3. Participanten
1.Verenigingsleven
•Bijna 6 op 10 Vlamingen (58%) tussen 14 en 85 jaar is actief of bestuurslid van een vereniging.
•Sportverenigingen hebben de meeste aanhang (29%) gevolgd door ontspanningsverenigingen (16%) en politiek-culturele verenigingen (14%), lokale verenigingen (bv buurtcomité), sociale bewegingen en doelgroepgerichte verenigingen (ouderen, vrouwen, gehandicapten,…) zijn vergelijkbaar in grote (elk ongeveer 10% actieve/organiserende deelnemers).
•7% van de Vlamingen is actief in jeugdverenigingen: de helft (49%) van de 14 tot 34-jarigen is lid van een jongerenvereniging.
•65plussers zijn vaker lid van een sociale of culturele vereniging (dus alle soorten verenigingen, uitgezonderd de sportvereniging) in tegenstelling tot jongere volwassenen
•Er is geen verschil tussen mannen en vrouwen
•Hoger geschoolden nemen vaker deel
•Belangrijker dan opleidingsniveau is het feit dat de ouders ook lid geweest zijn van een sociale of culturele vereniging
•Zij met een groot sociaal netwerk, vrijzinnigen of kerkse katholieken zijn vaker actief lid, net zoals zij die lid zijn van een sportvereniging
3
4. Participanten
2.Amateurkunsten
•Binnen een lijst van negen disciplines blijkt dat 34,5% Vlamingen tussen 14 en 85 jaar oud een creatieve hobby beoefent . Jongeren (14-17 jaar) beoefenen meer beeldexpressie, schilderen, zingen en dansen maar kiezen duidelijk minder voor het bespelen van instrumenten.
•Jongeren beoefenen tot vier maal meer frequent een creatieve hobby in vergelijking met mensen uit de middenleeftijd
•De participatiekans van ouderen (65-85 jaar) is tweemaal kleiner dan voor 35-54-jarigen
•Er is geen verschil tussen mannen en vrouwen en geen effect van opleidingsniveau
•Mensen uit een stedelijke context beoefenen vaker een creatieve hobby
•Mensen waarvan de ouders deelnamen aan culturele activiteiten en zij die op school actieve cultuurparticipatie aangeboden kregen, maken een grotere kans op het beoefenen van amateurkunsten.
4
5. Potentiële doelgroepen Sommige groepen met specifieke kenmerken nemen meer deel dan anderen.
•Financiële beperkingen vormen niet direct een rem voor participatie aan verenigingsleven of amateurkunsten.
•Er zijn geen verschillen tussen mannen en vrouwen en weinig opleidingsverschillen.
•Het belang van opleidingsniveau om al dan niet te participeren verschuift naar meer gespecialiseerde verklaringsmechanismen zoals cultuureducatie
•Het hebben van een klein sociaal netwerk waarmee men zijn vrije tijd doorbrengt is nefast voor deelname aan het verenigingsleven en amateurkunsten
•Het hebben van kleine kinderen verhindert frequente amateurkunstbeoefening
•Mensen die niet sporten of geen internet in de vrije tijd gebruiken zullen minder kans tot deelname hebben aan het verenigingsleven
•Het meest belangrijke mechanisme dat verklaart waarom er grote groepen niet-deelnemers zijn is het gebrek aan familiariteit (gewenning) en blootstelling, zowel tijdens de vormende jeugdjaren als nu. Respondenten waarvan de ouders deelnamen aan het verenigingsleven/cultuur hebben vandaag meer kans om zelf ook deel te nemen. Voor amateurkunsten geldt dat ook voor het volgen van kunstacademie en cultuureducatie op school.
•Analyses duiden aan dat individuen niet zozeer praktische drempels ervaren maar vooral niet-tastbare, mentale drempels (bvb. gevoel van ongemakkelijkheid, niet welkom te zijn) ervaren als het aankomt op cultuurparticipatie
5
6. Participatiemotieven Onderzoek komt tot zes achterliggende criteria die afhankelijk van iemands situatie in een eigen combinatie de vrijetijdskeuze sturen:
•Samenzijn met anderen, sociale interactie
•Iets doen dat de moeite waard is
•Zich comfortabel voelen in zijn/haar omgeving
•Uitdaging hebben aan nieuwe ervaringen
•Mogelijkheden hebben om te leren
•Actief deelnemen Participanten geven zelf volgende motieven tot deelname:
•Ontplooiing: nieuwe dingen leren, kennis en vaardigheden opdoen (sociaal-cultureel volwassenenwerk).
•Ontspanning: amateurkunstenaars zoeken meer ontspanning op, hun kunstbeoefening brengt hen tot rust. Ook voor jongeren is ontspanning een belangrijk motief om deel te nemen aan activiteiten.
•Ontmoeting: sociale redenen (mensen ontmoeten, met vrienden samen zijn) zijn niet de allerbelangrijkste redenen om deel te nemen aan het sociaal-cultureel volwassenenwerk of amateurkunsten. Sociale redenen worden zeker wel vermeld maar ontplooiing en ontspanning worden vaker aangeduid als redenen voor deelname.
•Sociale verandering: bijdrage aan/verandering van de omgeving en inzet voor anderen worden vooral door deelnemers aan het sociaal-cultureel volwassenenwerk aangeduid.
6
9. Lange termijn maatschappelijke ontwikkelingen worden grotendeels gedreven door (het samenspel van) drie factoren:
1.Demografische evolutie: bevolkingstoename, verkleuring, vergrijzing, gezinsverdunning, samenlevingsvormen,…
2.Technologische en wetenschappelijke evolutie: digitalisering, snelheid innovatie, interdisciplinariteit, complexiteit, internationale mobiliteit, …
3.Evolutie in het heersende mens- en cultuurbeeld (visie op mens en maatschappij en de wisselwerking tussen beide): mondialisering, multiculturaliteit, diversiteit, macht van het economisch systeem versus duurzaamheid en ecologie, toename scholingsgraad, rol van de overheid, veranderende participatievormen, individualisering, wat met de verzorgingsstaat, sociale netwerken los van locaties, dualiseringen, flexibiliteit,…
9
10. DEMOGRAFISCHE TENDENZEN IN TURNHOUT
Bevolkingstoename
Vergrijzing en verzilvering
Geen ontgroening
Verkleuring
Gezinsverdunning
Nieuwe samenlevingsvormen
Vervangingsratio
10
11. DEMOGRAFISCHE TENDENZEN IN TURNHOUT BEVOLKINGSTOENAME
•Licht natuurlijk overschot
•Grotendeels door migraties van en naar het buitenland
•Negatief migratiesaldo van en naar een andere gemeente binnen België
11
13. 40.435
40.765
41.223
41.561
41.927
42.186
40.308
40.532
40.748
40.963
41.192
41.421
0
5.000
10.000
15.000
20.000
25.000
30.000
35.000
40.000
45.000
50.000
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Evolutie van de totale bevolking in Turnhout: reële cijfers versus cijfers SVR-prognoses, 2009-2014
Reëel
SVR-prognose
13
14. 344
250
338
295
366
259
224
217
215
230
229
229
0
50
100
150
200
250
300
350
400
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Evolutie van de totale bevolking van Turnhout, reële cijfers versus cijfers SVR-prognoses, 2009-2014
Reëel
SVR-prognose
14
15. 2.868
2.280
588
2.876
2.228
649
0
500
1.000
1.500
2.000
2.500
3.000
3.500
Geboorten
Overlijdens
Natuurlijk saldo
Totale natuurlijke aangroei (geboortes minus sterftes) van de bevolking in Turnhout in de periode 2009-2014, reële cijfers versus cijfers SVR-prognoses
Reële cijfers
SVR-prognoses
15
16. 16.042
14.717
1.325
14.227
13.530
697
0
2.000
4.000
6.000
8.000
10.000
12.000
14.000
16.000
18.000
Immigratie
Emigratie
Migratiesaldo
Totaal migratiesaldo (immigratie minus emigratie) in Turnhout in de periode 2009-2014, reële cijfers versus cijfers SVR-prognoses
Reële cijfers
SVR-prognoses
16
19. -306
1.451
-958
1.418
-1.500
-1.000
-500
0
500
1.000
1.500
intern migratiesaldo
extern migratiesaldo
Evolutie van interne en externe migraties van en naar Turnhout over de totale periode 2009-2014, reële cijfers versus cijfers SVR-prognoses,
Reële cijfers
SVR-prognoses
19
20. DEMOGRAFISCHE TENDENZEN IN TURNHOUT
VERGRIJZING EN VERZILVERING
GEEN ONTGROENING, MAAR OOK GEEN VERGROENING
20
29. 36.197
36.248
36.324
36.383
36.541
36.755
36.898
36.910
36.912
36.905
36.849
36.679
36.687
36.596
36.607
36.590
36.732
2.104
2.164
2.194
2.213
2.173
2.262
2.337
2.545
2.649
2.886
3.014
3.391
3.754
4.169
4.616
4.971
5.195
38.301
38.412
38.518
38.596
38.714
39.017
39.235
39.455
39.561
39.791
39.863
40.070
40.441
40.765
41.223
41.561
41.927
0
5.000
10.000
15.000
20.000
25.000
30.000
35.000
40.000
45.000
1.1.1997
1.1.1998
1.1.1999
1.1.2000
1.1.2001
1.1.2002
1.1.2003
1.1.2004
1.1.2005
1.1.2006
1.1.2007
1.1.2008
1.1.2009
1.1.2010
1.1.2011
1.1.2012
1.1.2013
Evolutie van het aantal inwoners (Belgen en inwoners met een vreemde nationaliteit) in Turnhout
Belgen
Vreemdelingen
Totaal
Vreemdelingen: personen met een andere nationaliteit dan de Belgische
30. Vreemdelingen: personen met een andere nationaliteit dan de Belgische
100,0
100,1
100,4
100,5
101,0
101,5
101,9
102,0
102,0
102,0
101,8
101,3
101,4
101,1
101,1
101,1
101,5
100,0
102,9
104,3
105,2
103,3
107,5
111,1
121,0
125,9
137,2
143,3
161,2
178,4
198,1
219,4
236,3
246,9
0,0
50,0
100,0
150,0
200,0
250,0
300,0
1.1.1997
1.1.1998
1.1.1999
1.1.2000
1.1.2001
1.1.2002
1.1.2003
1.1.2004
1.1.2005
1.1.2006
1.1.2007
1.1.2008
1.1.2009
1.1.2010
1.1.2011
1.1.2012
1.1.2013
Indices (1997 = 100) van de evolutie van het aantal inwoners met de Belgische en met een vreemde nationaliteit in Turnhout
Belgen
Vreemdelingen
32. Vreemdelingen naar leeftijdscategorieën
19,5
15,1
12,8
15,5
20,4
14,9
6,8
6,0
4,9
12,5
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
0-5 jaar
6-11 jaar
12-17 jaar
18-24 jaar
25-34 jaar
35-49 jaar
50-64 jaar
65-79 jaar
80 jaar en ouder
Totaal
Aandeel van niet-Belgen binnen leeftijdscategorieën in Turnhout, 1 januari 2013
33. 72,7
74,9
72,4
69,2
73,7
64,2
67,2
59,2
59,9
27,3
26,1
27,6
30,8
26,3
35,8
32,8
40,8
40,1
0,0
10,0
20,0
30,0
40,0
50,0
60,0
70,0
80,0
90,0
100,0
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Nationaliteit van de moeder bij geboorte van een kind in Turnhout (in %)
Belg
Niet-Belg
33
37. Personen van vreemde herkomst (‘allochtonen’)
De klassieke cijfers over de vreemde bevolking slaan enkel op de personen met een huidige vreemde nationaliteit en dus niet op alle personen van vreemde herkomst. De gegevens zijn het resultaat van een koppeling tussen het Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale Bescherming (DWH AM&SB) van de Kruispuntbank Sociale Zekerheid (KSZ) en het Rijksregister . Om de herkomst van een persoon te bepalen worden 4 criteria in rekening gebracht:
1.de huidige nationaliteit van de persoon,
2.de eerste nationaliteit van de persoon (vóór een eventuele nationaliteitswijziging),
3.de eerste nationaliteit van de vader
4.de eerste nationaliteit van de moeder. Is één van deze 4 criteria een niet-Belgische nationaliteit, dan wordt de persoon beschouwd als een persoon van vreemde herkomst. Om de personen in te delen in verschillende herkomstgroepen wordt eerst gekeken naar de eerste nationaliteit van de vader. Is dat een vreemde nationaliteit, dan wordt de persoon ingedeeld in de herkomstgroep die met die vreemde nationaliteit overeenkomt. Is de eerste nationaliteit van de vader onbekend of Belgisch dan wordt gekeken naar de eerste nationaliteit van de moeder. Is die onbekend of Belgisch dan wordt gekeken naar de eerste nationaliteit van de persoon zelf. Is die onbekend of Belgisch wordt gekeken naar de huidige nationaliteit van de persoon.
39. Personen van vreemde herkomst en invloed Nederlandse afkomst
Aantal inwoners van Turnhout van vreemde afkomst, zonder Nederlandse afkomst
Vreemde afkomst
Vreemde afkomst, zonder Nederlandse afkomst
aantal
percentage
aantal
percentage
2011
8.104
19,7
5.580
13,5
2012
9.831
23,6
6.571
15,8
40. Personen van vreemde herkomst naar leeftijdscategorieën
37,4
31,3
24,5
23,7
24,1
11,3
7,3
19,7
46,5
40,8
32,8
29,3
28,1
12,9
7,7
23,5
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
0-5 jaar
6-11 jaar
12-17 jaar
18-24 jaar
25-49 jaar
50-64 jaar
65 jaar en ouder
Totaal
Percentage inwoners van vreemde afkomst in Turnhout naar leeftijdsklassen
1/01/2011
1/01/2012
Let wel: 2011 en 2012 zijn niet vergelijkbaar wegens andere methodologie
52. 8,0
6,8
8,2
27,1
39,3
51,4
0,0
10,0
20,0
30,0
40,0
50,0
60,0
70,0
80,0
90,0
100,0
2010
2011
2012
Percentage geboortes in kansarme situaties
naargelang de moeder al dan niet de Belgische nationaliteit heeft
Belgische moeders
Niet-Belgische moeders
Geboortes in kansarme gezinnen en de nationaliteit van de moeder,
gemiddelde van 2010, 2011 en 2012
Het gemiddeld percentage geboortes in kansarme gezinnen in de periode 2010-2012 bedroeg voor Turnhout 17,6% tegenover 10,9% in de periode 2008-2010.
53. 34,7
45,4
21,2
25,7
65,3
54,6
78,8
74,3
0,0
10,0
20,0
30,0
40,0
50,0
60,0
70,0
80,0
90,0
100,0
Aalst
Roeselare
Sint-Niklaas
Turnhout
Percentage moeders van Belgische afkomst en van niet-Belgische afkomst binnen de groep met een geboorte in een kansarm gezin, in 2012
% Belgen binnen kansarmen
% niet-Belgen binnen kansarmen
53
54. 11,3%
7,3%
5,4%
7,1%
4,3%
4,8%
1,9%
7,9%
4,6%
3,8%
3,4%
3,2%
4,7%
,7%
,7%
3,7%
4,2%
2,4%
3,3%
1,2%
1,6%
2,6%
1,5%
2,7%
1,0%
,8%
1,9%
1,0%
1,0%
,5%
,6%
1,0%
,0%
5,0%
10,0%
15,0%
20,0%
25,0%
Turnhout - Centrum
Turnhout - Stedelijk wonen west
Turnhout - Schorvoort
Turnhout - Stedelijk wonen oost
Turnhout - Blijkhoef
Turnhout - Zevendonk
Turnhout - Stadsbos en Noorden
Totaal
Gedurende het afgelopen jaar een of meerdere van volgende kosten niet kunnen betalen wegens financiële problemen, 2011: huisvestingskosten, elektriciteit/gas/water/stookolie, gezondheidszorg en afbetalingen van aankopen
minstens 1 op vier niet kunnen betalen
2/4
3/4
alle vier niet kunnen betalen
54
55. 32,7%
24,7%
19,7%
15,3%
14,5%
12,2%
7,4%
23,4%
,0%
5,0%
10,0%
15,0%
20,0%
25,0%
30,0%
35,0%
Turnhout - Centrum
Turnhout - Stedelijk wonen west
Turnhout - Stedelijk wonen oost
Turnhout - Stadsbos en Noorden
Turnhout - Blijkhoef
Turnhout - Zevendonk
Turnhout - Schorvoort
Totaal
Percentage huishoudens dat meer dan 30% betaalt aan woonkosten (woonquote)
55
62. VOOR VERDERE INFORMATIE:
Lokale statistieken
http://aps.vlaanderen.be/lokaal/lokale_statistieken.htm
Lokale statistieken, inburgering
http://aps.vlaanderen.be/lokaal/domeinen/inburgering.html
Lokale statistieken, indicatoren kinderarmoede
http://aps.vlaanderen.be/lokaal/kinderarmoede/kinderarmoede.html
Lokale statistieken, SVR-projecties van de bevolking en de huishoudens voor Vlaamse steden en gemeenten, 2009-2030
http://www4.vlaanderen.be/dar/svr/Pages/2011-01-24-studiedag-projecties.aspx
Toekomstverkenning: de blik van sociaal-cultureel volwassenenwerk, amateurkunsten en jeugdwerk gericht op 2025 (IDEA-consult)
http://www.socius.be/tiki-index.php?page=Toekomstverkenning%3A+de+blik+van+sociaal- cultureel+volwassenenwerk%2C+amateurkunsten+en+jeugdwerk+gericht+op+2025&highlight=toekomstverkenning
62