebracht in deze whitepaper en worden gepresenteerd tijdens het Social Media Congres op 5 april 2012. Op deze plaats danken we Erik van Roekel (@evr) voor zijn suggesties en feedback.
Mogelijk bieden de resultaten van deze quickscan je houvast in je werk. Omdat je op het punt staat te starten met webcare. Of omdat je graag wilt weten of je op de goede weg bent en wat een volgende stap is. Hoe dan ook, veel leesplezier.
Blaricum/Arnhem, 5 april 2012
Ronald van der Aart (@amazingpr)
Marco Derksen (@marcoderksen)
Stephanie de Smale (@stephaniedsmale)
HAVO- en VWO-scholieren maken nog betrekkelijk weinig gebruik van social media als manier om zich te oriënteren op een vervolgopleiding. Traditionele bronnen zoals website, open dag en gesprekken met vrienden of familie worden ruim meer gebruikt.
Tevens hebben deze bronnen veel impact op de uiteindelijke keuze. De impact van de info die scholieren via social media gevonden hebben is gering te noemen.
Universiteiten en hogescholen moeten social media vooralsnog dus vooral als een aanvullend kanaal beschouwen en niet zozeer als een vervangend kanaal.
Wanneer is een leerling mediawijs? Tips om uw school mediawijs te maken - Amb...SURF Events
Woensdag 12 november
Sessieronde 1
Titel: Wanneer is een leerling mediawijs? Tips om uw school mediawijs te maken
Sprekers: Amber Walraven (Radboud Universiteit Nijmegen)
Zaal: Diamond II
Dit Webinar biedt een leidraad voor hoe de GO!stem op sociale media moet klinken, wat we ermee willen bereiken, en wat de rol van onze scholen daarin kan zijn.
Scholieren en studiekeuze, het belang van duurzame studiekeuzes - Stefan Meul...Studiekeuzeconferentie
Titel: Scholieren en studiekeuze; het belang van duurzame studiekeuzes
Sprekers: Stefan Meulesteen (Stimulansz) & Michiel Hietkamp (CNV Jongeren)
2e sessieronde
Zaal 19
J.c van leeuwen - Jongeren en Cyberpesten: De zoektocht naar een centrale de...Rico Leeuwen
Scriptie waarin wetenschappelijke definities en definities uit de praktijk besproken worden met jongeren. Deze groep jongeren hebben zelf, op basis van de wetenschappelijke en praktijk gerichte definities, een nieuwe definitie van cyberpesten gecreëerd.
Frederik Smit, Jos van Kuijk & Hans van Gennip (2006). Leren zonder last. Pre...Frederik Smit
Smit, F. Kuijk, J. van & Gennip, H. van (2006). Leren zonder last. Preventie van rsi-achtige klachten en psychosociale overbelasting in het onderwijs bij leerlingen, deelnemers en studenten in het onderwijs. Onderzoek op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Nijmegen: ITS.
Oplossingen voor het Leren van de ToekomstSURF Events
Woensdag 11 november
Sessieronde 2
Titel: Oplossingen voor het Leren van de Toekomst
Spreker(s): Frank Westhoek (Nationale Denktank), Jonas Voorzanger (Nationale Denktank)
Zaal: Rotterdam Hall
Update: kijk op http://www.upstream.nl/blog/bericht/de-stand-van-webcare-2013/ voor de stand van webcare 2013 of kijk op http://www.marketingfacts.nl/statistieken/channel/webcare voor actuele cijfers over performance van webcare in Nederland.
---------------------------------------------------------------------------
Over webcare wordt veelvuldig gecongresseerd, gepubliceerd en zelfs zo nu en dan gepromoveerd. Niettemin lijkt er bij bedrijfsleven en overheid onverminderd behoefte aan praktische informatie. Over de organisatie van webcare. De meest geschikte tools. De verwachte effecten. En de verwachtingen voor de nabije toekomst. Wonderlijk genoeg was hierover nog geen actuele, wat meer empirische informatie voor handen.
Die constatering was voor ons voldoende aanleiding om een kort, eerste onderzoek uit te voeren onder bedrijven en instellingen met webcare. Laat het duidelijk zijn, dit is geen wetenschappelijk onderzoek, maar eerder een quickscan onder praktijkmensen. Wat zijn hun ervaringen, belangrijke lessen en -al dan niet hooggespannenverwachtingen?
De resultaten van dit onderzoek hebben we bijeen gebracht in deze whitepaper en worden gepresenteerd tijdens het Social Media Congres op 5 april 2012. Op deze plaats danken we Erik van Roekel (@evr) voor zijn suggesties en feedback.
Mogelijk bieden de resultaten van deze quickscan je houvast in je werk. Omdat je op het punt staat te starten met webcare. Of omdat je graag wilt weten of je op de goede weg bent en wat een volgende stap is. Hoe dan ook, veel leesplezier.
Blaricum/Arnhem, 5 april 2012
Ronald van der Aart (@amazingpr)
Marco Derksen (@marcoderksen)
Stephanie de Smale (@stephaniedsmale)
HAVO- en VWO-scholieren maken nog betrekkelijk weinig gebruik van social media als manier om zich te oriënteren op een vervolgopleiding. Traditionele bronnen zoals website, open dag en gesprekken met vrienden of familie worden ruim meer gebruikt.
Tevens hebben deze bronnen veel impact op de uiteindelijke keuze. De impact van de info die scholieren via social media gevonden hebben is gering te noemen.
Universiteiten en hogescholen moeten social media vooralsnog dus vooral als een aanvullend kanaal beschouwen en niet zozeer als een vervangend kanaal.
Wanneer is een leerling mediawijs? Tips om uw school mediawijs te maken - Amb...SURF Events
Woensdag 12 november
Sessieronde 1
Titel: Wanneer is een leerling mediawijs? Tips om uw school mediawijs te maken
Sprekers: Amber Walraven (Radboud Universiteit Nijmegen)
Zaal: Diamond II
Dit Webinar biedt een leidraad voor hoe de GO!stem op sociale media moet klinken, wat we ermee willen bereiken, en wat de rol van onze scholen daarin kan zijn.
2. Log uit
Feedbackapplicatie
Je bent nu ingelogd in de
feedbackapplicatie van de HvA
Selecteer hieronder de module en
de groep die je feedback wilt
geven.
Module
Groep
R01
RV201A
R02
RV201B
R03
RV201C
R04
RV201D
R05
RV202A
Ga verder
3. Projectrapport
feedback
Algemene indruk
R03
R203A
ingeleverd
4
feedback voor
9
Leerdoel 1: informatie verzamelen
Doelgroep analyse
In dit hoofdstuk analyseren wij zowel de primaire doelgroep, kinderen uit groep vijf en zes van de basisschool, als de Leerdoel 2: informatie analyseren
secundaire doelgroep. Dit zijn de desbetreffende leerkrachten.
Primaire doelgroep
De primaire doelgroep voor dit project zijn kinderen van acht t/m tien jaar in groep vijf en zes van de basisschool.
Op deze leeftijd zijn kinderen erg gevoelig voor iets moeten doen wat ze niet willen, en bang om uit de toon vallen. Spelling en stijl
Kinderen die veel worden gepest, zijn vaak net even anders als anderen kinderen. Een gekke naam, dik zijn, rare
kleren aanhebben, het is vaak de oorzaak van veel kinderzorgen. Kinderen die vaak worden gepest, blijken zich
daarnaast ook niet goed te kunnen verweren. Het is alsof ze dat niet goed hebben geleerd. Het weren leer je onder
meer van je leeftijdsgenoten, in de ‘peergroup’.
Voor kinderen in deze leeftijd is het belangrijk zich te kunnen meten, ze willen voortdurend met elkaar wedijveren. Structuur
Soms kunnen ze niet tegen hun verlies. Een gevoel van de wereld aankunnen, gecombineerd met een gezonde dosis
incasseringsvermogen, leidt tot competentie. Competentie is het gevoel dat je de uitdagingen die je in het leven
tegenkomt aankunt.
De leeftijdsgroep van het kind wordt steeds belangrijker. Niet alleen vanwege het ontwikkelen van competentie,
maar ook wat betreft het aanleren van vaardigheden. Ook de normen en waarden worden in deze fase niet meer goed
plaats macro-opmerking
uitsluitend van de ouders overgenomen, maar vooral van de leeftijdsgenoten. Daarnaast zijn voor het oudere
basisschoolkind idolen zoals popsterren, voetballers en dergelijke de bron van allerlei opvattingen over goed en
kwaad.
In de peergroup gaan jongens met jongens om en meisjes met meisjes. Meisjes en jongens hebben vrij weinig
belangstelling voor elkaar, behalve dat ze elkaar wel veel plagen. (Sociaal verhaal, 2009)
kan beter
Sinds de jaren ’80 ontstaat in West-Europa steeds meer aandacht voor jeugdinformatie.Verschillende factoren liggen
aan de oorsprong van dit nieuwe denken.
plaats eigen opmerking
Ten eerste is de maatschappij geëvolueerd naar een kennis- en informatiemaatschappij. Nieuwe
informatietechnologieën en communicatietechnieken worden geïntroduceerd waardoor informatie snel en in grote bronvermelding
aantallen kan worden verspreid. Jonge mensen groeien op in een gemedialiseerde samenleving, waar ze dagelijks
overspoeld worden met informatie. Deze maatschappij heeft zeker zijn voordelen aangezien informatie toegankelijk
wordt voor grote groepen.
De informatiemaatschappij heeft echter ook haar keerzijde. Bepaalde groepen kinderen, tieners en jongeren worde
van het enorme informatieaanbod uitgesloten. Er is sprake van ‘informatie-rijken’ en ‘informatie-armen’. De kloof Beschrijf de algemene indruk die je hebt van het rapport.
tussen de ‘weters’ en ‘niet-weters’ blijft groeien.
Ziet het er verzorgd uit?
Een tweede aspect dat maakt dat de aandacht voor jeugdinformatie groeide is het maatschappelijk
individualiseringsproces. In vergelijking met vroegere generaties wordt er nu veel meer beroep gedaan op de Is het uitgebreid genoeg?
individuele identiteit van kinderen, tieners en jongeren. De dominerende rol van ouders over hun kinderen neemt af
en kinderen, tieners en jongeren beslissen meer en meer voor zichzelf. Hierbij wordt raad of advies gevraagd aan de
ouders, maar er wordt niet in hun plaats beslist. (Wikipedia, 2010)
Is de opdracht goed begrepen/uitgevoerd?
Mediagebruik van de primaire doelgroep
Het mediagebruik van kinderen en jongeren is de laatste decennia drastisch veranderd. In 1989 waren er drie tv- Beschrijf dit aan de hand van de bekende structuur:
zenders die kinderprogramma's aanboden in Nederland. Nu zijn er dagelijks op zo'n twintig tv-zenders ongeveer
300 uur aan kinderprogramma's te zien. Tegenwoordig hebben jongeren ook toegang tot de media via computers,
laptops, smartphones, tablets, mp3-spelers en games. (Telegraaf, 2011)
Feed Up: wat het is het doel?
41 procent van tien- en elfjarigen is dagelijks op Hyves te vinden. 33 procent van de achtjjarigen heeft al meer dan
vijftig Hyvesvriendjes (Mijn Kind Online). Al vanaf dat kinderen in groep 3 zitten en kunnen lezen en schrijven, Feedback: waar staat de student nu?
kunnen ze een Hyvesprofiel bijhouden. Hoe ouder ze worden, hoe vaker ze gaan inloggen en hoe meer vriendjes ze
krijgen. Meisjes zijn actiever op Hyves, en hebben gemiddeld ook meer vriendjes. Belangrijk op Hyves vinden
jongeren: contact houden met beste vrienden, krabbels, smilies gebruiken, foto's plaatsen en bekijken en respect
krijgen of geven. (Bright, 2009)
Feed Forward: wat is de volgende stap?
4. Projectrapport
feedback
R03
R203A
De doelgroepanalyse gaat bij deze opdracht over
twee doelgroepen: kinderen en leerkrachten
ingeleverd
4
feedback voor
9
Jullie hebben de leerkrachten niet beschreven.
Doelgroep analyse
In dit hoofdstuk analyseren wij zowel de primaire doelgroep, kinderen uit groep vijf en zes van de basisschool, als de
secundaire doelgroep. Dit zijn de desbetreffende leerkrachten.
Primaire doelgroep
De primaire doelgroep voor dit project zijn kinderen van acht t/m tien jaar in groep vijf en zes van de basisschool. Ga op zoek naar informatie over de doelgroep
Op deze leeftijd zijn kinderen erg gevoelig voor iets moeten doen wat ze niet willen, en bang om uit de toon vallen. leerkrachten basisschool (zie leerdoel 1)
Kinderen die veel worden gepest, zijn vaak net even anders als anderen kinderen. Een gekke naam, dik zijn, rare
kleren aanhebben, het is vaak de oorzaak van veel kinderzorgen. Kinderen die vaak worden gepest, blijken zich
daarnaast ook niet goed te kunnen verweren. Het is alsof ze dat niet goed hebben geleerd. Het weren leer je onder
meer van je leeftijdsgenoten, in de ‘peergroup’.
Voor kinderen in deze leeftijd is het belangrijk zich te kunnen meten, ze willen voortdurend met elkaar wedijveren.
Soms kunnen ze niet tegen hun verlies. Een gevoel van de wereld aankunnen, gecombineerd met een gezonde dosis
incasseringsvermogen, leidt tot competentie. Competentie is het gevoel dat je de uitdagingen die je in het leven
tegenkomt aankunt.
De leeftijdsgroep van het kind wordt steeds belangrijker. Niet alleen vanwege het ontwikkelen van competentie,
maar ook wat betreft het aanleren van vaardigheden. Ook de normen en waarden worden in deze fase niet meer
uitsluitend van de ouders overgenomen, maar vooral van de leeftijdsgenoten. Daarnaast zijn voor het oudere
basisschoolkind idolen zoals popsterren, voetballers en dergelijke de bron van allerlei opvattingen over goed en
kwaad.
In de peergroup gaan jongens met jongens om en meisjes met meisjes. Meisjes en jongens hebben vrij weinig
belangstelling voor elkaar, behalve dat ze elkaar wel veel plagen. (Sociaal verhaal, 2009)
Sinds de jaren ’80 ontstaat in West-Europa steeds meer aandacht voor jeugdinformatie.Verschillende factoren liggen
aan de oorsprong van dit nieuwe denken.
Ten eerste is de maatschappij geëvolueerd naar een kennis- en informatiemaatschappij. Nieuwe
informatietechnologieën en communicatietechnieken worden geïntroduceerd waardoor informatie snel en in grote
aantallen kan worden verspreid. Jonge mensen groeien op in een gemedialiseerde samenleving, waar ze dagelijks
overspoeld worden met informatie. Deze maatschappij heeft zeker zijn voordelen aangezien informatie toegankelijk
wordt voor grote groepen.
De informatiemaatschappij heeft echter ook haar keerzijde. Bepaalde groepen kinderen, tieners en jongeren worde
van het enorme informatieaanbod uitgesloten. Er is sprake van ‘informatie-rijken’ en ‘informatie-armen’. De kloof
tussen de ‘weters’ en ‘niet-weters’ blijft groeien.
Een tweede aspect dat maakt dat de aandacht voor jeugdinformatie groeide is het maatschappelijk
individualiseringsproces. In vergelijking met vroegere generaties wordt er nu veel meer beroep gedaan op de
individuele identiteit van kinderen, tieners en jongeren. De dominerende rol van ouders over hun kinderen neemt af
en kinderen, tieners en jongeren beslissen meer en meer voor zichzelf. Hierbij wordt raad of advies gevraagd aan de
ouders, maar er wordt niet in hun plaats beslist. (Wikipedia, 2010)
Mediagebruik van de primaire doelgroep
Het mediagebruik van kinderen en jongeren is de laatste decennia drastisch veranderd. In 1989 waren er drie tv-
zenders die kinderprogramma's aanboden in Nederland. Nu zijn er dagelijks op zo'n twintig tv-zenders ongeveer
300 uur aan kinderprogramma's te zien. Tegenwoordig hebben jongeren ook toegang tot de media via computers,
laptops, smartphones, tablets, mp3-spelers en games. (Telegraaf, 2011)
41 procent van tien- en elfjarigen is dagelijks op Hyves te vinden. 33 procent van de achtjjarigen heeft al meer dan
vijftig Hyvesvriendjes (Mijn Kind Online). Al vanaf dat kinderen in groep 3 zitten en kunnen lezen en schrijven,
kunnen ze een Hyvesprofiel bijhouden. Hoe ouder ze worden, hoe vaker ze gaan inloggen en hoe meer vriendjes ze
krijgen. Meisjes zijn actiever op Hyves, en hebben gemiddeld ook meer vriendjes. Belangrijk op Hyves vinden
jongeren: contact houden met beste vrienden, krabbels, smilies gebruiken, foto's plaatsen en bekijken en respect
krijgen of geven. (Bright, 2009)
5. Projectrapport
feedback
Algemene indruk
R03
R203A
203A
ingeleverd
4
feedback voor
9
Leerdoel 1: informatie verzamelen
Doelgroep analyse
In dit hoofdstuk analyseren wij zowel de primaire doelgroep, kinderen uit groep vijf en zes van de basisschool, als de Leerdoel 2: informatie analyseren
secundaire doelgroep. Dit zijn de desbetreffende leerkrachten.
Primaire doelgroep
De primaire doelgroep voor dit project zijn kinderen van acht t/m tien jaar in groep vijf en zes van de basisschool.
Op deze leeftijd zijn kinderen erg gevoelig voor iets moeten doen wat ze niet willen, en bang om uit de toon vallen. Spelling en stijl
Kinderen die veel worden gepest, zijn vaak net even anders als anderen kinderen. Een gekke naam, dik zijn, rare
kleren aanhebben, het is vaak de oorzaak van veel kinderzorgen. Kinderen die vaak worden gepest, blijken zich
daarnaast ook niet goed te kunnen verweren. Het is alsof ze dat niet goed hebben geleerd. Het weren leer je onder
meer van je leeftijdsgenoten, in de ‘peergroup’.
Voor kinderen in deze leeftijd is het belangrijk zich te kunnen meten, ze willen voortdurend met elkaar wedijveren. Structuur
Soms kunnen ze niet tegen hun verlies. Een gevoel van de wereld aankunnen, gecombineerd met een gezonde dosis
incasseringsvermogen, leidt tot competentie. Competentie is het gevoel dat je de uitdagingen die je in het leven
tegenkomt aankunt.
De leeftijdsgroep van het kind wordt steeds belangrijker. Niet alleen vanwege het ontwikkelen van competentie,
maar ook wat betreft het aanleren van vaardigheden. Ook de normen en waarden worden in deze fase niet meer goed
plaats macro-opmerking
uitsluitend van de ouders overgenomen, maar vooral van de leeftijdsgenoten. Daarnaast zijn voor het oudere
basisschoolkind idolen zoals popsterren, voetballers en dergelijke de bron van allerlei opvattingen over goed en
kwaad.
In de peergroup gaan jongens met jongens om en meisjes met meisjes. Meisjes en jongens hebben vrij weinig
belangstelling voor elkaar, behalve dat ze elkaar wel veel plagen. (Sociaal verhaal, 2009)
kan beter
Sinds de jaren ’80 ontstaat in West-Europa steeds meer aandacht voor jeugdinformatie.Verschillende factoren liggen
aan de oorsprong van dit nieuwe denken.
plaats eigen opmerking
Ten eerste is de maatschappij geëvolueerd naar een kennis- en informatiemaatschappij. Nieuwe
informatietechnologieën en communicatietechnieken worden geïntroduceerd waardoor informatie snel en in grote bronvermelding
aantallen kan worden verspreid. Jonge mensen groeien op in een gemedialiseerde samenleving, waar ze dagelijks
overspoeld worden met informatie. Deze maatschappij heeft zeker zijn voordelen aangezien informatie toegankelijk
wordt voor grote groepen.
De informatiemaatschappij heeft echter ook haar keerzijde. Bepaalde groepen kinderen, tieners en jongeren worde
van het enorme informatieaanbod uitgesloten. Er is sprake van ‘informatie-rijken’ en ‘informatie-armen’. De kloof
tussen de ‘weters’ en ‘niet-weters’ blijft groeien.
Informatie verzamelen
Een tweede aspect dat maakt dat de aandacht voor jeugdinformatie groeide is het maatschappelijk
individualiseringsproces. In vergelijking met vroegere generaties wordt er nu veel meer beroep gedaan op de
individuele identiteit van kinderen, tieners en jongeren. De dominerende rol van ouders over hun kinderen neemt af
en kinderen, tieners en jongeren beslissen meer en meer voor zichzelf. Hierbij wordt raad of advies gevraagd aan de Criteria:
ouders, maar er wordt niet in hun plaats beslist. (Wikipedia, 2010)
1. De bronnen van de informatie zijn relevant en
Mediagebruik van de primaire doelgroep
betrouwbaar.
Het mediagebruik van kinderen en jongeren is de laatste decennia drastisch veranderd. In 1989 waren er drie tv-
zenders die kinderprogramma's aanboden in Nederland. Nu zijn er dagelijks op zo'n twintig tv-zenders ongeveer
300 uur aan kinderprogramma's te zien. Tegenwoordig hebben jongeren ook toegang tot de media via computers, 2. Er wordt uitgelegd waar de bronnen gevonden
laptops, smartphones, tablets, mp3-spelers en games. (Telegraaf, 2011)
zijn en waarom ze van belang zijn voor het
41 procent van tien- en elfjarigen is dagelijks op Hyves te vinden. 33 procent van de achtjjarigen heeft al meer dan rapport
vijftig Hyvesvriendjes (Mijn Kind Online). Al vanaf dat kinderen in groep 3 zitten en kunnen lezen en schrijven,
kunnen ze een Hyvesprofiel bijhouden. Hoe ouder ze worden, hoe vaker ze gaan inloggen en hoe meer vriendjes ze
3. Er is voldoende informatie verzameld om een
krijgen. Meisjes zijn actiever op Hyves, en hebben gemiddeld ook meer vriendjes. Belangrijk op Hyves vinden
jongeren: contact houden met beste vrienden, krabbels, smilies gebruiken, foto's plaatsen en bekijken en respect
krijgen of geven. (Bright, 2009)
analyse te maken
6. Preview studenten
Projectrapport
feedback
R03
R203A
ingeleverd
4
feedback voor
9
Informatie verzamelen
Het is de bedoeling dat je een alemeen beeld schetst van
Doelgroep analyse
kinderen tussen de acht en tien jaar.
In dit hoofdstuk analyseren wij zowel de primaire doelgroep, kinderen uit groep vijf en zes van de basisschool, als de
secundaire doelgroep. Dit zijn de desbetreffende leerkrachten.
Jullie focussen meteen op een verder gesegmenteerde
Primaire doelgroep
doelgroep: kinderen met leerproblemen. Het programma
De primaire doelgroep voor dit project zijn kinderen van acht t/m tien jaar in groep vijf en zes van de basisschool.
dat jullie richt zich op het gemiddelde kind.
Op deze leeftijd zijn kinderen erg gevoelig voor iets moeten doen wat ze niet willen, en bang om uit de toon vallen.
Kinderen die veel worden gepest, zijn vaak net even anders als anderen kinderen. Een gekke naam, dik zijn, rare
kleren aanhebben, het is vaak de oorzaak van veel kinderzorgen. Kinderen die vaak worden gepest, blijken zich Daarom is het handiger om nog wat algemenere informatie
daarnaast ook niet goed te kunnen verweren. Het is alsof ze dat niet goed hebben geleerd. Het weren leer je onder te zoeken
meer van je leeftijdsgenoten, in de ‘peergroup’.
Voor kinderen in deze leeftijd is het belangrijk zich te kunnen meten, ze willen voortdurend met elkaar wedijveren.
Soms kunnen ze niet tegen hun verlies. Een gevoel van de wereld aankunnen, gecombineerd met een gezonde dosis
incasseringsvermogen, leidt tot competentie. Competentie is het gevoel dat je de uitdagingen die je in het leven De lezer moet hier een duidelijk
tegenkomt aankunt.
De leeftijdsgroep van het kind wordt steeds belangrijker. Niet alleen vanwege het ontwikkelen van competentie, beeld krijgen van de doelgroep.
maar ook wat betreft het aanleren van vaardigheden. Ook de normen en waarden worden in deze fase niet meer
uitsluitend van de ouders overgenomen, maar vooral van de leeftijdsgenoten. Daarnaast zijn voor het oudere
basisschoolkind idolen zoals popsterren, voetballers en dergelijke de bron van allerlei opvattingen over goed en
kwaad.
In de peergroup gaan jongens met jongens om en meisjes met meisjes. Meisjes en jongens hebben vrij weinig Jullie hebben nog niet zoveel
belangstelling voor elkaar, behalve dat ze elkaar wel veel plagen. (Sociaal verhaal, 2009)
verschillende bronnen gevonden over
de doelgroep
Sinds de jaren ’80 ontstaat in West-Europa steeds meer aandacht voor jeugdinformatie.Verschillende factoren liggen
aan de oorsprong van dit nieuwe denken.
Ten eerste is de maatschappij geëvolueerd naar een kennis- en informatiemaatschappij. Nieuwe
informatietechnologieën en communicatietechnieken worden geïntroduceerd waardoor informatie snel en in grote Zoek naar meer informatie over de
aantallen kan worden verspreid. Jonge mensen groeien op in een gemedialiseerde samenleving, waar ze dagelijks doelgroep: bijvoorbeeld via de
overspoeld worden met informatie. Deze maatschappij heeft zeker zijn voordelen aangezien informatie toegankelijk aangereikte bronnen in de reader
wordt voor grote groepen.
De informatiemaatschappij heeft echter ook haar keerzijde. Bepaalde groepen kinderen, tieners en jongeren worde
van het enorme informatieaanbod uitgesloten. Er is sprake van ‘informatie-rijken’ en ‘informatie-armen’. De kloof
tussen de ‘weters’ en ‘niet-weters’ blijft groeien.
Een tweede aspect dat maakt dat de aandacht voor jeugdinformatie groeide is het maatschappelijk
individualiseringsproces. In vergelijking met vroegere generaties wordt er nu veel meer beroep gedaan op de
individuele identiteit van kinderen, tieners en jongeren. De dominerende rol van ouders over hun kinderen neemt af
en kinderen, tieners en jongeren beslissen meer en meer voor zichzelf. Hierbij wordt raad of advies gevraagd aan de
ouders, maar er wordt niet in hun plaats beslist. (Wikipedia, 2010)
Mediagebruik van de primaire doelgroep
Het mediagebruik van kinderen en jongeren is de laatste decennia drastisch veranderd. In 1989 waren er drie tv-
zenders die kinderprogramma's aanboden in Nederland. Nu zijn er dagelijks op zo'n twintig tv-zenders ongeveer
300 uur aan kinderprogramma's te zien. Tegenwoordig hebben jongeren ook toegang tot de media via computers,
laptops, smartphones, tablets, mp3-spelers en games. (Telegraaf, 2011)
41 procent van tien- en elfjarigen is dagelijks op Hyves te vinden. 33 procent van de achtjjarigen heeft al meer dan
vijftig Hyvesvriendjes (Mijn Kind Online). Al vanaf dat kinderen in groep 3 zitten en kunnen lezen en schrijven,
kunnen ze een Hyvesprofiel bijhouden. Hoe ouder ze worden, hoe vaker ze gaan inloggen en hoe meer vriendjes ze
krijgen. Meisjes zijn actiever op Hyves, en hebben gemiddeld ook meer vriendjes. Belangrijk op Hyves vinden
jongeren: contact houden met beste vrienden, krabbels, smilies gebruiken, foto's plaatsen en bekijken en respect
krijgen of geven. (Bright, 2009)
7. Projectrapport
feedback
Algemene indruk
R03
R203A
ingeleverd
4
feedback voor
9
Leerdoel 1: informatie verzamelen
Doelgroep analyse
In dit hoofdstuk analyseren wij zowel de primaire doelgroep, kinderen uit groep vijf en zes van de basisschool, als de Leerdoel 2: informatie analyseren
secundaire doelgroep. Dit zijn de desbetreffende leerkrachten.
Primaire doelgroep
De primaire doelgroep voor dit project zijn kinderen van acht t/m tien jaar in groep vijf en zes van de basisschool.
Op deze leeftijd zijn kinderen erg gevoelig voor iets moeten doen wat ze niet willen, en bang om uit de toon vallen. Spelling en stijl
Kinderen die veel worden gepest, zijn vaak net even anders als anderen kinderen. Een gekke naam, dik zijn, rare
kleren aanhebben, het is vaak de oorzaak van veel kinderzorgen. Kinderen die vaak worden gepest, blijken zich
daarnaast ook niet goed te kunnen verweren. Het is alsof ze dat niet goed hebben geleerd. Het weren leer je onder
meer van je leeftijdsgenoten, in de ‘peergroup’.
Voor kinderen in deze leeftijd is het belangrijk zich te kunnen meten, ze willen voortdurend met elkaar wedijveren. Structuur
Soms kunnen ze niet tegen hun verlies. Een gevoel van de wereld aankunnen, gecombineerd met een gezonde dosis
incasseringsvermogen, leidt tot competentie. Competentie is het gevoel dat je de uitdagingen die je in het leven
tegenkomt aankunt.
De leeftijdsgroep van het kind wordt steeds belangrijker. Niet alleen vanwege het ontwikkelen van competentie,
maar ook wat betreft het aanleren van vaardigheden. Ook de normen en waarden worden in deze fase niet meer goed
plaats macro-opmerking
uitsluitend van de ouders overgenomen, maar vooral van de leeftijdsgenoten. Daarnaast zijn voor het oudere
basisschoolkind idolen zoals popsterren, voetballers en dergelijke de bron van allerlei opvattingen over goed en
kwaad.
In de peergroup gaan jongens met jongens om en meisjes met meisjes. Meisjes en jongens hebben vrij weinig
belangstelling voor elkaar, behalve dat ze elkaar wel veel plagen. (Sociaal verhaal, 2009)
kan beter
Sinds de jaren ’80 ontstaat in West-Europa steeds meer aandacht voor jeugdinformatie.Verschillende factoren liggen
aan de oorsprong van dit nieuwe denken.
plaats eigen opmerking
Ten eerste is de maatschappij geëvolueerd naar een kennis- en informatiemaatschappij. Nieuwe
informatietechnologieën en communicatietechnieken worden geïntroduceerd waardoor informatie snel en in grote bronvermelding
aantallen kan worden verspreid. Jonge mensen groeien op in een gemedialiseerde samenleving, waar ze dagelijks
overspoeld worden met informatie. Deze maatschappij heeft zeker zijn voordelen aangezien informatie toegankelijk
wordt voor grote groepen.
De informatiemaatschappij heeft echter ook haar keerzijde. Bepaalde groepen kinderen, tieners en jongeren worde
van het enorme informatieaanbod uitgesloten. Er is sprake van ‘informatie-rijken’ en ‘informatie-armen’. De kloof
tussen de ‘weters’ en ‘niet-weters’ blijft groeien.
Informatie analyseren
Een tweede aspect dat maakt dat de aandacht voor jeugdinformatie groeide is het maatschappelijk
individualiseringsproces. In vergelijking met vroegere generaties wordt er nu veel meer beroep gedaan op de
individuele identiteit van kinderen, tieners en jongeren. De dominerende rol van ouders over hun kinderen neemt af
en kinderen, tieners en jongeren beslissen meer en meer voor zichzelf. Hierbij wordt raad of advies gevraagd aan de Criteria:
ouders, maar er wordt niet in hun plaats beslist. (Wikipedia, 2010)
Mediagebruik van de primaire doelgroep
1. De analysemethode moet duidelijk uitgelegd
Het mediagebruik van kinderen en jongeren is de laatste decennia drastisch veranderd. In 1989 waren er drie tv- zijn.
zenders die kinderprogramma's aanboden in Nederland. Nu zijn er dagelijks op zo'n twintig tv-zenders ongeveer
300 uur aan kinderprogramma's te zien. Tegenwoordig hebben jongeren ook toegang tot de media via computers,
laptops, smartphones, tablets, mp3-spelers en games. (Telegraaf, 2011)
2. De analyse legt verbanden bloot tussen de
41 procent van tien- en elfjarigen is dagelijks op Hyves te vinden. 33 procent van de achtjjarigen heeft al meer dan verschillende analyses(doelgroep-, trend- en
vijftig Hyvesvriendjes (Mijn Kind Online). Al vanaf dat kinderen in groep 3 zitten en kunnen lezen en schrijven, concurrentieanalyse).
kunnen ze een Hyvesprofiel bijhouden. Hoe ouder ze worden, hoe vaker ze gaan inloggen en hoe meer vriendjes ze
krijgen. Meisjes zijn actiever op Hyves, en hebben gemiddeld ook meer vriendjes. Belangrijk op Hyves vinden
jongeren: contact houden met beste vrienden, krabbels, smilies gebruiken, foto's plaatsen en bekijken en respect
krijgen of geven. (Bright, 2009)
8. Preview studenten
Projectrapport
feedback
R03
R203A
ingeleverd
4
feedback voor
9
Informatie analyseren
Het is de bedoeling dat je hier eerst een inleiding geeft over
Doelgroep analyse
de doelgroep. Om wie gaat het? Hoeveel personen?
In dit hoofdstuk analyseren wij zowel de primaire doelgroep, kinderen uit groep vijf en zes van de basisschool, als de
secundaire doelgroep. Dit zijn de desbetreffende leerkrachten.
Jullie gaan iets te snel de diepte in en trekken meteen al
Primaire doelgroep
conclusies.
De primaire doelgroep voor dit project zijn kinderen van acht t/m tien jaar in groep vijf en zes van de basisschool.
Op deze leeftijd zijn kinderen erg gevoelig voor iets moeten doen wat ze niet willen, en bang om uit de toon vallen.
Kinderen die veel worden gepest, zijn vaak net even anders als anderen kinderen. Een gekke naam, dik zijn, rare Probeer eerst iets meer informatie te geven en bewaar de
kleren aanhebben, het is vaak de oorzaak van veel kinderzorgen. Kinderen die vaak worden gepest, blijken zich conclusies voor het einde van het hoofdstuk
daarnaast ook niet goed te kunnen verweren. Het is alsof ze dat niet goed hebben geleerd. Het weren leer je onder
meer van je leeftijdsgenoten, in de ‘peergroup’.
Voor kinderen in deze leeftijd is het belangrijk zich te kunnen meten, ze willen voortdurend met elkaar wedijveren.
Soms kunnen ze niet tegen hun verlies. Een gevoel van de wereld aankunnen, gecombineerd met een gezonde dosis
incasseringsvermogen, leidt tot competentie. Competentie is het gevoel dat je de uitdagingen die je in het leven In de analyse leg je verbanden
tegenkomt aankunt.
De leeftijdsgroep van het kind wordt steeds belangrijker. Niet alleen vanwege het ontwikkelen van competentie,
tussen de gevonde informatie.
maar ook wat betreft het aanleren van vaardigheden. Ook de normen en waarden worden in deze fase niet meer
uitsluitend van de ouders overgenomen, maar vooral van de leeftijdsgenoten. Daarnaast zijn voor het oudere
basisschoolkind idolen zoals popsterren, voetballers en dergelijke de bron van allerlei opvattingen over goed en Jullie hebben nu alleeneen
kwaad.
In de peergroup gaan jongens met jongens om en meisjes met meisjes. Meisjes en jongens hebben vrij weinig
opsomming. gemaakt.
belangstelling voor elkaar, behalve dat ze elkaar wel veel plagen. (Sociaal verhaal, 2009)
Sinds de jaren ’80 ontstaat in West-Europa steeds meer aandacht voor jeugdinformatie.Verschillende factoren liggen Leg uit wat het verband is tussen de
aan de oorsprong van dit nieuwe denken.
Ten eerste is de maatschappij geëvolueerd naar een kennis- en informatiemaatschappij. Nieuwe
gevonden informatie. Wat zijn de
informatietechnologieën en communicatietechnieken worden geïntroduceerd waardoor informatie snel en in grote verschillen en overeenkomsten?
aantallen kan worden verspreid. Jonge mensen groeien op in een gemedialiseerde samenleving, waar ze dagelijks
overspoeld worden met informatie. Deze maatschappij heeft zeker zijn voordelen aangezien informatie toegankelijk
wordt voor grote groepen.
De informatiemaatschappij heeft echter ook haar keerzijde. Bepaalde groepen kinderen, tieners en jongeren worde
van het enorme informatieaanbod uitgesloten. Er is sprake van ‘informatie-rijken’ en ‘informatie-armen’. De kloof
tussen de ‘weters’ en ‘niet-weters’ blijft groeien.
Een tweede aspect dat maakt dat de aandacht voor jeugdinformatie groeide is het maatschappelijk
individualiseringsproces. In vergelijking met vroegere generaties wordt er nu veel meer beroep gedaan op de
individuele identiteit van kinderen, tieners en jongeren. De dominerende rol van ouders over hun kinderen neemt af
en kinderen, tieners en jongeren beslissen meer en meer voor zichzelf. Hierbij wordt raad of advies gevraagd aan de
ouders, maar er wordt niet in hun plaats beslist. (Wikipedia, 2010)
Mediagebruik van de primaire doelgroep
Het mediagebruik van kinderen en jongeren is de laatste decennia drastisch veranderd. In 1989 waren er drie tv-
zenders die kinderprogramma's aanboden in Nederland. Nu zijn er dagelijks op zo'n twintig tv-zenders ongeveer
300 uur aan kinderprogramma's te zien. Tegenwoordig hebben jongeren ook toegang tot de media via computers,
laptops, smartphones, tablets, mp3-spelers en games. (Telegraaf, 2011)
41 procent van tien- en elfjarigen is dagelijks op Hyves te vinden. 33 procent van de achtjjarigen heeft al meer dan
vijftig Hyvesvriendjes (Mijn Kind Online). Al vanaf dat kinderen in groep 3 zitten en kunnen lezen en schrijven,
kunnen ze een Hyvesprofiel bijhouden. Hoe ouder ze worden, hoe vaker ze gaan inloggen en hoe meer vriendjes ze
krijgen. Meisjes zijn actiever op Hyves, en hebben gemiddeld ook meer vriendjes. Belangrijk op Hyves vinden
jongeren: contact houden met beste vrienden, krabbels, smilies gebruiken, foto's plaatsen en bekijken en respect
krijgen of geven. (Bright, 2009)